Dunnedarmkanker: symptomen, oorzaak en behandeling
Dunnedarmkanker komt niet vaak voor. De meest voorkomende symptomen van dunnedarmkanker zijn misselijkheid, braken (overgeven) en onverklaarbaar gewichtsverlies. Andere mogelijke verschijnselen van kanker in de dunne darm zijn een opgeblazen gevoel en langdurig bloedverlies, hetgeen weer kan leiden tot bloedarmoede en bijkomende klachten zoals een slap gevoel, bleekheid en moeheid. Geelzucht komt soms ook voor. Doordat een tumor in de dunne darm vaak pas in een laat stadium wordt ontdekt, is de prognose vaak ongunstig en genezing een zeldzaamheid. Er bestaan verschillende soorten dunnedarmkanker en het adenocarcinoom dat begint in het klierweefsel, is het meest voorkomende type.
Een strijd met een twist
Het begon allemaal met een knagend gevoel. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Jasper, een levenslustige vijftiger met een voorliefde voor stevige wandelingen en bourgondische maaltijden, merkte dat zijn energiepeil niet meer was wat het geweest was. "Ach, ouderdom," wuifde hij het weg. Tot die keer dat hij na een etentje dubbelgevouwen op de bank lag, zijn buik protesterend als een op hol geslagen drumstel.
Een bezoek aan de dokter bracht hem van de regen in de drup. Na wat onderzoeken en een CT-scan viel het woord dat zijn wereld op zijn kop zette: dunnedarmkanker. "Kanker? In de darmen?" vroeg hij, alsof de arts zich had vergist. Dat hoorde je toch vooral over de dikke darm? Maar nee, het zat echt in dat slanke, meterslange stuk ingewanden dat zelden de schijnwerpers kreeg. Een operatie volgde, gevolgd door een herstelperiode waarin hij zijn oude eetpatroon moest herzien—iets wat hem nog zwaarder viel dan de diagnose zelf.
Nu, jaren later, kijkt hij terug met een mengeling van nuchterheid en humor. "Als mijn darmen konden praten, hadden ze waarschijnlijk al veel eerder aan de bel getrokken," grapt hij. Maar de boodschap is duidelijk: je lichaam fluistert eerst, voordat het begint te schreeuwen. En als er iets is wat Jasper heeft geleerd, dan is het luisteren. Want zelfs de dunnedarm heeft zo nu en dan iets te zeggen.
FAQ dunnedarmkanker: alles wat je wilt (en móét) weten
Dunnedarmkanker is niet iets waar je dagelijks over hoort. Dikke darm? Check. Maag? Ook bekend terrein. Maar de dunnedarm? Die blijft een beetje het ondergeschoven kindje als het gaat om kanker. Toch kan het daar ook misgaan, en dan is het handig om te weten wat je te wachten staat. Of je nu zelf met deze diagnose te maken hebt, iemand kent die ermee worstelt, of gewoon een nieuwsgierige geest hebt—hier vind je antwoorden op de meest gestelde vragen.
Het lastige aan dunnedarmkanker is dat het vaak sluipend begint. De eerste signalen? Vaag. Een beetje buikpijn hier, een opgeblazen gevoel daar. Niks wat je niet met een paar koppen muntthee of een probiotische yoghurt denkt op te lossen. Maar als de klachten blijven aanhouden, kan er meer aan de hand zijn. En laten we eerlijk zijn: niemand googelt ‘dunnedarmkanker’ als eerste optie bij buikpijn. Toch is het goed om te weten wat de symptomen zijn en hoe je erop kunt reageren.
Misschien vraag je je af: hoe vaak komt dit voor? Moet ik me zorgen maken? En als het me overkomt, wat dan? De antwoorden zijn niet altijd zwart-wit, want ieder lichaam en iedere situatie is anders. Maar kennis is macht, en als het gaat om je gezondheid, is weten wat je opties zijn altijd een goed idee. Deze FAQ helpt je om grip te krijgen op de feiten, zonder ingewikkeld gedoe en medische wartaal.
Dus: scroll door, stel jezelf gerust (of niet, maar dan weet je tenminste waar je aan toe bent), en onthoud—je staat er nooit alleen voor. Als je na deze lijst nóg vragen hebt, stel ze dan aan een arts en niet aan je buurvrouw die zweert bij detox-thee en kruidenbaden. Deal?
Vraag | Antwoord |
Wat is dunnedarmkanker eigenlijk? | Dunnedarmkanker is een zeldzame vorm van kanker die zich ontwikkelt in het lange, kronkelige stuk darm dat eten verwerkt en voedingsstoffen opneemt. Minder bekend dan dikkedarmkanker, maar zeker niet minder serieus! |
Hoe herken je het? | Tja, dat is lastig, want de symptomen zijn vaak vaag: vage buikpijn, een opgeblazen gevoel, misselijkheid, soms gewichtsverlies. Vaak denkt men eerst aan iets onschuldigs zoals een prikkelbare darm. Maar als klachten blijven sluimeren, is het slim om aan de bel te trekken! |
Hoe kom je eraan? | Goeie vraag. Er is niet één duidelijke oorzaak, maar factoren zoals erfelijkheid, bepaalde darmziekten (zoals coeliakie of Crohn), en een ongezonde levensstijl kunnen een rol spelen. Maar soms is het gewoon botte pech. |
Kan het erfelijk zijn? | Ja, bij sommige mensen speelt erfelijkheid een rol. Syndromen zoals FAP en Lynch verhogen de kans. Dus als het in de familie zit, laat je dan goed checken! |
Hoe wordt het ontdekt? | Dat kan een hele zoektocht zijn. Bloedonderzoek, scans, een endoscopie (waarbij een cameraatje door je darmen gaat) en soms een biopsie. De diagnose kan even op zich laten wachten, want dunnedarmkanker verstopt zich graag. |
Is het te genezen? | Hangt af van het stadium. Als het vroeg wordt ontdekt, is er een kans op genezing, meestal via een operatie. Maar als het zich al heeft verspreid, wordt het lastiger en draait het meer om levensverlenging en kwaliteit van leven. |
Wat zijn de behandelmogelijkheden? | Operatie is vaak de eerste stap als dat mogelijk is. Soms volgt er chemo, maar dat werkt bij deze vorm niet altijd even goed. Bestraling wordt zelden gebruikt. Targeted therapy en immunotherapie kunnen soms helpen, afhankelijk van het type tumor. |
Kun je zonder een deel van je dunne darm? | Ja, de darmen kunnen een hoop hebben! Als een stuk wordt weggehaald, kan de rest het vaak overnemen. Maar bij een groot deel verlies kun je problemen krijgen met de opname van voedingsstoffen. |
Wat als het is uitgezaaid? | Dan wordt de behandeling lastiger en draait het meestal om remmen van de ziekte en het verlichten van klachten. Dit kan met chemo, doelgerichte therapieën of soms een operatie als dat nog zinvol is. |
Hoeveel mensen krijgen dit per jaar? | Niet veel! In Nederland worden jaarlijks zo’n 250 tot 300 mensen met deze diagnose geconfronteerd. Vergelijk dat eens met dikke darmkanker, waar duizenden mensen per jaar mee te maken krijgen. |
Wat is de overlevingskans? | Dat verschilt enorm. Als je er vroeg bij bent, is de overlevingskans best goed. Maar als de kanker al is uitgezaaid, wordt het een stuk moeilijker. Statistieken zijn niet alles: elke situatie is anders. |
Kun je iets doen om het te voorkomen? | Helaas is er geen garantie, maar een gezonde levensstijl helpt altijd: gevarieerd eten, niet roken, alcohol beperken en voldoende bewegen. En als je een verhoogd risico hebt (door erfelijkheid of darmziekten), zorg dan dat je goed in beeld bent bij een arts. |
Welke voeding helpt bij herstel? | Eiwitten voor spieropbouw, vezels voor een soepele spijsvertering en voldoende vitamines en mineralen. Sommige mensen moeten tijdelijk hun dieet aanpassen, bijvoorbeeld minder vet of moeilijk verteerbaar voedsel. |
Kun je na een operatie een normaal leven leiden? | Ja, al kan het even wennen zijn. Sommige mensen krijgen last van diarree of vitaminetekorten, maar met goede begeleiding en aanpassingen in het dieet kunnen de meeste mensen prima functioneren. |
Wat als je nog vragen hebt? | Blijf niet met twijfels zitten! Overleg met je arts, zoek betrouwbare info en praat erover met lotgenoten. En onthoud: Google is je vriend, maar kan je ook gek maken, dus kies je bronnen zorgvuldig. |

Dunnedarmkanker is kanker in de dunne darm /
Bron: Nerthuz/Shutterstock.comDunne darm
De dunne darm ligt tussen de maag en de dikke darm in. De dunne darm is ongeveer 5 meter lang en bestaat uit 3 delen:
- de twaalfvingerige darm (of duodenum);
- de nuchtere darm of het jejunum is het middelste deel van de dunne darm.; en
- de kronkeldarm of ileum.
