Baarmoederkanker: symptomen, oorzaak en behandeling
Baarmoederkanker symptomen zijn buikpijn en abnormaal bloedverlies. Baarmoederkanker ontwikkelt zich in de meerderheid van de gevallen in het slijmvlies dat de binnenkant van de baarmoeder bedekt (endometrium). Er zijn bepaalde factoren die de kans op het krijgen van baarmoederkanker doen toenemen. Het blijkt dat elke verhoging van de invloed van de oestrogenen het risico verhoogt op kanker van het baarmoederslijmvlies. De meest voorkomende symptoom van baarmoederkanker bij vrouwen die de overgang al hebben gehad, is ongewoon vaginaal bloedverlies. De behandeling van baarmoederkanker bestaat gewoonlijk uit een operatie waarbij de baarmoeder en de eierstokken worden verwijderd. Aanvullend kan radiotherapie, chemotherapie of hormonale therapie nodig zijn. Wanneer de diagnose van baarmoederkanker in een vroegtijdig stadium wordt gesteld, zijn de vooruitzichten doorgaans goed. De overlevingskans is het hoogst als het gezwel beperkt is tot de baarmoeder.
Wat is baarmoederkanker?
Anneke, een energieke vrouw van 48, had nooit gedacht dat een simpel bezoek aan de huisarts haar leven zou veranderen. Ze was al maanden moe en had last van onregelmatige bloedingen, maar gaf de schuld aan de overgang. Tijdens een routinecontrole besloot haar huisarts toch een echo te laten maken. Daaruit bleek dat haar baarmoederslijmvlies verdikt was, wat verder onderzoek vereiste. De diagnose baarmoederkanker kwam als een schok, maar omdat ze er op tijd bij was, bleek de tumor operatief te verwijderen. Nu deelt Anneke haar verhaal om andere vrouwen te inspireren om altijd naar hun lichaam te luisteren. "Het was eng, maar ik ben er sterker uitgekomen," zegt ze met een glimlach.
Baarmoederkanker ontwikkelt zich in de meerderheid van de gevallen in het slijmvlies dat de binnenkant van de baarmoeder bedekt (endometrium). Dit wordt ook wel endometriumkanker genoemd, de meest voorkomende vorm van baarmoederkanker. Veel minder vaak ontwikkelt kanker zich in de spieren en andere weefsels die de baarmoeder ondersteunen. Wanneer dit gebeurt, is er sprake van een baarmoedersarcoom of uterussarcoom. Uterus is de medische term voor baarmoeder. Minder dan 5% van de uteriene kankers zijn sarcomen.
Wat is kanker?
Cellen in het lichaam planten zich normaliter op een ordelijke manier voort. Men spreekt van kanker als het evenwicht tussen celverlies en celaanmaak is verstoord, waardoor er meer cellen worden gevormd, dan dat er afsterven. De celgroei is ontregeld en de cellen groeien ongedifferentieerd. Er is sprake van woekering, met als gevolg dat er een tumor verschijnt.
Goedaardige en kwaadaardige tumoren
Er worden twee soorten tumoren onderscheiden:
- Goedaardige tumoren, welke in veel gevallen niet levensbedreigend zijn, ofschoon ze steeds groter kunnen groeien en daardoor de nabijgelegen organen en weefsels (kunnen) verdrukken. Ze infiltreren echter geen andere weefsels en ze kunnen ook niet uitbreiden naar andere delen van het lichaam, metastaseren genoemd. Wanneer ze worden verwijderd, is er zelden spake van recidief.
- Kwaadaardige tumoren, kanker genaamd. Twee belangrijke kenmerken van kwaadaardige gezwelgroei zijn infiltratieve groei en metastasering. Kankercellen zijn in staat het omliggende weefsel te infiltreren en via lymfebanen worden de tumorcellen versleept naar de regionale lymfeklieren. Vanuit de lymfeklieren kan de tumorcel zich via een bloedvat verplaatsen naar andere organen in het lichaam. Wanneer de tumorcel in een orgaan een nieuwe tumor heeft gevormd, wordt gesproken van een metastase (uitzaaiing).
Epidemiologie van baarmoederkanker
Baarmoederkanker, ook wel endometriumcarcinoom genoemd, is de meest voorkomende gynaecologische kanker in veel landen. Het is een ziekte die vaak in de vroege stadia wordt ontdekt en goed behandelbaar is, maar de incidentie blijft wereldwijd stijgen. Laten we de cijfers en factoren die bijdragen aan deze ziekte van dichterbij bekijken.
Mannen versus vrouwen: een uitsluitend vrouwelijke kanker
Baarmoederkanker treft uitsluitend vrouwen, omdat het zich ontwikkelt in het baarmoederslijmvlies (endometrium). Het is wereldwijd de op één na meest voorkomende kanker bij vrouwen, na borstkanker. Volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) worden jaarlijks ongeveer 380.000 nieuwe gevallen van baarmoederkanker vastgesteld, wat neerkomt op 4% van alle kankers bij vrouwen. De ziekte komt zelden voor bij jonge vrouwen onder de 40 jaar en wordt het meest gediagnosticeerd bij vrouwen in de leeftijd van 55 tot 65 jaar.
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 2000-2500 nieuwe gevallen van baarmoederkanker vastgesteld, terwijl in België dit aantal rond de 1300-1400 per jaar ligt. Het is goed voor ongeveer 6% van alle nieuwe kankergevallen bij vrouwen in deze landen.

Overgewicht en obesitas heeft gevolgen voor je gezondheid /
Bron: Yves Picq, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Kinderen versus volwassenen: een ziekte van latere leeftijd
Baarmoederkanker is uiterst zeldzaam bij kinderen en jonge vrouwen. De overgrote meerderheid van de diagnoses wordt gesteld bij postmenopauzale vrouwen. In ongeveer 75% van de gevallen wordt de ziekte vastgesteld bij vrouwen boven de 50 jaar. Vrouwen in de premenopauzale fase hebben een lager risico, tenzij ze specifieke risicofactoren hebben zoals obesitas, polycysteus ovariumsyndroom (PCOS), of een genetische aanleg zoals het Lynch-syndroom.
Een voorbeeld is Marijke, een 52-jarige vrouw die haar onregelmatige bloedingen negeerde omdat ze dacht dat het bij de overgang hoorde. Een routineonderzoek bracht echter baarmoederkanker aan het licht. Dankzij vroege detectie was de tumor operatief te verwijderen, en Marijke herstelde volledig.
Klimaat en geografische verschillen: waar komt het meer voor?
