Bijwerkingen door chemotherapie (behandeling van kanker)

Bijwerkingen door chemotherapie (behandeling van kanker) Een behandeling van kanker gebeurt met diverse mogelijke (combinaties van) behandelingen, waaronder bijvoorbeeld chirurgie, radiotherapie, hormoonbehandelingen en ook chemotherapie. Deze kankerbehandeling richt zich tegen cellen die zich snel groeien en snel delen, zoals kankercellen. Chemotherapie werkt door het hele lichaam in tegenstelling tot radiotherapie of chirurgie. Ook enkele snelgroeiende gezonde cellen worden mogelijk getroffen door chemotherapie, zoals de cellen van de huid, het haar, de darmen en het beenmerg. Patiënten die chemotherapie krijgen, ervaren bijgevolg een aantal mogelijke milde tot ernstige bijwerkingen en reacties. De vier meest voorkomende bijwerkingen zijn braken, haaruitval, vermoeidheid en beenmergsuppressie (onderdrukking van de werking van het beenmerg).

Wat is chemotherapie?

In het lichaam worden cellen constant vervangen door een proces van delen en groeien. Wanneer kanker optreedt, reproduceren cellen zich op een ongecontroleerde manier. Steeds meer kwaadaardige cellen worden op deze manier geproduceerd en gaan dan steeds meer ruimte innemen. Ze verdringen op deze manier de ruimte van de gezonde cellen. Chemotherapiemedicijnen interfereren met het vermogen van een kankercel om zich te delen en zich voort te planten. De arts gebruikt één enkel medicijn of een combinatie van medicijnen. Deze dient de arts rechtstreeks toe in de bloedbaan om kankercellen in het hele lichaam aan te vallen, of anders richt hij de chemotherapie op specifieke kankersites.

Doel van vorm van kankerbehandeling

Het doel van chemotherapie is afhankelijk van het soort kanker en hoe vergevorderd dit is.

Genezing
In sommige gevallen vernietigt de behandeling de kankercellen en zijn ze niet langer in het lichaam aanwezig. Daarna groeien ze in het beste geval niet meer terug, maar soms keert de kanker toch terug.

Beheersing
Door chemotherapie is het soms mogelijk om de verspreiding van kanker naar andere lichaamsdelen te voorkomen, of anders is het met deze medicijnen mogelijk om de groei van de kwaadaardige tumoren te vertragen.

Verlichting
Chemotherapie is soms inzetbaar om tumoren te verkleinen of de pijn of druk veroorzaakt door bepaalde tumoren te verlichten. Deze tumoren gaan vaak weer opnieuw groeien en symptomen veroorzaken.

Epidemiologie

Chemotherapie wordt wereldwijd gebruikt voor de behandeling van diverse soorten kanker. De keuze voor chemotherapie hangt af van het type kanker, het stadium van de ziekte, en de algehele gezondheid van de patiënt. Het gebruik van chemotherapie varieert sterk afhankelijk van regionale verschillen in kankerincidentie en de beschikbaarheid van medische voorzieningen. Ongeveer 50% van de kankerpatiënten krijgt chemotherapie als onderdeel van hun behandeling. In sommige gevallen wordt chemotherapie curatief toegepast, terwijl het in andere gevallen palliatief wordt ingezet om symptomen te verlichten en de levensduur te verlengen. De prevalentie van chemotherapie varieert wereldwijd, maar het blijft een essentiële behandelingsoptie voor vele kankerpatiënten.

Oorzaken

Chemotherapie is bedoeld om kankercellen te bestrijden die zich ongecontroleerd delen en groeien. Deze cellen kunnen zich verspreiden naar andere delen van het lichaam en gezonde weefsels verdringen. Chemotherapie werkt door de celdeling te verstoren en de voortplanting van kankercellen te verhinderen. Dit gebeurt door in te grijpen op verschillende fasen van de celcyclus. De noodzaak voor chemotherapie ontstaat uit het feit dat kankercellen resistent kunnen zijn tegen andere vormen van behandeling, zoals chirurgie of radiotherapie, vooral wanneer de kanker zich heeft verspreid of in een gevorderd stadium verkeert.

Risicofactoren

De belangrijkste risicofactoren voor kanker die chemotherapie nodig kan maken, zijn genetische aanleg, blootstelling aan carcinogene stoffen zoals tabaksrook en chemicaliën, chronische infecties (bijvoorbeeld met hepatitis B of C), en ongezonde leefstijlen. Bepaalde risicofactoren zoals blootstelling aan straling en het gebruik van hormoontherapie kunnen ook het risico op kanker verhogen, wat chemotherapie noodzakelijk kan maken als de kanker ontstaat.

Diagnose en onderzoeken

Voor het starten van chemotherapie is een grondige diagnose van essentieel belang. Dit omvat vaak een combinatie van beeldvormingstechnieken zoals CT- en MRI-scans, biopsieën om het type en stadium van de kanker te bepalen, en bloedonderzoeken om de algemene gezondheid en bloedwaarden te beoordelen. Regelmatige controles en opvolging tijdens de chemotherapie zijn cruciaal om de effectiviteit van de behandeling te monitoren en om eventuele bijwerkingen of complicaties tijdig te identificeren.

