Hepatocellulair carcinoom: Vorm van leverkanker
Een hepatocellulair carcinoom is een vorm van kanker die in de lever begint. De oorzaak hiervan is niet bekend, maar een hepatitis B- of hepatitis C-infectie, een ijzeropslagziekte en bepaalde medicijnen zijn enkele van de mogelijke factoren die het risico op dit type kanker aan de lever verhogen. Geelzucht, vermoeidheid, een vochtophoping in de buik en gewichtsverlies zijn enkele mogelijke symptomen van een hepatocellulair carcinoom. Dankzij beeldvormende onderzoeken, een bloedonderzoek en/of een leverbiopsie krijgt de arts een idee van de ernst en locatie van de kanker wat hij nodig heeft om een geschikt behandelplan te kunnen opstellen. Chirurgie, medicatie en diverse medische procedures zijn inzetbaar om deze vorm van leverkanker te behandelen. Kanker in de lever die de arts vroegtijdig diagnosticeert, heeft betere vooruitzichten dan kanker die reeds uitgezaaid is naar andere organen.
Epidemiologie
Leverkanker is wereldwijd één van de belangrijkste oorzaken van sterfgevallen door
kanker. In de afgelopen jaren zijn jaarlijks circa 700.000 patiënten wereldwijd overleden als gevolg van leverkanker (2019). Een hepatocellulair carcinoom is de belangrijkste vorm van leverkanker. Mannen zijn vaker getroffen dan vrouwen. De incidentie neemt toe met de leeftijd in alle populaties en vertoont een lichte afname in de oudere populatie.
Oorzaken
Hepatocellulair carcinoom wordt vaak veroorzaakt door chronische leverziekten zoals hepatitis B en C, cirrose, en leververvetting. Risicofactoren zijn onder andere alcoholmisbruik, obesitas, en blootstelling aan bepaalde chemicaliën zoals aflatoxinen. Genetische aanleg en auto-immuunleverziekten kunnen ook bijdragen aan het risico op het ontwikkelen van HCC.
Risicofactoren
Risicofactoren voor hepatocellulair carcinoom omvatten chronische infecties met hepatitis B of C, levercirrose door alcoholgebruik of niet-alcoholische leververvetting, obesitas, en blootstelling aan carcinogene stoffen. Mensen met een familiegeschiedenis van leverkanker of genetische predispositie hebben ook een verhoogd risico.
Aflatoxine
Aflatoxine is een schadelijke stof die wordt geproduceerd door een bepaalde schimmel die aanwezig is in pinda's, maïs en andere noten en granen. Deze stof leidt mogelijk tot de ontwikkeling van een hepatocellulair carcinoom.
Hepatitis B of hepatitis C
Een hepatocellulair carcinoom treedt mogelijk vele jaren na een
hepatitis B-virusinfectie of
hepatitis C-virusinfectie op. Beide virale infecties worden door het bloed overgedragen, bijvoorbeeld wanneer drugsgebruikers naalden delen. Een
bloedonderzoek wijst uit of een patiënt lijdt aan hepatitis B of C.
Levercirrose is aanwezig bij ongeveer 80% van de patiënten met een hepatitis B-infectie en altijd bij patiënten met een hepatitis C-infectie die lijden aan een hepatocellulair carcinoom. Levercirrose is een ernstige ziekte die tot stand komt wanneer levercellen beschadigd zijn en vervangen zijn door littekenweefsel (ernstige vorm van
leverfibrose).
IJzeropslagziekte
Hemochromatose is een aandoening waarbij te veel
ijzer wordt opgeslagen in de lever en andere organen waardoor orgaanschade ontstaat. Patiënten met een overmatige ijzerophoping in het lichaam krijgen sneller te maken met een hepatocellulair carcinoom.
Medicatie
Androgene steroïden en de
anticonceptiepil zijn mogelijk ook geassocieerd met een verhoogd risico op dit type kanker in de lever.
Obesitas en diabetes mellitus
Zowel
overgewicht als
suikerziekte verhogen het risico op leverkanker. Obesitas leidt mogelijk tot
niet-alcoholische leververvetting, een
leverziekte die zich mogelijk ontwikkelt tot een hepatocellulair carcinoom. Diabetici hebben mogelijk hoge insulinespiegels of hebben leverschade veroorzaakt door de ziekte.
Overmatig alcoholgebruik is vaak een oorzaak van cirrose, hetgeen sneller leidt tot een hepatocellulair carcinoom /
Bron: Jarmoluk, PixabayOvermatig alcoholgebruik
Primaire leverkanker wordt ook geassocieerd met andere vormen van cirrose, zoals
alcoholische cirrose. Meer dan twee alcoholische dranken per dag gedurende vele jaren drinken, verhoogt bijgevolg het risico op een hepatocellulair carcinoom. Hoe meer een patiënt drinkt, hoe hoger het risico is op dit type leverkanker.
