Verschoven ruggenwervels en rugpijn door zwak bindweefsel
Met het ouder worden krijgen veel mensen steeds meer last van hun rug. De lijst van mensen met rugklachten is eindeloos. Hebt u vaak rugpijn dan is dat erg vervelend en storend bij alles wat u doet. Bukken, staan, lopen en werken: het gaat allemaal niet zonder de hulp van uw rug. U hebt dan ook een groot probleem als u dagelijks met rugpijn rondloopt. Sommige rugpijnen komen echter voort uit een erfelijke stoornis en kunnen wel behandeld, maar niet genezen worden. Het is dan echter wel belangrijk dat de oorzaak gevonden wordt. Die kan bijvoorbeeld liggen in te zwak bindweefsel, waardoor de ruggenwervels niet stabiel blijven.
Oorzaken van rugpijn
Vaak ontstaat rugpijn door het jarenlange doen van zwaar werk en heeft men rond het 50ste levensjaar een versleten rug. Door zware lasten op een verkeerde manier te tillen kan iemand zelfs een hernia krijgen, wat voor veel pijn en zelfs de noodzaak voor een operatieve ingreep kan zorgen.
Zittend werk of een verkeerde houding
Aan de andere kant kan rugpijn ook ontstaan door teveel zittend werk in een verkeerde houding. Daarbij ligt het dan weer meer aan de spieren om de ruggenwervels heen, die de rug in balans moeten houden en daar een probleem mee hebben. Meer bewegen is dan noodzaak.
Zwak bindweefsel en rugpijn
Niet iedereen heeft echter baat bij de bovenstaande remedie. Wie zwak bindweefsel heeft, heeft dat meestal in het hele lichaam. De aandoening is erfelijk en niet te genezen. De patiënt moet ermee leren leven. Wie zwak bindweefsel heeft kan problemen krijgen met alle gewrichten. Dat komt, omdat normaal gesproken het bindweefsel, samen met de spieren, ervoor zorgt dat botten en gewrichten in de goede houding ten opzichte van elkaar overeind blijven. Zonder die steun zou ons lichaam in elkaar zakken.
De ruggenwervels hebben weinig steun aan het zwakke bindweefsel
Als het bindweefsel niet stevig, maar zwak is, hebben de spieren meer werk om de gewrichten in de goede stand te houden. Ook het bindweefsel om de ruggenwervels heen is dan te zwak om de wervels in de goede stand te houden. Normaal gesproken houdt het bindweefsel in samenwerking met de rugspieren de wervelkolom in balans. Hebt u echter zwak bindweefsel dan kunnen alle gewrichten verder uitslaan dan bij andere mensen het geval is.
De vroegere "slangenmensen"
Mensen die vroeger in circussen bekend waren als slangenmensen hadden een dergelijk lichaam met zwak bindweefsel. Zij konden zich in alle bochten wringen zonder daar pijn bij te voelen of er ook maar enigszins last van te hebben. Meestal ging dat jarenlang goed, maar op termijn kregen ook die mensen toch meer pijn in hun gewrichten, omdat zij die jarenlang overstrekt hadden.
Rekbare gewrichtsbanden en pezen door zwak bindweefsel
Het mankement heeft ook een naam: het hypemobiliteitssyndroom. De gewrichtsbanden en de pezen zijn veel rekbaarder dan normaal en geven minder stevigheid aan het stelsel van botten en vooral aan de gewrichten. Ook de wervels hebben daaronder te lijden. Vanwege die extra beweeglijkheid kunnen ook zij gemakkelijker ten opzichte van elkaar bewegen dan normaal gesproken het geval zou zijn.
Kinderen en jonge mensen hebben er vaak weinig last van
Kinderen en jonge mensen kunnen daar soms best voordeel van hebben. Ze zijn beweeglijker dan andere leeftijdgenoten, zijn sneller en soepeler bij het rennen, bij balspelen en zijn daardoor vaak heel populair tijdens de gymnastiekles. Wanneer ze echter ouder worden kunnen ze met die overbeweeglijkheid van, onder anderen hun rug, problemen krijgen. De rugspieren bieden immers wel tegendruk, maar hebben daardoor extra “werk” waardoor ze ook sneller moe zijn dan normaal.
Volwassenen hebben sneller last van verschoven ruggenwervels
Volwassen mensen met zwak bindweefsel hebben dan ook vaak sneller een vermoeide, pijnlijke rug, al voordat ze daadwerkelijke problemen met de wervels krijgen. Bij gelijke werkzaamheden zijn ze sneller moe dan hun collega’s en vallen eerder uit. De spieren kunnen bovendien vaak niet voorkomen dat op den duur hier of daar een wervel uit de rij danst.
Toch naar de dokter
Is dat het geval, dan is de gang naar een arts een verstandige stap. Er hoeft niet geopereerd te worden, want er is operatief aan dit probleem niets te doen, maar het moet wel onderzocht worden. Pas dan kunnen er mogelijke maatregelen genomen worden. Na het nemen van foto’s of een MRI komt vaak de diagnose.
Fysiotherapie kan helpen
Een scheef zittende wervel kan door een goede fysiotherapeut of ook door een goede osteopaat weer in de rij gemanoeuvreerd worden, maar dat is geen garantie dat de wervel daar dan ook blijft zitten. Wie eenmaal aan een scheef zittende wervel geholpen is, kan het mankement opnieuw terugkrijgen.
Niet iedereen heeft van dezelfde gewrichten last
Veel mensen hebben last van zwakke enkels en zullen hun voeten sneller om zwikken dan anderen. Ook zijn er mensen met zwak bindweefsel rond de nekwervels en schouders. Zij kunnen daar zelfs migraine door krijgen. De medische wereld komt vaak niet achter die oorzaak van de migraine, omdat het probleem van zwak bindweefsel nog te vaak niet onderkend wordt.
Voorzichtig zijn met tillen
Evenals patiënten met hernia moeten volwassenen met het hypermobiliteitssyndroom oppassen met zwaar tillen. Bij een dergelijke kracht op de rug kan de teruggezette wervel immers gemakkelijk weer opnieuw opzij schuiven. Alle patiënten met het hypemobiliteitssyndroom moeten een goede mix vinden van bewegen en rust houden. Wie bang is om pijn te krijgen en alle problemen wil vermijden, zal op den duur steeds stijver worden.
Blijven bewegen is noodzaak
Blijven bewegen is noodzaak, maar niet tot over de pijngrens heen. Weet u dat u anderhalf uur zonder al te veel problemen kunt lopen, doe dat dan regelmatig. Als het dan ook al eens een kwartiertje meer wordt, is dat nog niet echt een probleem. Overzetten is echter ook niet goed. Las na elke fikse bewegingstijd weer een rustperiode in.
Het syndroom is moeilijk uit te leggen
De pijn en de problemen die iemand met het hypermobiliteitssyndroom heeft, is aan anderen bijna niet uit te leggen. Ze zien dat de patiënt immers alles kan en alles doet, alleen snel klaagt over moeheid en pijn. Bent u patiënt, erger u daar dan niet aan, maar laat u ook niet duwen om langer te lopen of zwaarder te werken dan u aankunt. U weet immers het beste waar uw pijn grens ligt.
Lees verder