Dressler-syndroom: Hartaandoening door schade aan het hart
Het Dressler-syndroom is een secundaire vorm van pericarditis (ontsteking van het hartzakje). De hartaandoening treedt op als gevolg van een letsel aan het hart of het pericardium (hartzakje: de buitenste bekleding van het hart). Bekende symptomen omvatten koorts en pijn op de borstkas. Een medicamenteuze behandeling verlicht de klachten. De prognose van deze hartaandoening is meestal goed. Sporadisch treden echter ernstige complicaties op door het syndroom van Dressler. De aandoening werd voor het eerst in de medische literatuur beschreven door de cardioloog William Dressler (1890-1969) in Maimonides Medical Center in 1956.
Synoniemen van Dressler-syndroom
Het Dressler-syndroom heeft ook enkele andere benamingen:
- post-cardiaal letselsyndroom
- postmyocardinfarctsyndroom
- postpericardiotomiesyndroom
Epidemiologie van hartaandoening
Het Dressler-syndroom trad vroeger bij 7% van de patiënten als complicatie van een hartinfarct op, maar sinds artsen een percutane coronaire interventie kunnen uitvoeren, komt het Dressler-syndroom nog maar sporadisch tot stand. Wellicht bedraagt de incidentie minder dan 0,5%.
Oorzaken: Schade aan hartweefsel of hartzakje
Bij het syndroom van Dressler ontstaat een immuunsysteemreactie als gevolg van schade aan het hartweefsel of aan het pericardium (hartzakje). Deze schade is ontstaan door een hartaanval, een operatie of een traumatisch letsel. Het lichaam stuurt als reactie op het beschadigde weefsel immuuncellen en eiwitten (antilichamen) naar het getroffen gebied om de schade op te ruimen en te repareren. Hierdoor ontstaat soms een overmatige ontsteking in het pericardium, wat resulteert in de symptomen van het syndroom van Dressler.

Pijn op de borst is kenmerkend bij het Dressler-syndroom /
Bron: Pexels, PixabaySymptomen: Koorts en pijn op de borst
De symptomen treden meestal twee à drie weken na een hartinfarct op, maar soms komen de tekenen ook pas enkele maanden later tot uiting.
De ziekte bestaat uit volgende mogelijke symptomen:
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Na een
vraaggesprek en een lichamelijk onderzoek, luistert de arts met zijn stethoscoop naar de hartgeluiden (
auscultatie). Hierbij hoort hij duidelijke geluiden die wijzen op de opbouw van vloeistof rond het hart.
Diagnostisch onderzoek
Enkele arts zijn nodig om zeker te zijn van de diagnose van het Dressler-syndroom:
Differentiële diagnose
Het Dressler-syndroom moet worden onderscheiden van volgende aandoeningen:

Medicijnen behandelen de hartaandoening /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling
De arts behandelt het Dressler-syndroom met hoge doses
aspirine. Wanneer deze behandeling niet effectief is, zet de arts
corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers die het immuunsysteem onderdrukken) in, maar deze medicijnen vermijdt de arts indien mogelijk in de eerste maand omdat ze sneller leiden tot bijwerkingen. Ze verhogen namelijk de kans op een slechtere ventriculaire genezing waardoor vaker een ventriculaire ruptuur (scheur) tot stand komt. Andere
NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen) zijn niet aanbevolen en moeten worden vermeden bij patiënten met een ischemische hartziekte. Indomethacine, een soort NSAID, remt bijvoorbeeld de afzetting van nieuw collageen waardoor het genezingsproces van het infarctgebied wordt aangetast. Andere NSAID’s schrijft de arts enkel voor bij patiënten die niet reageren op aspirine. De arts schrijft zeker geen heparine voor omdat dit medicijn leidt tot een bloeding in het pericardiale zak, wat leidt tot een
harttamponade (vloeistof in hartzakje met pijn op de borst). Heparine is enkel inzetbaar wanneer naast het Dressler-syndroom ook een acuut hartinfarct optreedt, want dan voorkomt het geneesmiddel verdere trombusvorming.
Prognose
De prognose voor patiënten met het Dressler-syndroom is meestal goed. De symptomen verdwijnen bij de meeste patiënten binnen een paar dagen.
Complicaties
Zeer zelden leidt de hartaandoening tot een pericardiale tamponade (een
lage bloeddruk, opgezette nekaders en gedempte/verre harttonen). Doordat zich mogelijk vocht ophoopt in het hartzakje, ontstaat druk op het hart. Het hart moet hierdoor harder werken waardoor uiteindelijk het bloed niet meer rondgepompt kan worden. Een andere complicatie is
constrictieve pericarditis. Door terugkerende of chronische ontstekingen verdikt het hartzakje of ontstaat hierin littekenvorming. Door de littekens kan het hart het bloed minder efficiënt rondpompen.
Lees verder