Toediening van medicijnen voor de behandeling van kanker

De medicijnen zijn op verschillende manieren toe te dienen:
  • actueel: via crèmevorm op de huid
  • een injectie: rechtstreeks in de spieren van de heup, dij of arm, of in het vette gedeelte van de arm, de been of de maag, net onder de huid
  • intra-arterieel: rechtstreeks naar de slagader die de kanker voedt, via een naald of een zachte, dunne buis (katheter)
  • intraperitoneaal: in de peritoneale holte (bevat organen zoals de lever, de darmen, de maag en de eierstokken); gebeurt tijdens operatie of via een buisje met een speciale poort die de arts plaatst
  • intraveneus: via een ader
  • oraal: via de mond een pil of een vloeistof in innemen

Symptomen

Tijdens chemotherapie kunnen patiënten verschillende symptomen ervaren als gevolg van de behandeling. Veelvoorkomende symptomen zijn misselijkheid, braken, vermoeidheid, haaruitval, en veranderingen in de huid. Andere symptomen kunnen zijn: pijn op de injectieplaats, een verlaagd aantal bloedcellen, bloedarmoede, en een verhoogd risico op infecties. De symptomen kunnen variëren afhankelijk van de gebruikte chemotherapie en de algehele gezondheid van de patiënt.

Chemotherapie veroorzaakt mogelijk vermoeidheid / Bron: Concord90, PixabayChemotherapie veroorzaakt mogelijk vermoeidheid / Bron: Concord90, Pixabay

Voorbeelden van bijwerkingen en reacties

Chemotherapie veroorzaakt tal van mogelijke bijwerkingen en reacties zoals bijvoorbeeld:

Alarmsymptomen

Patiënten moeten alert zijn op bepaalde alarmsymptomen tijdens chemotherapie, zoals aanhoudende koorts, ernstige pijn, oncontroleerbaar braken, en symptomen van infectie zoals roodheid, zwelling, of pus op de injectieplaats. Andere alarmsymptomen zijn plotselinge kortademigheid, ernstige vermoeidheid die niet verbetert, en ongebruikelijke bloedingen of blauwe plekken. Deze symptomen kunnen wijzen op ernstige complicaties en vereisen onmiddellijke medische aandacht.

Effecten van chemotherapie op de huid en slijmvliezen

Chemotherapie heeft niet alleen invloed op snel delende kankercellen, maar kan ook gezonde cellen aantasten, waaronder die van de huid en de slijmvliezen. Dit leidt vaak tot huidirritaties, droogheid, huiduitslag en andere dermatologische bijwerkingen. De mond, keel en het maagdarmkanaal kunnen bijzonder gevoelig zijn voor de effecten van chemotherapie, wat kan leiden tot zweren, ontstekingen of pijnlijke aandoeningen.

Huidveranderingen door chemotherapie

Patiënten die chemotherapie ondergaan, kunnen veranderingen in de huid ervaren, zoals droogheid, jeuk of het ontstaan van huiduitslag. Deze bijwerkingen kunnen het comfort van de patiënt verminderen en vereisen mogelijk aanvullende zorg, zoals het gebruik van specifieke huidverzorgingsproducten of medicijnen om de symptomen te verlichten.

Slijmvliesbeschadiging door chemotherapie

Chemotherapie kan schade toebrengen aan de slijmvliezen van de mond, keel, maag en darmen. Dit kan leiden tot orale mucositis (ontsteking van het mondslijmvlies), wat pijn, branderigheid en moeite met eten kan veroorzaken. Slijmvliezen kunnen ook broos worden, waardoor ze gevoeliger zijn voor infecties.

Chemotherapie en het immuunsysteem

Chemotherapie kan het immuunsysteem van patiënten verzwakken door het onderdrukken van de productie van witte bloedcellen in het beenmerg. Dit vergroot het risico op infecties en kan de algehele weerstand van het lichaam verlagen. Het is belangrijk om nauwlettend te monitoren en maatregelen te nemen om infecties te voorkomen.

Immuunsuppressie door chemotherapie

De verminderde werking van het beenmerg kan leiden tot leukopenie (verlaging van het aantal witte bloedcellen), wat patiënten kwetsbaarder maakt voor infecties. Naast het gebruik van antibiotica of antivirale middelen kunnen aanvullende maatregelen, zoals het vermijden van drukke plekken of contact met mensen met infecties, helpen om het risico op infecties te verminderen.

Bloedingen door chemotherapie

Omdat chemotherapie ook het aantal bloedplaatjes kan verlagen, kunnen patiënten met een verminderde bloedplaatjesproductie last krijgen van ongewone bloedingen of blauwe plekken. Dit kan een serieuze bijwerking zijn die de bloedstolling verstoort en onmiddellijke aandacht vereist.

Chemotherapie en haarverlies (alopecia)

Een van de meest zichtbare bijwerkingen van chemotherapie is haaruitval, ook wel alopecia genoemd. De behandeling verstoort de haargroeicyclus doordat het de snel delende cellen in de haarschachten aantast. Dit leidt vaak tot tijdelijk haarverlies, hoewel het haar meestal na de behandeling teruggroeit.

Oorzaken van haaruitval door chemotherapie

Chemotherapie heeft invloed op de cellen die het haar aanmaken, wat resulteert in haaruitval. De mate van haarverlies varieert afhankelijk van het type chemotherapie en de dosering. Sommige vormen van chemotherapie veroorzaken tijdelijk haarverlies over het hele lichaam, terwijl andere alleen het haar op het hoofd kunnen beïnvloeden.

Omgaan met haarverlies tijdens chemotherapie

Patiënten kunnen haaruitval ervaren als een emotioneel belastend aspect van hun behandeling. Er zijn verschillende manieren om hiermee om te gaan, waaronder het dragen van pruiken, hoeden of sjaals. Daarnaast kan het voor patiënten geruststellend zijn om te weten dat het haar vaak na afloop van de behandeling weer terugkomt, hoewel het soms een andere textuur of kleur heeft.

Misselijkheid en braken door chemotherapie

Misselijkheid en braken zijn enkele van de meest voorkomende bijwerkingen van chemotherapie en kunnen een aanzienlijke invloed hebben op de kwaliteit van leven van patiënten. Chemotherapie medicijnen kunnen de maag irriteren en het braakcentrum in de hersenen beïnvloeden, wat resulteert in misselijkheid.