De incidentie van baarmoederkanker varieert wereldwijd. Het komt vaker voor in ontwikkelde landen, waaronder Europa en Noord-Amerika, waar een meer westerse leefstijl met hogere obesitaspercentages en een lager geboortecijfer een rol speelt. In deze regio’s wordt baarmoederkanker jaarlijks bij ongeveer 10-20 per 100.000 vrouwen gediagnosticeerd.
In ontwikkelingslanden, zoals delen van Afrika en Azië, is de incidentie lager, vaak rond de 4-7 per 100.000 vrouwen, voornamelijk vanwege verschillen in reproductieve patronen, zoals meer zwangerschappen en langere borstvoedingsperiodes, die een beschermend effect hebben. In de Nederlandse overzeese gebieden, zoals Curaçao en Aruba, zijn de cijfers vergelijkbaar met die in Nederland, maar de toegang tot preventieve zorg en vroege diagnose kan variëren.
Voeding en leefstijl: de rol van obesitas en beweging
Leefstijl speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van baarmoederkanker. Obesitas is een van de sterkste risicofactoren; vrouwen met overgewicht hebben tot 3 keer meer kans op baarmoederkanker door de verhoogde niveaus van oestrogeen die worden geproduceerd in vetweefsel. Een dieet met veel bewerkte voedingsmiddelen, suiker en verzadigde vetten kan het risico verhogen, terwijl een voedingspatroon rijk aan groenten, fruit en vezels beschermend kan werken.
Daarnaast vermindert regelmatige fysieke activiteit het risico op baarmoederkanker met ongeveer 20-30%, omdat het helpt bij het reguleren van hormonale niveaus en een gezond gewicht ondersteunt. Inactieve vrouwen, vooral na de menopauze, lopen een groter risico.
Genetica: zit baarmoederkanker in de familie?
Bij ongeveer 3-5% van de gevallen is baarmoederkanker erfelijk. Het Lynch-syndroom is de belangrijkste genetische oorzaak, waarbij dragers een verhoogd risico hebben op baarmoederkanker (40-60%) en andere soorten kanker, zoals darmkanker. Vrouwen met een familiegeschiedenis van baarmoeder- of darmkanker zouden genetisch onderzoek kunnen overwegen om hun risico te beoordelen en preventieve maatregelen te nemen.
Een voorbeeld is Linda, een 45-jarige vrouw met meerdere familieleden die op jonge leeftijd baarmoederkanker hadden. Ze liet zich testen en ontdekte dat ze drager was van het Lynch-syndroom. Ze koos voor regelmatige screenings en preventieve chirurgie, waardoor ze haar risico aanzienlijk verminderde.
Een ziekte met vele gezichten
Baarmoederkanker is een ziekte die vrouwen op latere leeftijd treft, maar door de stijgende obesitaspercentages en vergrijzing neemt het wereldwijd toe. Het belang van een gezonde leefstijl, vroege detectie en genetisch bewustzijn kan niet genoeg worden benadrukt. Met een combinatie van preventie en vroeg ingrijpen kunnen vrouwen zoals Marijke en Linda niet alleen hun risico verlagen, maar ook hun toekomst veiligstellen. 💛
Is baarmoederkanker erfelijk?
Baarmoederkanker is een ziekte die veel vragen oproept, en een van de meest gestelde vragen is: "Kan ik het erven van mijn moeder of oma?" Het korte antwoord is: soms. Erfelijkheid speelt een rol in een klein percentage van de gevallen, maar de meeste gevallen van baarmoederkanker zijn niet direct genetisch bepaald. Laten we dieper ingaan op hoe en waarom erfelijkheid een rol kan spelen.
Wanneer is baarmoederkanker erfelijk?
Baarmoederkanker wordt in ongeveer 3-5% van de gevallen gelinkt aan genetische factoren. De belangrijkste erfelijke oorzaak is het Lynch-syndroom (ook bekend als erfelijke niet-polyposis colorectale kanker, HNPCC). Dit syndroom verhoogt het risico op verschillende soorten kanker, waaronder darmkanker, eierstokkanker en baarmoederkanker. Vrouwen met het Lynch-syndroom hebben een levenslang risico van 40-60% om baarmoederkanker te ontwikkelen, wat aanzienlijk hoger is dan bij de algemene bevolking, waar dat risico ongeveer 2-3% is.
Andere genetische factoren, zoals mutaties in genen die de DNA-reparatie reguleren, kunnen ook een rol spelen, maar deze zijn zeldzamer. Als meerdere vrouwen in je familie baarmoederkanker hebben gehad, vooral op jonge leeftijd, kan dit een teken zijn van een erfelijke component.
Hoe weet je of het erfelijk is?
Als je familiegeschiedenis wijst op een verhoogd risico, kan genetisch onderzoek duidelijkheid geven. Een arts kan je doorverwijzen voor een genetische test om te kijken of je drager bent van mutaties die geassocieerd worden met het Lynch-syndroom of andere erfelijke kankersyndromen. Typische aanwijzingen voor een erfelijke link zijn:
Meerdere familieleden met baarmoederkanker, darmkanker of eierstokkanker.
Kankerdiagnoses op jonge leeftijd (jonger dan 50 jaar).
Een combinatie van verschillende soorten kanker in één familie.
Een genetische test is geen definitieve voorspeller van ziekte, maar kan je wel helpen om bewust met je gezondheid om te gaan.
Wat kun je doen als baarmoederkanker in je familie voorkomt?
Als er een erfelijke aanleg is vastgesteld, betekent dat niet dat je baarmoederkanker zult krijgen, maar het geeft je wel een kans om proactief te zijn. Dit kan betekenen:
- Regelmatige controles: Praat met je arts over screenings zoals een transvaginale echografie of een biopsie om eventuele veranderingen vroeg te detecteren.
- Leefstijlkeuzes: Gezond eten, een gezond gewicht behouden en roken vermijden kan helpen om het risico te verlagen.
- Preventieve opties: Sommige vrouwen met een hoog risico kiezen voor preventieve chirurgie, zoals het verwijderen van de baarmoeder (hysterectomie), om hun risico op kanker drastisch te verminderen.
Een voorbeeld uit de praktijk
Maria, een 35-jarige vrouw, ontdekte dat haar moeder en tante allebei op jonge leeftijd baarmoederkanker hadden. Ze besloot genetische tests te laten doen en bleek drager te zijn van een mutatie die bij het Lynch-syndroom hoort. Na overleg met haar arts koos ze voor regelmatige screenings en leefstijlveranderingen, zoals gezonder eten en meer bewegen. Ze voelt zich gerustgesteld dat ze actief stappen onderneemt om haar risico te verminderen.
