Musculoskeletale pijn: Pijn in o.a. botten, spieren en pezen
Musculoskeletale pijn duidt op pijn aan de botten, spieren, ligamenten, pezen en zenuwen. De pijnklachten variëren van mild tot ernstig, zijn acuut of chronisch en zijn lokaal of verspreid. Veelal ontstaat musculoskeletale pijn als gevolg van lage rugpijn door overmatig gebruik of een slechte houding, maar ook verwondingen leiden tot de pijnklachten. Naast de pijn ontstaan ook nog andere symptomen zoals vermoeidheid en spiertrekkingen. De arts zet een medicamenteuze behandeling in die mogelijk wordt aangevuld door één of meer andere behandelingen. De pijn is soms erg slopend en leidt mogelijk tot zowel fysieke als psychische complicaties.
Epidemiologie van pijnaandoening
Musculoskeletale
pijn komt vaak voor bij ouderen. Wellicht lijdt 50-90% van de zestigplussers aan een vorm van musculoskeletale pijn. Dit percentage ligt soms heel hoog omdat ouderen familie en verzorgers niet met de pijn lastig willen vallen. Daarnaast schrijven ouderen de musculoskeletale pijn sneller toe aan het verouderingsproces. Bijgevolg krijgen veel ouderen geen goede diagnose en lijden ze vaak onnodig aan pijn.
Oorzaken van musculoskeletale pijn
Musculoskeletale pijn tast mogelijk iedereen aan. De oorzaken van musculoskeletale pijn zijn variabel.
Verwonding
In de meeste gevallen is musculoskeletale pijn het gevolg van een verwonding aan de botten, gewrichten, spieren, pezen, ligamenten of zenuwen. Dit resulteert dan uit schokkende bewegingen, auto-ongelukken,
valpartijen,
breuken,
verstuikingen,
dislocaties (ontwrichtingen), …
Overmatig gebruik
Overmatig gebruik leidt mogelijk ook tot musculoskeletale pijn, hetgeen bij 33% van de volwassenen tot stand komt.
Lage rugpijn door overmatig gebruik is de meest voorkomende werkgerelateerde diagnose in de westerse samenleving.
Slechte houding
Een slechte houding, veranderingen in de houding, een slechte lichaamsbouw, of langdurige immobilisatie zijn ook oorzaken van musculoskeletale pijn. Deze leiden namelijk tot problemen met de positie van de wervelkolom en veroorzaken kortere spieren, waardoor andere spieren overmatig worden gebruikt worden en pijn veroorzaken.
Soorten
Botpijn
Botpijn is meestal diepe, doordringende of doffe pijn, dat meestal ontstaat door een blessure. Soms wijst dit ook op een fractuur of een
bottumor.
Fibromyalgie
Fibromyalgie is een aandoening die wijdverspreide pijn in de spieren, pezen of ligamenten veroorzaakt. De pijn treft meestal meerdere locaties. Fibromyalgie gaat meestal gepaard met andere symptomen, zoals
vermoeidheid, slaapproblemen en geheugen- en stemmingsproblemen.
Gewrichtspijn
Door verwondingen en ziekten aan de gewrichten, ontstaat
gewrichtsstijfheid en milde tot ernstige
gewrichtspijn (artralgie). Ook bij
artritis (gewrichtsontsteking) treedt gewrichtspijn op. Diverse soorten gewrichtsontstekingen leiden tot pijnlijke gewrichten, zoals
reumatoïde artritis (
ontsteking van gewrichten en organen),
artrose (reumatische aandoening van gewrichtskraakbeen) en
infectieuze artritis (ontsteking van een gewricht door een infectie). Veelal verergert de gewrichtspijn bij het verplaatsen van het gewricht. De gewrichten zwellen mogelijk ook op (gewrichtszwelling).
Pees- en ligamentpijn
De pijn in de pezen of ligamenten is vaak het gevolg van verwondingen, zoals een verstuiking. Dit type musculoskeletale pijn verergert vaak bij het uitrekken of verplaatsen van het getroffen gebied.
Pijn aan slijmbeurzen
Een slijmbeurs is een kleine, met vloeistof gevulde zak. Dit beschermt de gewrichten. Pijn aan de slijmbeurzen ontstaat door een ontsteking (
bursitis), een trauma, overmatig gebruik,
jicht (ziekte met
pijn en zwelling aan grote teen en andere gewrichten) of een infectie. De pijn is meestal erger bij het verplaatsen van het aangetaste gewricht en verdwijnt door rust.
Spierpijn
In de meeste gevallen is spierpijn (myalgie) minder intens dan botpijn, maar bij veel patiënten is dit toch nog slopende pijn. Spierpijn resulteert mogelijk uit een letsel, een auto-immuunreactie, een verlies van de bloedtoevoer naar de spier, een infectie of een tumor. De spierpijn gaat ook soms gepaard met spierspasmen en
spierkrampen.
