Neuroblastoom: Kanker uitgaande van zenuwcellen bij kinderen

- Epidemiologie van het neuroblastoom: Vooral bij jonge kinderen
- Mechanisme
- Oorzaken van neuroblastoom: Genetische mutaties in zenuwcellen
- Risicofactoren
- Risicogroepen
- Symptomen van neuroblastoom
- Alarmsymptomen
- Diagnose en onderzoeken bij neuroblastoom
- Behandeling van neuroblastoom
- Prognose en overlevingskansen
- Complicaties van neuroblastoom
- Preventie en toekomstig onderzoek
- Praktische tips voor het leven met neuroblastoom
- Blijf trouw aan je behandelplan
- Ondersteun je herstel met een evenwichtig voedingspatroon
- Let op je mentale gezondheid
- Zorg voor voldoende rust en herstel
- Betrek je omgeving bij het zorgproces
- Plan activiteiten die je energie herstellen
- Misvattingen rond neuroblastoom
- Neuroblastoom komt alleen voor bij oudere volwassenen
- Neuroblastoom kan altijd worden gediagnosticeerd door bloedonderzoeken
- Neuroblastoom is altijd fataal bij kinderen
- Neuroblastoom veroorzaakt altijd zichtbare symptomen
- Neuroblastoom is altijd genetisch erfelijk
- Neuroblastoom kan niet verspreiden naar andere delen van het lichaam
- Neuroblastoom wordt altijd snel ontdekt bij routineonderzoeken
Epidemiologie van het neuroblastoom: Vooral bij jonge kinderen
Kinderen onder de leeftijd van vijf jaar zijn het vaakst getroffen door een neuroblastoom. Oudere kinderen (boven de tien jaar) worden zelden getroffen door deze vorm van kanker. Een neuroblastoom is veruit de meest voorkomende kanker bij kinderen jonger dan één jaar oud. De gemiddelde leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld, ligt tussen één en twee jaar. Neuroblastoom is verantwoordelijk voor ongeveer 6% van alle vormen van kanker bij kinderen. Volgens recente gegevens is de incidentie van neuroblastoom anno augustus 2024 het hoogst in welvarende landen in Europa en Noord-Amerika, en lager in armere landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Kinderen met een blanke huidskleur hebben een iets hogere kans op het ontwikkelen van neuroblastoom dan kinderen met een donkere huidskleur. Verder zijn jongens iets vaker getroffen dan meisjes.Mechanisme
Neuroblastoom ontstaat uit de onrijpe zenuwcellen die deel uitmaken van het sympathische zenuwstelsel. De precieze oorzaak van neuroblastoom is onbekend, maar er zijn verschillende genetische en moleculaire mechanismen geïdentificeerd die bijdragen aan de ontwikkeling van de ziekte.Ontstaan uit het sympathische zenuwstelsel
De tumor ontstaat uit de neuroblasten, onrijpe zenuwcellen die zich normaal ontwikkelen tot de zenuwen van het sympathische zenuwstelsel. Dit systeem is verantwoordelijk voor de "vecht-of-vlucht" reacties van het lichaam. De meeste tumoren ontstaan in de bijnieren, maar ze kunnen ook voorkomen in andere gebieden van het lichaam, zoals het buikvlies, de nek of de borst.
Genetische afwijkingen
Genetische afwijkingen spelen een cruciale rol in het ontstaan van neuroblastoom. De tumor is vaak geassocieerd met veranderingen in specifieke genen, waaronder MYCN-amplificatie, wat een slechte prognostische factor is. Andere genetische veranderingen die betrokken kunnen zijn bij neuroblastoom zijn deleties op chromosomen 1p, 11q, en 17q.
Tumormicro-omgeving en angiogenese
De tumormicro-omgeving speelt ook een belangrijke rol bij de progressie van neuroblastoom. Tumorcellen kunnen signalen afgeven die de bloedvaten stimuleren om te groeien (angiogenese), wat de tumor in staat stelt om te groeien en zich naar andere delen van het lichaam te verspreiden. De interactie tussen de tumor en zijn omgeving is een belangrijk onderzoeksgebied in de behandeling van neuroblastoom.
Ziektedynamiek en metastase
Neuroblastoom heeft de neiging om vroeg in het ziekteproces uit te zaaien, vaak naar de botten, het beenmerg, de lever en de lymfeklieren. De mechanismen die deze metastase mogelijk maken, zijn nog niet volledig begrepen, maar er wordt aangenomen dat de tumor in staat is om zich door het lichaam te verspreiden via de bloed- en lymfevaten.