Wat je moet onthouden
Baarmoederkanker is meestal niet erfelijk, maar als het voorkomt in je familie, kan het nuttig zijn om met een arts te praten. Genetisch onderzoek en preventieve maatregelen kunnen je helpen om je risico in kaart te brengen en actie te ondernemen. Zoals Maria ontdekte: weten is macht, en je gezondheid begint bij bewustzijn.
Oorzaken van baarmoederkanker
Baarmoederkanker komt het meest voor bij vrouwen in de leeftijdscategorie 55 - 65 jaar en zelden bij vrouwen onder de 45 jaar. Er zijn bepaalde factoren die de kans op het krijgen van baarmoederkanker doen toenemen.
Radiotherapie
Uteriene sarcomen komen vaker voor bij vrouwen die eerder radiotherapiebehandeling in het bekken hebben ondergaan. Dit verhoogt het risico op het ontwikkelen van dergelijke sarcomen.
Hormonen en oestrogeen
Endometriumkanker hangt samen met blootstelling aan een hoger gehalte van het geslachtshormoon oestrogeen dan normaal. Het blijkt dat elke verhoging van de invloed van de oestrogenen het risico verhoogt op kanker van het baarmoederslijmvlies. Een te veel aan oestrogenen kan endometriumhyperplasie veroorzaken, dat is een overmatige groei van het baarmoederslijmvlies. Endometriumhyperplasie is een risicofactor voor baarmoederkanker. Het wordt daarom beschouwd als een zogeheten premaligne afwijking, wat wil zeggen dat het een voorstadium van kwaadaardigheid (kanker) is. Hyperplasie is dus geen kanker, maar soms ontwikkelt het tot kanker. Veelvoorkomende symptomen van deze aandoening zijn:
- zware menstruaties;
- tussentijdse bloedingen; en
- bloedingen na de menopauze.
Hyperplasie komt vaak voor bij vrouwen ouder dan 40 jaar.
Leefstijl en obesitas
Overgewicht en obesitas spelen een grote rol in de ontwikkeling van baarmoederkanker. Vetten in het lichaam kunnen oestrogeen produceren, wat leidt tot verhoogde niveaus van dit hormoon. Vrouwen met obesitas hebben een twee- tot drie keer hoger risico op baarmoederkanker. Een gezonde leefstijl met regelmatige lichaamsbeweging kan helpen het risico te verminderen.
Menstruatie en vruchtbaarheid
Vrouwen die op jonge leeftijd beginnen te menstrueren (voor hun 12e) of laat in de menopauze gaan, hebben een langere blootstelling aan oestrogeen. Dit verhoogt het risico op baarmoederkanker. Ook vrouwen die nooit zwanger zijn geweest hebben een hoger risico, omdat zwangerschap de blootstelling aan oestrogeen tijdelijk vermindert.
Medicatie
Langdurig gebruik van tamoxifen, een geneesmiddel dat vaak wordt gebruikt voor de behandeling van borstkanker, kan het risico op baarmoederkanker verhogen. Dit komt omdat tamoxifen een zwakke oestrogeenachtige werking heeft op het baarmoederslijmvlies.
Familiaire belasting
Erfelijke syndromen, zoals Lynch-syndroom, kunnen het risico op baarmoederkanker aanzienlijk verhogen. Vrouwen met een familiegeschiedenis van baarmoeder- of darmkanker moeten extra alert zijn en regelmatige medische controles ondergaan.
Leeftijd en genetische aanleg
Hoewel leeftijd een belangrijke factor is, speelt genetische aanleg ook een rol. Mutaties in bepaalde genen kunnen het risico verhogen, zelfs bij jongere vrouwen. Regelmatige screening en vroegtijdige opsporing zijn cruciaal voor vrouwen met een verhoogd risico.
Risicofactoren
Er worden de volgende risicofactoren voor baarmoederkanker onderscheiden:

Overgewicht is een risicofactor voor baarmoederkanker /
Bron: Istock.com/VladimirFLoydObesitas of overgewicht
Vrouwen met
overgewicht hebben een grotere kans op het ontwikkelen van baarmoederkanker. Bij vrouwen met (fors) overgewicht, vindt er een verhoogde productie van oestrogeen plaats door de hoeveelheid overbodige adipeuze cellen, ook wel vetcellen genoemd, welke de oestrogeenproductie op zich neemt.
Late menopauze, geen kinderen of vroege eerste menstruatie
Vrouwen met een late menopauze (boven 55 jaar), die nooit kinderen hebben gehad of hun eerste menstruatie vóór de leeftijd van 12 hadden, lopen ook meer risico. Vrouwen worden iedere keer als ze menstrueren blootgesteld aan verhoogde hoeveelheden oestrogeen. Des te meer cyclussen een vrouw in haar leven ondergaat, des te groter de kans op endometriumkanker. Vrouwen die reeds op jonge leeftijd beginnen te menstrueren en/of geen kinderen hebben gehad en dus meer menstruaties hebben gehad en/of bij wie de overgang relatief laat optreedt, lopen derhalve meer risico.
Hormoontherapie
Een vergroot risico hebben vrouwen na de menopauze die vele jaren hormoontherapie hebben gehad, zonder progesteron. Het risico op baarmoederhalskanker wordt verlaagt door toevoeging van progesteron, terwijl het risico op borstkanker in dat geval juist wordt verhoogd.
Oestrogeenproducerende tumor
Vrouwen die een zeldzame oestrogeenproducerende tumor aan de
eierstokken hebben, lopen ook meer risico.
Familiair voorkomen
Vrouwen met een moeder, zus, of dochter met baarmoederkanker hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van deze ziekte.
Lynch-syndroom
Ook vrouwen in gezinnen waarin een erfelijke vorm van darmkanker voorkomt, die bekend staat als Lynch syndroom (in het verleden Hereditair Non-Polyposis Colorectaal Carcinoom, HNPCC, genoemd), hebben een verhoogd risico op baarmoederkanker (alsmede
eierstokkanker)
Veranderingen van vrouwelijke hormonen in het lichaam
Je eierstokken maken twee belangrijkste vrouwelijke hormonen aan: oestrogeen en progesteron. Schommelingen in de balans van deze hormonen leiden tot veranderingen in het endometrium. Een ziekte of aandoening die de hoeveelheid oestrogeen, maar niet het niveau van progesteron verhoogt, kan het risico op endometriumkanker verhogen. Voorbeelden zijn onregelmatige ovulatiepatronen, zoals die kunnen voorkomen bij vrouwen met het polycysteus ovarium syndroom (
PCOS), obesitas en
diabetes. Het nemen van hormonen na de menopauze die oestrogeen bevatten, maar niet progesteron, verhoogt het risico op endometriumkanker. Een zeldzame vorm van ovariale tumor (eierstokgezwel) die oestrogeen uitscheidt, verhoogt het risico op endometriumkanker.