Vormen van misselijkheid door chemotherapie

Misselijkheid door chemotherapie kan optreden tijdens de behandeling zelf (acute misselijkheid) of enkele uren tot dagen later (vertraagde misselijkheid). Dit kan variëren van milde misselijkheid tot hevig braken, wat leidt tot uitdroging en verlies van eetlust.

Behandeling van misselijkheid en braken door chemotherapie

Om misselijkheid en braken te verminderen, worden vaak anti-emetica voorgeschreven. Deze medicijnen kunnen de misselijkheid onderdrukken en de eetlust van de patiënt helpen herstellen. Er wordt ook aangeraden om kleine, frequente maaltijden te nuttigen en vette of pittige voeding te vermijden om de symptomen te verlichten.

Vermoeidheid door chemotherapie

Vermoeidheid is een van de meest voorkomende bijwerkingen van chemotherapie en kan zowel fysiek als mentaal zwaar zijn voor patiënten. Chemotherapie beïnvloedt het energieniveau van het lichaam doordat het de werking van het beenmerg onderdrukt, wat leidt tot een afname van rode bloedcellen en zuurstoftransport naar de weefsels.

Oorzaken van vermoeidheid tijdens chemotherapie

De vermoeidheid kan door verschillende factoren worden veroorzaakt, zoals de verminderde productie van bloedcellen, verminderde voedingsinname of het effect van de behandeling op het zenuwstelsel. Vermoeidheid kan ook het gevolg zijn van de emotionele belasting van de kankerbehandeling en het herstelproces.

Omgaan met vermoeidheid door chemotherapie

Patiënten wordt vaak aangeraden om een balans te vinden tussen rust en activiteit. Het behouden van een regelmatige slaaproutine, voldoende hydratatie en een evenwichtig voedingspatroon kan de energielevels verhogen. Bovendien kunnen lichamelijke oefeningen, afgestemd op de mogelijkheden van de patiënt, helpen om de vermoeidheid te verminderen.

Chemotherapie en neurologische bijwerkingen

Chemotherapie kan ook het zenuwstelsel beïnvloeden, wat kan leiden tot neurologische bijwerkingen zoals neuropathie, geheugenproblemen of veranderingen in de concentratie. Dit komt vaak voor bij de behandeling van bepaalde soorten kanker, zoals borstkanker en lymfomen, die chemotherapie vereisen.

Neuropathie als gevolg van chemotherapie

Chemotherapie kan schade veroorzaken aan de perifere zenuwen, wat leidt tot perifere neuropathie. Dit uit zich in symptomen zoals tintelingen, gevoelloosheid, pijn of zwakte, vooral in de handen en voeten. Het kan de mobiliteit en het dagelijks functioneren van de patiënt beïnvloeden.

Cognitieve veranderingen en geheugenproblemen

Patiënten kunnen veranderingen in geheugen, concentratie en mentale helderheid ervaren, vaak aangeduid als "chemobrein." Dit is een veelvoorkomende bijwerking bij chemotherapie, waarbij patiënten moeite kunnen hebben met het onthouden van informatie of het vasthouden van aandacht. De exacte oorzaak is niet altijd bekend, maar het kan een combinatie van de chemotherapie zelf en de stress van de behandeling zijn.

Psychosociale effecten van chemotherapie bij patiënten

De impact van chemotherapie is niet alleen fysiek, maar heeft ook aanzienlijke psychosociale gevolgen. Patiënten kunnen te maken krijgen met angst, depressie, en stress als gevolg van de behandeling en de bijwerkingen.

Angst en depressie tijdens chemotherapie

Het vooruitzicht van het ondergaan van chemotherapie kan angst en onzekerheid veroorzaken, vooral bij patiënten die zich zorgen maken over bijwerkingen of het resultaat van de behandeling. Depressieve gevoelens kunnen ook ontstaan door de lichamelijke veranderingen en de lange periode van behandeling.

Steun en begeleiding voor patiënten tijdens chemotherapie

Psychosociale ondersteuning, zoals therapie of deelname aan steungroepen, kan patiënten helpen om emotioneel om te gaan met de stress van de behandeling. Daarnaast kan het betrekken van familieleden en vrienden bijdragen aan het gevoel van steun en verbondenheid.

Effecten van chemotherapie op het hart en de bloedvaten

Chemotherapie kan invloed hebben op de cardiovasculaire gezondheid van patiënten, vooral bij langdurig gebruik of hoge doseringen. Sommige chemotherapieën kunnen leiden tot hartbeschadiging, verhoging van de bloeddruk of verstoringen in het hartritme. Het is belangrijk om de hartgezondheid van patiënten goed te monitoren tijdens de behandeling.

Cardiotoxiciteit door chemotherapie

Certain chemotherapies, zoals antracyclines, kunnen direct schadelijk zijn voor de hartspier, wat kan leiden tot verminderde hartfunctie. Dit verhoogt het risico op hartfalen, vooral bij patiënten die deze chemotherapie voor langere tijd ontvangen. Cardiotoxiciteit kan zich op verschillende manieren manifesteren, van mild tot ernstig, en vereist nauwlettende monitoring van de patiënt.

Bloeddrukverhoging door chemotherapie

Chemotherapie kan in sommige gevallen de bloeddruk verhogen, wat het risico op hart- en vaatziekten vergroot. Dit effect kan optreden als gevolg van de bijwerkingen van chemotherapiemedicijnen, vooral in combinatie met andere risicofactoren zoals obesitas, roken of genetische aanleg.

