Polysomnografie: Slaaponderzoek bij slaapproblemen
Een polysomnografie is een medisch onderzoek waarbij de arts informatie verzamelt over het slaappatroon van een patiënt om inzicht te krijgen in de oorzaak van aanwezige slaapstoornissen. De arts bestudeert tijdens de slaapcyclus van de patiënt de ademhalingsfrequentie, de bloedzuurstofgehalten, de hartslag, de hersengolven, de oogbewegingen en de skeletspieractiviteit. Daarnaast bekijkt de arts de lichamelijke bewegingen omdat hij de patiënt zowel via geluid als beeld volgt tijdens de slaap. Dit onderzoek vindt plaats in een slaapcentrum of soms in een speciale ziekenhuiseenheid.
Non-REM-slaap en REM-slaap
Een polysomnografie registreert verschuivingen in het lichaam tussen de twee fasen van de slaap, namelijk de rapid eye movement (REM) slaap en non-rapid eye movement (non-REM) slaap. Non-REM-slaap is ingedeeld in 'lichte slaap' en 'diepe slaap' fasen. Tijdens de REM-slaap, de droomfase, is de hersenactiviteit hoog. Enkel de ogen en de ademhalingsspieren zijn hierbij actief. Bij de non-REM-slaap is de hersenactiviteit langzamer. Bij mensen zonder slaapproblemen komen ongeveer vier tot zes slaapcycli per nacht voor. Dit houdt in dat iemand tijdens een cyclus omschakelt tussen non-REM- en REM-slaap.
Indicatie slaaptest: Opsporen slaapproblemen
De arts observeert de slaapcycli en legt deze vast samen met de activiteiten van het lichaam tijdens de veranderingen in de cycli. Hierdoor kan de arts stoornissen in het slaappatroon identificeren. Vaak zet de arts het slaaponderzoek in om symptomen van
slaapapneu te evalueren. Bij deze aandoening stopt de ademhaling voortdurend en start deze opnieuw tijdens de slaap. Symptomen van slaapapneu zijn onder meer een onrustige slaap, frequent wakker worden tijdens de nacht, luid
snurken, periodes van adem inhouden en daarna weer happen naar lucht tijdens de slaap, en slaperigheid overdag (
slaapzucht) ondanks voldoende rust.
Naast slaapapneu voert de arts een slaaptest uit om volgende slaapstoornissen te diagnosticeren:
- chronische slapeloosheid (moeite met inslapen of in slaap blijven)
- narcolepsie (overmatige slaperigheid en verlies van controle over de ledematen)
- periodieke ledemaatbewegingsstoornis of het rusteloze benen syndroom (vervelende gevoelens in de onderbenen)
- REM-slaap gedragsstoornis (levendige dromen letterlijk uitvoeren tijdens de slaap)
- slaapgerelateerde epilepsie
Onbehandelde slaapproblemen leiden vaker tot
hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk (
hypertensie) en beroertes. Ook verhogen slaapproblemen het risico op
valongelukken en auto-ongelukken.
Verder is een polysomnografie inzetbaar om de effectiviteit van een behandeling van een slaapstoornis te onderzoeken. Mogelijk moet de arts namelijk aanpassingen doorvoeren in het behandelplan.
Voor het onderzoek
Het medicatiegebruik bespreekt de patiënt voor de polysomnografie met de arts, want mogelijk moet hij met sommige geneesmiddelen stoppen (zoals sedativa, kalmerende geneesmiddelen) om de testresultaten niet te beïnvloeden. Verder zijn er een aantal dingen aanbevolen of afgeraden voor de slaaptest. Voor de polysomnografie krijgt de patiënt een brief met richtlijnen.
Aanbevolen
- Een blouse of vest met voorsluiting dragen is nodig.
- Ook is het aanbevolen om de haren te wassen voor de polysomnografie.
- Vrouwen ontschminken zich en dragen geen nagellak of kunstnagels voor het slaaponderzoek.
- Mannen scheren zich grondig; de baard mag wel blijven staan voor de slaaptest.
- Persoonlijke spullen meenemen zoals toiletgerief, een laptop, lectuur, slaapkledij, medicijnen, een CPAP-toestel (indien in gebruik), …
- Meestal krijgt de patiënt voor de slaaptest een uitnodiging waarbij een lijst zit met mee te nemen spullen.
