Sigmoïdoscopie: Onderzoek van laatste gedeelte dikke darm
Een sigmoïdoscopie is een inwendig kijkonderzoek van de endeldarm en het laatste deel van de dikke darm. Met deze procedure kan de arts eventuele bloedingen, ontstekingen, vernauwingen, poliepen, divertikels (darmuitstulpingen) of gezwellen opsporen. Veel patiënten zijn bezorgd over een sigmoïdoscopie, maar dat is doorgaans ongegrond. Het onderzoek, dat op de endoscopie-afdeling plaatsvindt, is over het algemeen pijnloos. In tegenstelling tot een coloscopie is er geen roesje nodig. Enkele tips kunnen helpen om het ziekenhuisverblijf voor, tijdens en na het onderzoek te vergemakkelijken.
Onderzoek van het sigmoïd, het laatste gedeelte van de dikke darm
Een sigmoïdoscopie is letterlijk een inwendig kijkonderzoek van het S-vormige deel van de dikke darm. Het sigmoid is het laatste deel van de dikke darm. Dit deel heeft over het algemeen twee belangrijke functies: het onttrekken van vocht aan de ontlasting en het reguleren van de passagesnelheid ervan. Het sigmoid komt uit in de endeldarm. De endeldarm, het laatste gedeelte voor de anus, is ongeveer vijftien centimeter lang en fungeert als opslag voor ontlasting die uit de dikke darm komt, zodat iemand één of twee keer per dag naar het toilet moet gaan.
Doelgroep sigmoïdoscopie
De internist voert een sigmoïdoscopie uit om eventuele afwijkingen op te sporen of uit te sluiten. Dit onderzoek wordt gebruikt bij patiënten met:
Voor het onderzoek
Navragen of melden aan de arts
De patiënt mag nooit op eigen initiatief stoppen met medicijnen en moet dit altijd navragen bij de arts!
Praktisch
Als de patiënt ijzertabletten of andere medicijnen met
ijzer gebruikt, dient hij deze zeven dagen voor het onderzoek te stoppen. Het ijzer kan namelijk een zwarte, kleverige laag op de darmwand veroorzaken, wat het reinigen van de darmen bemoeilijkt.
De echte voorbereiding begint meestal twee of drie dagen voor het onderzoek. Voor een vlot en veilig verloop van het onderzoek moet het laatste deel van de dikke darm schoon en volledig leeg zijn. Elk ziekenhuis heeft zijn eigen procedure voor dieetadviezen en het laxeren van de darmen, maar meestal begint dit één dag voor het onderzoek. In de meeste gevallen mag de patiënt vanaf middernacht niet meer
roken, eten of drinken; alleen
water is nog toegestaan. Sommige ziekenhuizen staan nog een gewoon (licht) ontbijt toe op de dag van het onderzoek, afhankelijk van het tijdstip van het onderzoek. Let op: De
anticonceptiepil kan minder betrouwbaar zijn wanneer de patiënt laxeermiddelen gebruikt.
Mogelijke dieetadviezen
Het
Academisch Medisch Centrum heeft voedingsproducten online gezet die de patiënt wel of niet mag eten voor een sigmoïdoscopie. Let op: dit kan per ziekenhuis verschillen. De patiënt vraagt dit best na bij zijn arts. Meestal mag de patiënt de volgende voedingsproducten niet eten:
- Bruin brood of brood met hele zaden, pitten of noten
- Fruit en groenten met pitjes (aardbeien, bramen, druiven, frambozen, kiwi, tomaat, etc.)
- Vezels
- Zaden
Deze kunnen de colonoscoop (onderzoekstoestel) verstoppen.
In het ziekenhuis
Voor het onderzoek neemt de patiënt het beste een hele dag vrij van werk. Het is raadzaam om makkelijke kleding te dragen.
Meenemen
- Indien nodig: de verwijs- of aanvraagbrief voor het onderzoek
- Indien nodig: het ponsplaatje en de afsprakenkaart (controleer of alle gegevens nog juist zijn)
- Een lijst van gebruikte medicijnen
- Een schone onderbroek
- Wasgerief
- Eventueel, als het onderzoek met roesje gebeurt: een telefoonnummer van de contactpersoon (voor het vervoer).
