EHBO bij epilepsieaanvallen: Evaluatie en veilige omgeving
Bij epilepsie treden aanvalsgewijze hevige, schokkende ritmische bewegingen op van het lichaam of van een lichaamsdeel. Vaak volgt eerst een fase van spierstijfheid en dan van spierschokken. Op de tong bijten en bewustzijnsverlies zijn enkele van de vele symptomen die hiermee mogelijk gepaard gaan. De oorsprong van een epilepsieaanval is te vinden in een overprikkeling van de hersenschors. Ook in rust ondergaan de hersenen namelijk wisselende elektrische ontladingen. Bij epileptische aanvallen zijn meer zenuwcellen geprikkeld wat leidt tot een overprikkeling. Bij de toediening van de eerste hulp, zorgt de hulpverlener voor een veilige omgeving en evalueert hij de patiënt nauwgezet.
Epidemiologie
Epilepsie is een veelvoorkomende neurologische aandoening die wereldwijd miljoenen mensen treft. De prevalentie van epilepsie varieert sterk, maar wordt geschat op ongeveer 1% van de wereldbevolking. In ontwikkelde landen ligt de prevalentie vaak iets lager dan in ontwikkelingslanden, waar infectieziekten en andere risicofactoren een grotere rol spelen. De incidentie van epilepsie is het hoogst bij kinderen en oudere volwassenen. Bij kinderen kan epilepsie soms spontaan verdwijnen naarmate ze ouder worden, terwijl bij oudere volwassenen de aandoening vaak gepaard gaat met andere medische problemen.
Oorzaken
Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben, variërend van genetische factoren tot verworven hersenletsel. De oorzaken zijn vaak in te delen in twee hoofdcategorieën:
- Primair (idiopathisch): Hierbij is geen duidelijke oorzaak gevonden. Deze vorm van epilepsie heeft vaak een genetische basis en kan familiair voorkomen.
- Secundair (symptomatisch): Hierbij is de epilepsie het gevolg van een andere medische aandoening of letsel. Veelvoorkomende oorzaken zijn hersenletsel door trauma, infecties, tumoren, of beroertes. Soms kunnen metabolische stoornissen of ontwenningsverschijnselen ook leiden tot epileptische aanvallen.
Risicofactoren
De risicofactoren voor het ontwikkelen van epilepsie omvatten zowel genetische als omgevingsfactoren:
- Genetische predispositie: Familiegeschiedenis van epilepsie kan de kans verhogen dat iemand de aandoening ontwikkelt.
- Hersenletsel: Trauma aan de hersenen, zoals een hoofdletsel door een ongeluk, kan leiden tot epilepsie.
- Infecties: Infecties die de hersenen aantasten, zoals meningitis of encefalitis, kunnen epilepsie veroorzaken.
- Ziekten en aandoeningen: Bepaalde neurologische aandoeningen, zoals hersentumoren of cerebrovasculaire aandoeningen, kunnen een verhoogd risico op epilepsie met zich meebrengen.
- Ontwikkelingsstoornissen: Sommige ontwikkelingsstoornissen, zoals cerebrale parese, worden vaak geassocieerd met een verhoogd risico op epilepsie.
Symptomen
Tijdens een tonische fase treedt een kortdurende
stijfheid van de spieren (
spasticiteit) op (tien tot dertig seconden). De patiënt verliest hierbij plots het bewustzijn (
bewustzijnsverlies) waardoor hij valt, en daarnaast neemt de
blaasdruk toe en ontstaat
schuim op de mond. Tijdens de clonische fase die hierop volgt, maakt het lichaam gedurende dertig tot zestig seconden à soms enkele minuten schokkende bewegingen (afwisselend krachtig buigen en strekken van de ledematen), verliest hij urine en heeft hij tijdelijk geen adem doordat bloedverlies (door een tongbeet) de keelholte verstopt. Vaak verkeert de patiënt na deze aanval (= postictische fase) in een diepe slaap. De
bewusteloze patiënt is veelal moeilijk te wekken. Andere patiënten zijn snel weer bij bewustzijn maar zijn wel moe en verward.