Leeftijd
Naarmate je ouder wordt, loop je meer risico op baarmoederkanker. Endometriumkanker komt het meest voor bij vrouwen die de menopauze hebben ondergaan.
» Veel vrouwen die baarmoederkanker krijgen, hebben geen van deze risicofactoren. En veel vrouwen met een risicofactor, ontwikkelen deze ziekte nooit.
Risicogroepen
Risicogroep | Beschrijving |
Vrouwen na de menopauze | De meeste gevallen van baarmoederkanker worden vastgesteld bij vrouwen boven de 50 jaar, vaak na de menopauze, wanneer hormonale veranderingen plaatsvinden. |
Vrouwen met obesitas | Overgewicht verhoogt het risico aanzienlijk doordat vetweefsel oestrogeen produceert, wat bijdraagt aan overmatige groei van het baarmoederslijmvlies. |
Vrouwen met diabetes | Diabetes kan het risico op baarmoederkanker verhogen door hormonale verstoringen en een verhoogd insulinegehalte, wat invloed heeft op celgroei. |
Vrouwen met een hoge bloeddruk (hypertensie) | Hypertensie wordt geassocieerd met een verhoogd risico op verschillende vormen van kanker, inclusief baarmoederkanker, door schade aan bloedvaten en weefsels. |
Vrouwen met hormonale behandelingen | Langdurig gebruik van hormoontherapie zonder progestageen (bijvoorbeeld alleen oestrogeen) kan het risico op baarmoederkanker vergroten. |
Vrouwen met een familiegeschiedenis van baarmoederkanker | Genetische factoren, zoals het Lynch-syndroom, verhogen het risico op baarmoederkanker bij vrouwen met een familiegeschiedenis van de ziekte. |
Vrouwen met polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS) | PCOS kan leiden tot hormonale onbalans, met name verhoogde oestrogeenspiegels, wat het risico op baarmoederkanker verhoogt. |
Vrouwen die nooit zwanger zijn geweest | Zwangerschap verlaagt het oestrogeenniveau en beschermt het baarmoederslijmvlies. Vrouwen die nooit zwanger zijn geweest, hebben vaak een hoger risico. |
Vrouwen met een lange menstruatiegeschiedenis | Vrouwen die vroeg menstrueerden en laat in de menopauze gingen, worden blootgesteld aan meer oestrogeen, wat het risico op baarmoederkanker verhoogt. |
Rokers | Hoewel roken vooral met andere kankersoorten wordt geassocieerd, kan het indirect het hormonale evenwicht verstoren en zo bijdragen aan een verhoogd risico. |
Beschermende factoren tegen baarmoederkanker
Hoewel de precieze oorzaak van baarmoederkanker niet altijd bekend is, kunnen bepaalde leefstijlkeuzes en medische factoren het risico verlagen. Hieronder een uitgebreid overzicht van beschermende factoren die bijdragen aan het verminderen van het risico op baarmoederkanker:
Aspect | Beschrijving |
1. Gezond lichaamsgewicht | Het handhaven van een gezond gewicht verlaagt het risico op baarmoederkanker. Overgewicht en obesitas verhogen de kans door een hoger oestrogeenniveau in vetweefsel. |
2. Regelmatige lichaamsbeweging | Fysiek actieve vrouwen hebben een lager risico op baarmoederkanker doordat lichaamsbeweging helpt bij het reguleren van hormoonniveaus en het behouden van een gezond gewicht. |
3. Gebruik van anticonceptie (orale anticonceptiva) | Langdurig gebruik van anticonceptiepillen verlaagt het risico op baarmoederkanker door de hormonale balans te stabiliseren, zelfs tot jaren na het stoppen met de pil. |
4. Gezonde voeding | Een dieet rijk aan groenten, fruit, volle granen, en weinig verzadigde vetten kan bijdragen aan een lager risico. Antioxidanten in deze voeding beschermen tegen celbeschadiging. |
5. Borstvoeding geven | Vrouwen die borstvoeding geven, hebben een lager risico op baarmoederkanker, mogelijk door een langere periode met verlaagde oestrogeenniveaus. |
6. Regelmatige gynaecologische controles | Preventieve controles helpen om baarmoederkanker in een vroeg stadium te detecteren en verhogen de kans op effectieve behandeling. |
7. Stoppen met roken | Roken verhoogt het risico op verschillende soorten kanker, waaronder baarmoederkanker. Het vermijden of stoppen met roken vermindert dit risico aanzienlijk. |
8. Gebruik van progestageen-therapie | Bij vrouwen met een verhoogd risico kan een behandeling met progestageen (hormoontherapie) het risico op baarmoederkanker verlagen door de effecten van oestrogeen tegen te gaan. |
9. Voldoende vitamine D en calcium | Een adequate inname van vitamine D en calcium ondersteunt een gezond immuunsysteem en kan helpen bij de bescherming tegen kanker, waaronder baarmoederkanker. |
10. Beperking van alcoholgebruik | Hoewel alcoholgebruik niet direct in verband wordt gebracht met baarmoederkanker, kan het beperken ervan bijdragen aan een lagere kans op hormonale verstoringen en andere soorten kanker. |
11. Laag aantal menstruatiecycli | Vrouwen die minder menstruatiecycli hebben door late puberteit, vroege menopauze, zwangerschappen, of gebruik van anticonceptiva, lopen minder risico door lagere cumulatieve blootstelling aan oestrogeen. |
12. Beheersing van diabetes | Vrouwen met goed gecontroleerde bloedsuikerspiegels hebben een lager risico, aangezien onbehandelde diabetes bijdraagt aan overgewicht en hormonale verstoringen. |
13. Familiaire risicoreductie | Vrouwen met een familiegeschiedenis van baarmoederkanker kunnen door genetisch onderzoek en preventieve maatregelen (zoals frequente controles) hun risico verminderen. |
14. Gebruik van intra-uteriene anticonceptie (IUD) | Sommige typen spiraaltjes, met name progestageenspiraaltjes, kunnen het risico op baarmoederkanker verlagen doordat ze lokaal de hormonale balans beïnvloeden. |
15. Stressmanagement | Langdurige stress kan hormonale verstoringen veroorzaken. Effectieve stressmanagementtechnieken zoals mindfulness kunnen bijdragen aan een lager risico. |
16. Beperk langdurige hormoontherapie na de menopauze | Het vermijden van langdurig gebruik van alleen oestrogeenhormonen na de menopauze kan het risico op baarmoederkanker aanzienlijk verlagen. |
17. Hoge vezelinname | Een vezelrijk dieet bevordert een gezonde hormoonhuishouding en ondersteunt het lichaam bij het reguleren van insulineniveaus, wat het risico verlaagt. |
18. Voldoende slaap | Een goede slaapkwaliteit en -duur ondersteunen een gezonde hormoonbalans en het immuunsysteem, wat bescherming biedt tegen kankerontwikkeling. |
Symptomen van baarmoederkanker
De meest voorkomende symptoom van baarmoederkanker bij vrouwen die de overgang al hebben gehad, is
ongewoon vaginaal bloedverlies. Bij vrouwen die de menopauze nog niet achter de rug hebben, kunnen menstruatiestoornissen (zwaardere bloedingen tijdens de menstruatie) of tussentijdse bloedingen wijzen op baarmoederkanker. Ander verschijnselen die mogelijk kunnen optreden, zijn:
Voorgaande symptomen kunnen worden veroorzaakt door baarmoederkanker of andere gezondheidsproblemen. Vrouwen met deze symptomen doen er verstandig aan hun huisarts te bezoeken, zodat eventuele problemen zo vroeg mogelijk kunnen worden gediagnosticeerd en behandeld.

