Speekselklierstenen: Pijn en zwelling in mond en gezicht
Een speekselkliersteen is een verkalkte structuur die zich vormt in de speekselklieren. Deze stenen zorgen voor een obstructie van de klieren, waardoor de afvloed van speeksel in de mond gedeeltelijk of geheel belemmerd is. De meeste stenen tasten de onderkaakspeekselklier in de mondholte aan. Minder vaak zijn de oorspeekselklieren aan de binnenkant van de wangen of de sublinguale speekselklieren onder de tong aangetast. Veel patiënten met de aandoening hebben meerdere stenen. De patiënt heeft een pijnlijke zwelling van de klier. Bij de meeste patiënten is een kleine operatie nodig om de steen of stenen te verwijderen. Het is onbekend waarom de stenen zich precies ontwikkelen, al zijn wel enkele risicofactoren bekend.
Synoniemen van speekselklierstenen
Speekselklierstenen zijn eveneens gekend onder deze synoniemen:
- sialolith
- sialolithiase
- speeksel calculus
- speekselklierkanaalstenen
- speekselstenen
Epidemiologie stenen in speekselklier
De prevalentie van speekselklierstenen in de algemene bevolking bedraagt ongeveer 0,45 tot 1,2%. Mannen zijn dubbel zo vaak getroffen als vrouwen. De meest voorkomende leeftijdsgroep waarin speekselklierstenen optreden is tussen de dertig en zestig jaar. Ongeveer 8 op de 10 speekselklierstenen treden op in één van de onderkaakspeekselklieren. Zelden zijn kinderen getroffen door een speekselkliersteen. Geografische en raciale informatie met betrekking tot deze aandoening is niet gevonden in de geraadpleegde bronnen.
Oorzaken aandoening
Speekselklierstenen vormen zich wanneer chemicaliën in het
speeksel zich ophopen in de afvoerbuis of de klier. De stenen bevatten meestal
calcium. De exacte oorzaak is onbekend.
Enkele factoren verhogen de kans op een lagere speekselproductie en/of verdikt speeksel wat mogelijk leidt tot speekselklierstenen. Deze factoren omvatten
dehydratie (de
medische term voor uitdroging), een slechte voeding en het gebruik van bepaalde
medicijnen waaronder bloeddrukmedicatie, psychofarmaca, blaasmedicatie en
antihistaminica. Antihistaminica zijn stoffen die de werking van histamine tegengaan waardoor (afhankelijk van de soort antihistaminicum) het lichaam een
allergische reactie bestrijdt. Daarnaast verhoogt een trauma aan de speekselklieren eveneens het risico voor speekselklierstenen.
Risicofactoren
Er zijn enkele risicofactoren die de kans op speekselklierstenen vergroten:
- Dehydratie: Te weinig drinken vermindert de speekselproductie en maakt het speeksel dikker, wat de vorming van stenen bevordert.
- Gebruik van medicijnen: Sommige medicijnen, zoals diuretica en antihistaminica, verminderen de speekselvloed en kunnen bijdragen aan steenvorming.
- Onvoldoende mondhygiëne: Slechte mondgezondheid en onvoldoende stimulatie van de speekselklieren dragen bij aan het risico op stenen.
- Trauma of ontsteking van de speekselklieren.
Symptomen: Pijn en zwelling aan mond en gezicht
De patiënt met speekselklierstenen heeft geen symptomen wanneer de
stenen zich ontwikkelen, maar als de stenen een maximale omvang hebben gekregen waardoor ze de afvoerbuis blokkeren, vloeit het speeksel terug in de klier, waardoor
pijn en zwelling ontstaat aan de mond en het
gezicht.
De pijn komt en gaat maar verergert wel steeds, en dan met name bij het eten en kauwen. Hierop volgt mogelijk een
ontsteking en infectie in de getroffen klier. De grootte van de steen varieert van minder dan 1 mm tot een diameter van enkele centimeters. Ongeveer 9 op de 10 stenen zijn minder dan 10 mm in grootte.
Alarmsymptomen
Enkele alarmsymptomen bij speekselklierstenen die wijzen op complicaties zijn:
- Ernstige pijn die niet vermindert met behandeling.
- Aanhoudende zwelling van de speekselklier.
- Koorts of tekenen van infectie.
