Insulineresistentie: Cellen zijn ongevoelig voor insuline
Insulineresistentie (verminderde glucosetolerantie) is een veel voorkomende aandoening waarbij cellen in de spieren, het lichaamsvet en de lever niet meer reageren op het hormoon insuline. Hierdoor wordt glucose (bloedsuiker: belangrijkste energiebron van het lichaam) niet meer uit de bloedbaan gehaald om het in de cellen te plaatsen. Dit resulteert in een verhoogde bloedsuikerspiegel en een verhoogd insulinegehalte in het bloed. Deze aandoening veroorzaakt weinig symptomen. Het is echter zeer belangrijk om deze aandoening op te sporen omdat insulineresistentie het risico op diabetes mellitus (suikerziekte) en andere aandoeningen verhoogt. Een gezonde voeding eten, meer bewegen, andere aanpassingen in de levensstijl en soms medicijnen zijn nodig.
Oorzaken van cellen die ongevoelig zijn voor insuline
Insuline is een hormoon dat werkt als een sleutel. Het ontgrendelt de cellen om glucose (een soort suiker dat werkt als energiebron) die uit het bloed komen, binnen te laten in de cellen. Dankzij de suiker in de cellen kan energie aangemaakt worden. Soms werkt dit proces niet goed en bouwt glucose zich op in het bloed, zelfs als een patiënt meer insuline aanmaakt.
Insulineresistentie is een aandoening waarbij de cellen niet meer of niet normaal reageren op insuline. Ze worden met andere woorden 'resistent' tegen de insuline. De cellen kunnen insuline niet meer zo effectief gebruiken, wat leidt tot een
hoge bloedsuikerspiegel (hyperglykemie). Bètacellen in het pancreas verhogen vervolgens hun productie van insuline omdat ze de bloedsuikerspiegel willen verlagen. Dit draagt verder bij aan een hoog insulinegehalte in het bloed (hyperinsulinemie). Dit proces houdt langdurig aan, waarbij de cellen steeds meer insulineresistent worden, en uiteindelijk ook zowel de insulinespiegel als de bloedsuikerspiegel stijgen. Het pancreas kan de insulineproductie niet meer bijhouden, waardoor de cellen in het pancreas mogelijk schade oplopen. Dit leidt tot een verminderde insulineproductie, dus dan bevinden zich te lage hoeveelheden insuline in het bloed en reageren de cellen ook niet meer op het beetje insuline dat beschikbaar is. Dit leidt tot erg hoge bloedsuikerspiegels in het bloed.
Wetenschappers weten anno oktober 2020 niet zeker waarom de cellen niet meer reageren en waarom insulineresistentie dus tot stand komt.
Risicofactoren van insulineresistent zijn
Bloed- en hartproblemen
Sommige problemen met het bloedsysteem verhogen eveneens de kans op insulineresistentie, waaronder een laag HDL-cholesterolgehalte (goede
cholesterol), hoge niveaus triglyceriden (soort vet) in het bloed,
hartaandoeningen, een eerdere
beroerte en bloedvataandoeningen in de nek of
benen.
Familiegeschiedenis
Patiënten met een achtergrond Afro-Amerikaanse, Latijns-Amerikaanse, Indiaanse, Aziatisch-Amerikaanse of Pacifische eiland afkomst hebben meer kans om resistent te worden tegen insuline. Als de patiënt een ouder, broer of zus met diabetes mellitus (
suikerziekte) type 2 heeft, is het risico eveneens groter. Als de moeder suikerziekte had terwijl ze zwanger was (
zwangerschapsdiabetes), stijgt het risico eveneens.
Gerelateerde ziekten
Insulineresistentie is gekoppeld aan hart- en vaatziekten,
bloedstolsels in de bloedvaten, een
nierziekte, een
leverziekte, het
polycysteus ovariumsyndroom (PCOS) en
reumatoïde artritis (
ontsteking van gewrichten en organen).