Veranderingen in de nieren door chemotherapie

Chemotherapie kan schadelijk zijn voor de nieren, doordat sommige medicijnen de nieren direct beschadigen of het vermogen van de nieren om afvalstoffen uit het lichaam te filteren verminderen. Het is essentieel om de nierfunctie van patiënten zorgvuldig te volgen om complicaties te voorkomen.

Nierbeschadiging door chemotherapie

Nierbeschadiging door chemotherapie komt voor bij bepaalde geneesmiddelen, zoals cisplatine. Dit kan leiden tot acute nierbeschadiging, die zich uit in symptomen zoals verminderde urineproductie, zwelling en verhoogde creatinineniveaus in het bloed. Adequate hydratatie en medicijnbeheer zijn belangrijk om het risico te minimaliseren.

Chronische nierproblemen na chemotherapie

Sommige patiënten ontwikkelen na chemotherapie langdurige nierproblemen, waaronder verminderde nierfunctie die zich in de loop van de tijd ontwikkelt. Dit kan invloed hebben op de algehele gezondheid en vereist mogelijk levenslange monitoring en behandeling.

Chemotherapie en verminderde vruchtbaarheid

Chemotherapie kan de vruchtbaarheid van patiënten beïnvloeden, vooral bij jonge mensen die nog in de vruchtbare leeftijd zijn. De behandeling kan schade veroorzaken aan de eierstokken of zaadballen, wat leidt tot tijdelijke of permanente onvruchtbaarheid.

Impact van chemotherapie op de vrouwelijke vruchtbaarheid

Bij vrouwen kan chemotherapie de eierstokken beschadigen, wat leidt tot vroegtijdige menopauze of het onvermogen om zwanger te worden. Sommige chemotherapieschema's hebben een groter effect op de vruchtbaarheid dan andere, en het risico op onvruchtbaarheid is vaak afhankelijk van de dosis en het type medicijn.

Impact van chemotherapie op de mannelijke vruchtbaarheid

Mannen die chemotherapie ondergaan, kunnen schade aan de zaadballen ervaren, wat kan leiden tot verminderde zaadproductie en tijdelijke of permanente onvruchtbaarheid. Patiënten wordt vaak geadviseerd om vóór de behandeling sperma te laten invriezen als ze de mogelijkheid van vaderschap in de toekomst willen behouden.

Chemotherapie en neurologische bijwerkingen

Naast de perifere neuropathie kan chemotherapie ook leiden tot andere neurologische bijwerkingen, zoals geheugenproblemen, concentratieverlies en verminderde coördinatie. Deze bijwerkingen kunnen het dagelijks functioneren van patiënten verstoren en vereisen gerichte zorg en begeleiding.

Cognitieve stoornissen door chemotherapie

Chemotherapie kan het vermogen van de patiënt om zich te concentreren of informatie te onthouden beïnvloeden, een verschijnsel dat vaak wordt aangeduid als "chemobrein". Patiënten kunnen moeite hebben met het verwerken van informatie of met het uitvoeren van complexe taken, wat een aanzienlijke impact kan hebben op hun werk en sociale leven.

Neuropathie door chemotherapie

Chemotherapie kan schade toebrengen aan de zenuwen in de handen en voeten, wat leidt tot perifere neuropathie. Dit kan zich uiten in tintelingen, gevoelloosheid, pijn of spierzwakte, wat de mobiliteit en het dagelijks functioneren van de patiënt kan beïnvloeden.

Verlies van eetlust door chemotherapie

Chemotherapie kan het eetlustcentrum in de hersenen beïnvloeden, wat leidt tot verlies van eetlust bij veel patiënten. Dit kan een uitdaging zijn, aangezien adequate voeding essentieel is voor het behoud van de algehele gezondheid en het herstel tijdens de behandeling.

Oorzaken van verlies van eetlust tijdens chemotherapie

Het verlies van eetlust kan worden veroorzaakt door een combinatie van fysieke en emotionele factoren. Chemotherapie kan misselijkheid, smaakveranderingen, en mondzweren veroorzaken, wat het moeilijk maakt om normaal te eten. Bovendien kunnen stress en angst over de behandeling ook bijdragen aan het verlies van eetlust.

Behandeling van verlies van eetlust door chemotherapie

Om de eetlust te stimuleren, kunnen artsen medicatie voorschrijven om misselijkheid te verlichten of de eetlust te verbeteren. Patiënten wordt vaak geadviseerd om kleinere, frequentere maaltijden te nuttigen en voedingssupplementen te gebruiken om de calorie-inname op peil te houden.

Bloedarmoede door chemotherapie

Chemotherapie kan bloedarmoede veroorzaken door het onderdrukken van de productie van rode bloedcellen in het beenmerg. Dit leidt vaak tot symptomen zoals vermoeidheid, bleekheid, duizeligheid en kortademigheid.

Oorzaken van bloedarmoede door chemotherapie

De chemotherapie kan de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg verminderen, wat resulteert in een afname van het aantal rode bloedcellen. Dit kan verergeren als de patiënt ook last heeft van een verlaagde ijzer- of vitamine B12-waarde, wat de vermoeidheid kan verergeren.

Behandeling van bloedarmoede door chemotherapie

Behandeling van bloedarmoede kan bestaan uit het toedienen van ijzersupplementen of bloedtransfusies, afhankelijk van de ernst van de aandoening. Patiënten kunnen ook gestimuleerd worden om hun dieet aan te passen door voedingsmiddelen te eten die rijk zijn aan ijzer en vitamine B12.

Chemotherapie en de invloed op de geestelijke gezondheid

Chemotherapie kan niet alleen lichamelijke bijwerkingen veroorzaken, maar ook mentale gezondheidsproblemen. Veel patiënten ervaren angst, depressie en stress tijdens hun behandeling, wat de algehele kwaliteit van leven kan beïnvloeden.

