De diagnose ADHD
ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Dit betekent letterlijk vertaald: aandacht tekort hyperactiviteit stoornis. De symptomen houden grofweg in dat de persoon met ADHD zich zeer moeilijk kan concentreren, erg impulsief is en veel lichaamsbeweging vertoont. In dit artikel wordt uitgelegd hoe, wanneer en door wie de diagnose ADHD gesteld wordt.
ADHD
ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Dit betekent letterlijk vertaald: aandacht tekort hyperactiviteit stoornis. Dit mag opgevat worden als een stoornis waarbij een ernstig aandachttekort centraal staat met als neveneffect een overmatige activiteit (hyperactiviteit). De symptomen houden grofweg in dat de persoon met ADHD zich zeer moeilijk kan concentreren, erg impulsief is en veel lichaamsbeweging vertoont. Dit laatste symptoom is vooral bij kinderen erg duidelijk te merken. Door de hyperactiviteit die gepaard gaat met ADHD wordt door sommige mensen ADHD wel eens vertaald met Alle Dagen Heel Druk. Deze term is bedacht naar aanleiding van de afkorting zelf en is daardoor wetenschappelijk gezien simpelweg onzin. ADHD behelst veel meer dan alleen hyperactiviteit.
De diagnose
Sommige ouders kunnen symptomen van onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit waarnemen bij hun kind, soms zelfs nog voor het kind naar school gaat, en denken dat het hierbij gaat om ADHD. Het kind verliest bijvoorbeeld de aandacht bij het spelen van een spel of bij het kijken naar TV of het is een zeer energiek kind dat graag beweegt. Maar omdat kinderen verschillen in hun ontwikkeling en heel verschillend zijn in persoonlijkheid, temperament en energieniveau, is het nuttig om de mening van een expert te krijgen alvorens het etiket ADHD op het kind te plakken. Deze expert kan dan nagaan of het gedrag van het kind normaal is voor zijn of haar leeftijd en ontwikkelingsfase. Ouders kunnen de pediater (kinderarts) of een kinderpsycholoog of psychiater raadplegen om te bepalen of hun kind ADHD heeft, of, wat waarschijnlijker is op jonge leeftijd, slechts onrijp of ongewoon uitbundig is. ADHD kan gesignaleerd worden door een ouder of toezichthouder. Maar het kan ook onopgemerkt blijven tot het kind tegen problemen aanloopt op school. En gegeven het feit dat ADHD geneigd is om duidelijk te worden in de periode waarin het kind naar school gaat zal het soms de leraar zijn die het ADHD-gedrag het best kan herkennen. Deze leerkracht zou zich tot de ouders kunnen richten en/of zou de schoolpsycholoog kunnen raadplegen. Omdat leraren met veel kinderen werken, weten zij ongeveer wat “het gemiddelde gedrag” van kinderen van een bepaalde leeftijd is en kunnen zij extreem gedrag snel signaleren. Maar over het algemeen wordt ADHD niet gesignaleerd door leraren, hier zijn ze ook niet voor opgeleid.
DSM-IV-TR
De DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) is een classificatie voor psychische stoornissen en is ontwikkeld onder verantwoordelijkheid van the American Psychiatric Association. In juni 1994 verscheen de vierde editie (DSM-IV) en in 2001 verscheen een tekstrevisie (DSM-IV-TR). Door internationaal dezelfde criteria af te spreken voor psychiatrische aandoeningen worden onderzoek en communicatie duidelijker en betrouwbaarder. De DSM is dus een classificatiesysteem, een soort internationaal etiketsysteem, dat standaard wordt gebruikt in internationaal psychiatrisch onderzoek. De DSM heeft criteria gesteld voor ADHD, hierbij richt de DSM zich op kinderen en adolescenten tussen 4 en 16 jaar.
Volgens de DSM is sprake van ADHD als aan zes (of meer) van de door hen gestelde symptomen van aandachtstekort óf als aan zes (of meer) van de door hen gestelde symptomen van hyperactiviteit én impulsiviteit wordt voldaan. De symptomen dienen gedurende minstens zes maanden aanwezig te zijn in een mate die onaangepast is en die niet past bij het ontwikkelingsniveau. Daarnaast stelt de DSM nog een aantal voorwaarden.
- Enkele symptomen uit de categorie hyperactiviteit en impulsiviteit waren voor het zevende jaar aanwezig.
- Enkele beperkingen uit de groep symptomen zijn aanwezig op twee of meer terreinen (bijvoorbeeld op school en thuis)
- Er moeten duidelijke aanwijzingen zijn voor significante beperkingen in het sociale, school- of beroepsmatig functioneren.
- De symptomen komen niet uitsluitend voor in het beloop van een ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis en zijn niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis.
Wie stellen de diagnose?
Leraren stellen dus niet de diagnose, zij herkennen slechts bepaald gedrag en melden dat. Maar wie stellen de diagnose ADHD dan wel? Ouders merken vaak dat hun kind wat drukker is dan andere kinderen of zich wat slechter kan concentreren. ADHD kan in dit geval enkel worden gediagnosticeerd als de ouders de hulp van een professionele hulpverlener inschakelen. Hieronder is te zien welke hulpverleners welke handelingen kunnen verrichten bij het stellen van de diagnose.
Hulpverlener | Kan ADHD diagnosticeren | Kan medicatie voorschrijven, als dat nodig is. | Kan begeleiding en/of advies bieden. |
Psychiater | Ja | Ja | Ja |
Psycholoog | Ja | Nee | Ja |
Kinder- of huisarts | Ja | Ja | Nee |
Neuroloog | Ja | Ja | Nee |
Maatschappelijk werker | Ja | Nee | Ja |
ADHD gediagnosticeerd. En nu?
Als ADHD is vastgesteld bij een patiënt kan worden overgegaan tot behandeling. Het traject dat hierbij wordt gevolgd wordt bepaald in overleg met de huisarts.
Lees verder