Praktisch
De internist gebruikt een endoscoop om het onderzoek uit te voeren. Dit is een dunne, buigzame slang van ongeveer
vinger dik, met aan de uiteinden een camera en een lampje. Hiermee kan de Maag-Darm-Lever arts of internist de laatste 50-60 cm van de dikke darm bekijken. De voorbereiding van het onderzoek duurt ongeveer een halfuur; de onderzoeksduur zelf bedraagt ongeveer vijftien tot twintig minuten. In principe is het onderzoek bijna pijnloos. Een sigmoïdoscopie kan echter pijnlijk of vervelend zijn onder de volgende omstandigheden:
- Bij het inbrengen en doorschuiven van de endoscoop
- Bij patiënten met aambeien (gezwollen aderen in de anus en/of rectum met rectale bloedingen) of anale kloven (schade aan het slijmvlies, vaak door obstipatie)
- Voor sommige patiënten met darmaandoeningen zoals het prikkelbaredarmsyndroom (symptomen van diarree en obstipatie), de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa
- Wanneer de endoscoop door een bocht in de dikke darm gaat, hoewel dit snel minder ongemak veroorzaakt zodra de endoscoop voorbij de bocht is
- Wanneer een patiënt zich onvoldoende ontspant
Verloop van het onderzoek
Gewoon onderzoek
Als voorbereiding op het onderzoek krijgt de patiënt meestal een klysma. Via de anus wordt een vloeistof in de darm gespoten om deze te reinigen. De patiënt moet proberen deze vloeistof tien minuten binnen te houden. Na het toiletbezoek begint het onderzoek. De verpleegkundige brengt de patiënt naar een kleedkamer waar hij zijn broek/rok en onderbroek uittrekt. De bovenkleding mag aanblijven. Meestal moet de patiënt een ziekenhuishemdje of schort aandoen, omdat dit gemakkelijker is voor de arts om mee te werken dan een pyjama of slaapkleed. Vervolgens brengt de verpleegkundige de patiënt in bed naar de onderzoekskamer. Tijdens het onderzoek zijn een specialist en een verpleegkundige aanwezig. De patiënt ligt met opgetrokken knieën op de linkerzijde op de onderzoektafel. De specialist brengt de endoscoop via de anus ongeveer 60 cm diep in de dikke darm. Hij trekt de endoscoop een beetje terug en controleert nauwkeurig de binnenbekleding van de darmwand. De camerabeelden verschijnen op het scherm en worden door zowel de arts als de patiënt gevolgd. De arts bewaart deze beelden om ze later nog eens rustig te bekijken. Het slijmvlies van de darm wordt zichtbaarder gemaakt door af en toe lucht in te blazen of vocht op te zuigen via de endoscoop. Dit kan leiden tot
buikkrampen en/of een
opgeblazen gevoel. De arts kan tijdens het onderzoek poliepen verwijderen en weefselmonsters nemen voor verder onderzoek.
Onderzoek met roesje
Wanneer de arts beslist dat een roesje nodig is, wordt een infuus in de arm ingebracht om medicatie toe te dienen. De arts biedt meestal de keuze om dit onderzoek met of zonder roesje te ondergaan. Wanneer een patiënt ervoor kiest om een roesje te krijgen, wordt hij naar de uitslaapkamer gebracht voor herstel. Het is belangrijk dat een ander de patiënt naar huis brengt. De arts kan in dat geval geen uitgebreide informatie geven over de resultaten van het onderzoek.
Na het onderzoek
Bijzonderheden
Na het onderzoek kan de patiënt nog wat last hebben van winderigheid of een opgeblazen gevoel. De arts of verpleegkundige informeert de patiënt wanneer hij weer gewoon kan eten en drinken. Meestal is dit binnen een uur na het onderzoek. Als er poliepen zijn verwijderd, krijgt de patiënt vaak een afspraak voor een vervolgcontrole en kan hij een behandelplan met de arts doornemen. Indien nodig worden de weefselmonsters naar het laboratorium gestuurd voor verder onderzoek.
Complicaties
De kans op complicaties na een sigmoïdoscopie is klein. Deze kunnen zijn:
De arts legt uit wat te doen als de patiënt last krijgt van complicaties.
Opvolging
Na het onderzoek kan de patiënt vragen stellen en de resultaten met de arts doornemen. Het is gebruikelijk om het verslag van de arts te ontvangen via de huisarts of andere behandelende artsen. Indien er verdere acties nodig zijn, zoals een operatie of extra vervolgonderzoeken, zal de arts dit uitleggen en een behandelplan opstellen.
- Wanneer de patiënt last krijgt van ernstige buikpijn of koorts
- Bij overvloedige bloedingen
- Bij sterke en aanhoudende buikpijn of verandering in ontlasting
Bij twijfel of klachten moet de patiënt altijd contact opnemen met de arts of de huisarts.
Pijnstillers
Pijnstillers zijn over het algemeen niet nodig na een sigmoïdoscopie. In zeldzame gevallen kan de arts een pijnstiller adviseren als dat nodig blijkt te zijn.
Lees verder