In de dunne darm vindt het grootste deel van de vertering van het voedsel plaats. Het voedsel wordt afgebroken (verteerd) tot kleine voedingsstoffen en vervolgens worden deze voedingsstoffen via de wand van de dunne darm opgenomen in het bloed ('resorptie' genaamd).
Wat is dunnedarmkanker?
Wat is het?
Kanker aan de dunne darm begint wanneer cellen in de dunne darm zich ongecontroleerd beginnen te delen. De dunne darm maakt deel uit van het maag-darmkanaal, ook wel het spijsverteringskanaal genoemd. Het maag-darmkanaal verwerkt voedsel voor energie en verwijdert afval via ontlasting. Dunnedarmkanker komt zelden voor. Er zijn slechts enkele honderden nieuwe gevallen per jaar in Nederland. In geïndustrialiseerde landen is de meest voorkomende kanker van de dunne darm een adenocarcinoom, een carcinoom dat ontstaat in klierweefsel. Tumoren in de dunne darm hebben het potentieel om binnen te dringen in de darmwand, zich te verspreiden naar de aangrenzende
lymfeklieren en naar verafgelegen organen (uitzaaien of metastaseren genoemd). De doorgroei van de tumor kan tot een gat in de darmwand leiden. Hierdoor kan plotseling de buikholte volstromen met de vrij agressieve darminhoud, hetgeen leidt tot een
buikvliesontsteking.
Uitzaaiingen
De meeste tumoren in de dunne darm zijn metastasen, dat wil zeggen uitzaaiingen van kanker elders in het lichaam.
Hoe vaak komt dunnedarmkanker voor?
Nou, laten we eerlijk zijn: het is niet de populairste kankerdiagnose die je tegenkomt. In Nederland krijgen per jaar zo’n 250 tot 300 mensen de diagnose dunnedarmkanker. Dat lijkt weinig, zeker als je het vergelijkt met dikke darmkanker (ruim 12.000 gevallen per jaar), maar dat betekent niet dat het onschuldig is. Wereldwijd schommelt het aantal gevallen ergens rond de 3% van alle gastro-intestinale kankers. Met andere woorden: het is zeldzaam, maar het gebeurt.
In België ligt het aantal gevallen ongeveer op dezelfde lijn als in Nederland, met een lichte stijging in de afgelopen jaren. In de Nederlandse overzeese gebiedsdelen (Curaçao, Aruba, Bonaire, enz.) lijkt dunnedarmkanker nóg zeldzamer. Er zijn minder cijfers beschikbaar, maar tropische en subtropische gebieden laten over het algemeen een iets lager aantal dunnedarmkankers zien. Mogelijk speelt voeding hier een rol, of misschien is het gewoon pech.
Mannen vs. vrouwen: wie loopt meer risico?
Dit is er eentje die je niet vaak hoort, maar ja: mannen krijgen vaker dunnedarmkanker dan vrouwen. Niet enorm veel vaker, maar toch. Waarom? Dat is nog niet helemaal duidelijk. Sommige onderzoeken suggereren dat hormonen een rol spelen (oestrogeen lijkt mogelijk beschermend te werken), terwijl anderen denken dat het met leefstijl te maken heeft. Mannen drinken en roken gemiddeld vaker en hebben een iets hogere kans op bepaalde darmaandoeningen.
Bij kinderen komt dunnedarmkanker vrijwel nooit voor. Dit is echt een kanker die zich pas na tientallen jaren opbouwt. Je ziet het vooral bij mensen tussen de 50 en 70 jaar. Jongere mensen krijgen het zelden, tenzij er sprake is van een erfelijke aandoening zoals Lynch-syndroom of FAP (Familiaire Adenomateuze Polyposis).
Klimaat en dunnedarmkanker: maakt het uit waar je woont?
Gek genoeg: ja! Kanker houdt zich niet aan landsgrenzen, maar er zijn wél geografische verschillen. In Noord-Amerika en Europa komt dunnedarmkanker relatief vaak voor, terwijl in Azië en Afrika de cijfers lager liggen. Waarom? Voeding en levensstijl lijken hier een sleutelrol te spelen.
Mensen in westerse landen eten vaak meer bewerkt voedsel, rood vlees en minder vezels. Dat zijn allemaal factoren die invloed hebben op het risico op darmkanker. In landen waar mensen traditioneel veel groenten, fruit en peulvruchten eten (denk aan Japan, bepaalde delen van India), komt het minder vaak voor. Maar let op: zodra mensen in die landen westerse eetpatronen overnemen (fastfood, suikerbommen, weinig vezels), zie je de cijfers stijgen.
Voeding en leefstijl: kun je dunnedarmkanker een beetje ontwijken?
Tsja, 100% garantie op een kankervrij leven bestaat niet. Maar je kunt het risico wél beïnvloeden. Dingen die je beter kunt vermijden als je je darmen een plezier wilt doen:
Veel rood en bewerkt vlees (denk aan spek, hotdogs, ham – sorry, bacon lovers)
Sterk bewerkt voedsel (chips, diepvriespizza’s, instant noedels, je kent ze wel)
Overmatig alcoholgebruik (een wijntje is prima, maar als je elke avond de fles soldaat maakt, wordt het een ander verhaal)
Roken (je weet dat het slecht is, maar wist je dat het ook je darmen beïnvloedt?)
