Hafefobie: Angst (fobie) om aangeraakt te worden
Het komt regelmatig voor dat mensen zonder hun toestemming worden aangeraakt door bekenden of vreemden. Dit zorgt meestal voor een ongemakkelijk gevoel. Sommige mensen hebben echter angst om aangeraakt te worden, zelfs door familie en vrienden. Deze zeldzame angststoornis, die in medische termen bekendstaat als ‘hafefobie’, ontstaat meestal na een traumatische gebeurtenis die gerelateerd is aan aanraking. Andere aandoeningen en omgevingsfactoren kunnen ook bijdragen aan de angst voor aanraking. De behandeling bestaat uit blootstellingstherapie, cognitieve gedragstherapie, medicatie, ontspanningstechnieken en/of psychotherapie. De vooruitzichten zijn doorgaans goed voor de meeste behandelde patiënten.
Synoniemen
Andere namen voor hafefobie zijn:
- aphenphosmfobie
- chiraptofobie
- thixofobie
Terminologie van angst voor aanraking
Allodynie is niet hetzelfde als hafefobie. Bij allodynie is een patiënt namelijk overgevoelig voor aanraking. Een patiënt met allodynie wil soms ook niet dat anderen hem aanraken, maar dit komt doordat aanraking pijn veroorzaakt. Bij hafefobie daarentegen worden patiënten angstig of bang bij aanraking, zonder dat er sprake is van pijn.
Oorzaken en risicofactoren van hafefobie
Hafefobie kan soms op zichzelf ontstaan zonder een bekende oorzaak of omgevingsfactor. Toch zijn enkele aandoeningen en omgevingsfactoren in verband gebracht met deze fobie.
Aandoeningen
Hafefobie kan verband houden met andere aandoeningen, zoals:
- Mysofobie: Patiënten met mysofobie zijn bang voor ziektekiemen en willen niet aangeraakt worden uit angst voor besmetting of onreinheid.
- Obsessief-compulsieve stoornis: Een patiënt met een obsessief-compulsieve stoornis is bang voor situaties die buiten zijn macht liggen, zoals aangeraakt worden.
- Ochlofobie: Patiënten met ochlofobie voelen zich angstig in menigten en zijn bang om door vreemden aangeraakt te worden.
- Posttraumatische stressstoornis (PTSS): Sommige patiënten hebben een traumatische gebeurtenis ervaren, zoals een aanval of seksueel misbruik, wat kan leiden tot hafefobie. Deze traumatische gebeurtenis kan zelfs in de kindertijd hebben plaatsgevonden en onbewust zijn gebleven, wat uiteindelijk leidt tot een posttraumatische stressstoornis.
Omgevingsfactoren
Familiale geschiedenis
Fobieën kunnen familiaal bepaald zijn. Wanneer een familielid angst uitdrukt voor aanraking, kan een patiënt deze angst overnemen.
Genetische factoren
Genetische factoren spelen ook een rol bij het ontstaan van angststoornissen.
Geslacht
Situationele fobieën, zoals hafefobie, komen twee keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen.
Persoonlijkheidstype
Patiënten met
persoonlijkheidsstoornissen, zoals een neurotische persoonlijkheid of een neiging tot gedragsremmingen, hebben een verhoogd risico op angststoornissen zoals hafefobie.
Symptomen: Bang om aangeraakt te worden
Patiënten met hafefobie zijn bang om aangeraakt te worden. Sommige patiënten zijn alleen bang voor aanraking door mensen van het andere geslacht.
Volwassenen
Volwassenen met hafefobie ervaren onmiddellijke angst bij aanraking of de gedachte daaraan. Dit kan leiden tot
paniekaanvallen, geassocieerd met
fysieke symptomen zoals een verhoogde hartslag (
tachycardie),
klamme handen, zweten (
hyperhidrose),
duizeligheid,
flauwvallen,
misselijkheid,
braken, een
droge mond (xerostomie),
opvliegers, tintelingen en/of koude
rillingen. Patiënten vermijden situaties waarin ze aangeraakt zouden kunnen worden. Ze beseffen dat hun angst irrationeel is, maar kunnen deze niet beheersen. Dit leidt vaak tot isolatie, vermijden van drukke omgevingen en groepsactiviteiten, algemene angst,
depressie, relatieproblemen, problemen op het werk en een verlaagde kwaliteit van leven. Hafefobie is vaak moeilijk te begrijpen voor anderen, wat leidt tot misverstanden en gevoelens van afwijzing bij mensen in de omgeving van de patiënt.
