Carpaal tunnel syndroom: symptomen, oorzaak en behandeling
Het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) is een veel voorkomend probleem van de hand. Ofschoon het geen ernstige aandoening is, kan het veel ongemak en pijn veroorzaken en tot problemen leiden in de werksituatie. Ook kan het de nachtrust verstoren. Het carpaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door compressie van de nervus medianus ter hoogte van de pols. Bij grofweg een kwart van de mensen met CTS verdwijnen de klachten zonder behandeling binnen een jaar. Een operatie is bij het carpaal tunnel syndroom niet altijd nodig. Soms kunnen de klachten worden weggenomen met het Phystrac Tractieapparaat. Na slechts 12 tot 14 behandelingen is grofweg 80% van de patiënten met een milde vorm van CTS blijvend klachtenvrij. Er zijn geen bewezen maatregelen om het carpaal tunnel syndroom te voorkomen, maar je kunt de kracht die wordt uitgeoefend op je handen en polsen beperken door het nemen van een aantal voorzorgsmaatregelen.
Wat is het carpaal tunnel syndroom?
Carpaal tunnel
De carpaal tunnel ligt aan de palmzijde van de hand. In deze tunnel lopen negen verschillende pezen naar de vingers. De tunnel wordt bedekt met een sterke band — retinaculum flexorum — die de pezen op hun plaats houdt. Door deze tunnel
loopt ook de nervus medianus, de middelste armzenuw en één van de belangrijke zenuwen van de hand.
Het carpaal tunnel syndroom (CTS) doet zich voor wanneer de nervus medianus bekneld raakt in de carpale tunnel in de hand. Dat is ter plaatse van de pols. Bij geringe zwelling komt de nervus medianus al in de knel, waardoor deze niet meer goed werkt. Daardoor heeft iemand minder gevoel en kracht in zijn/haar hand(en). Niet alleen het veelvoudig en langdurig werken op de computer kan voor verhoogde druk in de carpale tunnel zorgen met als gevolg beknelling van de nervus medianus, maar vele andere activiteiten en aandoeningen die de grootte van de carpale tunnel in de hand doet afnemen, kan CTS veroorzaken. Typische klachten zijn doffe, diepe pijn in de hand en de vingers, en
tintelingen en een
doof gevoel. Krachtverlies van de handspieren kan ook voorkomen. De klachten kunnen aan één kant, maar ook bilateraal optreden.
Hoe vaak komt het voor?
De prevalentie in Nederland is 9,2% bij vrouwen en tot 0,6% bij mannen, met een piekincidentie tussen de 40 en 60 jaar.¹ CTS komt vaak voor tijdens de zwangerschap en wanneer de klachten vroeg in de zwangerschap zijn ontstaan, is de kans groter dat ze na de bevalling blijven voortduren.
Carpaal tunnel syndroom symptomen
De symptomen beginnen meestal geleidelijk en zijn over het algemeen vrij karakteristiek. De klachten kunnen variëren en in wisselende mate voorkomen en in beide handen optreden:
- Tintelingen of gevoelloosheid aan de binnenkant van de hand, die uitstraalt naar vooral de duim en wijsvinger, middelvinger of (een deel van de) ringvinger, maar niet de pink. Dit is het verzorgingsgebied van de nervus medianus. In een enkel geval heeft iemand een doof gevoel in alle vingers, inclusief de pink.
- Soms heeft iemand ook last van een uitstralende pijn vanuit de binnenzijde van de hand, via de elleboogregio, naar de bovenarm en de schouder. Vooral na veelvoudig en langdurig gebruik van de hand.
- ’s Nachts kunnen de klachten de slaap verstoren. De persoon kan er wakker van worden en schudt dan met zijn handen om de symptomen te verlichten.
- Ook kan iemand last krijgen van een prikkelend en pijnlijk gevoel in de vingers en in de hand. Hierbij voelt het alsof de hand opgezwollen is.
- Ook kan er krachtsverlies in de hand optreden (vooral in de duimspieren). Doordat het gevoel en de kracht zo sterk zijn afgenomen, kan iemand zomaar voorwerpen uit zijn hand laten vallen. Dit doet zich aanvankelijk vooral 's ochtends voor, maar later kan dit krachtsverlies de hele dag blijven bestaan. Bij ernstige klachten kan iemand sommige werkzaamheden niet meer goed uitvoeren.
Carpaal tunnel syndroom oorzaak
Als gevolg van een zwelling van de bekleding van de spierpezen van de hand kan drukverhoging ontstaan. Hierdoor kan de middelste handzenuw bekneld raken en een carpaal tunnel syndroom ontstaat. CTS treedt dus op als gevolg van compressie van de middelste zenuw (mediane zenuw) in de pols. De mediane zenuw loopt van de onderarm door een doorgang in de pols (carpale tunnel) naar je hand. Deze zenuw is verantwoordelijk voor het gevoel en de beweging in delen van de hand. In het algemeen kan alles wat de mediane zenuw in de carpale tunnel comprimeert of irriteert, leiden tot carpaal tunnel syndroom. Zo kan bijvoorbeeld een polsfractuur of
gebroken pols de carpale tunnel verkleinen en de zenuw irriteren, evenals zwelling en ontsteking ten gevolge van reumatoïde artritis. In veel gevallen kan geen oorzaak worden geïdentificeerd. Het kan zijn dat een combinatie van risicofactoren bijdraagt aan de ontwikkeling van de aandoening.
