Eerste hulp (EHBO) bij een epileptische aanval
Een epileptische aanval kan tal van oorzaken hebben. Variërend van stofwisselingsstoornissen tot infecties van het centrale zenuwstelsel, zoals meningitis. Of een hersentumor. Een zogenaamde grand mal kan zeer ingrijpend overkomen bij de omstanders. De patiënt maakt schokkende bewegingen, alsof hij opzettelijk wild om zich heen slaat. Ook treedt bewusteloosheid op met soms zelfs schuim op de mond en niet te vergeten de beruchte tongbeet doordat de kaakspieren heftig en onwillekeurig samentrekken. Zware aanvallen (grand mals) worden soms voorafgegaan door bepaalde symptomen. Iemand die eerste hulp verleent, moet ervoor zorgen dat de patiënt geen bijkomend letsel oploopt als het eenmaal zover is. Hoewel een aanval een grote impact op anderen kan hebben, mag het een troost heten dat een epileptische aanval doorgaans binnen enkele minuten weer voorbij is.
Inhoud
Epilepsie – een complexe aandoening
Epilepsie is een aandoening of beter gezegd een syndroom, waarbij verstoringen optreden van de elektrische activiteit in de
hersenen. Er treden dan complexe functiestoornissen op. Karakteristiek is de periodiciteit, die mede afhangt van de intensiteit en aard van de hersenfunctiestoornis. Daar komt bij de bewustzijnsverandering. Bij abnormale elektrische ontladingen in de hersenen is er geen normale communicatie mogelijk tussen de hersenen, het ruggenmerg, de zenuwen en de
spieren. Ongeveer 2 tot 3 procent van de bevolking heeft wel eens een epileptische aanval gehad, waarvan in meer dan de helft van de gevallen die aanval niet recidiveert.
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Uitlokkende factoren
Epilepsie is een zeer complex syndroom, waarvan de oorzaken divers kunnen zijn. Grote fysieke inspanning en emotionele druk zijn uitlokkende factoren, zoals ook slaaptekort,
koorts,
infecties en een lage
bloedsuikerspiegel. Men noemt dat gelegenheidsaanvallen. Het spreekt vanzelf dat epilepsiepatiënten dit soort
prikkels zoveel mogelijk dienen te mijden, hoewel dat natuurlijk niet altijd mogelijk is. Voor hen die eerste hulp verlenen bij een epileptische aanval is het belangrijk te weten dat dit syndroom ruwweg is onder te verdelen in twee categorieën:
1. Primair-gegeneraliseerde aanvallen
De aard of uiting van een epileptische aanval geeft vaak al de richting aan waar men de oorzaak ervan moet zoeken. Aan de hand van klinische
symptomen en de resultaten van het EEG (elektro-encefalogram) onderscheidt men onder andere de primair-gegeneraliseerde aanval, waarbij er rechts of links geen duidelijk verschil is. Tot deze categorie behoren de zogenaamde
grand mal en
petit mal, waarbij beide hersenhelften betrokken zijn en er altijd sprake is van een bewustzijnsstoornis. Ongeveer 10 procent van alle epilepsiepatiënten heeft een primair-gegeneraliseerde aanval.
Grand mal
De aanval treedt doorgaans zonder waarschuwing op. Ook is er sprake van een sterk verhoogde spierspanning in het hele lichaam, ook wel de 'strekstand' genoemd. Andere symptomen zijn
cyanose (blauwzucht) in de
tonische fase, doordat de
ademhaling stokt, gevolgd door spierschokken in de clonische fase. De tongbeet doet zich voor in het eerste stadium van de tonisch-clonische fase, waarbij de kaakspieren zich plotseling spannen.
Petit mal
Bij deze epileptische aanval is het bewustzijn gedurende korte tijd verstoord. De
spierschokken kunnen vrij onopvallend zijn. Dat geldt ook voor het tonusverlies en andere verschijnselen die karakteristiek bij een epileptische aanval horen.
Bron: Stevepb, Pixabay 2. Focale aanvallen
Bij een zogenaamde focale of partiële epileptische aanval is een gedeelte van een van de hemisferen aangedaan. Op het EEG is dat waarneembaar als een focale of haardvormige afwijking. Karakteristiek is dat de aard van de aanval verklaard kan worden uit de klinische symptomen, ofwel de aanvalsgewijs optredende hersenfunctiestoornissen. Een voorbeeld daarvan is de (motorische) Jackson-aanval vanuit een haard in de motorische hersenschors, waardoor aan de gekruiste lichaamshelft clonische spierstoornissen optreden. Wanneer de focale stoornis zich in de temporaalkwab voordoet, treden symptomen op als
hallucineren, absences, heftig blozen en andere
schemertoestanden. Een focale aanval kan uitgroeien tot een grand mal. Ook zijn er tal van mengvormen.
