Urethrakanker: Kanker aan plasbuis met plasproblemen en pijn

- Wat is de urethra?
- Epidemiologie van kanker aan plasbuis
- Oorzaken
- Risicofactoren van aandoening
- Symptomen: Plasproblemen, bloedingen en pijn
- Diagnose en onderzoeken
- Late diagnose
- Kanker opsporen
- Kankerstadium bepalen
- Locatie van kanker
- Behandeling
- Prognose
- Overleving
- Complicaties
- Preventie
- Praktische omgangstips voor urethrakanker
- Medische behandeling en opvolging
- Symptomen verlichten en levensstijl aanpassen
- Misvattingen rond urethrakanker
- Urethrakanker komt alleen bij mannen voor
- Urethrakanker geeft altijd duidelijke symptomen
- Bloed in de urine betekent altijd urethrakanker
- Urethrakanker verspreidt zich niet naar andere delen van het lichaam
- Behandeling van urethrakanker betekent altijd een operatie
- Na behandeling is de kans op terugkeer nihil
- Urethrakanker heeft geen invloed op andere organen
Wat is de urethra?
De urethra is een holle buis die urine uit de blaas laat stromen naar de buitenkant van het lichaam. Bij vrouwen is de urethra ongeveer 2,5 centimeter lang en bevindt de urethra zich net boven de vagina. Bij mannen is de urethra langer (8 centimeter) en gaat deze door de prostaatklier en de penis naar de buitenkant van het lichaam. Bij mannen draagt de urethra ook sperma.Epidemiologie van kanker aan plasbuis
Urethrakanker is een zeldzame vorm van kanker die vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen. De incidentie van urethrakanker bedraagt 4,3 per miljoen bij mannen en 1,5 per miljoen bij vrouwen. De incidentie neemt echter toe met de leeftijd. Primaire urethrakanker (kanker van de plasbuis die ook daar gestart is) komt twee keer vaker voor bij Afro-Amerikanen dan bij mensen met een blanke huidskleur. Urethrakanker komt voor bij adolescenten, volwassenen en ouderen. De meeste patiënten die de diagnose krijgen, zijn tussen de zeventig en tachtig jaar oud.Oorzaken
Urethrakanker is een ziekte waarbij kwaadaardige cellen (kankercellen) zich in de weefsels van de urethra vormen. De cellen groeien abnormaal en ongecontroleerd in dit gebied. Waarom dit gebeurt, is niet bekend anno september 2024.Risicofactoren van aandoening
Enkele risicofactoren zijn bekend voor urethrakanker:- blaaskanker: Een voorgeschiedenis van blaaskanker verhoogt het risico op urethrakanker. Soms verschijnt blaaskanker en/of prostaatkanker wel gelijktijdig met urethrakanker.
- de inname van arseen
- frequente urineweginfecties
- seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's), waaronder het humaan papillomavirus (HPV), met name HPV type 16.
Symptomen: Plasproblemen, bloedingen en pijn
In de vroege stadia van de kanker heeft de patiënt mogelijk geen symptomen. Andere symptomen verschijnen meestal sluipend en bestaan uit:- een brok of gezwel in het perineum of de penis / een pijnloze knobbel of zwelling in de lies
- een purulente (etterige); stinkende of waterige afscheiding uit de urethra
- een zwelling
- hemospermie (bloed in het sperma)
- perineale (rond de anus) pijn, suprapubische pijn (pijn boven de schaamstreek) of urethrapijn
- pijn tijdens de geslachtsgemeenschap
- plasproblemen:
- een bloeding uit de urethra of bloed in de urine (hematurie)
- een zwakke of onderbroken urinestroom
- frequent urineren (pollakisurie), vooral ’s nachts (nycturie)
- incontinentie
- problemen met het starten van de urinestroom
- urineretentie (blaas niet volledig kunnen ledigen) door progressieve urethrale strictuur (plasbuisvernauwing)
- priapisme (zeer langdurige en vaak pijnlijke erectie van de penis)
- tenesmen (aanhoudende, pijnlijke stoelgangsdrang)
Diagnose en onderzoeken
Late diagnose
Het interval tussen het begin van de symptomen en de diagnose bedraagt mogelijk tot drie jaar. De patiënt krijgt namelijk vaak een verkeerde diagnose of anders zoekt hij geen medische hulp op. Vaak zijn dan reeds kankeruitzaaiingen aanwezig in het lichaam.

