Anorexia nervosa: Eetstoornis met verstoord lichaamsbeeld
Anorexia nervosa (anorexia mentalis, anorexia) is een eetstoornis waarbij patiënten een abnormaal laag lichaamsgewicht hebben, een intense angst voelen om in gewicht bij te komen en een verstoord lichaamsbeeld hebben ten aanzien van hun gewicht. Om gewichtstoename te voorkomen, gaan patiënten vaak tot het uiterste, wat kan leiden tot milde tot levensbedreigende mentale en fysieke complicaties. Anorexia is een psychische aandoening waarbij patiënten op een ongezonde manier trachten om te gaan met emotionele problemen. Diverse risicofactoren zijn bekend voor deze eetstoornis. Er bestaan vele mogelijke behandelingen, waarvan de resultaten wisselend kunnen zijn. Desondanks slagen veel patiënten erin om terug te keren naar gezonde eetgewoonten, een gezond gewicht en een beter lichaams- en zelfbeeld.
Epidemiologie van anorexia nervosa
Anorexia nervosa is een
eetstoornis die wereldwijd voorkomt en zich voornamelijk manifesteert bij adolescenten en jonge volwassenen, hoewel het ook op latere leeftijd kan beginnen. De aandoening komt vooral voor bij vrouwen, waarbij de prevalentie tussen de 0,9% en 1% ligt in de algemene bevolking. Mannen worden minder vaak getroffen, maar het aantal gevallen neemt langzaam toe. De meeste gevallen van anorexia nervosa beginnen tussen de leeftijd van 15 en 19 jaar, wat de risicogroep van adolescenten duidelijk aanduidt.
Prevalentie bij verschillende leeftijdsgroepen
Anorexia nervosa komt het vaakst voor bij adolescenten, met een piek in de vroege volwassenheid. Het komt voor in alle sociale en culturele lagen, hoewel bepaalde factoren, zoals druk vanuit de mode-industrie, het risico kunnen verhogen. In de oudere leeftijdsgroepen is de prevalentie lager, maar de aandoening komt wel voor bij ouderen, met specifieke uitdagingen in diagnose en behandeling.
Geografische verschillen in prevalentie
Er zijn geografische verschillen in de prevalentie van anorexia nervosa, waarbij Westerse landen, zoals de Verenigde Staten en Europa, een hogere prevalentie vertonen dan niet-Westerse landen. Dit kan gedeeltelijk te wijten zijn aan culturele verschillen in schoonheidsnormen en de druk om slanker te zijn. Er wordt echter steeds meer aandacht besteed aan eetstoornissen in niet-Westerse landen, wat duidt op een toenemend bewustzijn van de aandoening wereldwijd.
Mechanisme
Anorexia nervosa heeft complexe fysiologische en psychologische mechanismen die met elkaar verweven zijn. Psychologisch gezien wordt de stoornis gekarakteriseerd door een verstoord lichaamsbeeld en obsessief gedrag met betrekking tot voedsel en gewicht. Fysiologisch gezien leidt de aandoening tot veranderingen in de stofwisseling en de hormonale balans. De verstoorde eetlustregulatie speelt hierbij een sleutelrol, waarbij neurotransmitters zoals serotonine en dopamine betrokken zijn.
Hormonale en neurotransmitterveranderingen
Een van de belangrijkste mechanismen bij anorexia nervosa is de verstoring van de hormonale balans. Bij langdurige ondervoeding worden de niveaus van leptine (een hormoon dat honger en verzadiging reguleert) verlaagd, wat de eetlust onderdrukt. Tegelijkertijd wordt de productie van cortisol, een stresshormoon, verhoogd. Neurotransmitters zoals serotonine en dopamine spelen ook een rol in het beloningssysteem van de hersenen, waardoor het verlangen naar gewichtsverlies wordt versterkt.