Angst en depressie door chemotherapie

De onzekerheid over het resultaat van de behandeling, de angst voor de bijwerkingen en de veranderende lichamelijke verschijnselen kunnen leiden tot ernstige angst of depressie bij patiënten. Het is belangrijk om deze symptomen te herkennen en adequate psychologische ondersteuning te bieden.

Ondersteuning bij geestelijke gezondheidsproblemen door chemotherapie

Therapie, steungroepen en andere vormen van psychosociale ondersteuning kunnen patiënten helpen om emotioneel om te gaan met de stress van chemotherapie. Het betrekken van familie en vrienden in dit proces kan het gevoel van eenzaamheid verminderen en bijdragen aan het herstelproces.

Algemeen

Wegvloed (extravasatie) van intraveneuze medicijnen
Enkel professioneel opgeleid personeel dient cytotoxische geneesmiddelen (medicijnen die giftig zijn voor cellen) intraveneus (via een ader) toe aan de patiënt. Deze geneesmiddelen veroorzaken ernstige lokale weefselnecrose als er lekkage van de medicatie optreedt buiten de ader. De verzorger moet dan onmiddellijk de infusie stopzetten en lokale maatregelen instellen. Hij moet bijvoorbeeld zoveel mogelijk van het medicijn uit de canule opzuigen (aspireren), vervolgens een zoutoplossing inbrengen in het gebied en tot slot warme kompressen aanbrengen. Antihistaminica (medicijnen voor de behandeling van een allergische reactie) en corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers) brengen symptomatische verlichting voor de extravasatie van intraveneuze medicijnen. Dexrazoxane is inzetbaar als tegengif wanneer een wegvloed van de medicijnen gebeurt door anthracycline.

Laag aantal bloedcellen
Door de chemotherapie is de productie van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes verlaagd. Een daling van de rode bloedcellen mondt uit in bloedarmoede (anemie) met symptomen van onder andere kortademigheid, vermoeidheid en hartkloppingen. Een verlaagd aantal witte bloedcellen (neutropenie) leidt tot een zwakker immuunsysteem met een hogere kans op infecties. Antibiotica verminderen de kans op het ontwikkelen van infecties. Bij een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) loopt een patiënt het risico op bloedstollingsproblemen, bloedingen (zoals bloedend tandvlees of een bloedneus), bloeduitstortingen en blauwe plekken. Het verlaagde aantal bloedcellen vindt plaats met de meeste cytotoxische geneesmiddelen en is een dosisgerelateerd verschijnsel. Zeer agressieve myelosuppressieve chemotherapie (chemotherapie die de werking het beenmerg onderdrukt) is mogelijk nodig als de arts de behandeling inzet met als doel de patiënt te genezen, ondanks het feit dat deze medicijnen in zeldzame gevallen leiden tot een fatale infectie of bloeding. Bloedarmoede (anemie) en een verlaagd aantal bloedplaatjes (trombocytopenie) zijn te behandelen door transfusies van rode bloedcellen of bloedplaatjes.

Een onmiddellijke interventie is alleszins essentieel bij een beenmergsuppressie. Patiënten met neutropenie (verlaagd aantal neutrofielen (soort witte bloedcellen) lopen immers een hoog risico op bacteriële infecties en schimmelinfecties, vaak van de darmflora. Patiënten met koorts > 37,5 ° C en minder dan 0,5 x 109 neutrofielen / L krijgen een onmiddellijke intraveneuze behandeling met breedspectrumantibiotica voor de behandeling van de infectie. De arts past eventueel het soort antibioticum aan op basis van de microbiologische resultaten die hij verkrijgt via een bloedonderzoek. Hemopoietische groeifactoren zoals G-CSF en perifere bloedstamcellen verkorten bovendien de duur van neutropenie, wat ten goede komt aan patiënten met een hoog risico op infectieuze complicaties.

Haaruitval
Veel maar niet alle cytotoxische geneesmiddelen veroorzaken haarverlies. Het koelen van de hoofdhuid is soms bruikbaar om haarverlies te verminderen, maar over het algemeen is dit neveneffect alleen te verminderen door een deze medicijnen niet te gebruiken. Het haar groeit steeds terug na voltooiing van de chemotherapie.

Misselijkheid en overgeven
De ernst van deze vaak voorkomende bijwerking varieert naargelang het cytotoxisch geneesmiddel dat de arts toedient. Bij 75% van de patiënten is misselijkheid en overgeven te elimineren dankzij het gebruik van moderne anti-emetica (geneesmiddelen tegen misselijkheid en braken). Misselijkheid en braken komen vooral voor bij platinaverbindingen (remmen groei van tumoren) en met het medicijn doxorubicine. Hierbij zet de arts dan een stapsgewijs beleid in met meerdere anti-emetica. Bij aanhoudende misselijkheid zet de arts geneesmiddelen zoals cyclizine, haloperidol en levomepromazine, en benzodiazepinen in.

Mucositis (slijmvliesontsteking)
Mucositis is een veel voorkomende bijwerking van chemotherapie. De aandoening weerspiegelt de gevoeligheid van het slijmvlies voor antimitotische middelen (deze stoffen remmen de celdeling = mitose). De patiënt ervaart hevige pijn in het mond- en keelgebied en heeft door de slijmvliesontsteking aan het mondgebied (stomatitis) slik- en voedingsproblemen. Soms komt de slijmvliesontsteking voor in het gehele darmkanaal wat dan resulteert in levensbedreigende diarree. De behandeling van de slijmvliesontsteking gebeurt met antiseptisch en anti-candidiasis-mondwater. Indien de patiënt ernstige symptomen ervaart door mucositis, zet de arts een ondersteunende behandeling in via intraveneuze vochttoediening en antibiotica, omdat het slijmvlies een toegangspoort is van darmorganismen.

