Kraambeen: trombose na de bevalling
Een kraambeen is een afsluiting van een bloedvat in het onderbeen als gevolg van trombose, wat voor kan komen bij een vrouw in de periode na de bevalling. Vooral vrouwen die een keizersnede hebben gehad, hebben een hoger risico. Doordat de vrouw rustig aan moet doen en minder beweegt en omdat er hormonale veranderingen zijn, is de kans op trombose vergroot. Bij een vermoeden van trombose word je doorverwezen naar het ziekenhuis. Indien de diagnose kraambeen is gesteld, wordt er een antistollingsmiddel voorgeschreven. De trombosedienst houdt het bloed in de gaten totdat het been weer is genezen.
Wat is een kraambeen?
Bij een kraambeen is er een bloedvat afgesloten door een prop, ook wel trombosebeen genoemd. Deze is ontstaan tijdens de eerste zes weken na de bevalling. Vrouwen die een keizersnede hebben gehad, hebben nog meer risico voor het ontstaan van een trombose. Slagaders voeren bloed vanaf het hart naar de weefsels toe om dit te voorzien van zuurstof en voedingsstoffen. Aders voeren het bloed vanuit het lichaam weer terug naar het hart. Bij een kraambeen is er een stolsel ontstaan in een dieper gelegen ader. Het bloed kan niet meer terugstromen naar het hart.
Klachten
Het been is gezwollen en wordt rood tot paars van kleur. Het doet erg veel pijn en voelt warm aan. Soms glanst de huid. In sommige gevallen zal een stolsel vanzelf oplossen, waardoor de klachten verdwijnen. Dit komt nog wel eens voor bij een beginnend kraambeen. Maar er is een kans aanwezig dat het been altijd iets dikker blijft dan het andere been. Wanneer het stolsel niet uit zichzelf oplost, zal het been steeds dikker worden. Het krijgt een andere kleur en het wordt steeds pijnlijker. Kraamverpleegkundigen en verloskundigen zijn bekend met een kraambeen en zij zullen dit in de gaten houden wanneer je klachten krijgt.
Oorzaken
Vanwege grote hormonale veranderingen na de bevalling en door de verminderde activiteit van de spieren omdat de vrouw moet rusten, is de risico op het ontwikkelen van een kraambeen groter. Aanleg kan hierbij ook een rol spelen. Vaak komt trombose bij hen in de familie voor. Door de hormonen zijn de bloedvaten wijder en slapper tijdens de zwangerschap en zal het bloed gemakkelijker stollen. Na de bevalling zijn de stollingsfactoren nog in het bloed aanwezig. Door te lopen wordt normaal gesproken het bloed vanuit de onderbenen weer naar boven gepompt. Kuitspieren spelen hierbij een rol en wanneer je veel op bed ligt, zal het bloed moeilijker terugstromen naar het hart. Het bloed zal langzamer gaan stromen. Bovendien zal bloed dat langzamer stroomt, meer de neiging hebben om te stollen.
Behandeling
Bij het vermoeden van een kraambeen, moet je de huisarts inschakelen. Hij zal je zonodig doorverwijzen naar het ziekenhuis voor verdere behandeling. Een trombosebeen moet altijd serieus genomen worden. Door een echo te maken van de bloedvaten in het been en bloedonderzoek wordt de diagnose gesteld. Als er trombose in het been zit, wordt er het antistollingsmiddel heparine voorgeschreven. Vaak mag je gewoon naar huis en kun je zelf prikken toedienen met heparine. Ook kun je hiervoor de thuiszorg inschakelen. Naast heparine wordt er ook een antistollingsmedicijn in tabletvorm gegeven: meestal acenocoumarol. Per persoon moet er bepaald worden wat de juiste dosering is. Je blijft onder controle van de trombosedienst en zult minstens drie maanden antistollingsmiddelen moeten gebruiken om een nieuw stolsel te voorkomen. De vrouw kan gewoon borstvoeding geven, maar de baby moet wel extra vitamine K krijgen.
Mogelijke restverschijnselen
Door behandeling is een kraambeen te genezen. Bij sommige vrouwen zal het been er altijd iets anders blijven uitzien, zal het iets dikker zijn en kunnen er sneller wondjes ontstaan die moeilijk genezen. Het been is gevoeliger voor het ontwikkelen van spataderen en de vrouw zal eerder last hebben van een vermoeid gevoel in het been. Sommige vrouwen hebben baat bij het dragen van een steunkous. Bij een eventuele volgende zwangerschap zal er preventief na de bevalling heparine worden toegediend in combinatie met acenocoumarol om een nieuw trombosebeen te voorkomen.
Wat je zelf kunt doen
Als je eenmaal een trombosebeen hebt, kun je er weinig aan doen. Er zijn wel een aantal adviezen die je kunt opvolgen als voorzorgsmaatregel. Als je veel in bed moet liggen tijdens de kraamperiode, is het belangrijk om de benen regelmatig te bewegen. Dit verbetert de doorbloeding. Ook in bed kun je bepaalde oefeningen doen, zoals rondjes draaien met je enkel of je been optillen en schoppende of draaiende bewegingen maken. Indien je uit bed kunt komen, is het goed om regelmatig kleine stukjes te lopen.
Lees verder