Prenataal onderzoek: de vlokkentest
De vlokkentest is een vorm van prenataal onderzoek. Bij de vlokkentest wordt er wat weefsel van de placenta afgenomen, waarna er een karyogram gemaakt wordt. Er zijn twee soorten vlokkentest: de vaginale vlokkentest en de abdominale vlokkentest.De vlokkentest
De vlokkentest, ook wel chorionbiopsie genoemd, is een zogenaamde diagnostische test. Dit onderzoek vindt tussen de tiende en twaalfde week van de zwangerschap plaats. De placenta en het embryo ontstaan beide uit de bevruchte eicel die zich in het baarmoederslijmvlies genesteld heeft. In het vroege begin van de zwangerschap ziet dit placentaweefsel er anders uit dan op een later moment in de zwangerschap. In het begin van de zwangerschap ontwikkelen zich zogenaamde chorionvlokken rondom de vruchtzak. Het merendeel van deze chorionvlokken verdwijnen in de loop van de zwangerschap en veranderen in het chorionvlies. Het chorionvlies is de buitenste van de twee vruchtvliezen. De chorionvlokken op de plaats van de placenta groeien uit tot de placenta. Voor de vlokkentest wordt er wat weefsel van de placenta afgenomen om te onderzoeken.Er zijn twee soorten vlokkentest:
- Vaginale vlokkentest: afname via de vagina, vindt rond de elfde week plaats
- Abdominale vlokkentest: afname via de buikwand, vindt rond de twaalfde week plaats
Vaginale vlokkentest
Tijdens de vaginale vlokkentest wordt er wat placentaweefsel afgenomen. Dit wordt gedaan met behulp van de eendenbek, een gynaecologisch instrument. Vervolgens wordt er een dun buisje of tangetje de baarmoeder binnen gebracht, waarna er wat weefsel wordt afgenomen. Na afloop van de vaginale vlokkentest kan er gedurende 24 uur licht bloedverlies optreden.
Abdominale vlokkentest
De abdominale vlokkentest gaat via de buikwand. De buikwand wordt eerst goed ontsmet, waarna er een echo gemaakt wordt om te bepalen waar de placenta precies ligt. Vervolgens prikt de gynaecoloog met een naald tot in de placenta, waar er wat placentaweefsel opzogen wordt.