Insulineresistentie: Cellen zijn ongevoelig voor insuline
Insulineresistentie (verminderde glucosetolerantie) is een veel voorkomende aandoening waarbij cellen in de spieren, het lichaamsvet en de lever niet meer reageren op het hormoon insuline. Hierdoor wordt glucose (bloedsuiker: belangrijkste energiebron van het lichaam) niet meer uit de bloedbaan gehaald om het in de cellen te plaatsen. Dit resulteert in een verhoogde bloedsuikerspiegel en een verhoogd insulinegehalte in het bloed. Deze aandoening veroorzaakt weinig symptomen. Het is echter zeer belangrijk om deze aandoening op te sporen omdat insulineresistentie het risico op diabetes mellitus (suikerziekte) en andere aandoeningen verhoogt. Een gezonde voeding eten, meer bewegen, andere aanpassingen in de levensstijl en soms medicijnen zijn nodig.
Epidemiologie van insulineresistentie
Insulineresistentie is een aandoening waarbij de cellen in het lichaam minder gevoelig zijn voor insuline, een hormoon dat essentieel is voor de regulatie van de bloedsuikerspiegel. Deze aandoening komt veel voor en is een belangrijke factor in de ontwikkeling van type 2 diabetes mellitus. Ongeveer 25% van de volwassen bevolking in ontwikkelde landen heeft insulineresistentie, en het percentage is stijgend door toenemende obesitas en sedentair levensstijl. Het komt vaker voor bij mensen met overgewicht, vooral abdominale obesitas, en is ook een risicofactor voor andere metabole aandoeningen.
Mechanisme
Insulineresistentie ontstaat wanneer de cellen in het lichaam minder gevoelig worden voor insuline. Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier wordt geproduceerd en helpt bij het transporteren van glucose (suiker) uit het bloed naar de cellen, waar het wordt gebruikt voor energie. Wanneer de cellen resistent worden tegen insuline, reageert het lichaam minder goed op dit hormoon, wat resulteert in verhoogde bloedsuikerspiegels.
Hoe insulineresistentie zich ontwikkelt
Wanneer de cellen minder gevoelig zijn voor insuline, probeert het lichaam dit te compenseren door meer insuline te produceren. Dit kan leiden tot verhoogde insulineniveaus in het bloed (hyperinsulinemie). In een poging om de bloedsuikerspiegel te verlagen, blijft het lichaam insuline aanmaken, maar deze extra insuline heeft steeds minder effect, wat kan leiden tot chronisch verhoogde bloedsuikerspiegels. Op lange termijn kan dit de alvleesklier uitputten, wat de productie van insuline verder vermindert.
De rol van vetweefsel en ontstekingen
Vetweefsel, vooral buikvet, speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van insulineresistentie. Overtollig vet kan ontstekingen in het lichaam veroorzaken, wat de werking van insuline verstoort. Deze ontstekingen leiden tot de productie van ontstekingsstoffen (cytokines) die insuline blokkeren, waardoor de cellen minder gevoelig worden voor het hormoon.
Genetische factoren en insulineresistentie
Er is bewijs dat genetische factoren een rol spelen bij insulineresistentie. Mensen met een familiegeschiedenis van diabetes of andere metabole aandoeningen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van insulineresistentie. Genen die de manier waarop het lichaam insuline verwerkt beïnvloeden, kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de aandoening.
Oorzaken van cellen die ongevoelig zijn voor insuline
Insuline is een hormoon dat werkt als een sleutel. Het ontgrendelt de cellen om glucose (een soort suiker dat werkt als energiebron) die uit het bloed komen, binnen te laten in de cellen. Dankzij de suiker in de cellen kan energie aangemaakt worden. Soms werkt dit proces niet goed en bouwt glucose zich op in het bloed, zelfs als een patiënt meer insuline aanmaakt.