Bloedafname voor bloedonderzoek /
Bron: Istock.com/anna1311Onderzoek en diagnose
Bij vermoeden van baarmoederkanker, zal de huisarts de patiënt lichamelijk onderzoeken. Eventueel zal de huisarts de patiënt verwijzen naar een gynaecoloog, een arts die gespecialiseerd is in vrouwenaandoeningen. Deze arts zal de patiënt ook lichamelijk onderzoeken en eveneens een inwendig onderzoek verrichten. Voorts zal er
bloedonderzoek plaatsvinden. Naast een inwendig onderzoek en bloedonderzoek, kan vaginale echografie, hysteroscopie en curettage plaatsvinden. Bij een hysteroscopie brengt de arts een buisvormig instrument naar binnen via de
vagina om de baarmoederwand te kunnen bekijken. Daarna kan een curettage volgen, waarbij een stukje weefsel uit de
baarmoeder verwijderd wordt voor onderzoek. Als er baarmoederkanker wordt vastgesteld, is vaak nader onderzoek nodig naar mogelijke uitzaaiingen, bijvoorbeeld door het nemen van een longfoto.
Stadiumindeling van baarmoederkanker
In vogelvlucht
Bij baarmoederhalskanker onderscheidt men 4 stadia aan de hand waarvan de vooruitzichten worden ingeschat en de behandeling wordt bepaald:
Stadium | Omschrijving |
Stadium I | De tumor bevindt zich alleen in de baarmoeder. |
Stadium II | De tumor bevindt zich in de baarmoeder en baarmoederhals. |
Stadium III | De kanker is uitgezaaid buiten de baarmoeder, maar niet voorbij het bekkengebied. De kanker bevindt zich bij de lymfeklieren in het bekken of nabij de aorta. |
Stadium IV | De kanker is uitgezaaid naar andere organen, zoals het binnenste gedeelte van de darm, de blaas, de buik, de lever. |
De stadiumindeling van baarmoederkanker, ook wel het endometriumcarcinoom genoemd, helpt artsen te bepalen hoe ver de ziekte zich heeft verspreid. Het is cruciaal voor het plannen van de juiste behandeling en het inschatten van de prognose. Baarmoederkanker wordt ingedeeld volgens het FIGO-systeem (International Federation of Gynecology and Obstetrics), dat stadia 1 tot en met 4 omvat. Elk stadium weerspiegelt de mate van groei en verspreiding van de tumor.
Stadium I: Gelokaliseerde kanker
In stadium I is de kanker beperkt tot de baarmoeder. Dit is het vroegste stadium en biedt de beste kans op genezing.
- Stadium IA: De tumor bevindt zich alleen in het endometrium (baarmoederslijmvlies) of dringt minder dan de helft van de spierlaag (myometrium) binnen.
- Stadium IB: De tumor is doorgedrongen tot meer dan de helft van de spierlaag van de baarmoeder, maar heeft de buitenste laag (serosa) nog niet bereikt.
Behandeling: In dit stadium is een operatie, zoals een totale hysterectomie (verwijdering van de baarmoeder) en vaak ook verwijdering van de eierstokken en eileiders, de standaardbehandeling. Soms wordt aanvullende bestraling voorgeschreven om het risico op terugkeer te minimaliseren.
- Voorbeeld: Een 56-jarige vrouw wordt gediagnosticeerd met stadium IA-kanker na aanhoudende bloedingen. Een hysterectomie verwijdert de tumor volledig, en ze heeft geen verdere behandeling nodig.
Stadium II: Uitbreiding naar de baarmoederhals
In stadium II heeft de tumor zich uitgebreid naar de baarmoederhals, maar blijft nog beperkt tot de baarmoeder.
Kenmerken: De tumor infiltreert het bindweefsel van de
baarmoederhals (cervix), maar heeft zich nog niet verder verspreid naar omliggende organen of lymfeklieren.
Behandeling: De standaardaanpak is een hysterectomie gecombineerd met verwijdering van nabijgelegen lymfeklieren. Aanvullende bestraling en soms chemotherapie worden gebruikt om eventuele microscopische kankercellen te doden.
- Voorbeeld: Een 62-jarige vrouw ontdekt de kanker tijdens een uitstrijkje. De kanker heeft de baarmoederhals bereikt, maar dankzij vroege behandeling met chirurgie en bestraling heeft ze een uitstekende prognose.
Stadium III: Uitbreiding buiten de baarmoeder
Bij stadium III is de kanker uitgezaaid buiten de baarmoeder, maar blijft deze beperkt tot het bekkengebied.
- Stadium IIIA: De tumor is doorgedrongen tot de serosa (buitenste laag) van de baarmoeder of eileiders en eierstokken.
- Stadium IIIB: De tumor heeft de vagina of omliggende weefsels in het bekken bereikt.
- Stadium IIIC: Er zijn uitzaaiingen naar nabijgelegen lymfeklieren.
Behandeling: Een combinatie van chirurgie, bestraling en chemotherapie is vaak nodig. Deze aanpak richt zich op het verwijderen van de primaire tumor en het bestrijden van de verspreiding.
- Voorbeeld: Een 68-jarige vrouw met stadium IIIC ontvangt een operatie om de baarmoeder en aangetaste lymfeklieren te verwijderen, gevolgd door bestraling en chemotherapie. Na behandeling blijven de scans schoon.
Stadium IV: Uitzaaiing naar andere organen
In stadium IV heeft de kanker zich verspreid naar verre delen van het lichaam.
- Stadium IVA: De tumor infiltreert de blaas of darmen.
- Stadium IVB: Er zijn uitzaaiingen naar organen buiten het bekken, zoals de longen, lever of botten.
