Ongelijke platvoeten kunnen veel pijn veroorzaken
De voetzool van de mens moet gebogen zijn, omdat daarmee de spieren in combinatie met de bottenstructuur de veer van het bewegende lichaam is. Het is dus de eerste manier om lichaamsstoten door lopen en rennen op te vangen. Bij platvoeten bestaat die functie in beperkte mate tot niet, waarnaast een ongelijke spierspanning aanvullend veel klachten geeft. Waardoor wordt pijn bij ongelijke platvoeten veroorzaakt en waarom zijn corrigerende middelen noodzakelijk voor een goede houding?
Ongelijke platvoeten
Hoeveel moet de voetboog zijn?
Zodra het
kind opgroeit, dient de vorm van de zool goed te zijn om de verdere lichaamsontwikkeling optimaal te laten voltrekken. Er kunnen problemen ontstaan aan de bolling van de voet, waardoor het groter wordende lichaam niet juist groeit. Het kan resulteren in scheefgroei, overbelaste gewrichten en pijnen. Indien de voet is uitgegroeid dient er standaard een bolling van circa 1,3 centimeter aanwezig te zijn om de loopbeweging soepel af te kunnen wikkelen. Indien de bolling meer bedraagt dan is er sprake van een holle voet en is het veel minder dan is het een platvoet. Waar kan het toe leiden?
Waardoor worden ongelijke platvoeten veroorzaakt?
Iedere voet is niet gelijk qua vorm, spiervorming en botgrootte. Doordat er verschillende
spierspanningen van toepassing kunnen zijn, kan een bolling groter of kleiner dan normaal zijn. Het kan voorkomen dat de spieren dermate gespannen zijn, dat de bolling onder de voet compleet is verdwenen. Het lopen zal daardoor minder vloeiend verlopen en kan eventueel een klappende beweging veroorzaken. Omdat de loopbeweging niet soepel verloopt, heeft het gevolgen voor de overige gewrichten.
Ongelijke boog twee zolen
Vaak is er sprake van platvoeten bij beide benen. De spanning in de
spieren kan per voet verschillen, waardoor de bolling van de zolen onderling afwijkt. Zonder aanvullende ondersteuning onder de zool ontstaat er een ongelijkheid, waardoor het lichaam uit de normale stand staat. Het houdt in dat de heupen ietsjes scheef en de
ruggengraat daarbij ook uit het lood staat. Groeit het kind op dan dient die groei gecompenseerd te worden, zodat het lichaam wel in de normale rechte stand komt.
Noodzaak dragen zooltjes bij opgroeien
Er is nog immer een discussie gaande of het dragen van zooltjes wel noodzakelijk is. Enerzijds zou het ervoor zorgen dat de
zool in de juiste stand groeit, waarbij ook de rest van het lichaam in de juiste stand staat. Anderzijds wordt verondersteld dat de voetzool afhankelijkheid ontleent aan de inlegzool. Dat is op zich waar echter de ondersteunde zool heeft eveneens invloed op de juiste stand van de rest van het lichaam. Het verdient speciale aandacht indien er ongelijke groei qua voetboog van toepassing is, waardoor een onjuiste stand kan worden vermeden. Om
zenuwbeklemming en een vergaande verkeerde groeistand tegen te gaan, is het dragen van zooltjes ondanks de afhankelijkheid wel aan te bevelen. Zodra het kind twaalf of dertien is geworden is de voetboog uitgegroeid en kan worden bekeken in hoeverre zooltjes aanvullend nodig zijn.
Verschil soepele en stijve platvoet
Indien de spieren dermate gespannen zijn dat de onderkant praktisch recht is, kan het om een stijve platvoet gaan. Ga je op je
tenen staan dan kan het zijn dat de bolling niet terugkomt. Het is de meest gevorderde stadium van de platvoet, waarbij spierstijfheid geen vervormbaarheid van de onderkant laat zien. Het betekent dat de voet geen dempende werking meer heeft, waardoor het lopen meer schokkend zal overkomen. Om dat op te vangen dien je op een aangepaste manier te lopen, zodat de beweging optimaal verloopt.
Klachten
Er wordt onderscheid gemaakt in klachten bij gelijkvormige zolen en bij ongelijkmatige groei. Denk aan de volgende complicaties.
Gelijke voetboog
Met een gelijke verminderde voetboog links en rechts staat het lichaam in een normale houding, echter is het schokbreekeffect minder tot niet aanwezig. Ook wordt de loopbeweging minder vloeiend afgerond. Het zorgt ervoor dat spieren anders worden gebruikt en
gewrichten op een minder normale manier worden belast. Het kan vroegtijdig tot botslijtage leiden. Bij een aangepaste loopmethode zullen er geen dramatische gevolgen zijn.
Ongelijke voetboog
Bij een ongelijke voetboog (zonder toepassing van inlegzolen) zal het lichaam scheef gaan lopen. De heupen staan verkeerd en zo ook de rug. Het kan leiden tot
onderrugpijn, een
hernia, stijve nekspieren, chronische spierspanningshoofdpijn, ischias, pijn in de benen, enzovoorts. Vele van deze klachten zijn gerelateerd aan de houding van het lichaam. Des te groter het verschil in voetboog des te ernstiger kunnen de klachten zijn.
Hoe in te grijpen?
Tijdens het opgroeien van het kind dient reeds vroegtijdig op de stand van de heupen te worden gelet. Is daar een verschil te merken dan kan het ene been ietsjes langer zijn of er is sprake van een ongelijke voetboog. Om de groei normaal te laten verlopen dient het opgroeiende kind zooltjes te dragen. Daarmee kan de
groei redelijkerwijs worden gecorrigeerd, zodat heupen en ruggenwervel haaks staan. Is men ouder en zijn er klachten dan dient ook op de houding te worden gelet. Een kwaal zoals ischias kan ernstige pijnen in de benen veroorzaken door beknelde zenuwen. Hulpmiddelen en looptechnieken kunnen ervoor zorgen dat de invloed van klachten minimaal is, zodat je op een redelijk normale manier kunt lopen. Informeer bij een (manueel) therapeut wat je het beste kunt doen om de klachten te verminderen.
Lees verder