Verlies van eetlust
Ofwel chemotherapie of de kanker zelf tast mogelijk het metabolisme van het lichaam aan, wat leidt tot een verlies van eetlust en gewichtsverlies totdat de kanker in remissie is of totdat de behandeling is beëindigd. De ernst van het verlies van eetlust hangt af van het kankertype kanker en de gekozen chemotherapiebehandeling. Kleinere, frequentere maaltijden eten is doorgaans aanbevolen zodat patiënten meer voeding binnenhouden. Ook drinken patiënten best vloeistoffen via een rietje om de vochtinname op peil te houden. Een nasogastrische sonde is nodig om de patiënt via een buisje te voeden (gaat rechtstreeks via de neus naar de maag).

Vermoeidheid
Vermoeidheid is een veel voorkomende bijwerking van chemotherapie. Dit is vaak het grootste deel van de tijd aanwezig of soms alleen na bepaalde activiteiten. Voldoende rust is nodig en ook vermijden patiënt best inspannende activiteiten. Ernstige vermoeidheid meldt de patiënt best aan de arts daar dit mogelijk wijst op een significante daling van de rode bloedcellen, wat leidt tot bloedarmoede (anemie).

Medicatiespecifieke bijwerkingen

Cardiotoxiciteit (giftig voor het hart)
Cardiotoxiciteit is een zeldzame bijwerking van chemotherapie, meestal geassocieerd met anthracyclines zoals doxorubicine. Het is dosisgerelateerd en valt grotendeels te voorkomen door de cumulatieve totale dosis anthracyclines binnen het veilige bereik te beperken (gelijk aan 450 mg / m2 lichaamsoppervlak cumulatieve dosis doxorubicine). Het is ook mogelijk om de risico’s hierop te verminderen door:
  • het gebruik van analoge epirubicine of
  • het verlagen van piekconcentraties van geneesmiddelen via preparaten met een vertraagde afgifte (zoals liposomaal doxorubicine of gefractioneerde toedieningsschema's)

Gehoorschade
De toxische effecten van chemotherapie leiden bij sommige patiënten leiden tot een tijdelijk of permanent gehoorverlies.

Huidproblemen
Door chemotherapie, en dan vooral door 5-fluorouracil, krijgt een patiënt sneller te maken met plantaire dermatitis (huiduitslag aan de voetzool) of palmaire dermatitis (huiduitslag aan de handpalm).

Nefrotoxiciteit (giftig voor de nieren)
Cisplatine (maar niet oxaliplatin of carboplatine), methotrexaat en ifosfamide veroorzaken mogelijk schade aan de nieren. Dit valt te voorkomen door er tijdens de behandeling voor te zorgen dat de patiënt voldoende plast om de geneesmiddelconcentratie in de niertubuli (nierbuisjes) te verminderen alsook door de nierfunctie zorgvuldig te controleren.

Neurotoxiciteit (giftig voor de hersenen)
Neurotoxiciteit komt voornamelijk voor bij het gebruik van vinca-alkaloïden, taxanen en platinaverbindingen (maar niet bij carboplatine). Het is dosisafhankelijk en hoopt zich op. In de meeste gevallen zet de arts de toediening van chemotherapie stop voordat de patiënt een significante polyneuropathie (aandoening aan meerdere perifere zenuwen) ontwikkelt, die eenmaal vastgesteld slechts gedeeltelijk omkeerbaar is. Vinca-alkaloïden zoals vincristine mag de arts nooit intrathecaal (binnen de hersen- of ruggenmergsvliezen) toedienen, omdat de neurologische schade progressief en fataal is.

Onvruchtbaarheid en vroegtijdige menopauze
Sommige middelen tegen kanker veroorzaken schade aan de geslachtsklieren. Dit geldt vooral voor alkylerende stoffen, maar ook anthracyclines en docetaxel. Dit resulteert in onvruchtbaarheid en bij vrouwen in het verlies van de productie van eierstokoestrogenen (voortijdige menopauze), wat mogelijk onomkeerbaar is. Bij mannen moet de arts de opslag van sperma voorafgaand aan chemotherapie aanbieden aan de patiënt wanneer chemotherapie met curatieve (genezende) intentie wordt gegeven. Bij vrouwen is het mogelijk om eicellen te verzamelen die in vitro worden bevrucht en bevroren als embryo's voor een daaropvolgende implantatie. Het herstel van de gonadale functie (functie van de geslachtsklieren) is afhankelijk van de status vóór de behandeling. Bij vrouwen is dit meestal gerelateerd aan de leeftijd waarbij vrouwen jonger dan veertig jaar significant meer ovariumreserve hebben.

Pulmonaire toxiciteit (giftig voor de longen)
Sommige chemotherapeutica zoals bijvoorbeeld door bleomycine tasten de longen aan. Ze veroorzaken dan bijvoorbeeld ontstekingen in de longcellen die resulteren in een longontsteking (pneumonie). De geneesmiddelen leiden soms ook tot littekenvorming in de longen (longfibrose) waardoor de longfunctie beperkt is. Bekende longgerelateerde symptomen die optreden tijdens of enkele maanden na de chemotherapiebehandeling zijn een droge hoest, kortademigheid (vooral bij inspanning), een piepende ademhaling en vermoeidheid. De arts verlaagt het medicijn of zet dit stop en behandelt de longproblemen ondersteunend.

Secundaire maligniteit
Geneesmiddelen tegen kanker hebben een mutageen potentieel (kans om genetische veranderingen aan te brengen). De ontwikkeling van secundaire maligniteiten, voornamelijk acute leukemie, is een ongewoon maar vooral ongewenst en langdurig neveneffect bij patiënten die genezen zijn van de primaire kankervorm. Vooral alkylerende middelen (een groep van kankermiddelen die zorgen voor de remming van de celdeling) zijn betrokken bij deze complicatie.