Fysiologische effecten van ondervoeding
Langdurige ondervoeding bij patiënten met anorexia nervosa heeft ernstige fysiologische gevolgen, waaronder spieratrofie, een trage hartslag, hypotensie, verstoorde nierfunctie en botverlies. Dit komt doordat het lichaam energie conserveert en essentiële functies vermindert in een poging om te overleven. Het verlies van vetweefsel kan leiden tot een verlaagde lichaamstemperatuur, wat patiënten een gevoel van kou kan geven, zelfs in warme omgevingen.
Oorzaken
Anorexia nervosa heeft meerdere oorzaken die zowel genetisch als omgevingsgebonden zijn. Genetische factoren spelen een belangrijke rol in het risico op het ontwikkelen van de stoornis, maar ook omgevingsfactoren, zoals sociale druk en persoonlijke ervaringen, kunnen bijdragen. Er is geen enkele oorzaak van anorexia nervosa, maar eerder een combinatie van factoren die de ontwikkeling van de aandoening kunnen bevorderen.
Genetische factoren
Genetisch onderzoek suggereert dat er een genetische predispositie bestaat voor anorexia nervosa. Studies hebben aangetoond dat het risico op het ontwikkelen van de stoornis verhoogd is bij mensen met een familielid die ook aan anorexia lijdt. Dit wijst op een erfelijke component, hoewel de exacte genetische mechanismen nog niet volledig begrepen worden.
Psychologische en omgevingsfactoren
Psychologische factoren, zoals een laag zelfbeeld, perfectionisme, angststoornissen en depressie, kunnen het risico op het ontwikkelen van anorexia nervosa verhogen. Bovendien spelen omgevingsfactoren zoals culturele druk, sociale media, en de nadruk op slankheid in de mode- en filmindustrie een grote rol. Stressvolle gebeurtenissen zoals trauma, verlies of misbruik kunnen ook bijdragen aan het ontstaan van de aandoening.
Risicofactoren
Vaak, maar niet altijd, is het starten van een dieet een belangrijke uitlokkende factor voor anorexia nervosa. Andere uitlokkende factoren kunnen zijn: pestgedrag, een verhuizing, de scheiding van ouders, enzovoort. Veel andere risicofactoren zijn bekend voor deze eetstoornis.
- Familiale factoren: Familieleden van patiënten met anorexia nervosa zijn vaak overbeschermend en hebben moeite met het vinden van oplossingen voor conflicten.
- Genetische factoren: Zes tot tien procent van de broers en zussen van de getroffen meisjes en vrouwen lijdt aan anorexia nervosa. Sommige mensen zijn genetisch predisposeerd voor het ontwikkelen van de aandoening.
- Hormonale factoren: Hormonale veranderingen, vooral tijdens de adolescentie, kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van anorexia nervosa.
- Media: De media toont vaak een ideaalbeeld van slankheid, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van anorexia nervosa. Dit is slechts één van de vele factoren.
- Psychologische factoren: Anorexia nervosa wordt vaak gezien als een manier om emotionele problemen te ontsnappen en kan een terugval naar kinderlijke copingmechanismen vertegenwoordigen. Patiënten hebben vaak in hun vroege leven voedingsproblemen of angststoornissen ervaren. Perfectionisme en een laag zelfbeeld zijn veel voorkomende antecedenten. Studies suggereren dat overlevenden van seksueel of ander misbruik in de kindertijd een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van een eetstoornis, vaak anorexia nervosa, tijdens de adolescentie.
- Sociale en culturele factoren: Anorexia komt vaker voor bij mensen uit hogere sociale klassen, verwesterde gezinnen en bij bepaalde beroepsgroepen (bijvoorbeeld atleten, acteurs, modellen, balletdansers en verpleegsters), en in samenlevingen waar slankheid wordt gewaardeerd.
Risicogroepen
Hoewel anorexia nervosa iedereen kan treffen, zijn bepaalde groepen meer vatbaar voor het ontwikkelen van de stoornis. Adolescenten en jonge volwassenen zijn de meest getroffen leeftijdsgroep, maar ook ouderen, mannen en mensen met een familiegeschiedenis van eetstoornissen lopen meer risico.
