Anale manometrie: Onderzoek met drukmeting van de anus
Op de ziekenhuisafdeling gastro-enterologie wordt bij sommige patiënten een anale manometrie uitgevoerd, ook wel anorectale manometrie genoemd. Dit onderzoek wordt vaak toegepast bij patiënten die lijden aan fecale incontinentie (ongewild verlies van stoelgang), obstipatie, megacolon of het spastische bekkenbodemsyndroom. Met deze veilige en pijnloze test wordt de druk van de anale sluitspieren gemeten, evenals het gevoel in het rectum en de neurale reflexen die essentieel zijn voor de darmfunctie.
Voorbereiding anale manometrie
Voor de anale manometrie is een goede voorbereiding cruciaal. De patiënt moet tijdig de arts informeren over alle medicatie die hij gebruikt, eventuele allergieën en recente klachten zoals pijn aan de anus of bloed in de ontlasting. Diabetespatiënten dienen dit ook te melden, zodat er eventueel aanpassingen in voeding of medicatie kunnen worden doorgevoerd. Meestal ondergaat de patiënt een lavement of klysma voordat het onderzoek begint. Dit dient om de laatste stuk van de darm te reinigen, zodat deze schoon is voor het onderzoek. Het aanbrengen van zalf rond de anus is niet toegestaan. De patiënt wordt aangeraden om comfortabele kleding te dragen, omdat het onderlichaam tijdens het onderzoek vrij moet zijn.
Het onderzoek vereist geen nuchterheid. De duur van de anale manometrie bedraagt doorgaans tussen de vijf en dertig minuten en vindt poliklinisch plaats, wat betekent dat de patiënt na afloop van het onderzoek weer naar huis kan.
Tijdens het onderzoek: Drukmeting van de anus
Tijdens de anale manometrie moet de patiënt zijn onderkleding uitdoen en op de linkerzijde liggen met opgetrokken knieën op de onderzoekstafel. Het is belangrijk om zo stil mogelijk te blijven liggen. De verpleegkundige bedekt het onderlichaam met een doek voor privacy. De arts plaatst een manometriesonde in de anus en schuift deze ongeveer tien tot vijftien centimeter in de darm. Deze sonde is een dun slangetje van ongeveer 4 mm in diameter, uitgerust met een ballonnetje dat aan meetapparatuur is verbonden. Hoewel het inbrengen van de sonde niet pijnlijk is vanwege het gebruik van glijmiddel, kan het soms als vervelend of ongewoon worden ervaren. Tijdens het onderzoek kan de arts het ballonnetje meerdere keren opblazen of vullen met water, wat de patiënt kan voelen. De patiënt moet op verzoek van de arts verschillende oefeningen uitvoeren, zoals persen, hoesten, duwen, op de hand blazen of knijpen.
Tijdens het onderzoek worden de volgende metingen verricht:
- Darmreflexen
- Sluitspier: druk en werking
- Stoelgangsysteem: Hoe functioneert het uitdrijvingssysteem van de ontlasting?
De arts verricht metingen in verschillende omstandigheden: in rust, bij persen, bij aanspanning en tijdens het opblazen van de ballon. De resultaten worden weergegeven op een computerscherm. Na afloop verwijdert de arts de sonde.
Na het onderzoek
Na de anale manometrie mag de patiënt normaal eten en drinken en kan zelfstandig naar huis gaan. Het is echter raadzaam om met een begeleider te gaan, indien mogelijk. In sommige ziekenhuizen ontvangt de patiënt onmiddellijk na het onderzoek een voorlopig resultaat. De definitieve resultaten worden meestal binnen een werkweek verstrekt, omdat de metingen verder moeten worden uitgewerkt. Indien blijkt dat de patiënt de bekkenbodemspieren niet correct gebruikt, kan kinesitherapie worden aanbevolen.
Bijwerkingen en risico's
De anale manometrie is over het algemeen een veilig onderzoek met minimale bijwerkingen. In zeer zeldzame gevallen kunnen complicaties zoals rectumperforatie (doorboring van het rectum) of rectale bloedingen optreden. Een allergische reactie op latex is ook mogelijk, vooral als de patiënt allergisch is voor deze stof. Het is daarom belangrijk dat de patiënt zijn
allergieën voorafgaand aan het onderzoek meldt. Daarnaast bestaat er een zeer kleine kans dat de meetapparatuur defect is, maar dit komt zelden voor.
Nazorg en vervolg
Na de anale manometrie is er doorgaans geen speciale nazorg vereist, behalve het volgen van eventuele aanvullende instructies van de arts. Het is belangrijk om eventuele ongebruikelijke symptomen of bijwerkingen direct aan de arts te melden. Voor een optimaal herstel en nauwkeurige diagnose kan het nodig zijn om vervolgafspraken te maken of aanvullende onderzoeken te ondergaan.
Lees verder