Rabson-Mendenhall-syndroom: Ziekte met insulineresistentie
Bij het Rabson-Mendenhall-syndroom kan het lichaam insuline niet gebruiken zoals het zou moeten. De insulineresistentie leidt uiteindelijk tot een erg hoge bloedsuikerspiegel en diabetes mellitus (suikerziekte). Vele lichaamsdelen zijn aangetast door de ziekte. De patiënt presenteert zich met afwijkingen aan onder andere de huid, de organen en de nagels. De behandeling bestaat uit hoge doses insuline en/of recombinante insulineachtige groeifactor. De prognose van deze aandoening is tot slot somber.
Synoniemen Rabson-Mendenhall-syndroom
Volgende synoniemen zijn bekend voor het Rabson-Mendenhall-syndroom (RMS):
- hyperplasie van de pijnappelklier, insulineresistente diabetes mellitus en somatische afwijkingen
- Mendenhall-syndroom
- pijnlijke hyperplasie en diabetes mellitus syndroom
Oorzaken: Ernstige insulineresistentie
Diabetes mellitus
Het Rabson-Mendenhall-syndroom is een zeldzame aandoening die zich kenmerkt door ernstige insulineresistentie. De weefsels en organen van het lichaam reageren hierbij niet goed op het hormoon insuline. Insuline helpt normaal gezien om de bloedsuikerspiegel te reguleren. Het hormoon regelt namelijk hoeveel suiker (in de vorm van glucose) wordt vrijgegeven in de bloedbaan en naar de cellen gaat, die het dan gebruiken als energiebron. Bij patiënten met het Rabson-Mendenhall-syndroom, is de bloedsuikerspiegel ontregelt door de insulineresistentie, hetgeen uiteindelijk leidt tot
diabetes mellitus. De bloedsuikerspiegel wordt hierbij gevaarlijk hoog (
hyperglykemie).
Genetische mutatie
Het Rabson-Mendenhall-syndroom maakt deel uit van een groep aandoeningen die artsen bestempelen als ‘ernstige insulineresistentiesyndromen’. Deze omvatten het syndroom van Donohue en het type A insulineresistentiesyndroom. Het Rabson-Mendenhal-syndroom is een erfelijke aandoening die optreedt door een wijziging in het INSR-gen. Er zijn twee kopieën van een gewijzigd INSR-gen (elk van een ouder geërfd) nodig om de aandoening te veroorzaken (autosomaal recessief overervingspatroon).
Symptomen
De symptomen presenteren zich in het eerste levensjaar en zijn bij sommige patiënten ernstiger dan bij andere patiënten.
Volgende symptomen komen mogelijk tot uiting:
- baby’s zijn kleiner zijn dan normaal (ook al voor de geboorte) en hebben moeite om bij te komen in gewicht.
- beharing: overmatige lichaamsbeharing (hypertrichose), mannelijk patroon van haargroei (hirsutisme)
- diabetes mellitus, die soms levensbedreigende ketoacidose veroorzaakt
- een langzame groei voor en na de geboorte
- een zwelling in de buik
- eierstokcysten
- grotere organen dan normaal, inclusief de nieren, het hart, de penis en de clitoris
- hoofd en gezicht: een ruwe huid, een grote ruimte tussen de ogen, een brede neus, diepe groeven in de tong en groter dan normale oren, lippen en kaken
- huid: een droge huid, acanthosis nigricans (huid die donkerder en dikker wordt), een fluweel aanvoelende huid (vooral in gebieden waar huidplooien zich bevinden, zoals de oksels en de nek), heel weinig vet onder de huid
- nagels: dikkere nagels dan normaal
- nierproblemen
- spieren: spierverlies (spieratrofie), spierzwakte
- tanden: veel groter dan normaal, meer tanden dan normaal (hyperdontie) of andere tandafwijkingen
- vergroting van tepels

Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Voor de arts vormt het een uitdaging om het Rabson-Mendenhall-syndroom te onderscheiden van het Donohuesyndroom. De arts voert een lichamelijk onderzoek uit en stelt aan de ouders vragen over de symptomen en gezondheidsgeschiedenis. Hij voert vervolgens een
bloedonderzoek uit om de bloedsuikerspiegel en het insulinegehalte van het kind te controleren.
Behandeling
De behandeling van het Rabson-Mendenhall-syndroom vereist meestal een team van artsen, chirurgen, tandartsen en anderen. Ook is soms psychologische ondersteuning nodig voor de ouders. Omdat er geen genezing is voor de ziekte anno oktober 2020, richt de behandeling zich vaak op de aanwezige symptomen. De arts voert een chirurgische ingreep uit om om
cysten te verwijderen of gebitsproblemen op te lossen. Soms gebruiken artsen hoge doses insuline of bepaalde medicijnen die het lichaam helpen om insuline te gebruiken, maar vaak werken deze niet of niet lang. Artsen zoeken steeds naar betere behandelingsmogelijkheden voor hyperglykemie (hoge bloedsuikerspiegel) dor de ernstige
insulineresistentie. Deze behandelingen hebben tot nu toe goede resultaten opgeleverd, maar er is anno oktober 2020 meer onderzoek nodig naar de werking van volgende
medicijnen.
Biguaniden
Dit zijn medicijnen die ervoor zorgen dat het lichaam minder glucose (suiker) maakt en het gebruik van insuline verhoogt.
Leptine
Dit eiwit helpt bij de regulering van de bloedsuikerspiegel en het insulinegehalte in het bloed.
Recombinante insulineachtige groeifactor I (rhIGF-I)
Dit eiwit behandelt ketoacidose die het gevolg is van de ernstige insulineresistentie. Bij ketoacidose gebeurt een opbouw van ketonen, een stof die ontstaat wanneer het lichaam vet afbreekt voor energie in plaats van suiker.
Prognose van zeldzame ziekte
De kwaliteit van leven is zwaar aangetast en de prognose van patiënten met het Rabson-Mendenhall-syndroom is slecht. Dit is het gevolg van het ontbreken van een langdurige behandeling. De levensverwachting bedraagt één à twee jaar nadat de diagnose gesteld is.
Complicaties van erfelijke aandoening
De dood is meestal het gevolg van complicaties van diabetes mellitus, zoals een giftige opbouw van ketonen (zuren) (diabetische ketoacidose).