Symptomen
De tumor is ofwel enkelvoudig of komt voor als meerdere knobbeltjes in de lever.
Geen tekenen
Het is mogelijk dat een patiënt met een hepatocellulair carcinoom geen symptomen vertoont. Dit gebeurt vooral in het vroege stadium van de kanker. Naarmate de kanker groeit, krijgen patiënten wel te maken met symptomen.
Wel tekenen
De patiënt presenteert zich met volgende mogelijke symptomen:
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van hepatocellulair carcinoom kunnen include pijn in de rechter bovenbuik, gewichtsverlies, verlies van eetlust, misselijkheid, en gele verkleuring van de huid en ogen (icterus). Het kan ook gepaard gaan met opgezette buik door ascites of een gevoel van volheid in de buik.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
De arts betast de buik van de patiënt. Hij bemerkt een
vergrote lever met onregelmatigheden die tevens gevoelig is bij aanraking (
leverpijn).
Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Diagnostisch onderzoek
De arts voert een bloedonderzoek uit. Het serum
alfafoetoproteïne (AFP) is mogelijk verhoogd, maar is dit is normaal bij ten minste één derde van de patiënten. Een
echografie van de lever vertoont defecten in 90% van de gevallen. Een
CT-scan identificeert een hepatocellulair carcinoom, maar het is moeilijk om de diagnose bij letsels kleiner dan twee cm te bevestigen. Een
MRI-scan is nuttig om letsels af te bakenen. Een tumorbiopsie met behulp van ultrasone geleiding is inzetbaar voor het stellen van de diagnose. Histologisch bestaat een hepatocellulair carcinoom uit cellen die lijken op hepatocyten (levercellen). Een
leverbiopsie van de tumor wordt echter minder vaak gebruikt omdat
beeldvormende onderzoeken karakteristieke verschijningen vertonen.
Behandeling van hepatocellulair carcinoom
Tal van behandelingen zijn mogelijk bij een hepatocellulair carcinoom.
Chirurgie
Een chirurgische resectie (verwijdering van een deel van de lever) is soms mogelijk en dan vooral wanneer de kanker zich nog in een vroeg stadium bevindt. Een
levertransplantatie is curatief (genezend) bij patiënten met kleinere tumoren (kleiner dan drie centimeter in diameter of een enkele tumor van kleiner dan vijf centimeter in diameter).
Sommige medicijnen zijn inzetbaar voor het behandelen van de vorm van leverkanker /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
Sommige patiënten krijgen
chemotherapie. Antiangiogene therapie (medicijnen die de aanmaak van bloedvaten door de kankertumoren remmen), een vorm van gerichte therapie, verlengt de overleving bij patiënten met tumoren die niet chirurgisch verwijderd kunnen worden. Bij een andere vorm van gerichte therapie zet de arts medicatie in die zich richt op bepaalde eiwitten die aanwezig zijn op kankercellen die tumoren helpen groeien.
Immunotherapie is voor sommige patiënten ook bruikbaar. Bij deze behandeling maakt de arts gebruik van medicijnen die het immuunsysteem helpen om kankercellen te vinden en te doden.
Procedures
Radiotherapie is één van de mogelijke behandelingen. Een transarteriële embolisatie verlengt de overleving, al is deze behandeltechniek niet bij alle patiënten mogelijk. Radiofrequente ablatie (elektrische stroom om kanker met warmte te doden) en cryoablatie (tumor bevriezen en verwijderen met behulp van een dunne metalen sonde) zijn andere beschikbare therapieën.
Prognose van vorm van leverkanker
Als de arts de kanker snel diagnosticeert, is het soms mogelijk om te genezen van de kanker dankzij een operatie of een levertransplantatie. In meer gevorderde gevallen is deze kanker niet te genezen, maar zijn de overlevingskansen en de kwaliteit van leven wel beter dankzij een behandeling en ondersteunende maatregelen.
Complicaties van aandoening aan lever
Een hepatocellulair carcinoom zaait mogelijk uit (
metastasen) via de lever- of poortaders naar de
lymfeklieren (lymfekliermetastasen), botten (
botmetastasen) en longen (
longmetastasen).
Preventie van vorm van kanker aan lever
Een aanhoudende hepatitis B-virus-infectie, meestal verworven na een perinatale infectie (infectie rond de geboorte), is een hoge risicofactor voor een hepatocellulair carcinoom in vele delen van de wereld, zoals Zuidoost-Azië. Een wijdverbreide vaccinatie tegen het hepatitis B-virus vermindert de jaarlijkse incidentie van een hepatocellulair carcinoom. Verder vermijdt de patiënt best andere risicofactoren zoals overmatig alcoholgebruik en zwaarlijvigheid.
Lees verder