Behandeling: De focus ligt op palliatieve zorg om symptomen te verlichten en de levenskwaliteit te verbeteren. Chirurgie kan worden overwogen om symptomen zoals obstructies te verminderen, terwijl chemotherapie en doelgerichte therapieën worden gebruikt om de tumor te verkleinen en de ziekte te beheersen.
- Voorbeeld: Een 72-jarige vrouw met stadium IVB krijgt chemotherapie om de tumor te stabiliseren en pijnstillende therapieën om haar comfort te verhogen.
Waarom is stadiumindeling belangrijk?
De stadiumindeling van baarmoederkanker geeft niet alleen inzicht in hoe ver de ziekte gevorderd is, maar bepaalt ook de behandeling en prognose. Vroege stadia hebben een vijfjaarsoverleving van 90% of meer, terwijl gevorderde stadia een overlevingspercentage van minder dan 20% kunnen hebben. Door een tijdige diagnose en nauwkeurige stadia-bepaling kunnen patiënten de best mogelijke zorg krijgen.
Behandeling van baarmoederkanker
De behandeling van baarmoederkanker varieert sterk, afhankelijk van het type kanker, het stadium, en de algemene gezondheid van de patiënt. Hier zijn de belangrijkste opties uitgebreid besproken:
Operatieve ingreep
Een operatie is vaak de eerste stap bij de behandeling van baarmoederkanker, vooral wanneer de kanker zich beperkt tot de baarmoeder. De meest voorkomende procedure is een
hysterectomie, waarbij de baarmoeder, eileiders en eierstokken worden verwijderd. In meer geavanceerde stadia kan ook nabijgelegen steunweefsel en
lymfeklieren worden verwijderd om verspreiding te voorkomen. Voor vrouwen die nog een kinderwens hebben, worden in specifieke gevallen fertiliteitsbesparende ingrepen overwogen, zoals het gebruik van progestageenhoudende spiralen in een vroeg stadium.
Radiotherapie
Radiotherapie wordt vaak gebruikt om kankercellen te doden die na de operatie achterblijven. Het kan ook een primaire behandeling zijn voor patiënten die niet in aanmerking komen voor een operatie. Zowel uitwendige bestraling als brachytherapie (inwendige bestraling) wordt ingezet, afhankelijk van de situatie.
Chemotherapie
Chemotherapie is een systemische behandeling die wordt toegepast in meer gevorderde stadia van baarmoederkanker of wanneer er sprake is van uitzaaiingen. Het doel is om kankercellen te vernietigen of hun groei te vertragen. Combinaties van medicijnen zoals paclitaxel en carboplatine worden vaak voorgeschreven.
Hormonale therapie
Bij bepaalde vormen van baarmoederkanker, zoals tumoren die gevoelig zijn voor hormonen, kan hormonale therapie worden ingezet. Dit is vaak het geval bij vrouwen met gevorderde of terugkerende kanker. Medicijnen zoals progestagenen of tamoxifen worden gebruikt om de groei van kankercellen te remmen.
Immunotherapie
Een innovatieve behandeling die steeds meer wordt toegepast, is immunotherapie. Hierbij wordt het immuunsysteem van de patiënt gestimuleerd om de kankercellen aan te vallen. Medicijnen zoals checkpointremmers worden onderzocht en ingezet in specifieke gevallen van baarmoederkanker.
Doelgerichte therapie
Doelgerichte therapieën richten zich op specifieke moleculen die betrokken zijn bij de groei en verspreiding van kankercellen. Voorbeelden zijn medicijnen die zich richten op VEGF (vascular endothelial growth factor) of HER2-receptoren. Deze therapieën worden vaak gebruikt in combinatie met andere behandelingen.
Hyperthermie
Hyperthermie, ofwel warmtebehandeling, is een minder bekende optie waarbij kankercellen worden blootgesteld aan hoge temperaturen. Dit maakt de cellen gevoeliger voor chemotherapie of bestraling en kan in specifieke gevallen de effectiviteit van de behandeling verhogen.
Experimentele behandelingen en klinische studies
Voor patiënten met moeilijk te behandelen baarmoederkanker kunnen experimentele behandelingen binnen klinische studies een optie zijn. Denk aan nieuwe combinaties van medicijnen, innovatieve technieken zoals CAR-T-celtherapie of gentherapie, en geavanceerde vormen van radiotherapie.
Leefstijl en ondersteunende zorg
Naast medische behandelingen speelt ondersteunende zorg een cruciale rol. Gezonde voeding, regelmatige lichaamsbeweging en psychologische ondersteuning kunnen bijdragen aan een beter herstel en de kwaliteit van leven verbeteren. Sommige patiënten kiezen ook voor complementaire therapieën, zoals acupunctuur of mindfulness, om beter om te gaan met bijwerkingen en stress.
De behandeling van baarmoederkanker evolueert voortdurend, met nieuwe mogelijkheden die hoop bieden voor patiënten in alle stadia van de ziekte.
Prognose
Prognose en overleving van baarmoederkanker: wat je moet weten
De prognose van baarmoederkanker hangt sterk af van het stadium waarin de ziekte wordt ontdekt, de agressiviteit van de tumor en de algehele gezondheid van de patiënt. Over het algemeen heeft baarmoederkanker een goede prognose als het in een vroeg stadium wordt gediagnosticeerd, omdat het vaak symptomen zoals abnormale bloedingen veroorzaakt die vrouwen naar de arts leiden.
Vroege stadia: hoge overlevingskansen
Bij baarmoederkanker die in stadium I wordt gediagnosticeerd, is de prognose uitstekend. De vijfjaarsoverleving voor stadium I ligt tussen 85% en 95%, afhankelijk van hoe diep de tumor in de spierwand van de baarmoeder is doorgedrongen. In deze stadia is de kanker vaak beperkt tot de baarmoeder en kan deze volledig worden verwijderd met een hysterectomie.
Voorbeeld: Een 58-jarige vrouw met stadium IA baarmoederkanker ondergaat een succesvolle operatie. Haar vijfjaarsoverlevingskans is meer dan 90%, en de kans op terugkeer van de ziekte is zeer klein.
Gevorderde stadia: dalende overlevingskansen
Naarmate baarmoederkanker verder gevorderd is, nemen de overlevingskansen af. In stadium II, waar de kanker zich heeft uitgebreid naar de baarmoederhals, ligt de vijfjaarsoverleving rond de 70-85%. Voor stadium III, waarin de kanker zich buiten de baarmoeder naar omliggende weefsels of lymfeklieren heeft verspreid, daalt de overleving tot 40-60%.