En wat helpt wél? Veel vezels eten (hallo volkorenbrood en bonen), genoeg bewegen, en je BMI een beetje onder controle houden. En als je last hebt van chronische darmziekten zoals de ziekte van Crohn, zorg dan dat je goed onder controle blijft bij je arts.
Genetica: is het pech of zit het in de familie?
Soms is het gewoon brute pech. Maar erfelijkheid speelt bij sommige mensen een rol. Ongeveer 10-20% van de gevallen van dunnedarmkanker is gerelateerd aan erfelijke factoren. Vooral bij mensen met Lynch-syndroom of FAP is de kans op deze vorm van kanker veel hoger dan gemiddeld.
Een voorbeeld: Stel, je hebt een vader of moeder met Lynch-syndroom. Dan heb jij 50% kans om de genetische mutatie te erven, en als dat zo is, loopt je risico op verschillende vormen van kanker (waaronder dunnedarmkanker) flink op. Mensen met deze genetische aanleg worden vaak preventief gescreend, zodat eventuele tumoren in een zo vroeg mogelijk stadium worden ontdekt.
Wereldwijde verschillen: waarom krijgt de een het vaker dan de ander?
Dunnedarmkanker komt meer voor in Noord-Amerika en Europa en minder in Azië en Afrika. Maar ook binnen landen zijn er verschillen. In de VS zie je bijvoorbeeld dat Afro-Amerikanen iets vaker dunnedarmkanker krijgen dan witte Amerikanen. In Europa zijn de verschillen minder uitgesproken, maar voeding en genetische factoren spelen ongetwijfeld mee.
Opvallend: in sommige gebieden in Afrika en Zuid-Amerika komt het bijna niet voor. Is het de voeding? De darmflora? Of een genetische beschermende factor? Er is nog veel onderzoek nodig, maar één ding is zeker: waar en hoe je leeft, heeft invloed op je risico.
Eén voorbeeld: het verhaal van Paul (55)
Laten we even stoppen met cijfers en een echt verhaal erbij pakken. Paul was een sportieve vent, lette op zijn eten en had nooit serieuze gezondheidsklachten gehad. Tot hij ineens afviel zonder reden en last kreeg van vage buikpijn. De huisarts dacht aan een voedselintolerantie, maar maanden later bleek uit een scan dat hij dunnedarmkanker had. Geen familiegeschiedenis, geen risicofactoren. Gewoon pech.
Wat hij zelf zegt? “Ik dacht altijd: kanker, dat krijg je als je rookt, drinkt of ongezond leeft. Blijkt dat het soms gewoon uit het niets komt. Maar als ik één ding heb geleerd, is het dat je altijd naar je lichaam moet luisteren. Die vage klachten? Wacht niet te lang met checken. Ik ben er op tijd bij geweest, en dat heeft mijn leven gered.”
Conclusie: is er iets dat je écht moet onthouden?
Ja. Dunnedarmkanker is zeldzaam, maar bestaat. Het treft vaker mannen, meestal 50-plussers, en hangt samen met leefstijl, genetica en pech. Voeding en darmgezondheid spelen een grotere rol dan je denkt, en waar je woont kan ook van invloed zijn. Dus: eet je vezels, beweeg, rook niet, en trek op tijd aan de bel bij aanhoudende klachten. En bovenal: luister naar je lichaam. Dat weet meer dan je denkt.
Ontstaansmechanisme
Je dunnedarm is een absolute alleskunner. Dag in, dag uit breekt hij je eten af, haalt eruit wat je nodig hebt en zorgt ervoor dat de rest netjes wordt afgevoerd. Een geoliede machine. Maar soms gaat er iets mis. En dat gebeurt niet in een paar dagen of weken—nee, dunnedarmkanker ontstaat vaak over jaren, sluipend, zonder dat je het doorhebt.
Wat er precies misgaat? In de kern draait het om foutjes in de celdeling. Je dunnedarm vernieuwt zich constant, met miljoenen cellen die zich delen en oude cellen die netjes worden opgeruimd. Maar als ergens in dat proces een mutatie optreedt—een foutje in het DNA—kan het ontsporen. Meestal wordt zo’n defecte cel meteen opgeruimd door je lichaam, maar soms glipt er eentje door het net. En als die kapotte cel zich blijft vermenigvuldigen, kan er een tumor ontstaan.
Van goedaardig naar kwaadaardig: een kwestie van tijd
Niet elke afwijkende cel wordt meteen een probleem. Veel mensen ontwikkelen in hun leven kleine poliepjes of goedaardige gezwellen in de darmen, zonder dat ze daar ooit iets van merken. Maar als een van die cellen besluit te muteren op een manier die ervoor zorgt dat hij niet meer stopt met delen, dan is de eerste stap richting kanker gezet.
Dit gebeurt meestal in de dunne darmwand, waar cellen zich razendsnel vernieuwen. Hier kunnen adenomen ontstaan: goedaardige gezwellen die in sommige gevallen kunnen uitgroeien tot adenocarcinomen (de meest voorkomende vorm van dunnedarmkanker). Bij sommige mensen blijft het bij een adenoom, bij anderen verandert het in een agressieve tumor.
Waarom de een wel en de ander niet? Daar komt een combinatie van pech, genetica en omgevingsfactoren bij kijken. Sommige mensen hebben een aangeboren aanleg voor snelle celmutaties. Anderen worden blootgesteld aan stoffen (zoals bepaalde voeding of sigarettenrook) die dat proces versnellen.
De verschillende soorten: niet elke dunnedarmkanker is hetzelfde
Dunnedarmkanker is eigenlijk een verzamelnaam voor verschillende soorten tumoren, die elk een ander groeipatroon hebben. De meest voorkomende zijn:
- Adenocarcinoom – Dit is de ‘klassieke’ vorm van dunnedarmkanker en ontstaat uit de slijmvliescellen die de binnenkant van je darm bekleden. Meestal begint het als een klein goedaardig poliepje, dat langzaam kwaadaardig wordt.
- Neuro-endocriene tumoren (NET’s) – Dit zijn rare rakkers. Ze groeien vaak traag en produceren soms hormonen, waardoor je er allerlei vage klachten van kunt krijgen (zoals blozen of diarree).
- Lymfomen – Komen minder vaak voor, maar zijn tumoren die ontstaan uit de immuuncellen in de darmen. Vaak gelinkt aan chronische ontstekingen, zoals bij coeliakie.
- Sarcomen (GIST’s) – Ontstaan uit het steunweefsel van de darm, zoals de spierlagen die je voedsel voortduwen. Komen minder vaak voor, maar kunnen agressief zijn.
Welke vorm iemand krijgt, hangt af van de celsoort die ontspoort. Adenocarcinomen zijn het meest kwaadaardig en het lastigst te behandelen, terwijl NET’s vaak jarenlang stil kunnen blijven zitten zonder veel schade aan te richten.
Wat triggert dat ontsporen? Factoren die meespelen
Je vraagt je misschien af: waarom ontsporen die cellen überhaupt? Er zijn een paar belangrijke boosdoeners die de kans vergroten dat normale darmcellen de verkeerde kant op gaan:
- Chronische irritatie of ontsteking – Langdurige ontstekingen in de darmen, zoals bij de ziekte van Crohn of coeliakie, verhogen het risico. Je darmcellen moeten zich steeds opnieuw herstellen en dat vergroot de kans op mutaties.