Insulineresistentie is een aandoening waarbij de cellen niet meer of niet normaal reageren op insuline. Ze worden met andere woorden 'resistent' tegen de insuline. De cellen kunnen insuline niet meer zo effectief gebruiken, wat leidt tot een
hoge bloedsuikerspiegel (hyperglykemie). Bètacellen in het pancreas verhogen vervolgens hun productie van insuline omdat ze de bloedsuikerspiegel willen verlagen. Dit draagt verder bij aan een hoog insulinegehalte in het bloed (hyperinsulinemie). Dit proces houdt langdurig aan, waarbij de cellen steeds meer insulineresistent worden, en uiteindelijk ook zowel de insulinespiegel als de bloedsuikerspiegel stijgen. Het pancreas kan de insulineproductie niet meer bijhouden, waardoor de cellen in het pancreas mogelijk schade oplopen. Dit leidt tot een verminderde insulineproductie, dus dan bevinden zich te lage hoeveelheden insuline in het bloed en reageren de cellen ook niet meer op het beetje insuline dat beschikbaar is. Dit leidt tot erg hoge bloedsuikerspiegels in het bloed.
Wetenschappers weten anno oktober 2020 niet zeker waarom de cellen niet meer reageren en waarom insulineresistentie dus tot stand komt.
Risicofactoren van insulineresistent zijn
Bloed- en hartproblemen
Sommige problemen met het bloedsysteem verhogen eveneens de kans op insulineresistentie, waaronder een laag HDL-cholesterolgehalte (goede
cholesterol), hoge niveaus triglyceriden (soort vet) in het bloed,
hartaandoeningen, een eerdere
beroerte en bloedvataandoeningen in de nek of
benen.
Familiegeschiedenis
Patiënten met een achtergrond Afro-Amerikaanse, Latijns-Amerikaanse, Indiaanse, Aziatisch-Amerikaanse of Pacifische eiland afkomst hebben meer kans om resistent te worden tegen insuline. Als de patiënt een ouder, broer of zus met diabetes mellitus (
suikerziekte) type 2 heeft, is het risico eveneens groter. Als de moeder suikerziekte had terwijl ze zwanger was (
zwangerschapsdiabetes), stijgt het risico eveneens.
Gerelateerde ziekten
Insulineresistentie is gekoppeld aan hart- en vaatziekten,
bloedstolsels in de bloedvaten, een
nierziekte, een
leverziekte, het
polycysteus ovariumsyndroom (PCOS) en
reumatoïde artritis (
ontsteking van gewrichten en organen).
Ongezonde levensstijl
De kansen om insulineresistent te worden, stijgen bij
zwaarlijvigheid, niet voldoende beweging, een
slaapgebrek of een
hoge bloeddruk. Ook
roken vormt een risicofactor voor insulineresistentie.
Risicogroepen
Er zijn bepaalde groepen mensen die een verhoogd risico lopen om insulineresistentie te ontwikkelen. Deze risicogroepen hebben een grotere kans op het ontwikkelen van diabetes type 2, hartziekten en andere metabole aandoeningen.
Mensen met een familiegeschiedenis van diabetes
Genetische factoren spelen een belangrijke rol bij insulineresistentie. Mensen met een familiegeschiedenis van type 2 diabetes of andere metabole aandoeningen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van insulineresistentie, omdat zij genetisch gevoeliger kunnen zijn voor het niet goed reageren op insuline.
Ouderen
De kans op insulineresistentie neemt toe naarmate mensen ouder worden. Bij ouderen neemt de spiermassa af en het vetweefsel neemt toe, vooral rond de buik. Dit verhoogt de kans op insulineresistentie, aangezien spierweefsel de belangrijkste plaats is waar glucose wordt gebruikt voor energie.
Vrouwen na de menopauze
Na de menopauze ondergaan vrouwen hormonale veranderingen die bijdragen aan een verhoogd risico op insulineresistentie. De afname van oestrogeen kan de vetverdeling in het lichaam veranderen, waardoor vet zich gemakkelijker ophoopt rond de buik. Dit verhoogt het risico op insulineresistentie en andere metabole aandoeningen.
Bepaalde etnische groepen
Bepaalde etnische groepen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van insulineresistentie, waaronder Afro-Amerikanen, Latijns-Amerikanen en inheemse Amerikanen. Dit kan te maken hebben met genetische factoren en een verhoogde prevalentie van andere risicofactoren zoals obesitas.
Mensen met een ongezonde levensstijl
Mensen die een ongezonde levensstijl hanteren, zoals slechte eetgewoonten, gebrek aan lichaamsbeweging, overmatig alcoholgebruik en roken, hebben een verhoogd risico op insulineresistentie. Het aanpassen van deze gewoonten kan helpen om het risico te verlagen en de gezondheid te verbeteren.