Oorzaken van epilepsie
De oorzaken van epilepsie zijn zeer divers. In sommige gevallen worden deze aanvallen opgewekt door zich steeds herhalende geluiden, hoogfrequente knipperlichten (disco- en danceparty's) en zelfs aanrakingen, wat
reflexepilepsie wordt genoemd. Ook zijn er andere uitlokkende factoren, zoals slaaptekort, fysieke inspanning en heftige emoties. De oorzaken van epilepsie zijn ruwweg onder te verdelen in:
- koorts, waaronder de zonnesteek valt, maar ook infecties of een abces;
- tumoren;
- herseninfecties, zoals malaria, tetanus, meningitis, toxoplasmose;
- zuurstofgebrek in de hersenen als gevolg van hartritmestoornissen, koolmonoxidevergiftiging, nier- en leverinsufficiëntie, verstikking (verslikken en verdrinking);
- stofwisselingsstoornissen, zoals een niet-gestabiliseerde diabetes (sterk schommelende glucosewaarden in het bloed), schildklierproblemen, CVA;
- vaatafwijkingen met als gevolg een herseninfarct of -bloeding, en in het verlengde daarvan littekenweefsel na een doorgemaakte hersenaandoening;
- alcohol- en drugsmisbruik;
- erfelijke oorzaken;
- afwijking in de hersenstructuur.
Bron: DarkoStojanovic, Pixabay Status epilepticus
De meeste epilepsie-patiënten hebben een medisch paspoort bij zich, waarin de duur, intensiteit en frequentie van de aanvallen zijn genoteerd, naast de
medicatie. Men spreekt van een 'status epilepticus' als de aanvallen achter elkaar optreden (reeks) zonder dat de patiënt bij bewustzijn komt. Dit is een zeer ernstige aandoening die doorgaans langer dan 5 minuten duurt en waarbij degene die eerste hulp verleent meteen 112 dient te bellen. Er moeten zo snel mogelijk aanvalsonderbrekende medicijnen worden toegediend om de
attaque te stoppen (couperen). Het betreft medisch/medicinaal ingrijpen, doorgaans intraveneus of rectaal.
Algemene symptomen van een epileptische aanval
Een lichte epileptische aanval duurt meestal maar kort (
petit mal). Vaak betreft het
bewustzijnsverlies slechts enkele seconden, zoals een absence (afwezig zijn), trekkingen rond de mond, ogen en neus. Ook in deze 'lichte gevallen' dient de EHBO'er bij de patiënt te blijven tot de situatie genormaliseerd is, zoals in
verkeerssituaties, thuis, of waar dan ook. Er treden ook andere symptomen op, zeker bij een
grand mal ofwel een tonisch-clonische aanval:
- bewusteloosheid;
- verstramming van het lichaam (tonische fase) met cyanose;
- kaakklem, tongbeet;
- heftig schokken over het hele lichaam (clonische fase);
- schuim op de mond;
- incontinentie (urine en ontlasting);
- daarna volgt de ontspanningsfase, waarbij tijdens een grand mal de bewusteloosheid nog enige tijd kan voortduren;
- sufheid en verwarring in de herstelfase.
Eerste hulp (EHBO) bij een epileptische aanval
Een zware aanval gaat vaak gepaard met waarschuwingen vooraf, zoals het waarnemen van vreemde geluiden en geuren, een prikkelend gevoel in de vingers en tenen, het zien van lichtflitsen en zelfs het doormaken van
hallucinaties. Bij een
grand mal is het zaak om de patiënt niet in bedwang te houden.
Wat te doen
Alles moet in het werk worden gesteld om te voorkomen dat hij of zij zich verwondt. Algemene richtlijnen voor eerste hulp bij een epileptische aanval zijn onder andere:
- Blijf altijd kalm, spreek de patiënt rustig aan.
- Blijf bij de patiënt, loop niet weg om iets te halen, laat iemand anders dat doen.
- Dreigt de patiënt te vallen? Vang hem of haar dan tijdig op.
- Maak ruimte vrij, schuif tafels en stoelen opzij, enzovoorts.
- Loopt een patiënt op gevaar af, wat vooral bij een focale aanval het geval is, ga dan voor de patiënt staan, leid hem af, praat rustig. Pak hem niet vast, maar leid hem.
- Bij een tonisch-clonische aanval is het zaak dat u als eerstehulpverlener zijn bril afneemt en knellende kleding (boord, ceintuur) losmaakt. Leg eventueel een kussen of een opgerolde jas onder zijn hoofd. Bescherm in elk geval het hoofd.
- Zorg ervoor dat er geen harde of scherpe voorwerpen in zijn nabijheid zijn.
- Doe niets in de mond. Probeer ook niet de mond te openen (tijdens tonische-clonische fase).
- Bel 112 bij een reeks aanvallen waarbij de patiënt niet bij bewustzijn komt en de aanval minutenlang duurt (langer dan 5 minuten). Volg daarbij de instructies van het medisch personeel. Er dreigt immers een status epilepticus, waarbij de aanval gestopt (couperen) moet worden.
- Bel ook 112 als de patiënt na de aanval niet bijkomt, bijvoorbeeld pas na een kwartier.
- Geef ook in de herstelfase niets te eten of te drinken.
- Breng bij bewusteloosheid de patiënt na de aanval in stabiele zijligging. De ademhaling is meestal rochelend, aangezien de hoestprikkel/-reflex pas later op gang komt.
Lees verder