Plica-syndroom: Irritatie aan kapselplooi van knie met pijn
Kniepijn kent diverse mogelijke oorzaken. Soms is dit het gevolg van een probleem met de plica (kapselplooi). De kapselplooi is het dunne weefsel dat het kniegewricht bekleedt. De meeste patiënten hebben vier van deze kapselplooien in elke knie. Ze zorgen voor makkelijke buig- en beenbewegingen. Soms ontstaat irritatie aan één van deze kapselplooien, door overmatig gebruik of een verwonding, wat dan resulteert in het plica-syndroom (kapselplooisyndroom). Pijn, zwelling en stijfheid van het kniegewricht zijn typische symptomen van de aandoening. De behandeling verloopt meestal via eenvoudige zelfzorgmaatregelen, maar bij aanhoudende klachten is mogelijk een operatie noodzakelijk.
Oorzaken: Irritatie aan kapselplooi in kniegewricht
Wanneer de mediale plica, één van de vier kapselplooien geïrriteerd raakt door een blessure of het overmatig gebruik van de knie, staat dit bekend als het plica-syndroom. Deze knieaandoening treedt geleidelijk op bij patiënten die rennen of
fietsen of bijvoorbeeld meer dan normaal beginnen te sporten. Ook een verwonding aan de knie, zoals tegen het dashboard stoten tijdens een auto-ongeluk, vormt een risicofactor voor het plica-syndroom.
Symptomen: Pijn, zwelling en stijfheid van knie
Bij circa 60% van de patiënten treden de klachten op in beide knieën, al verschijnen de symptomen mogelijk niet tegelijkertijd. Patiënten met het plica-syndroom ervaren
pijn in de knie en een
gezwollen knie. De knie lijkt soms vast te zitten of een soort klikkend geluid te maken. De knie voelt niet stabiel aan bij patiënten met de knieaandoening. Stijfheid van het kniegewricht (
gewrichtsstijfheid) is een andere symptoom van het knieprobleem. Verder ervaart een patiënt
pijn bij het op en af lopen van een
trap. De kniepijn is tijdens de nacht of bij lichamelijke inspanning mogelijk ernstiger. Pijn treedt ook op bij het hurken, buigen of opstaan na langdurig te hebben gezeten.
Diagnose en onderzoeken
Het is voor de arts niet altijd eenvoudig om het plica-syndroom te diagnosticeren. De tekenen zijn namelijk vergelijkbaar met andere knieproblemen zoals bijvoorbeeld
meniscusscheuren, gewrichtskraakbeenletsels of
osteochondritische letsels. Daarom is het belangrijk om de arts te raadplegen om de oorzaak van de kniepijn te achterhalen. De arts stelt de patiënt vragen over de symptomen en voert vervolgens een lichamelijk onderzoek uit. Wanneer enkele specifieke lichamelijke onderzoeken van de knie pijn of een klikkend geluid opleveren, wijst dit vaak op de aanwezigheid van de aandoening. Hoewel een
röntgenfoto van de knie het plica-syndroom niet kan onthullen, bestelt de arts vaak toch dit
beeldvormend onderzoek omdat hij op deze manier andere knieproblemen wil uitsluiten.
Behandeling van plica-syndroom
Zelfzorg
Het plica-syndroom verbetert meestal zonder operatie. Het is belangrijk om de knie een tijdje te laten rusten en ijs toe te passen. De arts schrijft mogelijk ontstekingsremmers voor zoals
ibuprofen of
naproxen. Ook is het voor de patiënt nuttig om de beenspieren te strekken, vooral de quadriceps en de hamstrings. Sommige vormen van lichaamsbeweging maken de
spieren en gewrichten geleidelijk sterker en voorkomen dan een terugkeer van het plica-syndroom, zoals bijvoorbeeld
wandelen, paardrijden, fietsen of
zwemmen. Verder zijn sommige patiënten gebaat met behandelingen bij een fysiotherapeut om de pijn te verlichten en toekomstige problemen te voorkomen.
Professionele medische zorg
Als de knieaandoening niet verbetert, is een
artroscopie aanbevolen. De chirurg maakt bij deze operatie kleine chirurgische sneden en steekt een kleine camera en een dun hulpmiddel in het kniegewricht. Hierdoor kan hij het beschadigde weefsel zien en verwijderen. Na de chirurgische ingreep krijgt de patiënt een doorverwijzing naar een fysiotherapeut. Hij leert hierbij oefeningen om de stijfheid en zwelling na de operatie te minderen. De knie wordt hierdoor eveneens sterker.
Lees verder