Adolescenten en jonge volwassenen
Adolescenten, vooral jonge vrouwen tussen de 15 en 19 jaar, vormen de grootste risicogroep voor anorexia nervosa. In deze levensfase is de druk om aan sociale normen te voldoen het grootst, wat kan bijdragen aan het ontstaan van eetstoornissen. Hormoonveranderingen en de wens om onafhankelijk te worden van ouders spelen ook een rol in deze kwetsbare periode.
Ouderen en mannen
Hoewel anorexia nervosa vooral bij vrouwen voorkomt, wordt het steeds vaker ook bij mannen en ouderen gediagnosticeerd. Bij ouderen kan anorexia minder snel worden herkend, omdat de symptomen soms overlappen met andere gezondheidsproblemen zoals depressie of chronische ziekten. Ook de veroudering van het lichaam kan bijdragen aan een verstoord eetgedrag.
Symptomen
Voeding
De patiënt eet over het algemeen weinig uit angst voor
gewichtstoename. De patiënt is echter geobsedeerd door voedsel en beperkt de inname tot zeer kleine hoeveelheden, vaak van slechts één specifiek voedingsmiddel, en telt nauwkeurig calorieën. Vette of calorierijke voedingsmiddelen worden vermeden. Vaak liegt de patiënt over de hoeveelheid voedsel die hij heeft gegeten. Bovendien ervaart de patiënt veel
honger, maar ontkent hij deze hongergevoelens. Als anderen hem aanmoedigen om te eten, weigert hij dit vaak. Sommige patiënten met anorexia nervosa lijden ook aan
boulimie, waarbij ze eerst veel eten (vreetbuien) en vervolgens extreme maatregelen nemen zoals een strikt dieet,
overmatige lichaamsbeweging, zelfopgewekt
braken, of het misbruik van
laxeermiddelen (bijvoorbeeld middelen tegen obstipatie),
diuretica (plaspillen) of klysma's. Na het eten verlaten zij vaak onmiddellijk de tafel om te braken.
Gewicht
Het gewicht van de patiënt is extreem laag in verhouding tot de lengte. Voor de patiënt is het gewicht een obsessie; hij weegt zichzelf herhaaldelijk of kijkt vaak in de spiegel om zijn lichaam te controleren op tekenen van ‘dikte’. De patiënt kan overmatig sporten of laxeermiddelen gebruiken om gewichtstoename te voorkomen. Er is een intense angst om in gewicht aan te komen en een sterke wens om dun te blijven, zelfs als het gewicht gevaarlijk laag is. De patiënt ontkent vaak de ernst van zijn lage lichaamsgewicht.
Psychisch
Patiënten met anorexia nervosa hebben een verstoord zelfbeeld en lichaamsbeeld, wat verder gaat dan alleen zichzelf te dik vinden. Veel patiënten met anorexia nervosa beschouwen zichzelf als te dik, zelfs wanneer ze duidelijk te mager zijn voor hun gestalte. Een mager uiterlijk is overigens geen standaard kenmerk van anorexia nervosa. Zo kan een vrouw die eerder te zwaar was, nu een normaal gewicht hebben, maar zichzelf nog steeds als te dik beschouwen. Dit kenmerk hangt samen met het ‘verwrongen’ lichaams- en zelfbeeld van de patiënt. Naast het feit dat patiënten zichzelf 'te dik vinden en voelen', brengt dit verstoorde lichaams- en zelfbeeld nog andere symptomen met zich mee. Patiënten kunnen kampen met depressieve buien,
prikkelbaarheid, een gebrek aan emotie, verminderde interesse in seks, gedachten over zelfmoord en/of sociale isolatie. Bovendien zijn patiënten vaak perfectionistisch, denken ze obsessief, zijn ze gevoelig voor beloning en straf, emotioneel instabiel en overgevoelig, en zijn ze volhardend in hun gedachten.
Fysiek
Naast psychische complicaties kunnen ook fysieke complicaties optreden (zie "Complicaties").