Kinderen
Kinderen met hafefobie kunnen sneller
huilen bij aanraking of de angst daarvoor. Ze kunnen ook bevriezen in positie, driftbuien krijgen en zich vastklampen aan hun verzorger.
Diagnose en onderzoeken
Hafefobie wordt gediagnosticeerd wanneer een patiënt vrijwel elke keer bang is om aangeraakt te worden en deze angst minimaal zes maanden aanhoudt. De diagnose wordt gesteld volgens de richtlijnen in het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5).
Behandeling van angststoornis
Blootstellingstherapie
Bij blootstellingstherapie leert de patiënt geleidelijk de angst voor aanraking te overwinnen in een veilige, gecontroleerde omgeving. Dit proces kan weken tot maanden duren. De patiënt begint bijvoorbeeld met het voorstellen van aanraking en werkt naar het daadwerkelijk aanraken en aangeraakt worden in een overvolle ruimte.
Cognitieve gedragstherapie
Bij
cognitieve gedragstherapie leert de patiënt nieuw gedrag aan en krijgt hij inzicht in zijn denkprocessen. Hierdoor leert hij omgaan met de angst die hij voelt bij aanraking.

Medicijnen verlichten de klachten /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
Medicijnen zoals
bètablokkers of
antidepressiva verlichten de directe angst- en panieksymptomen. Deze medicijnen worden vaak gebruikt in combinatie met psychotherapie.
Ontspanningstechnieken
De patiënt leert ademhalingsoefeningen en andere ontspanningstechnieken om angst- en paniekaanvallen te beheersen. Het nemen van lange, diepe ademhalingen kan helpen de onmiddellijke symptomen van angst te verminderen. Beweging, ontspanning en voldoende slaap zijn krachtige manieren om de algemene
geestelijke gezondheid te bevorderen.
Psychotherapie
Een psychotherapeut of een praatgroep helpt de patiënt om te gaan met zijn angst, waardoor deze geleidelijk vermindert.
Prognose van psychische aandoening
Specifieke angsten, vooral bij kinderen, kunnen extreem zijn. In de meeste gevallen verdwijnt de angststoornis zonder medische behandeling. De angst voor aanraking is echter een bijzonder moeilijke angst om mee om te gaan vanwege de culturele en sociale verwachtingen rondom aanraking. Doorgaans reageren patiënten met hafefobie goed op de behandelingen.
Complicaties van hafefobie
Patiënten met hafefobie kunnen te maken krijgen met verschillende complicaties die hun dagelijks leven beïnvloeden.
Sociale isolatie
Vanwege de angst om aangeraakt te worden, vermijden patiënten vaak sociale situaties, wat kan leiden tot sociale isolatie en eenzaamheid.
Relatieproblemen
De angst om aangeraakt te worden kan spanningen veroorzaken in relaties, zowel met partners als met familie en vrienden, wat kan leiden tot relatieproblemen en zelfs beëindiging van relaties.
Werkgerelateerde problemen
Hafefobie kan het moeilijk maken om te functioneren in een werkomgeving, vooral in banen waarbij lichamelijk contact of werken in drukke omgevingen vereist is. Dit kan leiden tot verminderde werkprestaties, verzuim en mogelijk werkloosheid.
Geestelijke gezondheidsproblemen
Hafefobie kan leiden tot bijkomende geestelijke gezondheidsproblemen zoals depressie, gegeneraliseerde angststoornis en paniekstoornissen.
Verminderde kwaliteit van leven
Door de angst om aangeraakt te worden en de daarmee samenhangende complicaties kan de algehele kwaliteit van leven van patiënten aanzienlijk verminderd zijn.
Fysieke gezondheidsproblemen
De voortdurende stress en angst die gepaard gaan met hafefobie kunnen ook fysieke gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals een verhoogde bloeddruk, hartproblemen en een verzwakt immuunsysteem.
Preventie van hafefobie
Hoewel het voorkomen van hafefobie niet altijd mogelijk is, zijn er enkele strategieën die kunnen helpen het risico te verminderen.
Bewustwording en educatie
Het vergroten van bewustwording en educatie over hafefobie en andere angststoornissen kan helpen om misverstanden te voorkomen en steun te bieden aan mensen die lijden aan deze fobie.
Gezonde copingmechanismen
Het ontwikkelen van gezonde copingmechanismen voor stress en angst kan helpen om de kans op het ontwikkelen van angststoornissen zoals hafefobie te verminderen. Dit omvat het beoefenen van mindfulness, meditatie en andere ontspanningstechnieken.