Oorzaken van neuroblastoom: Genetische mutaties in zenuwcellen
Kanker begint met een genetische mutatie die ervoor zorgt dat normale, gezonde cellen ongecontroleerd beginnen te groeien en zich vermenigvuldigen. Deze ophoping van abnormale cellen vormt een massa (tumor). Een neuroblastoom begint in neuroblasten, onrijpe zenuwcellen die tijdens de ontwikkeling van een foetus in de baarmoeder ontstaan. De meeste neuroblasten rijpen uit tegen de tijd van de geboorte en ontwikkelen zich tot zenuwcellen, vezels en cellen die meestal deel uitmaken van de bijnieren. In sommige gevallen ontstaat echter een tumor uit deze onrijpe cellen. De exacte oorzaak van de genetische mutatie die leidt tot neuroblastoom is anno augustus 2024 nog steeds onbekend. Slechts in zeldzame gevallen komt neuroblastoom familiaal voor, maar in de meeste gevallen blijft de oorzaak onduidelijk. Neuroblastoom komt wel vaker voor bij patiënten met het congenitaal centraal hypoventilatiesyndroom (CCHS), een zeldzame genetische aandoening.Risicofactoren
Hoewel de exacte oorzaken van neuroblastoom niet volledig bekend zijn, zijn er verschillende risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van deze kanker kunnen vergroten.Genetische risicofactoren
Familiaire gevallen van neuroblastoom zijn zeldzaam, maar er is enig bewijs van een genetische aanleg. Er zijn bepaalde syndromen die het risico op neuroblastoom verhogen, zoals het neurofibromatosis type 1 (NF1) en het Hirschsprung-ziekte-syndroom. Genetische testen kunnen nuttig zijn voor het identificeren van patiënten met een verhoogd risico.
Omgevingsfactoren
Er zijn aanwijzingen dat omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan bepaalde chemicaliën of straling, het risico op neuroblastoom kunnen verhogen, hoewel dit nog steeds een onderwerp is van onderzoek. Er zijn geen bevestigde omgevingsrisico’s voor neuroblastoom, maar het vermijden van risicovolle omgevingen kan bijdragen aan het verminderen van het risico.
Prenatale factoren
Er is geen sterk bewijs dat prenatale factoren, zoals infecties of voeding, direct bijdragen aan het ontstaan van neuroblastoom. Er wordt echter nog steeds onderzoek gedaan naar de mogelijke invloed van de intra-uteriene omgeving op het risico van neuroblastoom.
Risicogroepen
Hoewel neuroblastoom in principe elke baby of jong kind kan treffen, zijn er enkele risicogroepen die een verhoogd risico op het ontwikkelen van deze ziekte vertonen.Ziektegeschiedenis en genetische syndromen
Kinderen die een familiegeschiedenis van neuroblastoom hebben, of die lijden aan genetische aandoeningen zoals NF1 of het Beckwith-Wiedemann syndroom, hebben een verhoogd risico. Daarnaast zijn kinderen met bepaalde chromosomale afwijkingen, zoals trisomie 21, mogelijk ook vatbaarder voor neuroblastoom.
Leeftijd en geslacht
Neuroblastoom komt voornamelijk voor bij kinderen onder de vijf jaar, met een piekincidentie tussen de tweede en derde levensjaren. Het is iets vaker bij jongens dan bij meisjes, hoewel de reden voor dit geslachtsverschil niet volledig begrepen is.
Ethnische variaties
Er zijn aanwijzingen dat neuroblastoom vaker voorkomt bij kinderen van Europese of Afrikaanse afkomst dan bij kinderen van Aziatische afkomst. Dit kan te maken hebben met genetische en omgevingsfactoren, maar de exacte oorzaken zijn nog niet vastgesteld.