- Voeding en leefstijl – Veel rood vlees, bewerkte voedingsmiddelen en een vezelarm dieet kunnen een rol spelen. Je darmen hebben vezels nodig om soepel te blijven werken, en een slecht voedingspatroon kan de darmflora verstoren, waardoor schadelijke stoffen langer in contact blijven met je darmwand.
- Genetische aanleg – Bij sommige mensen zitten bepaalde foutjes al in hun DNA. Denk aan het Lynch-syndroom of FAP, waarbij het risico op dunnedarmkanker enorm verhoogd is.
- Omgevingsfactoren – Blootstelling aan bepaalde chemicaliën of toxines kan de kans op mutaties vergroten. Dit kan via voeding, luchtvervuiling of zelfs bepaalde medicijnen gebeuren.
- Leeftijd – Hoe ouder je wordt, hoe vaker je cellen zich hebben moeten delen en hoe groter de kans dat er ergens een mutatie in sluipt. Daarom wordt dunnedarmkanker zelden gezien bij jonge mensen.
Hoe verspreidt het zich? De groei van een tumor
Een kwaadaardige tumor in de dunnedarm begint klein, maar kan zich na verloop van tijd op drie manieren uitbreiden:
Lokale groei – De tumor groeit dieper in de darmwand en kan omliggend weefsel aantasten. Dit kan ervoor zorgen dat de darm wordt afgesloten (een obstructie), waardoor voedsel niet meer goed kan passeren.
Uitzaaiingen naar lymfeklieren – Kwaadaardige cellen kunnen zich via de lymfebanen verspreiden naar nabijgelegen lymfeklieren, waar ze nieuwe tumoren kunnen vormen.
Verspreiding via het bloed – Als kankercellen in de bloedbaan terechtkomen, kunnen ze zich verspreiden naar andere organen, zoals de lever, longen of zelfs de botten.
Als de kanker zich al heeft uitgezaaid naar andere organen, wordt het veel lastiger om te behandelen. Daarom is het zo belangrijk om de ziekte in een vroeg stadium op te sporen.
De grote vraag: hoe hou je je darmen gezond?
Je kunt niet alles voorkomen—soms is het gewoon domme pech. Maar je kunt je darmen wel een handje helpen:
✅ Eet veel vezels – Volkoren producten, groenten en fruit houden je darmen in topvorm.
✅ Beperk bewerkt vlees en fastfood – Dat is niet alleen goed voor je hart, maar ook voor je darmflora.
✅ Stop met roken – Echt, je darmen haten tabaksrook.
✅ Drink met mate – Af en toe een drankje kan, maar overmatig alcoholgebruik verhoogt je risico.
✅ Beweeg regelmatig – Goed voor je hele lijf, inclusief je darmen.
✅ Let op je darmgezondheid – Heb je vaak buikpijn, bloed bij de ontlasting of andere vage klachten? Ga naar een arts!
Dunnedarmkanker is geen alledaags onderwerp, maar het kan wél iedereen overkomen. En hoe beter je snapt hoe het werkt, hoe meer grip je hebt op je eigen gezondheid. Want je darmen verdienen die aandacht.
Soorten dunnedarmkanker
De dunne darm bestaat uit veel verschillende soorten cellen, dus verschillende soorten kanker kunnen hier beginnen. De vier belangrijkste types van dunnedarmkanker zijn:
Adenocarcinomen
Deze vorm van dunnedarmkanker begint in de kliercellen (klierweefsel) die de binnenkant van de darm bekleden. Ze vertegenwoordigen ongeveer 1 op de 3 kankers in de dunne darm.

Carcinoide tumor in dunne darm /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Carcinoide tumoren
Carcinoïde tumoren behoren tot een aparte groep van zogenaamde neuro-endocriene tumoren en hebben de neiging traag te groeien. Deze tumoren produceren stoffen die allerlei klachten kunnen veroorzaken. Ze zijn het meest voorkomende type van dunnedarmkanker.
Lymfomen
Lymfomen zijn kankergezwellen die ontstaan uit lymfeweefsel. Ook in de dunne darm zit lymfeweefsel waar een
lymfoom of
lymfeklierkanker kan ontstaan.
Sarcomen
Sarcomen zijn kankersoorten die ontstaan vanuit het steun- en bindweefsel. De meest voorkomende sarcomen in de darm staan bekend als gastro-intestinale stromale tumoren (GIST).
De meeste deskundigen denken dat kanker van de dunne darm sterk lijkt op
dikkedarmkanker. Het begint eerst als een
poliep en na verloop van tijd kan de poliep veranderen in een kwaadaardige tumor.
Oorzaak van dunnedarmkanker
Dunnedarmkanker is een beetje een buitenbeentje in de medische wereld. Dikke darmkanker? Veel onderzoek. Borstkanker? Hele campagnes. Maar dunnedarmkanker? Daar weet men nog steeds niet exact van waar het nu écht vandaan komt. Wat we wel weten: het is geen toevalstreffer. Er zijn patronen, risicofactoren en biologische processen die ervoor zorgen dat een cel van ‘normaal’ naar ‘kwaadaardig’ gaat.
Anno 2025 zijn onderzoekers een heel eind, maar nog steeds zitten er hiaten in de kennis. Het lijkt een cocktail van DNA-foutjes, leefstijl, voeding, chronische irritatie en soms pure pech. De ene persoon krijgt het, de ander niet, en dat is waar het ingewikkeld wordt. Toch zijn er wel dingen die opvallen.
DNA: de blauwdruk die soms faalt
Laten we beginnen bij de basis: je DNA. Jouw lichaam draait op een genetische code die bepaalt hoe je cellen zich delen, groeien en afsterven. Maar soms sluipt er een foutje in. Een mutatie, noemen ze dat. Dat kan spontaan gebeuren, maar ook door externe factoren zoals bepaalde chemische stoffen, schadelijke voeding of langdurige ontstekingen.
Sommige mensen hebben van nature zwakke plekken in hun DNA. Ze dragen bijvoorbeeld het Lynch-syndroom of FAP (Familiaire Adenomateuze Polyposis), twee erfelijke aandoeningen die de kans op darmkanker veel hoger maken. Als je zo’n genetische aanleg hebt, krijgt je darmwand vaker ongecontroleerde celgroei, en dat kan leiden tot tumoren.
Maar ook zonder erfelijke mutaties kan het misgaan. Cellen kopiëren zichzelf constant en in dat proces kunnen random foutjes ontstaan. De meeste worden op tijd hersteld, maar als zo’n defecte cel door de mazen van het net glipt en begint te groeien zonder controle, dan heb je een probleem.
Voeding en darmgezondheid: een grotere rol dan je denkt
Wat je eet, komt direct in contact met je darmen. Logisch dus dat voeding een rol speelt. En nee, één keer een vette hap gaat je geen kanker geven, maar een structureel slecht voedingspatroon verhoogt wél je risico.
Wat is dan het probleem? Te weinig vezels, te veel bewerkt voedsel, en een overmaat aan rood vlees.