Symptomen
Geen tekenen
Meestal heeft een patiënt met insulineresistentie geen klachten. Het is dus goed mogelijk dat een patiënt reeds lang lijdt aan de aandoening zonder hiervan op de hoogte te zijn. Patiënten met ernstige insulineresistentie krijgen soms donkere, fluweelachtige plekken op de nek, de ellebogen, de knieën, de
handen en de
oksels. Deze
huidaandoening staat bekend als
acanthosis nigricans.
Insulineresistentie is onderdeel van het
metabool syndroom. Patiënten met het metabool syndroom hebben ten minste drie van deze kenmerken:
- een grote taille
- hoge triglyceriden
- een laag HDL-cholesterolgehalte
- een hoge bloeddruk
- een bloedglucose die hoger is dan normaal
Deze aandoening verhoogt de kansen op diabetes mellitus, een hartziekte en een beroerte.
Alarmsymptomen van insulineresistentie
Insulineresistentie zelf kan vaak asymptomatisch zijn, maar de volgende symptomen kunnen wijzen op een mogelijke aanwezigheid van de aandoening:
- Onverklaarbare gewichtstoename: Vooral rond de buikstreek.
- Vermoeidheid: Voelen van moeheid of vermoeidheid, vooral na maaltijden.
- Huidafwijkingen: Veranderingen in de huid zoals donkere verkleuringen in de hals of oksels, bekend als acanthosis nigricans.
- Frequent urineren en verhoogde dorst: Dit kan een aanwijzing zijn van vergevorderde insulineresistentie die leidt tot diabetes.
Diagnose en onderzoeken
Het diagnosticeren van insulineresistentie is gecompliceerd. De arts gebruikt daarom een test voor het opsporen van
prediabetes (bloedsuikerspiegel die hoger is dan zou mogen zijn). Een laboratorium test het glucosegehalte in het bloed nadat patiënt een tijdje niet hebt gegeten heeft of test een 'gemiddeld' bloedsuikerniveau van de afgelopen maanden (
HbA1c-test). Wanneer de waarden hoger zijn dan normaal, dan lijdt de patiënt mogelijk aan insulineresistentie.
Behandeling van insulineresistentie
Stoppen met roken is belangrijk /
Bron: Geralt, PixabayBetere levensstijl hanteren
Stoppen met roken, voldoende slapen en afvallen bij overgewicht zijn nog andere tips om insulineresistentie te behandelen.
Goede voeding eten
Minder snoep en dierlijke vetten eten is belangrijk. De patiënt moet namelijk veel groenten, fruit en volle granen consumeren
gezonde en evenwichtige voeding). Dit voedingsplan helpt eveneens om op een gezond gewicht te komen en te blijven. De cellen kunnen hierdoor insuline ook beter gebruiken. Het DASH-dieet, voor patiënten met een hoge bloeddruk, is een goed dieet voor patiënten met insulineresistentie. De patiënt beperkt hierbij ook zout.
Meer bewegen
Lichaamsbeweging is belangrijk voor het bestrijden van insulineresistentie. Net als een gezond dieet, helpt dit om af te vallen. Lichaamsbeweging helpt de cellen ook om insuline te gebruiken, vooral in de spieren. Minstens dertig minuten activiteit per dag gedurende de meeste dagen per week uitvoeren is essentieel.
Medicatie
Veranderingen in de levensstijl zijn de beste behandeling voor insulineresistentie. Maar als de patiënt lijdt aan insulineresistentie en zeer waarschijnlijk diabetes mellitus type 2 krijgt, moet de patiënt mogelijk starten met het
geneesmiddel metformine. Dit voorkomt diabetes type 2 of stelt deze aandoening uit. De arts schrijft deze medicijnen vooral voor voor jongere, zwaardere patiënten met een zeer hoge kans om de aandoening te ontwikkelen. Metformine is eveneens nuttig om suikerziekte type 2 te voorkomen bij vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad.
Prognose van insulineresistentie
De prognose van insulineresistentie varieert afhankelijk van de ernst van de aandoening en de effectiviteit van de behandeling. Indien onbehandeld, kan insulineresistentie leiden tot de ontwikkeling van type 2 diabetes mellitus, cardiovasculaire aandoeningen en andere metabole syndromen. Met vroege opsporing en behandeling kan echter het risico op deze complicaties aanzienlijk worden verminderd. Levensstijlveranderingen zoals gewichtsverlies, regelmatige lichaamsbeweging en dieetverbeteringen zijn vaak effectief in het verbeteren van insulinegevoeligheid en het beheren van de aandoening.