Symptomen van neuroblastoom
De symptomen van neuroblastoom variëren sterk, afhankelijk van de locatie van de tumor en de eventuele aanwezigheid van uitzaaiingen (metastasen). In een vroeg stadium is het voor artsen vaak moeilijk om deze vorm van kanker te herkennen vanwege de vage klachten. Volgende symptomen kunnen optreden bij een neuroblastoom:- Blauwachtige knobbels in de huid en blauwe plekken, vooral rond de ogen
- Botpijn
- Brokken weefsel onder de huid (niet altijd pijnlijk bij aanraking)
- Een bleke huid (pallor)
- Een brok in de nek
- Een gezwollen en pijnlijke buik
- Piepende ademhaling (stridor) wanneer de tumor zich in de borstkas bevindt
- Schokkerige oog- en spierbewegingen (zeldzaam)
- Verlies van eetlust
- Verlies van energie
- Gewichtsverlies
- Koorts
- Kortademigheid (dyspnoe)
- Moeite met plassen
- Moeite met slikken (dysfagie)
- Oogproblemen zoals hangende oogleden (ptosis), ongelijke pupilgrootte (anisocorie), uitpuilende ogen (proptosis) en donkere kringen rond de ogen
- Pijn op de borst (bij een tumor in de borstkas)
- Prikkelbaarheid
- Rugpijn
- Veranderingen in de stoelgang, zoals diarree of constipatie
- Vermoeidheid / Kankervermoeidheid
- Zwakte in de benen en mank lopen, met gevoelloosheid in het onderlichaam
- Zweten
Alarmsymptomen
Neuroblastoom kan zich op verschillende manieren manifesteren, afhankelijk van de locatie en de ernst van de tumor. De symptomen kunnen variëren van mild tot ernstig en kunnen snel verergeren.Lokaliserende symptomen
De symptomen van neuroblastoom kunnen afhangen van waar de tumor zich bevindt. Als de tumor zich in de buik bevindt, kunnen er pijn, een voelbare massa of een verstoorde eetlust zijn. Bij tumoren in de nek of borst kunnen er ademhalingsproblemen of slikklachten optreden.
Algemene symptomen van metastase
Wanneer de tumor zich verspreidt, kunnen er systemische symptomen optreden, zoals gewichtsverlies, vermoeidheid, koorts en bloedarmoede. Bij metastase naar de botten kunnen pijn en zwelling optreden, vooral in de ledematen.
Symptomen van verhoogde catecholamines
Sommige neuroblastomen produceren catecholamines (zoals adrenaline en noradrenaline), wat kan leiden tot verhoogde bloeddruk, hartkloppingen, transpireren en zelfs koorts. Dit wordt vaak gezien bij tumoren die zich in de bijnieren bevinden.
Diagnose en onderzoeken bij neuroblastoom
Diagnostisch onderzoekOm de diagnose neuroblastoom te stellen, voert de arts verschillende onderzoeken uit:
- Een beenmergbiopsie om de eventuele aanwezigheid van kankercellen in het beenmerg te identificeren.
- Een biopsie om het type kanker te bepalen door het verwijderen van een monster van tumorweefsel. Dit wordt vervolgens microscopisch onderzocht in het laboratorium. De procedure wordt onder algehele narcose uitgevoerd met behulp van een speciale naald.
- Een CT-scan
- Een echografie
- Een MIBG-scan (metaiodobenzylguanidine) om de locatie van de tumor en eventuele uitzaaiingen te visualiseren.
- Een MRI-scan
- Een urineonderzoek om te zoeken naar bepaalde stoffen die door neuroblastoomcellen worden aangemaakt.
Met deze onderzoeken kan de arts het stadium en type van de kanker bepalen, wat essentieel is voor het opstellen van een behandelplan. Vaak is de kanker echter al verspreid tegen de tijd dat de diagnose wordt gesteld.
Differentiële diagnose
De symptomen van neuroblastoom kunnen lijken op die van een Wilmstumor (een vorm van nierkanker bij kinderen, gepaard gaande met buikpijn) en een rhabdomyosarcoom (kanker in spierweefsel bij kinderen).
Behandeling van neuroblastoom
De behandeling van neuroblastoom varieert afhankelijk van het stadium van de kanker en de kenmerken van de tumor. De arts kan een operatie uitvoeren om de tumor te verwijderen, wat in sommige gevallen voldoende is om de kanker volledig te genezen. Vaak is echter chemotherapie nodig, waarbij medicatie wordt ingezet om kankercellen te doden. Chemotherapie kan zowel voor als na de operatie worden toegepast. In sommige gevallen wordt ook radiotherapie toegepast om met behulp van straling kankercellen te vernietigen, vooral na de operatie om eventuele resterende kankercellen te doden. Bij gevorderde gevallen kan hoge dosis chemotherapie gevolgd door een stamceltransplantatie noodzakelijk zijn. Hierbij worden stamcellen van de patiënt verzameld, ingevroren en bewaard, waarna intensieve chemotherapie wordt toegediend. Vervolgens worden de stamcellen teruggeplaatst. Ook immunotherapie kan worden ingezet, waarbij geneesmiddelen het immuunsysteem stimuleren om neuroblastoomcellen te doden. In een vroeg stadium van de kanker, of bij zeer jonge baby’s jonger dan 18 maanden zonder symptomen, wordt soms afgezien van behandeling, omdat de kanker in bepaalde gevallen spontaan kan verdwijnen.Prognose en overlevingskansen
De prognose van neuroblastoom hangt sterk af van het stadium van de ziekte bij de diagnose, de leeftijd van het kind, en de moleculaire kenmerken van de tumor.Stadium van de ziekte
Kinderen die vroeg in hun ziekte worden gediagnosticeerd (stadium 1 of 2) hebben doorgaans een veel betere prognose dan kinderen bij wie de tumor zich al heeft verspreid (stadium 4). De overlevingskansen zijn het hoogst bij kinderen die een beperkt stadium van de ziekte hebben.