- Pusafscheiding uit de speekselklier.
- Problemen met het openen van de mond of slikken.
Diagnose en onderzoeken van de klier bij de patiënt
Lichamelijk onderzoek
De diagnose van een speekselkliersteen gebeurt aan de hand van een grondig lichamelijk onderzoek op basis van de zichtbare symptomen. De mondholte is rood en de klier is gezwollen. Bij een verder lichamelijk onderzoek voelt de arts een harde
knobbel, als de steen zich vlakbij het uiteinde van de afvoerbuis bevindt. De patiënt heeft soms een
bultje in de nek. Wanneer de steen vlakbij de submandibulaire afvoerbuisopening ligt, voelt de arts de steen onder de tong.
Diagnostische onderzoeken
Verschillende beeldvormende onderzoeken helpen bij de diagnose van speekselklierstenen. Zo voert een arts een
echografie, een
CT-scan of een
MRI-scan uit.
Differentiële diagnoses
De arts verwart speekselklierstenen af en toe met volgende aandoeningen:
hemangioom /
fleboliet (adersteen) of atherosclerotische verkalking. In principe bestaat echter weinig verwarring over de diagnose.
Behandeling van steen in speekselklier
Bij kleine stenen stimuleert de patiënt de speekselproductie door te zuigen op een citroen of zure snoepjes waardoor de stenen spontaan passeren. De arts of tandarts masseert of duwt voorts de steen uit de afvoerbuis. Bij grotere, moeilijker te verwijderen stenen maakt de arts meestal een kleine incisie in de mond om de steen te verwijderen. Het verwijderen van deze stenen is tevens mogelijk via een sialendoscopie.
De arts brengt een kleine flexibele buis aan in de klieropening in de mond. Zo visualiseert hij het speekselklierafvoersysteem en zoekt hij de steen. Vervolgens verwijdert hij met behulp van micro-instrumenten de steen zodat de obstructie verdwijnt. Deze behandeling gebeurt onder plaatselijke of
algehele verdoving. In principe mag de patiënt na de behandeling naar huis.
Bij patiënten met terugkerende stenen of onherstelbare schade aan de speekselklier, is een chirurgische verwijdering van de klier noodzakelijk. De arts schrijft voorts
antibiotica voor als de patiënt een bacteriële infectie heeft in de speekselklier. Tot slot is het belangrijk om voldoende te drinken, zeker wanneer de patiënt in een warm klimaat vertoeft.
Prognose van speekselklierstenen
Een speekselsteen treedt meestal slechts éénmalig op. Nadat deze is verwijderd, heeft de patiënt meestal geen verdere problemen. Niettemin ontwikkelen sommige patiënten één of meer andere stenen op een later tijdstip. Soms vormen zich meerdere stenen in dezelfde klier. De chirurg voert mogelijk een operatie uit om de hele klier te verwijderen bij deze patiënten. De patiënt is in principe nog steeds in staat om voldoende speeksel aan te maken met de resterende klieren.
Complicaties bij patiënten
Bij een kleine speekselkliersteen ontstaan bij de patiënt normaalgezien geen complicaties. Aan de chirurgische verwijdering van de steen zijn wel enkele risico’s verbonden. Dit leidt namelijk mogelijk tot littekenvorming van de afvoerbuisopening waardoor opnieuw een obstructie van speeksel ontstaat. Dit resulteert mogelijk weer in steenvorming of een
infectie. Voorts zijn de volgende complicaties mogelijk:
- klierinfectie met pusvorming (speekselklierabces)
- koorts
- pijn die uitstraalt naar de oren of kaak
- ontsteking van de kaakbotten
- spontaan doorbreken van een abces met fistelvorming naar de huid
Preventie speekselklierstenen
De volgende stappen helpen om de kans op speekselklierstenen te verkleinen:
- Voldoende vochtinname: Blijf goed gehydrateerd om speekselstroom op gang te houden.
- Goede mondhygiëne: Regelmatig tandenpoetsen en het reinigen van de mondholte verminderen het risico.
- Stimulatie van speekselproductie: Zuig op zure snoepjes of kauwgom om de speekselvloed te stimuleren.
- Vermijd droogtebevorderende middelen: Gebruik indien mogelijk geen medicijnen die de speekselproductie verminderen, zoals antihistaminica.
Lees verder