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van anorexia nervosa zijn vaak lichamelijk, maar kunnen ook psychologisch van aard zijn. Het herkennen van deze symptomen is van groot belang voor een vroege diagnose en behandeling.
Lichamelijke symptomen
Lichamelijke symptomen van anorexia nervosa zijn onder andere extreme vermagering, een abnormaal laag lichaamsgewicht, dunne haren, broze nagels en een koude huidskleur. Daarnaast kunnen er veranderingen optreden in de menstruatiecyclus, zoals het uitblijven van de menstruatie (amenorroe). Andere symptomen zijn ondervoeding, uitputting, duizeligheid en een trage hartslag.
Psychologische symptomen
Psychologische symptomen van anorexia nervosa zijn onder andere een verstoord lichaamsbeeld, waarbij de patiënt zichzelf als te dik beschouwt, ondanks extreem laag gewicht. Patiënten kunnen zich ook obsessief bezig houden met eten, calorieën tellen en lichaamsbeweging. Er kan een constante angst voor gewichtstoename zijn, evenals het vermijden van sociale situaties waar eten een rol speelt.
Diagnostische criteria
De belangrijkste klinische criteria voor de diagnose anorexia nervosa zijn:
- amenorroe (het uitblijven van de menstruatie) bij vrouwen
- een lichaamsgewicht dat meer dan 15% onder het standaardgewicht ligt, of een body mass index (BMI) van minder dan 17,5
- een morbide angst voor vetheid
- een vervorming van het lichaamsbeeld, zodat de patiënt zichzelf beschouwt als te dik terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is
- het gewichtsverlies is het gevolg van braken, overmatige lichaamsbeweging, het vermijden van voedsel, of het gebruik van eetlustremmers
Behandeling
De behandeling van anorexia nervosa vereist een multidisciplinaire aanpak. Hierbij werken gedragstherapeuten, huisartsen, psychiaters, psychologen, psychomotore therapeuten, psychotherapeuten en voedingsdeskundigen samen. De behandeling van deze vaak hardnekkige ziekte is niet altijd eenvoudig en kan vereisen dat verschillende combinaties of nieuwe behandelingen worden geprobeerd om het gewenste resultaat te bereiken. Zowel de fysieke als mentale problemen moeten gelijktijdig worden aangepakt.
Poliklinische behandeling
De behandeling van anorexia nervosa vindt vaak poliklinisch plaats. Poliklinische behandelingen omvatten cognitieve gedragstherapie of interpersoonlijke psychotherapie. Een goede therapeutische relatie is van cruciaal belang. Zowel individuele gesprekken als groepssessies zijn mogelijk. Gezinstherapie kan effectiever zijn dan individuele psychotherapie bij adolescenten en patiënten die nog thuis wonen, maar is vaak minder effectief bij patiënten die het huis hebben verlaten. De medicamenteuze behandeling heeft meestal beperkt succes, hoewel vitamine- en mineralensupplementen soms noodzakelijk zijn.
Ziekenhuisopname
Wanneer sprake is van ernstig gewichtsverlies gepaard met duidelijke cardiovasculaire symptomen en/of
elektrolytenstoornissen en
vitaminetekorten, is een ziekenhuisopname vaak noodzakelijk. Dit moet mogelijk in eerste instantie op een medische afdeling plaatsvinden. In sommige gevallen kan het gewichtsverlies van de patiënt zo ernstig zijn dat het levensbedreigend is. Als de patiënt niet kan worden overgehaald om naar het ziekenhuis te gaan, kan een verplichte opname nodig zijn. Interne behandelingsdoelen omvatten:
- de eliminatie van laxeermiddelen en/of braken
- het aanbieden van een gezonde en evenwichtige voeding, gericht op gewichtstoename van 0,5 tot 1 kg per week
- het herstel van het gewicht tot een niveau tussen het ideale lichaamsgewicht en het gewicht dat de patiënt als ideaal beschouwt
- het opbouwen van een therapeutische relatie met zowel de patiënt als zijn of haar familie
Leven met anorexia
Leven met een patiënt met anorexia nervosa kan erg moeilijk en verwarrend zijn. Voor mensen die de complexiteit van de aandoening niet begrijpen, kan het gedrag van de patiënt zelfzuchtig en manipulatief lijken. Het is vaak lastig te begrijpen dat eetstoornissen een uiting zijn van diepe ontevredenheid en ellende.