Tunnelsyndromen
Bij tunnelsyndromen ontstaat pijn als gevolg van druk op een zenuw. Dit is bijvoorbeeld mogelijk bij het
carpaal tunnel syndroom (
tintelingen en/of zwakte in de
hand), het
het cubitaal tunnel syndroom (druk op elleboogzenuw met zwakte) en het
tarsaal tunnel syndroom (druk op scheenbeenzenuw met pijn). Deze aandoeningen zijn in de meeste gevallen het gevolg van overmatig gebruik. De pijn verspreidt zich mogelijk langs de zenuw en veroorzaakt dan brandende pijn.
Uitstralingspijn
Wanneer de organen door een ziekte aangetast zijn, straalt de pijn mogelijk uit naar een andere plaats in het lichaam. Bij een
miltaandoening of
galblaasaandoening presenteert de patiënt zich bijvoorbeeld met
schouderpijn. Een
hartaanval veroorzaakt musculoskeletale uitstralingspijn in de armen.
Rugpijn komt soms voor bij de aanwezigheid van
nierstenen.
Symptomen
Musculoskeletale pijn is acuut zijn (met een snel begin met ernstige symptomen) of chronisch (langdurig). De pijn komt voor in één gebied (gelokaliseerd) of is wijdverspreid (diffuus). De pijn voelt voor elke patiënt anders aan. Patiënten met musculoskeletale pijn ervaren één of meer van volgende tekenen:
Diagnose en onderzoeken
De arts bevraagt de patiënt over de relevante
medische geschiedenis en voert vervolgens een grondig lichamelijk onderzoek uit. Verder zet de arts enkele onderzoeken in om de oorzaak van de pijnklachten te achterhalen:
Behandeling
Het is niet altijd eenvoudig om musculoskeletale pijn te behandelen. Zowel medicamenteuze en/of andere behandelingen zijn mogelijk bij deze vorm van pijn.
Medicatie
NSAID’s
Medicijnen zoals niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID's) zijn inzetbaar voor het verlichten van een ontsteking of pijn. Het langdurig gebruik van deze medicijnen is wel niet aangeraden daar dit mogelijk leidt tot een hartaanval of
leverschade.
Topische (op de huid aangebrachte) NSAID’s genieten de voorkeur daar deze minder snel bijwerkingen veroorzaken.
Opioïden
Helpen de
NSAID’s niet, dan zet de arts
opioïden in. Dit zijn zeer krachtige
pijnstillers, waarbij de meeste artsen discussiëren over de vraag of ze geschikt zijn voor de behandeling van
chronische pijn. Zwakkere opioïden zoals
codeïne en dihdrocodeïne, zijn meestal wel effectief voor het verlichten van matige pijn.
Andere medicijnen
Voor fibromyalgiepatiënten schrijft de arts serotonine- en norepinefrine-medicatie voor. Injecties met anesthetische of ontstekingsremmende medicijnen op of rond de pijnlijke plaatsen behoren ook tot de behandelingsmogelijkheden.

Sommige patiënten zijn gebaat bij accupunctuur /
Bron: Fusiontherapy, PixabayAndere behandelingen
Andere behandelingen bestaan uit:
- acupunctuur of acupressuur
- beschermende en ondersteunende middelen zoals tapes, schokabsorberende schoenen, rolstoelen, stokken, krukken, …
- chiropractische zorg
- cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie)
- ergotherapie
- fysiotherapie met spierversterkende oefeningen, stretching
- hotpacks
- hypnose
- ijs aanbrengen
- infraroodlicht
- kortegolfdiathermie
- manuele therapie
- ontspanningstechnieken / biofeedback / tai chi / yoga
- osteopatische manipulatie
- paraffine
- progressieve spierrelaxatie
- rust
- therapeutische massage
- warme hydrotherapie
Complicaties door pijnklachten
Patiënten met musculoskeletale pijn komen vaak terecht in een vicieuze cirkel, waarbij ze het aangetaste gebied niet gebruiken wat verder leidt tot een verminderde functie. Hierdoor ontstaan negatieve psychologische effecten en ervaart de patiënt een verminderde kwaliteit van leven. Bekende gevolgen van slecht beheerde chronische musculoskeletale pijn zijn onder andere:
- angst (voor het maken van bewegingen)
- cognitieve beperkingen
- drukpijnlijke plekken
- een depressie
- een slecht geheugen
- een slechtere houding
- een verhoogde kwetsbaarheid
- een verminderde eetlust
- een verminderde mobiliteit
- een verminderde persoonlijke verzorging
- een vermindering van de darm- en blaasfunctie
- functionele afhankelijkheid
- gedragsproblemen
- geen plezier meer ervaren in normaal leuke recreatieve activiteiten
- ondervoeding
- slaapstoornissen
- sociale isolatie
- spieratrofie (spierverlies)
- zelfmoordgedachten
Lees verder