Bij stadium IV, waar de kanker is uitgezaaid naar verre organen zoals de longen of lever, is de vijfjaarsoverleving minder dan 20%. In deze stadia ligt de focus meestal op palliatieve zorg om de levenskwaliteit te verbeteren en de symptomen te beheersen.
Factoren die de prognose beïnvloeden
Naast het stadium zijn er andere factoren die de prognose van baarmoederkanker beïnvloeden:
Tumortype: Endometrioïde tumoren, de meest voorkomende vorm, hebben een betere prognose dan zeldzamere, agressievere typen zoals seroos of heldercellig carcinoom.
Tumorgraad: Een laaggradige tumor groeit langzaam en heeft een betere prognose dan een hooggradige tumor, die sneller groeit en meer kans heeft op uitzaaiingen.
Leeftijd en gezondheid: Jonge, gezonde vrouwen hebben vaak een betere prognose dan oudere vrouwen met bijkomende gezondheidsproblemen.
Respons op behandeling: Hoe goed de kanker reageert op chirurgie, bestraling of chemotherapie speelt een grote rol in de uitkomst.
Recidief: wat als de kanker terugkomt?
Baarmoederkanker keert bij een klein percentage van de patiënten terug, meestal binnen 3 jaar na de eerste behandeling. Lokale terugkeer in het bekkengebied kan soms opnieuw worden behandeld met bestraling of chirurgie. Bij metastatische terugkeer is de behandeling gericht op symptoombestrijding en het verlengen van het leven, vaak met chemotherapie of doelgerichte therapieën.
Voorbeeld: Een 64-jarige vrouw met een recidief in haar bekkengebied wordt opnieuw behandeld met bestraling. Ze blijft na behandeling drie jaar klachtenvrij.
Leven na baarmoederkanker
Dankzij vroege diagnose en verbeterde behandelingen overleeft een groot percentage vrouwen baarmoederkanker. De focus na behandeling ligt op nazorg, zoals regelmatige controles en begeleiding bij eventuele bijwerkingen van de therapieën. Vrouwen met een verhoogd risico op terugkeer worden vaak nauwlettend gevolgd, en gezonde leefstijlkeuzes kunnen helpen om de algehele gezondheid te bevorderen.
Baarmoederkanker mag dan een diagnose zijn die angst oproept, maar met tijdige behandeling en een positieve mindset is herstel vaak goed mogelijk. Voor veel vrouwen biedt de behandeling een nieuwe start en een hernieuwde focus op gezondheid en welzijn.
Complicaties
De diagnose en behandeling van baarmoederkanker kunnen gepaard gaan met diverse complicaties. Deze complicaties kunnen veroorzaakt worden door de ziekte zelf, zoals verspreiding naar andere organen, of door de behandelingen, zoals chirurgie, bestraling en chemotherapie. Hier volgt een uitgebreid overzicht van mogelijke complicaties, zodat patiënten en hun naasten beter begrijpen wat ze kunnen verwachten.
Lokale complicaties door de tumor
Wanneer baarmoederkanker zich uitbreidt, kan dit leiden tot problemen in nabijgelegen organen en weefsels:
- Compressie van omliggende organen: Als de tumor groeit, kan deze druk uitoefenen op organen zoals de blaas of darmen, wat leidt tot problemen zoals urine-incontinentie, moeite met plassen of verstopping.
- Vaginale bloeding: Gevorderde stadia van baarmoederkanker kunnen abnormale en soms hevige bloedingen veroorzaken, wat leidt tot bloedarmoede en vermoeidheid.
- Uitzaaiingen naar omliggende weefsels: De kanker kan zich uitbreiden naar omliggende structuren, zoals de baarmoederhals, eierstokken, en het bekken, wat kan leiden tot pijn, zwelling en verminderde mobiliteit.
Complicaties door uitzaaiingen
In gevorderde stadia kan baarmoederkanker zich verspreiden naar andere delen van het lichaam, wat serieuze gevolgen heeft:
- Lymfatische verspreiding: Uitzaaiingen naar de lymfeklieren kunnen lymfoedeem (zwelling door ophoping van lymfevocht) veroorzaken, vooral in de benen. Dit kan leiden tot pijn en een verhoogd risico op infecties.
- Metastasen naar organen: Baarmoederkanker kan zich verspreiden naar de longen, lever of botten. Longuitzaaiingen veroorzaken vaak kortademigheid of een chronische hoest, levermetastasen kunnen leiden tot geelzucht en buikpijn, en botuitzaaiingen veroorzaken vaak ernstige pijn en verhoogde kans op fracturen.
Complicaties van chirurgie
Een hysterectomie en eventuele verwijdering van lymfeklieren of omliggende weefsels kunnen leiden tot kort- en langetermijncomplicaties:
- Blaas- of darmletsel: Tijdens de operatie kan onbedoelde schade aan de blaas of darmen ontstaan, wat leidt tot lekkage of infecties.
- Infecties: Zoals bij elke operatie bestaat er een risico op postoperatieve infecties, zoals wondinfecties of infecties van de urinewegen.
- Adhesies: Na de operatie kunnen littekenweefsels (adhesies) ontstaan, die buikpijn en darmobstructies kunnen veroorzaken.
- Lymfoedeem: Verwijdering van lymfeklieren kan de afvoer van lymfevocht verstoren, wat leidt tot zwelling en ongemak, vooral in de benen.
Complicaties van bestraling
Bestraling van het bekkengebied kan zowel acute als chronische complicaties veroorzaken:
- Acute bijwerkingen: Tijdens of kort na de behandeling kunnen patiënten last krijgen van diarree, misselijkheid, vermoeidheid en huidirritatie in het bestraalde gebied.
- Chronische schade: Langdurige complicaties kunnen schade aan de blaas of darmen omvatten, wat leidt tot klachten zoals bloed in de urine, frequente aandrang of chronische diarree. Vaginale verkleving of vernauwing kan ook voorkomen, wat pijn veroorzaakt tijdens geslachtsgemeenschap.
Complicaties van chemotherapie
Chemotherapie is een krachtige behandeling, maar het kan het lichaam zwaar belasten en verschillende bijwerkingen veroorzaken:
- Beenmergsuppressie: Chemotherapie kan de productie van bloedcellen in het beenmerg verminderen, wat leidt tot bloedarmoede, verhoogde kans op infecties en blauwe plekken of bloedingen.
- Neuropathie: Sommige chemotherapieën kunnen zenuwbeschadiging veroorzaken, wat leidt tot tintelingen, gevoelloosheid of pijn in de handen en voeten.
- Verlies van eetlust en gewichtsverlies: Misselijkheid, braken en veranderingen in smaak kunnen leiden tot ondervoeding en gewichtsverlies.