Prognose
De aandoening kent een fluctuerende koers, met plotselinge verergeringen en gedeeltelijke remissies (verbeteringen). Ongeveer twee derde van de patiënten bereikt een normaal gewicht. Het resterende derde deel van de patiënten verdeelt zich tussen degenen met een matig
ondergewicht en degenen met ernstig ondergewicht. Prognostische factoren voor een slecht resultaat zijn:
- een lange initiële ziekte
- een oudere leeftijd bij aanvang
- eetbuien en het gebruik van laxeermiddelen
- ernstig gewichtsverlies
- problemen in interpersoonlijke relaties
- persoonlijkheidsproblemen
Complicaties
Anorexia nervosa kan zowel fysieke als mentale complicaties met zich meebrengen.
Fysieke complicaties
De fysieke gevolgen van anorexia omvatten:
- Bewustzijn: duizeligheid, flauwvallen, hoofdpijn, slapeloosheid, vermoeidheid
- Bloed: anemie (bloedarmoede) en veranderingen in de samenstelling van het bloed
- Bot: osteopenie (verminderde botdichtheid zonder symptomen), osteoporose (verlies van botmassa en risico op botbreuken op latere leeftijd)
- Endocrien: daling van lichaamstemperatuur, koude-intolerantie (snel koud hebben), hypotensie (verlaagde bloeddruk), uitdroging (dehydratie)
- Gastro-intestinaal: opgeblazen gevoel, misselijkheid, obstipatie
- Haar: veranderingen in haargroei, zacht en donzig lichaamshaar (lanugo)
- Hart: abnormale hartritmes, bradypneu (vertraagde ademhaling), bradycardie (vertraagde hartslag), hartfalen (onvoldoende bloedcirculatie door het hart), mitralisklepprolaps
- Hormonaal: amenorroe (ten minste zes maanden geen menstruatie), verminderd testosterongehalte en diverse hormonale stoornissen
- Huid: acrocyanose (blauwe verkleuring van de vingers door een slechte bloedsomloop), droge huid of gelige huid, en zwelling van de armen of benen
- Immuunsysteem: verhoogde gevoeligheid voor verkoudheid
- Nagels: broze nagels
- Nieren: nierproblemen
Bij patiënten die braken, overgeven of laxeermiddelen gebruiken, kunnen aanvullende symptomen optreden, zoals:
Mentale complicaties
Patiënten lijden vaak ook aan andere psychische stoornissen, zoals:
Zelfmoord komt voor bij 2-5% van de patiënten met chronische anorexia nervosa. Het jaarlijkse sterftecijfer is 0,5% voor alle oorzaken. Patiënten overlijden door zelfmoord of door hun slechte fysieke toestand. Daarom is anorexia nervosa een van de meest dodelijke psychiatrische aandoeningen.
Preventie van eetstoornis
Er bestaat geen gegarandeerde manier om anorexia nervosa te voorkomen. Eerstelijnsartsen zoals kinderartsen, huisartsen en internisten bevinden zich in een goede positie om tekenen van anorexia nervosa vroegtijdig te herkennen en de ontwikkeling van de aandoening te voorkomen. Tijdens een standaard medisch onderzoek kunnen zij bijvoorbeeld vragen stellen over eetgewoonten en tevredenheid over het uiterlijk. Verder is het verstandig om bij tekenen van anorexia nervosa bij een vriend(in) of familielid het gesprek aan te gaan met deze persoon. Hoewel het mogelijk niet altijd lukt om de eetstoornis volledig te voorkomen, kan er wel informatie worden gegeven over gezonder gedrag en behandelingsopties.
Lees verder