Vetdiarree (steatorree): Vettige, stinkende ontlasting
Steatorree, ook wel steatorroe genoemd, verwijst naar 'vet in de ontlasting', wat resulteert in grote, schuimige, drijvende, vettige en stinkende ontlasting door een verhoogd vetgehalte. Dit fenomeen ontstaat doordat voedingsstoffen zoals vetten niet volledig worden verteerd en opgenomen door het lichaam. Vet in de ontlasting kan ook andere stoffen bevatten zoals slijm, dode cellen en afvalstoffen die het lichaam uitscheidt. Steatorree kan tijdelijk of chronisch zijn en de behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Vaak omvat de behandeling voedingsaanpassingen, rust, vitaminesupplementen en medicijnen. De arts richt zich op zowel het verlichten van de symptomen als het behandelen van de oorzaak van steatorree.- Epidemiologie
- Mechanisme
- Oorzaken van vetdiarree
- Vetabsorptie
- Risicofactoren van vetdiarree
- Aandoeningen en medische behandelingen
- Andere ziekten
- Risicogroepen
- Geassocieerde symptomen
- Alarmsymptomen
- Diagnose en onderzoeken
- Behandeling
- Prognose
- Complicaties
- Preventie
- Praktische tips voor het omgaan met vetdiarree
- Pas je dieet aan
- Beperk de inname van vezels
- Hydrateer goed
- Gebruik medicatie op advies van je arts
- Ondersteun de spijsvertering met enzymen
- Plan regelmatige controleafspraken
- Beheer stress en mentaal welzijn
- Zorg voor een goede darmgezondheid
- Let op bij het gebruik van geneesmiddelen
- Misvattingen rond vetdiarree
- Vetdiarree wordt altijd veroorzaakt door vetrijke voeding
- Vetdiarree is altijd een teken van een ernstig probleem
- Vetdiarree kan alleen worden behandeld met medicijnen
- Vetdiarree komt alleen voor bij ouderen
- Vetdiarree is altijd te wijten aan een probleem met de lever
- Vetdiarree is geen probleem dat de levenskwaliteit beïnvloedt
Epidemiologie
Vetdiarree, ook bekend als steatorroe, is een aandoening waarbij overtollig vet in de ontlasting voorkomt. Dit is vaak het gevolg van malabsorptie in het spijsverteringskanaal. De prevalentie varieert wereldwijd en hangt af van de onderliggende oorzaken, zoals coeliakie, pancreasinsufficiëntie en chronische leverziekten.Globale incidentie en prevalentie
Vetdiarree komt vaker voor in regio’s waar ondervoeding en infectieuze ziekten gangbaar zijn, evenals in landen met een hoge prevalentie van chronische aandoeningen zoals diabetes en inflammatoire darmziekten.
Demografische verschillen
Hoewel vetdiarree patiënten van alle leeftijden kan treffen, wordt het vaker gezien bij ouderen vanwege een hogere incidentie van pancreas- en leverziekten in deze populatie.
Invloed van voeding en levensstijl
Vetrijke voedingspatronen of beperkte toegang tot gezondheidszorg kunnen de incidentie verhogen in bepaalde populaties.
Mechanisme
Vetdiarree ontstaat door een verstoring in de normale opname van vetten in de dunne darm, wat leidt tot een verhoogd vetgehalte in de ontlasting.Vetvertering en -absorptie
Normale vetopname vereist adequate galzuren, pancreasenzymen en een functionele dunne darm. Bij verstoringen in één van deze processen kan vet niet volledig worden verteerd of opgenomen.
Oorzaken van vetmalabsorptie
Vaak voorkomende oorzaken zijn pancreasinsufficiëntie, zoals bij cystische fibrose of chronische pancreatitis, en verstoringen in galzuurproductie door leverziekten. Coeliakie en andere enteropathieën kunnen ook bijdragen aan malabsorptie.
Gevolgen voor het metabolisme
Vetdiarree kan leiden tot tekorten aan essentiële vetzuren en vetoplosbare vitamines (A, D, E en K), met mogelijk ernstige metabole complicaties.