Emotionele en psychosociale complicaties
De diagnose en behandeling van baarmoederkanker hebben niet alleen fysieke, maar ook emotionele en sociale gevolgen:
- Angst en depressie: Vrouwen met baarmoederkanker kunnen last krijgen van angst voor terugkeer van de ziekte en depressieve gevoelens.
- Verlies van vruchtbaarheid: Bij premenopauzale vrouwen kan het verwijderen van de baarmoeder leiden tot verlies van vruchtbaarheid, wat emotioneel zwaar kan wegen.
- Veranderingen in seksualiteit: Behandelingen zoals bestraling of chirurgie kunnen leiden tot vaginale droogheid, pijn of verlies van libido, wat invloed heeft op de intimiteit met een partner.
Het belang van nazorg en ondersteuning
Ofschoon de behandeling van baarmoederkanker complicaties kan veroorzaken, zijn er tal van ondersteunende maatregelen beschikbaar. Regelmatige controles, fysiotherapie bij lymfoedeem, psychologische begeleiding en seksuele gezondheidszorg kunnen de impact van deze complicaties verminderen en de kwaliteit van leven verbeteren. Baarmoederkanker is een uitdaging, maar met de juiste zorg en ondersteuning is herstel en een goede levenskwaliteit voor veel vrouwen haalbaar.
Preventie van baarmoederkanker: van bekende stappen tot innovatieve maatregelen
Baarmoederkanker is vaak goed te voorkomen, vooral omdat veel risicofactoren samenhangen met leefstijl en hormonale veranderingen. Naast bekende preventiemethoden zijn er minder bekende en innovatieve maatregelen die helpen om het risico te verlagen. Hier volgt een uitgebreide gids om bewust met je gezondheid om te gaan en baarmoederkanker te voorkomen.
Gewicht en voeding: de basis voor preventie
- Gezond gewicht: Overgewicht en obesitas zijn sterke risicofactoren voor baarmoederkanker. Vetweefsel verhoogt de productie van oestrogeen, wat de kans op endometriumcarcinoom vergroot. Studies tonen aan dat vrouwen met een gezond gewicht tot 50% minder kans hebben op baarmoederkanker.
- Voedingspatroon: Een dieet rijk aan groenten, fruit, volle granen en peulvruchten helpt niet alleen om een gezond gewicht te behouden, maar bevat ook antioxidanten en vezels die ontstekingen verminderen en de hormoonbalans ondersteunen. Beperk de inname van suikers en verzadigde vetten, die ontstekingsprocessen in het lichaam kunnen stimuleren.
Innovatief:
Intermitterend
vasten (intermittent fasting): Dit dieetpatroon kan insuline- en hormoonspiegels stabiliseren en wordt onderzocht als een mogelijke preventieve strategie tegen hormonale kankers, waaronder baarmoederkanker.
Hormonale factoren: beheers de balans
- Anticonceptie: Langdurig gebruik van de anticonceptiepil kan het risico op baarmoederkanker aanzienlijk verminderen, met een beschermend effect dat tot 20 jaar na het stoppen kan aanhouden.
- Hormoontherapie na de menopauze: Vrouwen die hormoontherapie gebruiken met alleen oestrogeen lopen een verhoogd risico op baarmoederkanker. Combineer oestrogeen altijd met progesteron om dit risico te verminderen, tenzij je baarmoeder al is verwijderd.
Innovatief:
Bio-identieke hormonen: Deze natuurlijke hormoontherapieën worden onderzocht als een veiliger alternatief voor traditionele hormoonbehandelingen, omdat ze mogelijk minder bijwerkingen hebben.
Lichaamsbeweging: blijf in beweging
Regelmatige lichaamsbeweging helpt om het gewicht te reguleren en insulineresistentie te verminderen, twee factoren die bijdragen aan baarmoederkanker. Zelfs 30 minuten matige beweging per dag kan het risico met 20-30% verlagen. Denk aan wandelen, fietsen of pilates.
Innovatief:
Digitale fitnessprogramma's: Apps die beweging stimuleren met gepersonaliseerde schema's en feedback zijn een handige manier om actiever te worden en te blijven.
Screenings en vroegtijdige signalering
- Let op symptomen: Onregelmatige bloedingen na de menopauze of tussen menstruaties kunnen een vroeg teken van baarmoederkanker zijn. Raadpleeg altijd een arts bij deze symptomen.
- Regelmatige controles: Vrouwen met een verhoogd risico, zoals dragers van het Lynch-syndroom, moeten regelmatige screenings zoals transvaginale echografieën of endometriumbiopsieën overwegen.
Innovatief:
Vloeibare biopsie: Onderzoek naar bloedtesten om DNA-sporen van kanker in een vroeg stadium op te sporen is veelbelovend als niet-invasieve screeningstechniek.
Verminder blootstelling aan risicofactoren
- Roken: Hoewel roken vaak wordt geassocieerd met longkanker, kan het ook de hormoonbalans verstoren en indirect bijdragen aan baarmoederkanker. Stoppen met roken is een simpele, maar krachtige preventieve stap.
- Beperk alcohol: Overmatig alcoholgebruik kan bijdragen aan hormonale onevenwichtigheden en verhoogt ook het risico op andere soorten kanker.
Innovatief:
Preventieve medicatie: Onderzoek richt zich op medicijnen zoals metformine, die momenteel worden gebruikt voor diabetes, maar mogelijk ook een beschermend effect hebben tegen baarmoederkanker door de insulinespiegels te reguleren.
Genetische preventie: voorkom kanker in de kiem
- Genetische testen: Voor vrouwen met een familiegeschiedenis van baarmoederkanker of het Lynch-syndroom kan genetische screening helpen om risico’s in kaart te brengen.
- Preventieve chirurgie: Bij een bewezen hoog risico, zoals bij het Lynch-syndroom, kan preventieve verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie) worden overwogen. Dit verkleint het risico op baarmoederkanker bijna volledig.
Innovatief:
Gen-bewerkingstechnologie: Hoewel nog in de onderzoeksfase, biedt CRISPR-technologie hoop voor het aanpassen van genen die het risico op kanker verhogen.
Minder bekende factoren: wat kun je nog meer doen?
- Chronische ziekten beheersen: Aandoeningen zoals diabetes en hypertensie verhogen het risico op baarmoederkanker. Een goede beheersing van deze ziekten kan het risico verlagen.
- Goede nachtrust: Slaaptekort en verstoringen in het circadiaanse ritme kunnen de hormoonbalans beïnvloeden en het risico op kanker verhogen.
Innovatief:
Slaapmonitoring: Technologie zoals slimme horloges kan helpen om de slaapkwaliteit te verbeteren en hormonale stress te verminderen.
Lees verder