Groenten zitten vol vezels en zijn goed voor je darmen /
Bron: Istock.com/warrengoldswain
- Vezels: Helpen om je darmen schoon en gezond te houden. Ze zorgen ervoor dat afvalstoffen snel worden afgevoerd, zodat schadelijke stoffen geen kans krijgen om schade aan te richten.
- Bewerkt voedsel: Denk aan diepvriespizza's, fastfood, frisdrank en al die kunstmatige toevoegingen. Je darmflora wordt er niet blij van en dat kan leiden tot chronische ontstekingen.
- Rood vlees: Vooral als het bewerkt is (zoals bacon, worst en hamburgers), kan het je darmcellen beschadigen. Dit komt door stoffen zoals nitrosaminen, die kankerverwekkend kunnen zijn.
In 2025 is het bewijs alleen maar sterker geworden: een gezond eetpatroon met veel vezels, groente, fruit en volkorenproducten helpt om je darmen in topvorm te houden. Maar of dat dunnedarmkanker helemaal voorkomt? Helaas niet.
Chronische ontstekingen: een stille aanstichten
Mensen met aandoeningen zoals de ziekte van Crohn of coeliakie hebben een verhoogd risico op dunnedarmkanker. Waarom? Omdat chronische ontstekingen het DNA van darmcellen aantasten.
Bij Crohn wordt de darmwand constant aangevallen door het immuunsysteem, waardoor cellen zich sneller moeten vernieuwen. Hoe vaker cellen zich delen, hoe groter de kans op een foutje. En als zo’n foutje niet wordt gerepareerd, kan het uitgroeien tot een tumor.
Coeliakie—waarbij je darmen overgevoelig zijn voor gluten—verhoogt ook het risico op lymfomen in de darmen. Dit zijn tumoren die ontstaan uit de immuuncellen in het darmweefsel. Als je coeliakie hebt en jarenlang gluten eet zonder behandeling, kan je darmwand zó beschadigd raken dat het ontspoort.
Roken, alcohol en gifstoffen: de bekende boosdoeners
Je hebt het waarschijnlijk al vaak gehoord: roken is slecht voor alles, inclusief je darmen. Maar waarom precies? Sigarettenrook bevat honderden schadelijke stoffen, en sommige daarvan kunnen via je bloedbaan in je darmen terechtkomen. Vooral adenocarcinomen (de meest voorkomende vorm van dunnedarmkanker) worden vaker gezien bij rokers.
Alcohol heeft een soortgelijk effect. Regelmatig drinken kan het slijmvlies van de darm beschadigen, waardoor het gevoeliger wordt voor mutaties. Vooral sterke drank en overmatig alcoholgebruik verhogen het risico.
En dan zijn er nog chemische stoffen en toxines in het milieu. Denk aan pesticiden in voedsel, industriële chemicaliën of zelfs langdurige blootstelling aan zware metalen. Sommige onderzoeken suggereren dat deze stoffen het DNA direct kunnen beschadigen en zo bijdragen aan kankerontwikkeling.
Waarom krijgt de een het wel en de ander niet?
Dit blijft de grote vraag. Twee mensen kunnen exact hetzelfde dieet volgen, dezelfde leefstijl hebben, en toch krijgt de een dunnedarmkanker en de ander niet. Waarom?
- Immuunsysteem: Sommige mensen hebben een sterker immuunsysteem, dat kankercellen sneller opruimt voordat ze de kans krijgen om te groeien.
- Microbioom: Je darmflora speelt een rol in ontstekingen en immuunreacties. Een ongezonde darmflora kan schadelijke bacteriën bevatten die bijdragen aan kankerontwikkeling.
- Hormonale factoren: Mannen krijgen het vaker dan vrouwen, mogelijk door hormoonverschillen. Oestrogeen lijkt een beschermend effect te hebben.
- Combinatie van factoren: In de meeste gevallen is het niet één ding, maar een combinatie van genetische aanleg, voeding, leefstijl en pech.
Symptomen van dunnedarmkanker
Vage klachten
Net als de meeste gastro-intestinale kankers (kanker van het
spijsverteringsstelsel), zijn de vroege symptomen van dunnedarmkanker in de meeste gevallen vaag en niet-specifiek, met als gevolg dat het vaak enige tijd duurt voordat de diagnose wordt gesteld en behandeling kan ingezet.
Symptomen
De symptomen van dunnedarmkanker zijn:
Misselijkheid en braken kan komen door een blokkade in de dunne darm door de zich uitbreidende kanker. Langdurig bloedverlies wordt niet altijd opgemerkt wordt vanwege vermenging met de ontlasting; dit geeft donkergekleurde,
zwarte poep. Langdurig bloedverlies kan leiden tot
bloedarmoede en bijkomende klachten zoals een slap gevoel, bleekheid en moeheid. Wanneer een tumor de darm dreigt af te sluiten, ontstaat een koliek, zware en zeer pijnlijke krampen en een gorgelend geluid, en
geelzucht (gelige huid) als gevolg van verstopping van de galwegen.
Locatie
De meeste dunne darmkankers (vooral adenocarcinomen) ontwikkelen zich in de twaalfvingerige darm. Kankers die zich in de twaalfvingerige darm ontwikkelen, worden vaak aangetroffen in de ampulla van Vaterm waar de galbuis en de afvoergang van de alvleesklier samenkomen. Maar omdat dit gebied nauw verbonden is met de
alvleesklier of pancreas, worden kankers van de ampulla van Vater behandeld als
alvleesklierkanker.

Afname van bloed voor onderzoek /
Bron: Istock.com/JovanmandicOnderzoek en diagnose
Vraaggesprek en lichamelijk onderzoek
Bij klachten die passen bij dunnedarmkanker, is een bezoek aan de huisarts gerechtvaardigd. Deze vraagt naar je klachten en verricht een lichamelijk onderzoek.
Bloedonderzoek zal hij ook laten uitvoeren. Als er geen verklaring kan worden gevonden van de klachten en/of bij vermoeden van kanker zal verwijzing naar een maag-darm-lever-arts volgen.
Vervolgonderzoek
De specialist zoekt vervolgens naar de oorsprong van je klachten en hierbij kan hij gebruikmaken van één of meer van de volgende onderzoeken:
- bloedonderzoek;
- echografie van de buik;
- CT-scan van de buik;

CT-scan /
Bron: IStock.com/Pavel Losevsky
- duodenoscopie (kijkonderzoek van slokdarm, maag en twaalfvingerige darm);
- MRI-DDP (röntgenfoto's van de dunne darm);
- Video Capsule Endoscopie (afgekort VCE, een onderzoek waarbij de arts de binnenkant van het maag-darmkanaal kan bekijken middels een hele kleine camera die in een capsule is ingebouwd die je doorslikt en vervolgens maakt de camera twee keer per seconde een afbeelding); en
- dubbelballon endoscopie of enkelballon endoscopie (een kijkonderzoek van de dunne darm).
Wanneer een kwaadaardige tumor wordt aangetroffen. is er vaak verder onderzoek nodig om te bepalen in hoeverre de tumor zich heeft uitgebreid en of er uitzaaiingen zijn. Je kunt de volgende onderzoeken krijgen:
- CT-scan van de buik en eventueel de longen;
- echografie of MRI van de lever;
- longfoto;
- bloedonderzoek naar CEA-gehalte (CEA staat voor 'carcinogeen embryonaal antigeen' en het CEA gehalte in het bloed stijgt vaak als er uitzaaiingen zijn).