Afgeraden
- Een patiënt mag absoluut geen alcohol of cafeïne drinken in de namiddag en avond voor het onderzoek. Hierdoor treden wijzigingen op aan het slaappatroon of aan de symptomen van de slaapstoornissen, waardoor de arts een vertekend beeld te zien krijgt.
- Na het wassen van de haren mag een vrouw (of man) geen haarstylingsproducten meer gebruiken (gel, haarlak) omdat deze mogelijk ook invloed uitoefenen op de resultaten van de slaaptest.
De patiënt komt voorts ’s avonds aan in het testcentrum en krijgt daar, afhankelijk van de gekozen setting, mogelijk nog een avondmaaltijd. Daarna volgen nog enkele voorbereidingen zoals een vragenlijst invullen, elektroden aanbrengen aan het lichaam en computers afstellen.
Tijdens een polysomnografie
Het slaaponderzoek gaat ’s nachts en soms overdag door, op de gebruikelijke tijd wanneer een patiënt gaat slapen. De patiënt verblijft in een gewone kamer. De technicus (laborant) brengt vlak voor het onderzoek elektroden (kleine sensors) aan op de benen, de borst, de slaap van het voorhoofd en de hoofdhuid. De patiënt krijgt ook een riem (rekband) rond de borst en buik om de borstbewegingen en ademhalingspatronen te registreren. Voor het meten van het zuurstofgehalte in het bloed (pulsoximetrie) krijgt de patiënt een kleine clip op de vinger. Door deze instrumenten is de arts in staat om tijdens de slaap van de patiënt een heel aantal metingen uit te voeren zoals van:
Aangezien de arts ook in staat is om de patiënt te horen en zien tijdens het onderzoek, krijgt hij eveneens een beeld over de lichaamshouding, de beweging van de ledematen, het snurken en het maken van andere geluiden. Soms neemt de arts ook videobeelden op tijdens het onderzoek om dit achteraf nog verder te analyseren.
Sommige patiënten zijn wat zenuwachtig of voelen zich ongemakkelijk voor het onderzoek door onder andere de aanwezigheid van alle draden en riemen en het feit dat anderen hen volgen. Ze vallen hierdoor bijvoorbeeld minder snel dan gebruikelijk in slaap. Een polysomnografie vereist evenwel geen volledige nachtrust van de patiënt en daarom zijn ook al resultaten mogelijk van een kortere nachtrust.
Na het onderzoek van slaapstoornissen
Bij het ontwaken mag de patiënt het slaapcentrum verlaten nadat de technicus de sensoren en riemen verwijderd heeft. Soms krijgt de patiënt nog een ontbijt voorgeschoteld in het ziekenhuis. De patiënt mag weer aan alle activiteiten deelnemen.
Resultaten slaaptest
De resultaten van een polysomnografie zijn niet meteen bekend; dit kan soms tot drie weken duren. De technicus verzamelt alle slaapgegevens van het slaaponderzoek en maakt hiervan een grafiek. Een arts bekijkt deze gegevens in combinatie met de
medische geschiedenis en de slaapgeschiedenis om een diagnose te stellen en te herzien.
Afwijkende resultaten kunnen duiden op de volgende slaapgerelateerde aandoeningen:
- epileptische stoornissen
- narcolepsie of andere bronnen van ongewone vermoeidheid
- overdag periodieke ledemaatbewegingsstoornis of andere bewegingsstoornissen
- slaapapneu of andere ademhalingsproblemen
Als de resultaten bekend zijn, kan de arts een passende behandeling in gang zetten, zoals het gebruik van een continue positieve luchtdrukapparaat (CPAP). Dit toestel biedt een constante luchttoevoer aan de neus of mond tijdens de slaap. Ook bij andere slaapproblemen zal de arts een geschikte behandeling voorstellen.
Complicaties slaaponderzoek
Een polysomnografie is een niet-invasief, pijnloos onderzoek waarbij haast geen risico’s optreden. Sommige patiënten ervaren een lichte huidirritatie door de lijm die de technicus gebruikt heeft om de elektroden vast te maken aan de huid.
Lees verder