Oorzaken van vetdiarree
Vetdiarree kan voortkomen uit verschillende oorzaken:- een versnelde darmpassage (bijvoorbeeld door ziekte of stress, wat leidt tot een snellere voedselpassage door de darmen)
- een verstoorde vetopname door de dunne darmwand
- een verstoorde vetvertering (door een tekort aan galvloeistof of alvleeskliersap, die beide nodig zijn voor de vertering van vet)
- verwijdering van een groot deel van de dunne darm
Vetabsorptie
De absorptie van vet is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de aanwezigheid van gal. Gal wordt geproduceerd in de lever en opgeslagen in de galblaas. Ook speelt de aanwezigheid van pancreaslipasen (enzymen die vet afbreken) en een normale darmfunctie een rol. Een gebrek aan gal kan vaak worden veroorzaakt door een verstopping van de galwegen, wat kan resulteren in een lichtgekleurde vette stoelgang en geelzucht (icterus). De afwezigheid van pancreaslipasen komt minder vaak voor, maar kan optreden bij aandoeningen zoals een zieke pancreas, mucoviscidose of een aangeboren afwijking. Daarnaast kunnen ontstekingsaandoeningen van de darmwand bijdragen aan steatorree. Tot slot kan de vetabsorptie worden verstoord door chirurgische verwijdering van een deel van de darmen.Risicofactoren van vetdiarree

- kokos- en palmpitolie
- kunstmatige vetten
- naturopathische of etherische oliën
- noten, vooral hele noten waarvan de schil intact is
- overmatig alcoholgebruik
- vetrijke vis, zoals escolar
- volkoren producten
Aandoeningen en medische behandelingen
Ernstige of langdurige symptomen van steatorree kunnen wijzen op medische aandoeningen zoals malabsorptie (problemen met de opname van voedingsstoffen), een enzymtekort of maag- en darmaandoeningen.Auto-immuunaandoeningen
Steatorree kan voorkomen bij de volgende auto-immuunziekten:
- reumatoïde artritis: ontsteking van gewrichten en organen (zelden)
- systemische lupus erythematosus: auto-immuunaandoening (zelden)
Galwegen, galblaas en pancreas
Aandoeningen van de galwegen, galblaas of pancreas kunnen leiden tot een vettige ontlasting vanwege problemen met vetvertering:
- alvleeskliercysten
- alvleesklierkanker
- cholestase: galstuwing door vernauwing van galwegen
- galblaaskanker
- galstenen
- het Zollinger-Ellison syndroom (te veel zuurafgifte door de maag)
- mucoviscidose: taaislijmziekte met verstopping van organen
- pancreasinsufficiëntie (spijsverteringsaandoening waarbij de alvleesklier onvoldoende enzymen produceert)
- pancreatitis: alvleesklierontsteking
- primaire biliaire cholangitis: schade aan de galwegen in de lever
Maag en darmen
Vetdiarree kan het gevolg zijn van maag- en darmziekten of een operatie die de absorptie van voedingsstoffen verstoort (malabsorptie):
- bestralingsenteritis: schade aan darmen door radiotherapie
- blinde lis-syndroom: darmaandoening met symptomen in de buik
- coeliakie: maag- en darmproblemen door glutenconsumptie
- colitis ulcerosa: ontsteking van de dikke darm en het rectum
- de ziekte van Whipple: infectie met symptomen aan maag en darmen
- bacteriële overgroei in de dunne darm
- een darmletsel of schade aan de darmen
- infectie door Clostridium difficile
- een maag-bypass-operatie
- giardia: infectie van de dunne darm met diarree en buikkrampen
- het Bassen-Kornzweig syndroom (abetalipoproteïnemie): aandoening waarbij patiënten vetten niet kunnen absorberen
- het kortedarmsyndroom: ziekte waarbij patiënten voedingsstoffen slecht kunnen opnemen, met versnelde darmpassage
- lactose-intolerantie (symptomen bij het consumeren van melk en zuivelproducten)
- tropische spruw: darmaandoening in tropische gebieden
- ziekte van Crohn: aandoening met diarree en buikpijn
Vetmetabolisme
Patiënten met de ziekte van Gaucher (ophoping van vetten in organen) en de ziekte van Tay-Sachs (ernstige stofwisselingsziekte) kunnen ook vetdiarree vertonen.