Op grond van dit onderzoek kan de arts bepalen welke behandeling het meest geschikt is.
Behandeling van dunnedarmkanker: welke opties zijn er?
Dunnedarmkanker is een lastige klant. Niet omdat het de meest agressieve kanker is, maar omdat het zeldzaam is. Dat betekent dat artsen er minder ervaring mee hebben dan bijvoorbeeld met dikke darmkanker. Gelukkig zitten de ontwikkelingen niet stil en zijn er inmiddels flink wat behandelmogelijkheden. Van klassieke operaties tot de nieuwste high-tech behandelingen—alles komt voorbij.
Operatie: als snijden een optie is
De gouden standaard bij dunnedarmkanker is nog altijd een operatie. Maar dat hangt er natuurlijk vanaf of de tumor weg te halen is. Als hij nog netjes op één plek zit en niet is uitgezaaid naar andere organen, dan is een operatie vaak de beste keuze.
Er zijn verschillende soorten ingrepen, afhankelijk van waar de tumor zich bevindt:
✅ Segmentresectie: Een stuk van de dunne darm wordt verwijderd, en de gezonde uiteinden worden weer aan elkaar gehecht. Simpel gezegd: het zieke deel eruit, de boel weer aan elkaar zetten en klaar.
✅ Whipple-operatie: Zit de tumor in het eerste stuk van de dunne darm (het duodenum), dan wordt niet alleen een stuk dunne darm weggehaald, maar vaak ook een deel van de alvleesklier, galblaas en maag. Zware ingreep, maar soms noodzakelijk.
✅ Palliatieve operatie: Als de kanker niet meer te genezen is, kan een operatie alsnog helpen om verstoppingen of pijnklachten te verminderen.
Chemotherapie: de klassieke strijd tegen kankercellen
Bij veel soorten kanker is chemo standaard. Bij dunnedarmkanker ligt dat iets ingewikkelder. De chemotherapieën die werken bij dikke darmkanker, hebben minder effect bij dunnedarmkanker. Toch kan chemo een optie zijn, vooral als er uitzaaiingen zijn of als de tumor terugkomt na een operatie.
De meest gebruikte chemo’s zijn:
✅ 5-FU (Fluorouracil) + Leucovorin: Vaak in combinatie met andere middelen.
✅ Capecitabine (Xeloda): Een tabletvorm, vaak fijner voor de patiënt.
✅ Oxaliplatine en Irinotecan: Soms toegevoegd als de kanker zich heeft verspreid.
Chemo wordt niet altijd standaard gegeven, maar kan in sommige gevallen de kans op terugkeer verkleinen of de groei van uitzaaiingen vertragen.
Gerichte therapie: high-tech aanval op kankercellen
Dunne darmkanker is niet één ziekte. Verschillende tumoren gedragen zich anders en hebben andere zwakke plekken. Gerichte therapieën werken op een moleculair niveau en pakken de achilleshiel van de kankercel aan.
🎯 Targeted therapy (gericht op mutaties)
Sommige dunnedarmtumoren hebben specifieke genetische mutaties die kunnen worden aangevallen met medicijnen:
- Imatinib (Gleevec): Vooral bij GIST-tumoren (een zeldzame vorm van sarcomen in de dunne darm).
- Everolimus (Afinitor): Werkt bij sommige neuro-endocriene tumoren (NET’s) in de dunne darm.
- Pembrolizumab (Keytruda): Voor patiënten met een specifieke DNA-mutatie genaamd MSI-High.
Immunotherapie: je eigen afweersysteem als wapen
Immunotherapie is een van de grootste doorbraken in de oncologie van de afgelopen jaren. Maar bij dunnedarmkanker? Daar werkt het niet altijd even goed. Alleen tumoren met een bepaalde genetische ‘handtekening’ (MSI-High of dMMR-mutaties) reageren echt goed op immunotherapie.
Als je tumor die mutatie heeft, kan een medicijn als pembrolizumab (Keytruda) of nivolumab (Opdivo) het immuunsysteem activeren om de kanker zelf aan te vallen. Geen garanties, maar sommige patiënten hebben hier baat bij.
Radiofrequente ablatie (RFA): de tumor ‘wegbranden’
Bij uitzaaiingen in de lever (een plek waar dunnedarmkanker zich vaak verspreidt) kan radiofrequente ablatie (RFA) worden gebruikt. Dit klinkt futuristisch, maar het komt neer op: een naald in de tumor steken en deze letterlijk verhitten tot hij kapotgaat.
✅ Geschikt voor kleine tumoren in de lever.
✅ Vaak minder belastend dan een operatie.
✅ Wordt soms gecombineerd met andere behandelingen.
TACE en SIRT: directe aanval op leveruitzaaiingen
Als de kanker zich naar de lever heeft verspreid, maar een operatie geen optie is, zijn er nog geavanceerdere technieken zoals TACE en SIRT.
🔹 TACE (Transarteriële chemo-embolisatie): Chemo wordt direct in de leveruitzaaiingen gespoten via een katheter, waardoor de tumor een veel sterkere dosis krijgt dan bij gewone chemo.
🔹 SIRT (Selectieve Interne Radiotherapie): Radioactieve bolletjes worden rechtstreeks in de lever gebracht om de tumoren van binnenuit te bestralen.
Beide technieken worden vooral gebruikt bij neuro-endocriene tumoren (NET’s) die zich naar de lever hebben verspreid.
CAR-T celtherapie: de toekomst?
Een van de meest experimentele behandelingen op dit moment is CAR-T celtherapie. Hierbij worden je eigen afweercellen genetisch gemanipuleerd om kankercellen beter te herkennen en aan te vallen.
💡 Op dit moment wordt CAR-T vooral getest bij bloedkankers, maar onderzoekers kijken of dit ook werkt bij solide tumoren zoals dunnedarmkanker.
Wat als genezing niet meer mogelijk is? Palliatieve zorg en levensverlenging
Soms is de kanker te ver gevorderd en is genezing geen optie meer. Dan draait de behandeling om kwaliteit van leven:
❤️ Pijnbestrijding met medicijnen en zenuwblokkades.
❤️ Palliatieve chemotherapie om de groei af te remmen.
❤️ Voedingsondersteuning, als de darmfunctie beperkt wordt.
Mensen denken vaak dat ‘palliatief’ betekent dat er niets meer te doen is, maar dat is niet zo. Veel behandelingen kunnen het leven verlengen en de kwaliteit verbeteren.
Wat brengt de toekomst? Nieuwe ontwikkelingen in zicht
De oncologie zit niet stil. Sommige dingen die nu nog experimenteel zijn, kunnen over een paar jaar de standaard worden:
🔬 CRISPR-genbewerking om DNA-fouten in cellen te corrigeren.
🔬 Kankervaccins die je immuunsysteem ‘trainen’ om tumoren aan te vallen.
🔬 Nanomedicijnen die chemo rechtstreeks in kankercellen afleveren zonder de rest van het lichaam te belasten.