Vroege behandeling
Vroegtijdige behandeling bij de eerste tekenen van angst of trauma kan helpen om de ontwikkeling van hafefobie te voorkomen. Dit kan door middel van therapie of andere vormen van psychologische steun.
Door een combinatie van deze preventieve maatregelen kunnen risicofactoren worden verminderd en kan de ontwikkeling van hafefobie effectief worden tegengegaan.
Praktische tips voor het omgaan met hafefobie
Hafefobie is de angst om aangeraakt te worden, wat een aanzienlijke invloed kan hebben op het dagelijks leven en sociale interacties.
Psychotherapie zoals cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is vaak effectief bij het behandelen van fobieën, inclusief hafefobie. Het helpt je om je gedachten en gevoelens over aanraking te herstructureren en te leren omgaan met de angst.
Stapsgewijze blootstelling aan aanraking
Door stapsgewijs blootgesteld te worden aan aanraking op een gecontroleerde en veilige manier, kan de angst geleidelijk verminderen. Dit kan samen met een therapeut gebeuren.
Technieken voor stressvermindering
Het toepassen van ontspanningstechnieken, zoals ademhalingsoefeningen, meditatie en mindfulness, kan helpen om de fysieke reacties op de angst te verminderen.
Misvattingen rond hafefobie
Hafefobie, de extreme angst voor aanraking, wordt vaak verkeerd begrepen en afgedaan als overdreven of ongegrond. In werkelijkheid kan deze fobie een enorme impact hebben op het dagelijks leven en sociale relaties van iemand die eraan lijdt. Er bestaan veel misvattingen over de oorzaken, symptomen en behandelmogelijkheden van hafefobie.
Hafefobie is gewoon verlegenheid of antisociaal gedrag
Veel mensen denken dat hafefobie simpelweg voortkomt uit verlegenheid of een introverte persoonlijkheid, maar dat is niet het geval. Hafefobie is een ernstige
psychische stoornis die paniek, angst en zelfs fysieke pijn kan veroorzaken bij aanraking. Dit kan invloed hebben op het sociale leven en het vermogen om hechte relaties op te bouwen.
Het ontstaat altijd door een traumatische ervaring
Hoewel hafefobie soms een gevolg is van trauma, zoals misbruik of een medische procedure, is dat niet altijd zo. Sommige mensen ontwikkelen de angst zonder een duidelijk aanwijsbare oorzaak. Factoren zoals overgevoeligheid van de
huid, neurologische aandoeningen of aangeboren angststoornissen kunnen ook een rol spelen.
Mensen met hafefobie overdrijven hun reactie
Hafefobie gaat verder dan simpel ongemak bij fysiek contact. Het kan leiden tot heftige lichamelijke reacties, zoals verhoogde
bloeddruk, zweten, misselijkheid en paniekaanvallen. De angstrespons wordt automatisch geactiveerd door het zenuwstelsel en is dus geen bewuste keuze of overdreven reactie.
Hafefobie is alleen een psychologisch probleem
Hoewel de angstcomponent van hafefobie psychologisch is, kunnen er ook lichamelijke factoren meespelen. Sommige mensen hebben bijvoorbeeld pijnlijke
spieren of een huidaandoening die aanraking oncomfortabel maakt. Ook zenuwschade of aandoeningen van de
hersenen kunnen bijdragen aan overgevoeligheid voor aanraking.
Het is onmogelijk om een normale relatie te hebben met hafefobie
Hoewel hafefobie uitdagingen met zich meebrengt in relaties, betekent dit niet dat iemand geen gezonde relaties kan onderhouden. Open communicatie, begrip en het langzaam opbouwen van vertrouwen kunnen helpen. In sommige gevallen kunnen
ontspanningstechnieken en geleidelijke blootstelling aan aanraking verlichting bieden.
Medicatie helpt niet tegen hafefobie
Sommige mensen denken dat hafefobie uitsluitend met therapie behandeld kan worden. Hoewel cognitieve gedragstherapie vaak effectief is, kunnen ook bepaalde
medicijnen helpen om de angstreactie te verminderen. Dit kan vooral nuttig zijn bij ernstige gevallen waarin paniekaanvallen het dagelijks functioneren belemmeren.
Kinderen groeien vanzelf over hafefobie heen
Bij sommige kinderen verdwijnt angst voor aanraking naarmate ze ouder worden, maar dat geldt niet voor iedereen. Als hafefobie in de kindertijd onbehandeld blijft, kan het aanhouden of zelfs verergeren op latere leeftijd. Vroege interventie, zoals therapie of sensorische training, kan helpen om de angst te verminderen en de levenskwaliteit te verbeteren.
Lees verder