Andere ziekten
Steatorree kan ook voorkomen bij de volgende ziekten:- amyloïdose: afzettingen van amyloïde in weefsels en organen
- candidiasis: schimmelinfectie met symptomen aan het bloed, de geslachtsorganen, de huid (luieruitslag), de mond en keel, en de nagels
- congestief hartfalen: slechte bloedcirculatie door het hart
- diabetes mellitus: suikerziekte
- hiv-infectie
- hypoparathyreoïdie: traag werkende bijschildklier
- intestinale lymfangiëctasieën: verwijding van de lymfevaten in organen
- Kwashiorkor: hongeroedeem met opgezette buik
- leverschade of leverfalen
- lymfomen (kanker van lymfocyten of lymfeschade)
- nierbeschadiging of nierfalen

Diverse medicijnen kunnen vetdiarree veroorzaken:
- Orlistat: een medicijn dat de vetabsorptie vermindert
- corticosteroïden: kunnen bijwerkingen veroorzaken zoals diarree
- lipase-remmers: medicijnen die de afbraak van vetten remmen
Risicogroepen
Bepaalde populaties lopen een verhoogd risico op vetdiarree vanwege hun demografische kenmerken of medische voorgeschiedenis.Kinderen met genetische aandoeningen
Pediatrische patiënten met cystische fibrose of andere erfelijke aandoeningen van de pancreas zijn vatbaar voor vetmalabsorptie.
Ouderen
Bij ouderen speelt een verhoogde incidentie van galweg- en pancreasziekten een rol.
Patiënten met malabsorptiesyndromen
Mensen met aandoeningen zoals coeliakie of Crohn hebben een verhoogd risico door beschadiging van het darmepitheel.
Postoperatieve patiënten
Patiënten die een darmresectie of bariatrische chirurgie hebben ondergaan, ervaren vaker vetmalabsorptie door een verkorte darm.
Geassocieerde symptomen
Vetdiarree gaat vaak gepaard met diverse symptomen die voortkomen uit de onderliggende oorzaak en de gevolgen van vetmalabsorptie. Het herkennen van deze symptomen is cruciaal voor een juiste diagnose en behandeling.Buikklachten
Patiënten ervaren vaak een opgeblazen gevoel, buikpijn en krampen. Deze klachten ontstaan door de fermentatie van niet-geabsorbeerde voedingsstoffen in de darm en door verhoogde gasproductie.
Ongewone ontlasting
De ontlasting bij vetdiarree is volumineus, vettig, kleverig en heeft vaak een doordringende geur. Deze kenmerken zijn een directe indicatie van verhoogd vetgehalte in de feces.
Gewichtsverlies
Aanhoudende vetmalabsorptie leidt tot calorieverlies, wat resulteert in ongewenst gewichtsverlies, ondanks een normaal of verhoogd voedingsinname.
Tekorten aan micronutriënten
Vetdiarree kan resulteren in tekorten aan vetoplosbare vitamines (A, D, E en K). Symptomen hiervan zijn onder andere nachtblindheid, osteoporose, neurologische afwijkingen en bloedingsneigingen.
Algemene vermoeidheid
Door een tekort aan energie en essentiële voedingsstoffen voelen patiënten zich vaak zwak en vermoeid, wat de dagelijkse activiteiten beïnvloedt.
Huid- en haarklachten
Een tekort aan essentiële vetzuren kan droge huid, haaruitval en een verhoogde vatbaarheid voor huidinfecties veroorzaken.
Alarmsymptomen
Het herkennen van alarmsymptomen bij vetdiarree is essentieel voor het stellen van een tijdige diagnose en het starten van een behandeling.Hardnekkige diarree
Langdurige of terugkerende episodes van diarree met een vettige consistentie zijn een belangrijk alarmsignaal.
Gewichtsverlies en ondervoeding
Onverklaarbaar gewichtsverlies en symptomen van vitaminetekorten, zoals nachtblindheid of bloedingsneigingen, wijzen op ernstige vetmalabsorptie.
Abdominale klachten
Aanhoudende buikpijn, een opgeblazen gevoel of krampen in combinatie met diarree vereisen nader onderzoek.
Groei- en ontwikkelingsstoornissen
Bij kinderen kan vetdiarree leiden tot groeivertraging en ontwikkelingsproblemen.