Geneesmiddelenresistentie
Geneesmiddelenresistentie is één van de grootste obstakels voor het genezen van kanker met chemotherapie. Sommige tumoren hebben een lage mate van resistentie tegen de beschikbare behandeling en zijn vaak geneesbaar. Dit geldt vooral voor gonadale kiemceltumoren, Hodgkin-lymfoom en acute leukemie bij kinderen. Vaste tumoren zoals kleincellige longkanker (bronchuscarcinoom), borstkanker en eierstokkanker zijn in eerste instantie chemogevoelig, waarbij de meerderheid van de patiënten reageert, maar de meeste patiënten krijgen uiteindelijk te maken met een resistente ziekte. Bij slokdarmkanker, maagkanker en dikkedarmkanker is er een gemiddelde mate van gevoeligheid, terwijl bij andere tumoren, zoals pancreaskanker (kanker aan de alvleesklier met geelzucht), niet-kleincellige longkanker en een melanoom (huidkanker), de ziekte vanaf het begin grotendeels chemoresistent is.

De meeste resistentie treedt op als gevolg van een genetische mutatie (wijziging) en wordt waarschijnlijker naarmate het aantal tumorcellen toeneemt. Geneesmiddelen tegen kanker zijn zelf eveneens in staat om de snelheid van mutatie tot resistentie te verhogen. Een resistentie tegen cytotoxische geneesmiddelen is vaak veelvoudig en is dan bekend als multidrugresistentie (MDR). Zo is een resistentie tegen doxorubicine vaak geassocieerd met resistentie tegen vinca-alkaloïden en epipodofyllotoxinen. Veel andere mechanismen zijn ook betrokken bij de resistentie tegen chemotherapie.

Prognose

De prognose na chemotherapie varieert afhankelijk van meerdere factoren, zoals het type en stadium van de kanker, de respons op de behandeling en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt.

Kankertype en stadium
Bij sommige kankers kan chemotherapie leiden tot volledige remissie, wat betekent dat er geen tekenen van kanker meer aanwezig zijn. Dit is vaak het geval bij vroege stadia van kanker of bij zeer responsieve tumoren. In andere gevallen kan de chemotherapie de ziekte slechts stabiliseren of palliatieve verlichting bieden, wat inhoudt dat het de symptomen verlicht zonder de ziekte zelf te genezen. De prognose kan ook worden beïnvloed door de specifieke eigenschappen van de tumor, zoals het genenprofiel en de groei- en metastaseringseigenschappen.

Behandelingsrespons
De respons op chemotherapie kan variëren. Sommige patiënten ervaren een snelle afname van tumorgrootte, terwijl anderen een traag of beperkt antwoord vertonen. De effectiviteit van de behandeling kan ook afhangen van eerdere behandelingen en de aanwezigheid van metastasen. Het is belangrijk dat patiënten regelmatig worden gecontroleerd om de voortgang van de behandeling te evalueren en tijdig aanpassingen in de therapie te kunnen doen indien nodig.

Belang van opvolging
Regelmatige opvolging en monitoring zijn essentieel om de voortgang te evalueren en in te grijpen bij eventuele terugkeer of progressie van de ziekte. Dit omvat beeldvorming, bloedonderzoek en lichamelijke onderzoeken, die allemaal bijdragen aan het vaststellen van de effectiviteit van de behandeling en het tijdig identificeren van eventuele complicaties.

Complicaties

Chemotherapie kan leiden tot verschillende complicaties, die kunnen variëren van mild tot ernstig. Het is belangrijk voor patiënten om zich bewust te zijn van deze mogelijke bijwerkingen en om deze tijdig met hun zorgverleners te bespreken.

Infecties
Een van de meest ernstige complicaties van chemotherapie zijn infecties, die kunnen optreden als gevolg van een verlaagd aantal witte bloedcellen (neutropenie). Dit verhoogt het risico op infecties, wat kan leiden tot ziekenhuisopnames en aanvullende behandelingen.

Bloedarmoede en vermoeidheid
Chemotherapie kan ook leiden tot bloedarmoede, wat zich uit in symptomen zoals vermoeidheid, zwakte en kortademigheid. Vermoeidheid is een veelvoorkomende klacht bij patiënten die chemotherapie ondergaan en kan de dagelijkse activiteiten aanzienlijk beïnvloeden.

Organen en vruchtbaarheid
Langdurige schade aan organen zoals de nieren of lever kan ook optreden, wat kan leiden tot chronische gezondheidsproblemen. Daarnaast kunnen chemotherapie en sommige geneesmiddelen effect hebben op de vruchtbaarheid, wat vooral belangrijk is voor jonge patiënten die in de toekomst kinderen willen. Het is essentieel om voorafgaand aan de behandeling gesprekken te voeren over de mogelijke impact op de vruchtbaarheid en eventuele opties voor vruchtbaarheidsbehoud.

Neurologische effecten
Neurologische effecten, zoals chemobrein, kunnen ook optreden. Patiënten kunnen problemen ondervinden met geheugen, concentratie en andere cognitieve functies. Dit kan de kwaliteit van leven aanzienlijk beïnvloeden.

Veranderingen in uiterlijk
Veranderingen in het uiterlijk, zoals huid- en haarproblemen, zijn ook veelvoorkomende bijwerkingen van chemotherapie. Dit kan psychologisch belastend zijn voor patiënten, en daarom is het belangrijk dat zorgverleners ondersteuning bieden bij het omgaan met deze veranderingen.

Preventie

Hoewel chemotherapie zelf niet kan worden voorkomen, kan het risico op kanker verminderd worden door gezonde leefstijlen en preventieve maatregelen.

