Rabson-Mendenhall-syndroom: Ziekte met insulineresistentie
Het Rabson-Mendenhall-syndroom is een uiterst zeldzame aandoening. De exacte prevalentie is onbekend, maar het wordt beschouwd als een syndroom met een prevalentie van minder dan 1 op 1.000.000. Het komt voor bij mensen van verschillende etnische achtergronden en vertoont geen specifieke geografische of demografische voorkeuren. Vanwege de zeldzaamheid van de aandoening zijn uitgebreide epidemiologische gegevens beperkt en zijn de meeste informatie en statistieken gebaseerd op casestudies en klinische observaties.
Synoniemen Rabson-Mendenhall-syndroom
Volgende synoniemen zijn bekend voor het Rabson-Mendenhall-syndroom (RMS):
- hyperplasie van de pijnappelklier, insulineresistente diabetes mellitus en somatische afwijkingen
- Mendenhall-syndroom
- pijnlijke hyperplasie en diabetes mellitus syndroom
Epidemiologie
Het Rabson-Mendenhall-syndroom is een zeldzame aandoening met een onbekende exacte prevalentie, maar het wordt beschouwd als een uiterst zeldzaam syndroom. Het komt voornamelijk voor bij mensen van verschillende etnische achtergronden zonder specifieke geografische of demografische voorkeuren. Vanwege de zeldzaamheid van de aandoening zijn uitgebreide epidemiologische gegevens beperkt en meestal gebaseerd op casestudies en klinische observaties.
Oorzaken
Genetische mutatie
Het Rabson-Mendenhall-syndroom is een erfelijke aandoening die optreedt door een wijziging in het INSR-gen. Dit gen is verantwoordelijk voor de insuline-receptoren die essentieel zijn voor het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Er zijn twee kopieën van een gewijzigd INSR-gen (elk van een ouder geërfd) nodig om de aandoening te veroorzaken (autosomaal recessief overervingspatroon).
Ernstige insulineresistentie
Het Rabson-Mendenhall-syndroom wordt gekarakteriseerd door ernstige insulineresistentie, waarbij de weefsels en organen van het lichaam niet goed reageren op insuline. Dit leidt tot een ontregeling van de bloedsuikerspiegel en uiteindelijk tot diabetes mellitus. De insulineresistentie bij deze aandoening is uitzonderlijk ernstig en moeilijk te behandelen met conventionele methoden.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactor voor het Rabson-Mendenhall-syndroom is genetisch van aard. Een familiegeschiedenis van ernstige insulineresistentiesyndromen kan een verhoogd risico aangeven. Omdat de aandoening autosomaal recessief is, moet een individu twee gemuteerde kopieën van het INSR-gen erven (één van elke ouder) om de aandoening te ontwikkelen. Er zijn geen bekende omgevingsfactoren die het risico verhogen.
Symptomen
De symptomen presenteren zich in het eerste levensjaar en zijn bij sommige patiënten ernstiger dan bij andere patiënten.
Volgende symptomen komen mogelijk tot uiting:
- baby’s zijn kleiner dan normaal (ook al voor de geboorte) en hebben moeite om bij te komen in gewicht.
- Beharing: overmatige lichaamsbeharing (hypertrichose), mannelijk patroon van haargroei (hirsutisme).
- Diabetes mellitus, die soms levensbedreigende ketoacidose veroorzaakt.
- Een langzame groei voor en na de geboorte.
- Een zwelling in de buik.
- Eierstokcysten.
- Grotere organen dan normaal, inclusief de nieren, het hart, de penis en de clitoris.
- Hoofd en gezicht: een ruwe huid, een grote ruimte tussen de ogen, een brede neus, diepe groeven in de tong en groter dan normale oren, lippen en kaken.
- Huid: een droge huid, acanthosis nigricans (huid die donkerder en dikker wordt), een fluweel aanvoelende huid (vooral in gebieden waar huidplooien zich bevinden, zoals de oksels en de nek), heel weinig vet onder de huid.
- Nagels: dikkere nagels dan normaal.
- Nierproblemen.
- Spieren: spierverlies (spieratrofie), spierzwakte.
- Tanden: veel groter dan normaal, meer tanden dan normaal (hyperdontie) of andere tandafwijkingen.
- Vergroting van tepels.
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van het Rabson-Mendenhall-syndroom kunnen onder andere een ernstige stijging van de bloedsuikerspiegel (hyperglykemie) en symptomen van diabetes mellitus zijn, zoals frequente urinelozing, dorst en vermoeidheid. Ook symptomen van ketoacidose, zoals braken, verwarring en ademhalingsproblemen, kunnen optreden en vereisen onmiddellijke medische aandacht.
Diagnose en onderzoeken
Voor de arts vormt het een uitdaging om het Rabson-Mendenhall-syndroom te onderscheiden van het Donohuesyndroom. De arts voert een lichamelijk onderzoek uit en stelt aan de ouders vragen over de symptomen en gezondheidsgeschiedenis. Hij voert vervolgens een
bloedonderzoek uit om de bloedsuikerspiegel en het insulinegehalte van het kind te controleren. Genetisch onderzoek kan ook worden uitgevoerd om de aanwezigheid van mutaties in het INSR-gen te bevestigen.
Behandeling
De behandeling van het Rabson-Mendenhall-syndroom vereist meestal een team van artsen, chirurgen, tandartsen en anderen. Ook is soms psychologische ondersteuning nodig voor de ouders. Omdat er geen genezing is voor de ziekte anno september 2024, richt de behandeling zich vaak op de aanwezige symptomen. De arts voert een chirurgische ingreep uit om
cysten te verwijderen of gebitsproblemen op te lossen. Soms gebruiken artsen hoge doses insuline of bepaalde medicijnen die het lichaam helpen om insuline te gebruiken, maar vaak werken deze niet of niet lang. Artsen zoeken steeds naar betere behandelingsmogelijkheden voor hyperglykemie (hoge bloedsuikerspiegel) door de ernstige
insulineresistentie. Deze behandelingen hebben tot nu toe goede resultaten opgeleverd, maar er is anno september 2024 meer onderzoek nodig naar de werking van volgende
medicijnen.
Biguaniden
Dit zijn medicijnen die ervoor zorgen dat het lichaam minder glucose (suiker) maakt en het gebruik van insuline verhoogt.
Leptine
Dit eiwit helpt bij de regulering van de bloedsuikerspiegel en het insulinegehalte in het bloed.
Recombinante insulineachtige groeifactor I (rhIGF-I)
Dit eiwit behandelt ketoacidose die het gevolg is van de ernstige insulineresistentie. Bij ketoacidose gebeurt een opbouw van ketonen, een stof die ontstaat wanneer het lichaam vet afbreekt voor energie in plaats van suiker.
Prognose
De kwaliteit van leven is zwaar aangetast en de prognose van patiënten met het Rabson-Mendenhall-syndroom is slecht. Dit is het gevolg van het ontbreken van een langdurige behandeling. De levensverwachting bedraagt één à twee jaar nadat de diagnose is gesteld.
Complicaties
De dood is meestal het gevolg van complicaties van diabetes mellitus, zoals een giftige opbouw van ketonen (zuren) (diabetische ketoacidose).
Preventie
Er is momenteel geen manier om het Rabson-Mendenhall-syndroom te voorkomen omdat het een genetische aandoening is. Genetische expertise en preconceptie screening kunnen nuttig zijn voor gezinnen met een bekende erfelijke aanleg om het risico van de aandoening te evalueren. Vroegtijdige diagnose en behandeling kunnen helpen om de symptomen te beheersen en de levenskwaliteit te verbeteren.