Complicaties: Ontwikkeling naar suikerziekte
Insulineresistentie verhoogt het risico op prediabetes, diabetes mellitus type 2 en tal van andere ernstige gezondheidsproblemen, waaronder een
hartaanval, een beroerte en
kanker. Verder ontstaat meer kans op het krijgen van
niet-alcoholische leververvetting, waardoor leverschade ontstaat en de patiënt ook sneller lijdt aan een hartaandoening. Als een patiënt vroegtijdig insulineresistentie constateert en wijzigingen in de levensstijl aanbrengt, is het mogelijk om deze aandoeningen te voorkomen.
Preventie van Insulineresistentie
Gezonde voeding
Een gezonde voeding speelt een cruciale rol in de preventie van insulineresistentie. Het is belangrijk om een evenwichtig dieet te volgen dat rijk is aan vezels, zoals groenten, fruit, volle granen en peulvruchten. Vermijd overmatige inname van geraffineerde suikers en bewerkte voedingsmiddelen, die bijdragen aan gewichtstoename en verhoogde bloedsuikerspiegels. Eet gezonde vetten, zoals die in noten, zaden en vette vis, en kies voor magere eiwitten. Het handhaven van een gezond eetpatroon kan helpen om de insulinegevoeligheid te verbeteren en het risico op insulineresistentie te verlagen.
Regelmatige lichaamsbeweging
Fysieke activiteit is essentieel voor de preventie van insulineresistentie. Regelmatige lichaamsbeweging, zoals wandelen, fietsen, of krachttraining, helpt de insulinegevoeligheid te verbeteren en de bloedsuikerspiegel onder controle te houden. Streef naar ten minste 150 minuten matige aerobe activiteit per week, gecombineerd met spierversterkende oefeningen op twee of meer dagen per week. Lichaamsbeweging bevordert de glucoseopname door de spieren en helpt bij het handhaven van een gezond lichaamsgewicht.
Gezond gewicht onderhouden
Overgewicht en obesitas zijn belangrijke risicofactoren voor insulineresistentie. Het handhaven van een gezond gewicht door een combinatie van gezonde voeding en regelmatige lichaamsbeweging kan het risico op insulineresistentie aanzienlijk verminderen. Als je overgewicht hebt, kan zelfs een bescheiden gewichtsverlies van 5-10% van je lichaamsgewicht al een aanzienlijke verbetering in de insulinegevoeligheid opleveren.
Stressbeheer
Chronische stress kan bijdragen aan insulineresistentie door het verhogen van de productie van stresshormonen zoals cortisol, die de bloedsuikerspiegel kunnen verhogen. Het is belangrijk om stress te beheersen door middel van ontspanningstechnieken zoals meditatie, diepe ademhalingsoefeningen, en het vinden van tijd voor activiteiten die je plezier doen. Regelmatige slaap en het vermijden van overmatige werkdruk kunnen ook helpen bij het verminderen van stressniveaus.
Regelmatige medische controles
Regelmatige medische controles zijn belangrijk voor het vroegtijdig opsporen van risicofactoren voor insulineresistentie. Het is raadzaam om periodiek je bloedsuikerspiegel, bloeddruk en cholesterolgehalte te laten controleren, vooral als je een familiegeschiedenis van diabetes hebt of andere risicofactoren vertoont. Vroege detectie van verhoogde bloedsuikerspiegels of andere metabole afwijkingen kan helpen bij het implementeren van preventieve maatregelen en het verminderen van het risico op insulineresistentie.
Beperk alcoholinname en stop met roken
Overmatige alcoholconsumptie en roken zijn beide risicofactoren voor insulineresistentie en metabole aandoeningen. Het beperken van alcoholinname tot gematigde hoeveelheden en het stoppen met roken kan bijdragen aan een verbeterde insulinegevoeligheid en een lager risico op het ontwikkelen van insulineresistentie. Het vermijden van deze schadelijke gewoonten ondersteunt ook de algehele gezondheid en helpt bij het handhaven van een gezond lichaamsgewicht.
Lees verder