Gezonde levensstijl
Het vermijden van roken en het beperken van alcoholconsumptie zijn cruciale stappen in het verminderen van het risico op kanker. Roken is een bekende risicofactor voor veel soorten kanker, en het stoppen kan de algehele gezondheid aanzienlijk verbeteren.

Voeding en lichaamsbeweging
Het handhaven van een gezonde voeding en regelmatige lichaamsbeweging zijn ook belangrijke factoren in het verminderen van het risico op kanker. Voedingsmiddelen die rijk zijn aan antioxidanten, vezels en essentiële voedingsstoffen kunnen het immuunsysteem ondersteunen en helpen bij het bestrijden van kankerverwekkende stoffen.

Regelmatige medische controles
Het ondergaan van regelmatige medische controles en screenings is essentieel voor de vroege opsporing van kanker. Dit geldt vooral voor mensen met een verhoogd risico op bepaalde soorten kanker, zoals degenen met een familiale geschiedenis van de ziekte. Vroegtijdige opsporing kan de behandelopties uitbreiden en de prognose verbeteren.

Preventieve behandelingen
Voor mensen met een verhoogd risico op bepaalde soorten kanker kunnen preventieve behandelingen en regelmatige monitoring aanbevolen worden. Dit kan onder meer het gebruik van profylactische medicatie of operaties omvatten, afhankelijk van het type kanker en de individuele risicofactoren.

Het is belangrijk voor patiënten om zich bewust te zijn van deze factoren en samen met hun zorgverleners een plan te ontwikkelen dat hen ondersteunt in hun strijd tegen kanker en de bijbehorende behandelingen.

Lees verder

© 2018 - 2025 Miske, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Chemotherapie en de bijwerkingenOmdat kanker zoveel voorkomt onder mensheid is de term chemotherapie of chemokuur over het algemeen zwaar beladen. Maar…
Chemo-bommen. Methode chemotherapie, hoe werkt het?Chemo-bommen. Methode chemotherapie, hoe werkt het?Chemobommen of chemo-bommetjes. Het is een nieuwe methode van chemotherapie om kanker te behandelen. Chemobommen behande…
Chemo brein: wat veel oncologen niet vertellenKanker: een van de meest gevreesde ziekten van de 21e eeuw. Kanker is een aandoening die jaarlijks behoorlijk wat mensen…
Chemotherapie: wat is het en hoe werkt het?Chemotherapie: wat is het en hoe werkt het?Chemotherapie is een onderdeel van de behandeling voor patiënten met kanker. Chemotherapie wordt ook wel cytostatica of…

Adem ruikt naar poep: oorzaken van ademgeur van ontlastingAdem ruikt naar poep: oorzaken van ademgeur van ontlastingRuikt je adem naar poep of ontlasting? Je adem kan vies ruiken, niet alleen naar poep of ontlasting maar ook naar vis, a…
Redenen van + oplossingen tegen gasvorming in de darmenRedenen van + oplossingen tegen gasvorming in de darmenGasvorming in de darmen en/of de maag kan voor veel ongemak zorgen. Het duidt er veelal op dat er ergens iets niet goed…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: OpenClipart-Vectors, Pixabay
  • Geraadpleegd op 18 februari 2018:
  • 14 Chemotherapy-Related Adverse Effects, https://www.cancertherapyadvisor.com/14-chemotherapy-related-adverse-effects/slideshow/1352/
  • Alkylerende middelen, http://www.consumed.nl/medicijnen/groepen/2884
  • Chemotherapy and Cancer Treatment, Coping with Side Effects, https://www.medicinenet.com/script/main/art.asp?articlekey=21716
  • Chemotherapy Side Effects Series, https://www.cancer.gov/publications/patient-education/chemo-side-effects
  • Chemotherapy: effects and side effects, https://www.royalmarsden.nhs.uk/your-care/treatments/chemotherapy/chemotherapy-effects-and-side-effects
  • Chemotherapy: How It Works and How You'll Feel, https://www.webmd.com/cancer/chemotherapy-what-to-expect#1
  • Coëlho, Medisch Zakwoordenboek, digitale editie, versie 2010
  • Drugs: side effects of chemotherapy, https://www.acco.org/drugs-side-effects-of-chemotherapy/
  • Get ready for possible side effects of chemotherapy, https://www.mayoclinic.org/tests-procedures/chemotherapy/in-depth/get-ready-for-possible-side-effects-of-chemotherapy/art-20111159
  • Lung damage and chemotherapy, http://www.cancer.ca/en/cancer-information/diagnosis-and-treatment/chemotherapy-and-other-drug-therapies/chemotherapy/side-effects-of-chemotherapy/lung-damage-and-chemotherapy/?region=bc
  • Possible Side Effects Of Chemotherapy, https://www.macmillan.org.uk/information-and-support/treating/chemotherapy/side-effects-of-chemotherapy/possible-side-effects.html
  • Side Effects of Chemotherapy, https://www.mskcc.org/cancer-care/diagnosis-treatment/cancer-treatments/chemotherapy/side-effects-chemotherapy
  • Side-effects of chemotherapy, boek: Clinical Medicine, Door: Parveen Kumar, Michael Clark, Uitgeverij: Elsevier, ISBN: 9780702029936, blz. 462-463
  • Werkingsmechanisme, https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/platinaverbindingen
  • What are the side effects of chemotherapy?, http://breastcancernow.org/about-breast-cancer/are-you-having-breast-cancer-treatment/chemotherapy/what-are-the-side-effects-of-chemotherapy
  • What you need to know about chemotherapy, https://www.medicalnewstoday.com/articles/158401.php
  • Afbeelding bron 1: Concord90, Pixabay
Miske (4.039 artikelen)
Laatste update: 28-12-2024
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 19
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.