Ongezonde levensstijl
De kansen om insulineresistent te worden, stijgen bij
zwaarlijvigheid, niet voldoende beweging, een
slaapgebrek of een
hoge bloeddruk. Ook
roken vormt een risicofactor voor insulineresistentie.
Symptomen
Geen tekenen
Meestal heeft een patiënt met insulineresistentie geen klachten. Het is dus goed mogelijk dat een patiënt reeds lang lijdt aan de aandoening zonder hiervan op de hoogte te zijn. Patiënten met ernstige insulineresistentie krijgen soms donkere, fluweelachtige plekken op de nek, de ellebogen, de knieën, de
handen en de
oksels. Deze
huidaandoening staat bekend als
acanthosis nigricans.
Insulineresistentie is onderdeel van het
metabool syndroom. Patiënten met het metabool syndroom hebben ten minste drie van deze kenmerken:
- een grote taille
- hoge triglyceriden
- een laag HDL-cholesterolgehalte
- een hoge bloeddruk
- een bloedglucose die hoger is dan normaal
Deze aandoening verhoogt de kansen op diabetes mellitus, een hartziekte en een beroerte.
Diagnose en onderzoeken
Het diagnosticeren van insulineresistentie is gecompliceerd. De arts gebruikt daarom een test voor het opsporen van
prediabetes (bloedsuikerspiegel die hoger is dan zou mogen zijn). Een laboratorium test het glucosegehalte in het bloed nadat patiënt een tijdje niet hebt gegeten heeft of test een 'gemiddeld' bloedsuikerniveau van de afgelopen maanden (
HbA1c-test). Wanneer de waarden hoger zijn dan normaal, dan lijdt de patiënt mogelijk aan insulineresistentie.
Behandeling van insulineresistentie

Stoppen met roken is belangrijk /
Bron: Geralt, PixabayBetere levensstijl hanteren
Stoppen met roken, voldoende slapen en afvallen bij overgewicht zijn nog andere tips om insulineresistentie te behandelen.
Goede voeding eten
Minder snoep en dierlijke vetten eten is belangrijk. De patiënt moet namelijk veel groenten, fruit en volle granen consumeren
gezonde en evenwichtige voeding). Dit voedingsplan helpt eveneens om op een gezond gewicht te komen en te blijven. De cellen kunnen hierdoor insuline ook beter gebruiken. Het DASH-dieet, voor patiënten met een hoge bloeddruk, is een goed dieet voor patiënten met insulineresistentie. De patiënt beperkt hierbij ook zout.
Meer bewegen
Lichaamsbeweging is belangrijk voor het bestrijden van insulineresistentie. Net als een gezond dieet, helpt dit om af te vallen. Lichaamsbeweging helpt de cellen ook om insuline te gebruiken, vooral in de spieren. Minstens dertig minuten activiteit per dag gedurende de meeste dagen per week uitvoeren is essentieel.
Medicatie
Veranderingen in de levensstijl zijn de beste behandeling voor insulineresistentie. Maar als de patiënt lijdt aan insulineresistentie en zeer waarschijnlijk diabetes mellitus type 2 krijgt, moet de patiënt mogelijk starten met het
geneesmiddel metformine. Dit voorkomt diabetes type 2 of stelt deze aandoening uit. De arts schrijft deze medicijnen vooral voor voor jongere, zwaardere patiënten met een zeer hoge kans om de aandoening te ontwikkelen. Metformine is eveneens nuttig om suikerziekte type 2 te voorkomen bij vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad.
Complicaties: Ontwikkeling naar suikerziekte
Insulineresistentie verhoogt het risico op prediabetes, diabetes mellitus type 2 en tal van andere ernstige gezondheidsproblemen, waaronder een
hartaanval, een beroerte en
kanker. Verder ontstaat meer kans op het krijgen van
niet-alcoholische leververvetting, waardoor leverschade ontstaat en de patiënt ook sneller lijdt aan een hartaandoening. Als een patiënt vroegtijdig insulineresistentie constateert en wijzigingen in de levensstijl aanbrengt, is het mogelijk om deze aandoeningen te voorkomen.
Lees verder