Kanker opsporen
De arts gebruikt diverse onderzoeken om urethrakanker te detecteren nadat hij een lichamelijk onderzoek uitgevoerd heeft en de medische geschiedenis van de patiënt heeft doorlopen:
- een biopsie (verwijdering van cel- of weefselmonsters uit de urethra, blaas en soms de prostaatklier, wat de arts microscopisch laat onderzoeken op tekenen van kanker)
- een digitaal rectaal onderzoek
- een gynaecologisch onderzoek
- een uitgebreid bloedonderzoek
- een ureteroscopie (inwendig kijkonderzoek van de ureter en het nierbekken)
- een urinealyse (een test om de kleur van urine en de inhoud ervan te controleren)
- een urinecytologie (een laboratoriumtest waarbij een laborant een urinemonster onder een microscoop controleert op de aanwezigheid van abnormale cellen)
Kankerstadium bepalen
Nadat urethrakanker is gediagnosticeerd, voert de arts meerdere onderzoeken uit om eventuele uitzaaiingen (metastasen) van de kankercellen op te sporen. Hiermee is het bovendien mogelijk om de locatie de urethrakanker vast te leggen wat nodig is voor het toepassen van de juiste behandeling. Urethrakanker zaait mogelijk snel uit naar weefsels rond de urethra en daarom stellen artsen pas vaak de diagnose wanneer reeds sprake is van lymfekliermetastasen (uitzaaiingen van de kanker in de lymfeklieren). Volgende onderzoeken zijn inzetbaar om het kankerstadium te bepalen:
- een CT-scan
- een MRI-scan
- een röntgenfoto van de organen en botten in de borst
- een urethrografie (een reeks röntgenfoto's van de urethra)
Locatie van kanker
Distale urethrakanker
Bij distale urethrakanker heeft de kanker zich niet diep in het weefsel verspreid. Bij vrouwen is het deel van de urethra aangetast dat zich het dichtst bij de buitenkant van het lichaam bevindt. Bij mannen is het deel van de urethra getroffen dat in de penis zit.
Proximale urethrakanker
Proximale urethrakanker tast het deel van de urethra aan dat niet tot de distale urethra behoort. Bij mannen en vrouwen is proximale urethra meestal diep in het weefsel aanwezig.
Terugkerende urethrakanker
Terugkerende urethrakanker duidt op kanker die is teruggekeerd nadat deze behandeld is. De kanker komt dan terug in de urethra zelf of in andere lichaamsdelen.
Behandeling
Er zijn verschillende soorten behandelingen voor patiënten met urethrakanker: chirurgie, radiotherapie en/of chemotherapie en actieve bewaking. Controle- en opvolgonderzoeken zijn vaak nodig. De voorkeursbehandeling is chirurgie.Prognose
De prognose en behandelingsopties van kanker aan de plasbuis zijn afhankelijk van:- de stadia van de ziekte (hoe ver de kanker zich verspreid heeft in en buiten de urethra)
- de graad van de kanker (hoe snel de kanker waarschijnlijk zal groeien en zich verspreiden)
- de algemene gezondheidstoestand van de patiënt
- de effectiviteit van de behandeling
Overleving
De overlevingspercentages verschillen per patiënt, afhankelijk van het kankerstadium, de graad van de kanker en andere factoren. De vijfjaarsoverleving bij patiënten met urethrakanker ligt tussen de 50 en 70 procent, afhankelijk van het stadium waarin de kanker wordt gedetecteerd en behandeld.
Complicaties
Mogelijke complicaties zijn onder andere:- urineretentie (onvermogen om de blaas volledig te legen)
- incontinentie (onvermogen om de controle over de urinestroom te behouden)
- pijn bij urineren
- dysfunctie van de geslachtsorganen
- kankerrecidief (terugkeer van kanker na behandeling)
Preventie
Er zijn geen specifieke preventiemethoden voor urethrakanker. Het risico kan mogelijk verminderd worden door het vermijden van bekende risicofactoren, zoals het vermijden van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen, behandeling van seksueel overdraagbare aandoeningen, en het onderhouden van een gezonde levensstijl.Praktische omgangstips voor urethrakanker
Urethrakanker is een zeldzame vorm van kanker die de plasbuis aantast. Deze aandoening kan pijn bij het plassen en andere urologische symptomen veroorzaken. Het is belangrijk voor patiënten om tijdig medische zorg te krijgen en hun gezondheid nauwlettend te monitoren.Medische behandeling en opvolging
Behandeling van urethrakanker kan bestaan uit chirurgie, bestraling of chemotherapie, afhankelijk van het stadium en type kanker. Het is cruciaal om regelmatig medische opvolging te hebben om de voortgang van de behandeling te volgen en complicaties te voorkomen. Na de behandeling kan vervolgonderzoek nodig zijn om ervoor te zorgen dat de kanker niet terugkeert.Patiënten moeten zich ook bewust zijn van mogelijke bijwerkingen van behandelingen, zoals vermoeidheid, infecties of urine-incontinentie, en moeten deze proactief bespreken met hun arts.
Symptomen verlichten en levensstijl aanpassen
Tijdens de behandeling kunnen patiënten pijn of ongemak ervaren bij het plassen. Het is belangrijk om pijnstillers of andere voorgeschreven medicatie in te nemen zoals aanbevolen door de arts. Zorg ervoor dat je voldoende vocht binnenkrijgt om de urinewegen te spoelen, maar vermijd overmatige vochtinname als dit je ongemak verergert.Indien nodig, kunnen patiënten hulpmiddelen voor incontinentie gebruiken om zich meer comfortabel en zelfverzekerd te voelen tijdens het herstelproces. Het kan ook nuttig zijn om voedingsaanpassingen te maken, zoals het verminderen van irriterende voedingsmiddelen (bijvoorbeeld cafeïne of gekruid voedsel) die de urinewegen kunnen prikkelen.