Wie weet waar we over tien jaar staan? Voor nu is er in ieder geval geen gebrek aan behandelmogelijkheden. Wat het beste werkt, hangt helemaal af van jouw specifieke situatie. Daarom is het zo belangrijk om samen met je arts te kijken welke aanpak het meeste kans van slagen heeft.
Prognose bij dunnedarmkanker: Wat zijn de overlevingskansen?
Dunnedarmkanker is zeldzaam, en dat betekent dat er minder grote studies zijn dan bij bijvoorbeeld borstkanker of dikke darmkanker. Maar er is wél data. De overlevingskansen hangen af van een aantal belangrijke factoren, zoals het stadium waarin de kanker wordt ontdekt, het type tumor en hoe goed je lichaam reageert op de behandeling.
Dus, laten we het hebben over cijfers, maar ook over wat die cijfers écht betekenen.
Hoe eerder, hoe beter: overleving per stadium
Zoals bij de meeste kankers geldt: hoe eerder ontdekt, hoe beter de overlevingskansen. Dunnedarmkanker wordt ingedeeld in stadia, van I (heel vroeg) tot IV (uitgezaaid).
📊 Gemiddelde 5-jaarsoverleving per stadium:
- Stadium I (lokaal, kleine tumor) → 70-80% overlevingskans
- Stadium II (groei door de darmwand heen, geen uitzaaiingen) → 50-60%
- Stadium III (lymfeklieruitzaaiingen) → 30-50%
- Stadium IV (verre uitzaaiingen, vaak lever of longen) → 5-20%
Wat zeggen deze cijfers? Dat het nog geen game over is, ook niet bij een later stadium. Het zijn gemiddelden, en er zijn altijd mensen die veel langer leven dan verwacht.
Welke factoren maken uit?
Niet elke dunnedarmtumor gedraagt zich hetzelfde. Hier zijn een paar dingen die invloed hebben op je prognose:
✅ Tumortype: Adenocarcinomen hebben een slechtere prognose dan neuro-endocriene tumoren (NET’s), die vaak jarenlang traag blijven groeien.
✅ Uitgezaaid of niet? Als de kanker zich naar andere organen heeft verspreid, wordt genezing moeilijker, maar behandelingen kunnen de groei vertragen en de levenskwaliteit verbeteren.
✅ Je algemene gezondheid: Hoe fitter je bent, hoe beter je lichaam de behandelingen aankan. Een gezonde levensstijl vóór de diagnose helpt vaak om beter te herstellen.
✅ Genetische kenmerken: Sommige tumoren hebben gunstige mutaties, waardoor ze beter reageren op bepaalde therapieën (zoals immunotherapie).
✅ Operatiemogelijkheid: Als de tumor operatief verwijderd kan worden, is de kans op een lange overleving veel groter.
Overlevingskansen bij de verschillende tumortypes
Dunnedarmkanker is geen ‘one size fits all’-ziekte. Er zijn verschillende typen, en elk heeft een andere prognose.
🔹 Adenocarcinoom (meest voorkomende vorm)
- Vaak agressiever en moeilijker te behandelen.
- 5-jaarsoverleving gemiddeld 30-50%, afhankelijk van het stadium.
🔹 Neuro-endocriene tumoren (NET’s)
- Kunnen zeer traag groeien, waardoor patiënten soms 10+ jaar met de ziekte kunnen leven, zelfs met uitzaaiingen.
- Overlevingskans veel beter dan bij adenocarcinoom, vooral als de tumor zich niet snel verspreidt.
🔹 Gastro-intestinale stromale tumoren (GIST’s)
- Vaak goed te behandelen met doelgerichte therapieën zoals imatinib (Gleevec).
- Overleving kan oplopen tot 80-90% als het vroeg wordt ontdekt.
🔹 Lymfomen in de dunne darm
- Vooral geassocieerd met ziekte van Crohn of coeliakie.
- Prognose hangt af van type lymfoom, maar kan variëren van 30-70%.
Wat als de kanker is uitgezaaid?
Stadium IV klinkt als een doodsvonnis, maar dat is het niet altijd. Sommige mensen leven jaren met uitgezaaide dunnedarmkanker, vooral als de tumorgroei onder controle kan worden gehouden.
✅ Neuro-endocriene tumoren (NET’s) kunnen decennialang stabiel blijven.
✅ Gerichte therapieën en immunotherapie verbeteren de overleving voor sommige patiënten.
✅ Palliatieve operaties kunnen de kwaliteit van leven aanzienlijk verlengen.
Een voorbeeld: Mark (56) kreeg in 2018 de diagnose uitgezaaide NET in de dunne darm. Zijn artsen zeiden: “We kunnen het niet genezen, maar wél afremmen.” Dankzij een combinatie van targeted therapy en radioactieve bolletjes in de lever (SIRT) leeft hij nu, 7 jaar later, nog steeds een actief leven.
Wat kun je zelf doen om je kansen te vergroten?
Oké, sommige dingen heb je niet in de hand. Maar er zijn wél factoren die je kunt beïnvloeden:
✅ Gezonde voeding & beweging: Helpt je lichaam om beter te herstellen na behandelingen.
✅ Vermijd roken & overmatig alcoholgebruik: Beiden kunnen de groei van tumoren versnellen.
✅ Blijf positief, maar realistisch: Stress kan je lichaam uitputten. Zoek ondersteuning bij familie, vrienden of lotgenoten.
✅ Vraag om second opinions: Niet elke arts is even gespecialiseerd in dunnedarmkanker. Ga desnoods naar een expertisecentrum.
De toekomst: steeds betere overlevingskansen?
Dunnedarmkanker is nog niet zo uitgebreid onderzocht als andere kankersoorten, maar daar komt langzaam verandering in. Nieuwe behandelingen zoals immunotherapie en CRISPR-genbewerking zijn veelbelovend, en er komen steeds meer klinische studies.
💡 Wat kunnen we verwachten in de komende 10 jaar?
🔬 Nieuwe medicijnen die gericht zijn op specifieke genetische zwaktes van tumoren.
🧬 Persoonlijke therapieën, waarbij de behandeling op basis van je DNA wordt afgestemd.
🦠 Darmflora-onderzoek, om te zien of darmbacteriën invloed hebben op tumorgroei.
Conclusie: wat betekenen de cijfers écht?
Prognosecijfers kunnen ontmoedigend zijn, maar onthoud dit: ze zijn gebaseerd op oude data. De 5-jaarsoverleving die nu wordt vermeld, is gebaseerd op mensen die 5 tot 10 jaar geleden zijn behandeld. En sindsdien zijn de behandelingen veel verbeterd.
💬 Wat betekent dat voor jou? Dat jij misschien meer opties hebt dan iemand die in 2015 deze diagnose kreeg. Dat artsen nu betere manieren hebben om de tumor af te remmen. En dat jij geen statistiek bent.
Complicaties bij dunnedarmkanker: wat kan er misgaan?
Dunnedarmkanker is op zichzelf al een lastige tegenstander, maar de tumor zelf is niet het enige probleem. Door de groei en verspreiding van de kanker kunnen er verschillende complicaties optreden. Soms ontstaan die door de tumor zelf, soms door de behandeling. En dan heb je nog de complicaties die op lange termijn de kwaliteit van leven kunnen beïnvloeden.