Hoofdpijn komt frequent voor.
Enkele andere bekende symptomen van een aanval van
epilepsie omvatten:
- een kaakklem waarbij de patiënt soms op de tong of in de wang bijt (tongbijten of wangbijten)
- een wankele gang, een slechte coördinatie of een slecht evenwicht (ataxie)
- geen controle over blaas en darmen
- onsamenhangende geluiden
- onwillekeurige bewegingen, bijvoorbeeld smakken met de mond of trekken met de arm
- schuim rond de mond
- staren of met de ogen draaien
- tandenknarsen (bruxisme)
- rusteloosheid
- verwardheid
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen bij epilepsie die extra aandacht vereisen zijn onder andere:
- Aanvallen die langer dan vijf minuten duren of meerdere aanvallen die kort op elkaar volgen.
- Het niet herstellen van bewustzijn na de aanval.
- De aanwezigheid van een ernstige verwonding tijdens de aanval.
- De aanval begint bij een jong kind of een oudere volwassene zonder bekende epilepsie.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van epilepsie wordt doorgaans gesteld op basis van de medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek en neuroimaging. Belangrijke onderzoeken zijn:
- Elektro-encefalografie (EEG): Dit onderzoek registreert de elektrische activiteit van de hersenen en kan abnormale patronen laten zien die typerend zijn voor epilepsie.
- Beeldvorming: MRI of CT-scans van de hersenen kunnen helpen bij het identificeren van structurele afwijkingen die de aanvallen kunnen veroorzaken.
- Bloedonderzoek: Dit kan helpen om metabolische of infectieuze oorzaken uit te sluiten.
Eerste hulp bij epilepsie: Evaluatie en veilige omgeving
Evaluatie
De hulpverlener observeert de patiënt zorgvuldig en noteert nauwkeurig wat er gebeurt tijdens de epileptische aanval. Deze observaties zijn cruciaal voor het stellen van een diagnose en kunnen helpen bij het bepalen van de meest effectieve behandeling. Belangrijke informatie die genoteerd moet worden, omvat:
- Het begin van de aanval: Welke kant van het lichaam was als eerste betrokken?
- De duur en aard van de symptomen: Hoe lang duurde de aanval en welke symptomen waren er aanwezig?
- De betrokken lichaamsdelen: Welke lichaamsdelen waren betrokken bij de aanval?
- Eventuele bijzonderheden: Was er bijvoorbeeld sprake van tongbijten, urine-incontinentie of ademhalingsproblemen?
Indien de aanval langer dan vijf minuten duurt, of als er meerdere aanvallen kort achter elkaar plaatsvinden, dient onmiddellijk medische hulp ingeroepen te worden. Dit kan duiden op een ernstige toestand zoals status epilepticus.
Hulp toedienen
Veilige omgeving tijdens de aanval
De veiligheid van de patiënt is de hoogste prioriteit. De hulpverlener moet ervoor zorgen dat de patiënt zich niet kan verwonden tijdens de aanval. De volgende stappen moeten worden ondernomen:
- Verwijder gevaarlijke voorwerpen: Verwijder harde of zware objecten in de nabijheid van de patiënt om letsel te voorkomen. Indien objecten te groot of moeilijk te verplaatsen zijn, bedek ze dan met een deken of kussen.
- Bescherm het hoofd: Als de patiënt op de grond valt, plaats dan voorzichtig een opgerold kledingstuk of een andere zachte ondergrond onder het hoofd om verwondingen te voorkomen.
- Verwijder knellende kledij: Maak alle knellende kledingstukken van de patiënt los om ademhaling en beweging niet te belemmeren.
- Beperk externe prikkels: Zorg voor een rustige en donkere omgeving door de ruimte te verduisteren en te zorgen voor minimale geluidsprikkels. Dit helpt te voorkomen dat de patiënt opnieuw een aanval krijgt, wat kan leiden tot status epilepticus, een ernstige toestand met aanhoudende epileptische aanvallen die hoge mortaliteit en ernstige hersenschade kan veroorzaken.