Diagnose en onderzoeken
Diagnose van steatorree omvat doorgaans een combinatie van medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek en laboratoriumtests. Dit kan ontlastingsonderzoek omvatten om het vetgehalte te meten en andere diagnostische tests zoals bloedonderzoeken of beeldvorming om de onderliggende oorzaak te identificeren.Behandeling
Behandeling van steatorree richt zich op het verlichten van de symptomen en het aanpakken van de onderliggende oorzaak. Dit kan het aanpassen van de voeding omvatten, evenals het gebruik van medicijnen of enzymen om de vetvertering te verbeteren. In sommige gevallen kan een chirurgische ingreep nodig zijn. Bij het stellen van een diagnose en het bepalen van de behandeling is het essentieel om samen te werken met een zorgverlener die de juiste testen kan uitvoeren en een behandelplan kan opstellen dat is afgestemd op de specifieke behoeften van de patiënt.Prognose
De prognose van vetdiarree varieert afhankelijk van de onderliggende oorzaak en de snelheid waarmee behandeling wordt gestart.Behandelbare oorzaken
Bij aandoeningen zoals coeliakie kan een strikt glutenvrij voedingspatroon de symptomen volledig verlichten, met een goede prognose.
Chronische aandoeningen
Patiënten met irreversibele aandoeningen zoals cystische fibrose vereisen langdurige ondersteuning, maar met goede medische zorg kan de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren.
Complicaties op de lange termijn
Bij onbehandelde vetdiarree kan ondervoeding leiden tot ernstige complicaties, zoals osteoporose door vitamine D-tekort of bloedarmoede door vitamine K-tekort.
Complicaties
Onbehandelde vetdiarree kan leiden tot ernstige complicaties die zowel de levenskwaliteit als de algemene gezondheid van de patiënt negatief beïnvloeden.Ondervoeding
Chronische vetdiarree veroorzaakt een tekort aan essentiële voedingsstoffen, wat kan resulteren in gewichtsverlies, spierafbraak en algemene ondervoeding.
Vitaminedeficiënties
Vetmalabsorptie leidt vaak tot een tekort aan vetoplosbare vitamines. Dit kan resulteren in:
- Vitamine A-tekort: nachtblindheid en een verhoogde vatbaarheid voor infecties.
- Vitamine D-tekort: osteoporose, spierzwakte en verhoogde kans op botbreuken.
- Vitamine E-tekort: neurologische symptomen zoals spierstijfheid, coördinatieproblemen en verminderde reflexen.
- Vitamine K-tekort: bloedingsneigingen en vertraagde wondgenezing.
Groei- en ontwikkelingsproblemen bij kinderen
Bij kinderen kan vetdiarree leiden tot groeivertraging en ontwikkelingsachterstanden door een gebrek aan essentiële voedingsstoffen.
Osteoporose en botbreuken
Chronische tekorten aan calcium en vitamine D verzwakken de botten, wat kan leiden tot osteoporose en een verhoogd risico op fracturen.
Neurologische stoornissen
Een tekort aan vitamines zoals B12 en E kan neurologische afwijkingen veroorzaken, waaronder perifere neuropathie en cognitieve achteruitgang.
Verhoogde infectierisico’s
Onderliggende tekorten aan vitamine A en E kunnen het immuunsysteem verzwakken, waardoor patiënten vatbaarder worden voor infecties.
Lever- en galwegaandoeningen
Langdurige vetdiarree kan bijdragen aan de ontwikkeling van leververvetting of galstenen, afhankelijk van de onderliggende oorzaak.
Verstoord psychosociaal functioneren
De fysieke klachten en beperkingen die gepaard gaan met vetdiarree kunnen leiden tot sociale isolatie, angst en depressie, wat de levenskwaliteit verder verslechtert.
Door tijdig symptomen en complicaties te herkennen, kunnen gerichte interventies worden toegepast om verdere schade te voorkomen en de kwaliteit van leven van patiënten te verbeteren.
Preventie
Preventieve maatregelen richten zich op het verminderen van risicofactoren en het vroegtijdig herkennen van symptomen.Vroege diagnose en behandeling
Het tijdig diagnosticeren en behandelen van onderliggende ziekten zoals coeliakie of pancreasinsufficiëntie voorkomt verdere complicaties.
Aanpassingen in het voedingspatroon
Een goed samengesteld en evenwichtig voedingspatroon, aangepast aan de specifieke behoeften van de patiënt, kan symptomen verlichten en tekorten voorkomen.
Supplementen en enzymtherapie
Voor risicopatiënten kan het gebruik van pancreasenzymen of vitaminesupplementen bijdragen aan een betere opname van voedingsstoffen.
Regelmatige opvolging
Patiënten met chronische aandoeningen moeten regelmatig gecontroleerd worden om complicaties vroegtijdig te detecteren en te behandelen.