Moleculaire prognosefactoren
De MYCN-amplificatie is een belangrijke factor die de prognose beïnvloedt. Tumoren met een verhoogde MYCN-expressie hebben vaak een slechtere prognose. Andere moleculaire markers, zoals ploidie (chromosomale afwijkingen), spelen ook een rol in de prognose.
Behandeling en overleving
De overleving is sterk afhankelijk van de behandelingsopties, waaronder chirurgie, chemotherapie, radiotherapie en immunotherapie. Bij kinderen met een hoog risico of gevorderde ziekte zijn intensieve behandelingsregimes nodig, wat de overlevingskansen kan verbeteren.
Complicaties van neuroblastoom
Een neuroblastoom kan leiden tot verschillende complicaties, afhankelijk van de locatie van de tumor, de mate van verspreiding, en de reactie op de behandeling:- Uitzaaiingen: Neuroblastoom kan zich verspreiden naar andere organen zoals het beenmerg, botten, lymfeklieren, lever en huid, wat de behandeling complexer maakt en de prognose kan verslechteren.
- Compressie van vitale structuren: Tumoren die groeien nabij het ruggenmerg of andere kritieke gebieden kunnen druk uitoefenen op zenuwen en organen, wat kan leiden tot ernstige pijn, neurologische schade, of orgaanfalen.
- Myelosuppressie: Behandelingen zoals chemotherapie en radiotherapie kunnen leiden tot een vermindering van de productie van bloedcellen in het beenmerg, wat resulteert in anemie, verhoogd risico op infecties en bloedingen.
- Paraneoplastisch syndroom: Neuroblastoom kan soms leiden tot het ontstaan van paraneoplastische syndromen, waarbij het immuunsysteem abnormaal reageert op de tumor en schade veroorzaakt aan gezonde lichaamsweefsels. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot opsoclonus-myoclonus syndroom, een zeldzame neurologische aandoening.
- Groei- en ontwikkelingsstoornissen: Bij kinderen kan de ziekte en de behandeling ervan leiden tot vertraagde groei, hormonale stoornissen, en problemen met de lichamelijke en cognitieve ontwikkeling.
- Herhaling van de kanker: Zelfs na succesvolle behandeling kan neuroblastoom terugkeren, wat een verdere behandeling noodzakelijk maakt en de overlevingskansen vermindert.
- Langetermijnbijwerkingen van de behandeling: Patiënten die zijn behandeld voor neuroblastoom kunnen op latere leeftijd te maken krijgen met bijwerkingen zoals gehoorverlies, nierproblemen, en verhoogd risico op secundaire maligniteiten.
- Psychosociale gevolgen: De ziekte en de intensieve behandeling kunnen leiden tot angst, depressie, en andere psychosociale problemen bij zowel het kind als de familie.
Preventie en toekomstig onderzoek
Er is geen bewezen manier om neuroblastoom te voorkomen, omdat de exacte oorzaken van de ziekte nog niet volledig begrepen zijn. Er worden echter wel enkele benaderingen onderzocht.Genetisch advies
Gezinnen met een geschiedenis van neuroblastoom of genetische syndromen die het risico verhogen, kunnen baat hebben bij genetisch advies om het risico van herhaling te beoordelen. Dit kan helpen bij vroege opsporing van de ziekte bij toekomstige kinderen.
Preventie van omgevingsrisico's
Hoewel er geen bewezen omgevingsfactoren zijn die neuroblastoom veroorzaken, is het vermijden van risicovolle omgevingen zoals blootstelling aan schadelijke chemicaliën of overmatige straling een algemene voorzorgsmaatregel voor de gezondheid van kinderen.
Prenatale zorg
Vroege zorg en screening van zwangere vrouwen kan bijdragen aan het identificeren van risicofactoren voor kanker, hoewel er momenteel geen specifieke preventieve maatregelen zijn die neuroblastoom kunnen voorkomen.