Het is dus niet alleen de vraag “hoe behandelen we de kanker?”, maar ook “hoe voorkomen we bijkomende problemen?”
Darmobstructie: als de boel verstopt raakt
De dunne darm is een smalle buis, en een tumor die groeit, kan die letterlijk blokkeren. Dit wordt een darmobstructie genoemd, en het is een van de meest voorkomende complicaties bij dunnedarmkanker.
🔹 Komt voor bij ongeveer 30-50% van de patiënten met gevorderde dunnedarmkanker.
🔹 Symptomen: Heftige buikpijn, opgeblazen gevoel, misselijkheid en overgeven, geen ontlasting meer.
🔹 Behandeling: Soms kan de blokkade worden weggehaald met een operatie. Als dat niet mogelijk is, kan een stent (een buisje dat de doorgang openhoudt) worden geplaatst.
- Voorbeeld: Marian (62) had een tumor in haar ileum (laatste deel van de dunne darm). In eerste instantie had ze alleen af en toe buikpijn, maar ineens kon ze geen voedsel meer binnenhouden. Een scan toonde een volledige obstructie. Een spoedoperatie was nodig om de tumor te verwijderen en een stuk van haar darm werd weggehaald. Zonder die ingreep had haar darm kunnen scheuren.
Perforatie: een darm die scheurt
Soms groeit een tumor niet alleen in de darm, maar door de darmwand heen. Hierdoor kan er een scheur (perforatie) ontstaan. Dat is een noodgeval, want darminhoud kan dan in de buikholte lekken, wat een levensgevaarlijke infectie veroorzaakt: peritonitis.
🔹 Komt voor bij ongeveer 5-10% van de patiënten met gevorderde dunnedarmkanker.
🔹 Symptomen: Plotselinge, extreme buikpijn, hoge koorts, buik die keihard aanvoelt.
🔹 Behandeling: Spoedoperatie, waarbij het gescheurde deel van de darm wordt verwijderd en soms een tijdelijk stoma wordt aangelegd.
- Voorbeeld: Hans (58) had stadium IV dunnedarmkanker en slikte een targeted therapy. Plots kreeg hij acute buikpijn en hoge koorts. In het ziekenhuis bleek dat er een scheurtje in zijn darm was ontstaan. Hij werd direct geopereerd, maar moest weken in het ziekenhuis herstellen.
Bloedingen: als de tumor gaat bloeden
Dunnedarmtumoren kunnen de bloedvaten in de darmwand beschadigen, wat kan leiden tot inwendige bloedingen.
🔹 Komt voor bij 20-40% van de patiënten met dunnedarmkanker.
🔹 Symptomen: Bloed bij de ontlasting (rood of zwart), duizeligheid, zwakte, soms flauwvallen.
🔹 Behandeling: Soms kan de bloeding worden gestopt met endoscopische therapie (bijvoorbeeld een laser of clip), maar bij ernstige bloedingen kan een operatie nodig zijn.
- Voorbeeld: Peter (65) had al maanden donkere, teerachtige ontlasting, maar dacht dat het kwam door ijzertabletten. Toen hij uiteindelijk flauwviel, bleek dat hij zwaar bloedarmoede had door een tumorbloeding. Hij kreeg eerst een bloedtransfusie en daarna werd de bloeding via een endoscopie gestopt.
Uitzaaiingen: als de kanker verder trekt
Dunnedarmkanker kan uitzaaien naar andere organen. De meest voorkomende plekken:
🔹 Lever (bij 50-75% van de patiënten met uitgezaaide dunnedarmkanker)
🔹 Lymfeklieren (bij 30-50%)
🔹 Longen (bij 10-20%)
🔹 Borstvlies en buikvlies (bij 5-15%)
Bij leveruitzaaiingen kan een patiënt geelzucht krijgen (gele huid en ogen). Bij longuitzaaiingen zijn kortademigheid en een aanhoudende hoest mogelijke symptomen.
- Voorbeeld: Mila (54) had een neuro-endocriene tumor (NET) in haar dunne darm. In eerste instantie leek de behandeling goed te werken, maar na een paar jaar kreeg ze vage buikklachten en geelzucht. Een scan toonde leveruitzaaiingen. Ze kreeg een behandeling met radioactieve bolletjes (SIRT) om de groei af te remmen.
Voedingsproblemen en gewichtsverlies
De dunne darm is essentieel voor de opname van voedingsstoffen. Als een groot deel wordt weggehaald of beschadigd is door de tumor, kunnen voedingsstoffen niet goed worden opgenomen. Dit heet malabsorptie en kan leiden tot:
🔹 Ernstig gewichtsverlies en ondervoeding
🔹 Vitaminetekorten (B12, D, ijzer)
🔹 Diarree en uitdroging
Oplossing? Sommige patiënten moeten sondevoeding of infuusvoeding krijgen. Anderen moeten speciale diëten volgen en supplementen nemen.
- Voorbeeld: Sander (47) verloor in korte tijd 15 kilo, ondanks dat hij goed at. Een bloedonderzoek toonde ernstige B12- en ijzertekorten. Hij kreeg injecties en voedingsadvies om zijn tekorten aan te vullen.
Langetermijncomplicaties: wat als de kanker weg is, maar je darmen nooit meer hetzelfde zijn?
Soms overleef je de kanker, maar houd je er restklachten aan over:
⚠️ Chronische diarree: Als een groot stuk darm is verwijderd, kan je lichaam water en voedingsstoffen minder goed opnemen.
⚠️ Dunne darm-syndroom: Als een heel groot deel van de dunne darm is weggehaald, kan je lichaam bijna geen voedingsstoffen meer opnemen. Dit heet ‘short bowel syndrome’.
⚠️ Darmverklevingen: Na operaties kunnen littekens in de buik ervoor zorgen dat de darmen aan elkaar plakken, wat pijn en verstopping kan veroorzaken.
Sommige mensen moeten levenslang supplementen slikken of bepaalde voedingsmiddelen vermijden.
- Voorbeeld: Linda (51) had een grote tumor in haar dunne darm die operatief werd verwijderd. Ze overleefde de kanker, maar kreeg daarna ernstige diarree en vermoeidheid door slechte opname van voedingsstoffen. Ze moest haar dieet aanpassen en kreeg medicatie om haar spijsvertering te ondersteunen.
Conclusie: complicaties, maar ook oplossingen
Dunnedarmkanker is niet alleen gevaarlijk vanwege de tumor zelf, maar ook vanwege de complicaties die kunnen optreden. Gelukkig zijn er veel manieren om deze problemen aan te pakken.
🔹 Operaties, stents en medicatie kunnen obstructies en bloedingen behandelen.
🔹 Voedingsondersteuning helpt bij tekorten en gewichtsverlies.
🔹 Nieuwe behandelingen zoals gerichte therapie en radioactieve bolletjes kunnen uitzaaiingen afremmen.
Complicaties zijn (zeer) vervelend, maar ze hoeven niet het einde van de weg te betekenen. Met de juiste zorg en aanpassingen is er vaak nog veel mogelijk.
Lees verder