- Beperk toeschouwers: Vraag nieuwsgierige omstanders om afstand te nemen, aangezien de aanwezigheid van anderen de patiënt kan verontrusten en de situatie kan verergeren.
Zorg na de aanval
Na de aanval is het belangrijk om te zorgen voor het herstel en de veiligheid van de patiënt:
- Leg de patiënt in een stabiele zijligging: Dit voorkomt dat speeksel of bloed de luchtwegen blokkeert. Controleer regelmatig de ademhaling van de patiënt en zorg ervoor dat deze vrij blijft.
- Probeer de patiënt niet te forceren: Als de patiënt bewusteloos is, probeer dan voorzichtig te wekken zonder te forceren. Forceer geen bewegingen of handelingen die de toestand van de patiënt kunnen verergeren.
- Communiceer rustig: Zodra de patiënt weer bij bewustzijn is, geef geruststellende informatie over wat er is gebeurd en vraag of ze behoefte hebben aan hulp.
- Zoek medische hulp indien nodig: Als dit de eerste aanval van de patiënt was, of als er ernstige complicaties optreden, zoals aanhoudende verwarring of ernstige hoofdpijn, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
EHBO: Zeker niet doen
Bij de eerste hulpverlening tijdens een epileptische aanval zijn er enkele belangrijke dingen die absoluut vermeden moeten worden:
- De patiënt verplaatsen of in bedwang houden: Probeer de patiënt niet te verplaatsen of tegen te houden tijdens de aanval, omdat dit het risico op letsel, zoals breuken of andere complicaties, kan verhogen.
- Het hoofd vasthouden: Het vasthouden van het hoofd tijdens een aanval kan leiden tot nekletsel en moet vermeden worden.
- Voorwerpen in de mond stoppen: Stop geen voorwerpen in de mond van de patiënt om een mogelijke tongbeet te voorkomen. Dit kan de luchtweg blokkeren en verdere verwondingen veroorzaken.
Professionele medische behandeling
De behandeling van epilepsie richt zich op het verminderen van de frequentie en ernst van de aanvallen. Dit kan worden bereikt door:
- Medicatie: Anticonvulsiva worden vaak voorgeschreven om aanvallen te beheersen.
- Chirurgie: In gevallen waar medicatie niet effectief is, kan een operatie worden overwogen om de hersenfunctie die de aanvallen veroorzaakt, te verwijderen of te isoleren.
- Dieet: Bij sommige vormen van epilepsie kan een speciaal dieet, zoals het ketogeen dieet, helpen bij het verminderen van aanvallen.
- Andere therapieën: Bijvoorbeeld neurostimulatie of gedragstherapie kunnen soms ook nuttig zijn.
Prognose
De prognose voor mensen met epilepsie varieert. Veel mensen ervaren aanzienlijke verbetering met behandeling en kunnen hun aanvallen onder controle houden. Sommige patiënten kunnen zelfs aanvalsvrij worden. De prognose hangt af van verschillende factoren, waaronder de oorzaak van de epilepsie, de soort aanvallen, en de reactie op behandeling.
Complicaties
Complicaties van epilepsie kunnen onder andere zijn:
- Letsel tijdens een aanval: Vallen of andere ongelukken kunnen optreden als gevolg van de aanvallen.
- Status epilepticus: Een ernstige toestand waarbij de aanval langer dan vijf minuten duurt of meerdere aanvallen kort na elkaar plaatsvinden zonder herstel van bewustzijn.
- Psychosociale problemen: Angst, depressie en sociale isolatie kunnen optreden bij mensen met epilepsie.
Preventie
Preventie van epilepsie kan omvatten:
- Vroegtijdige behandeling van herseninfecties en -trauma: Dit kan helpen om het risico op het ontwikkelen van epilepsie te verminderen.
- Genetische expertise: Voor gezinnen met een hoge incidentie van epilepsie kan genetisch advies nuttig zijn.
- Gezonde levensstijl: Vermijden van alcohol en drugs, voldoende slaap en het beheren van stress kunnen bijdragen aan het verminderen van het risico op aanvallen.
Lees verder