Risicofactoren
Veelvoorkomende factoren
CTS kan ontstaan bij
suikerziekte (diabetes mellitus),
hypothyreoïdie of
hyperthyreoïdie. Andere mogelijke risicofactoren zijn zwangerschap (vanwege vochtretentie ter plaatse van de carpale tunnel, vaak tijdelijk van aard),
overgewicht,
reumatoïde artritis (als gevolg van irritatie van de bekleding van de pezen) en vervormingen van de carpale tunnel. Een acuut carpale-tunnelsyndroom kan ook optreden ten gevolge van compressie door een hematoom. Een hematoom (bloeduitstorting) is een inwendige bloeding waarbij het bloed tussen de omliggende weefsels terecht komt.
Pijn in de pols door bepaalde werkzaamheden /
Bron: Istock.com/maska82Arbeidsgerelateerde risicofactoren
Er zijn voorts arbeidsgerelateerde risicofactoren die tot het ontstaan van het CTS kunnen leiden, zoals: veelvuldig herhalen van polsbewegingen, hoge krachtsuitoefening met de hand, hand-armtrilingen, ongunstige werkhouding (bijvoorbeeld doordat iemand zijn/haar hand veelvuldig en langdurig sterk naar voren of naar achteren gebogen houdt), enz.
Anatomische factoren
Een polsfractuur of ontwrichting die de ruimte binnen de carpale tunnel verandert kan externe druk op de zenuw creëren. Mensen met een kleinere carpale tunnel, hebben meer kans om het carpaal tunnel syndroom te ontwikkelen.
Sekse
Het carpaal tunnel syndroom komt over het algemeen meer voor bij vrouwen. Dit kan zijn omdat de carpale tunnel relatief bij vrouwen kleiner is dan bij mannen, en in dat geval is er ook minder ruimte voor fouten. Vrouwen met het carpaal tunnel syndroom hebben vaak ook kleinere carpale tunnels dan vrouwen die deze aandoening niet hebben.
Onderzoek en diagnose
Anamnese en lichamelijk onderzoek
De arts stelt allerlei vragen over de klachten die je ervaart. Dit kan belangrijke aanwijzingen opleveren voor de diagnose. Stel dat je geen sensatie waarneemt in de pink, dan duidt dit op een andere oorzaak dan het carpaal tunnel syndroom. Een andere aanwijzing is het tijdstip waarop je last hebt van de symptomen. De gebruikelijke momenten waarop je last hebt van klachten als gevolg van het carpaal tunnel syndroom, zijn bijvoorbeeld wanneer je een telefoon of een krant vasthoudt, het stuurwiel vast hebt, of wakker wordt tijdens de nacht. De klachten kunnen immers de slaap verstoren. Daarna zal de arts lichamelijk onderzoek uitvoeren. Hij zal het gevoel in je vingers en de kracht van de spieren in je hand testen. Druk op de zenuw in de pols door de pols te buigen en dan op de zenuw te tikken of erop te drukken, kan bij veel mensen symptomen triggeren.
Aanvullend onderzoek
Een röntgenfoto van de pols kan andere problemen zoals artritis in de pols uitsluiten. Een elektromyografie meet de kleine elektrische ontladingen die worden geproduceerd in de spieren. Een elektromyografie (EMG) wordt uitgevoerd om de spier- en de zenuwfunctie te controleren. Deze test kan bepalen of spierschade is opgetreden en kan ook worden gebruikt om andere aandoeningen uit te sluiten. Een zenuwgeleidingstest kan ook worden uitgevoerd. Hierbij kijkt de arts naar de snelheid van de elektrische signalen die zich verplaatsen door middel van een zenuw. Deze test kan worden gedaan om zekerheid te krijgen omtrent de diagnose en andere aandoeningen uit te sluiten.
Differentiële diagnose
Er zijn een aantal aandoeningen die que klachten veel gelijkenis kunnen vertonen met het carpaal tunnel syndroom. De arts zal deze dus moeten uitsluiten via lichamelijke en beeldvormende onderzoek.
- acuut compartimentsyndroom (een verstoring van de bloedtoevoer door zwelling binnen een 'compartiment');
- brachiale plexopathie (een neurologische aandoening in de brachiale plexus);
- cervicale spondylose (versleten nekwervels);
- diabetische neuropathie (zenuwbeschadiging door diabetes);
- epicondylitis lateralis (backhand-tenniselleboog of tennisarm is een pijnlijke chronische prikkelingstoestand in de arm);
- ischemische monomelische neuropathie (een zeldzame complicatie na het aanleggen van een arterioveneuze fistel ter plaatse van de elleboog);
- lepra;
- mononeuritis multiplex (een aandoening waarbij zowel motorische als sensibele zenuwen aangedaan zijn);
- myofasciaal pijnsyndroom (MPS, een chronische pijnconditie door pijnlijke knopen in een willekeurige spier);
- multiple sclerose (MS);
- neoplastische brachiale plexopathie;
- overbelastingsblessure;
- posttraumatische syringomyelie (neurologische aandoening waarbij het ruggenmerg wordt aangetast);
- thoraxapertuursyndroom (een groep stoornissen die allen pijn en tintelingen in de hand, hals, schouder en arm veroorzaken);
- traumatische brachiale plexopathie;
- tussenwervelschijfaandoening van de nek; en
- ziekte van Lyme, veroorzaakt door de Borrelia bacterie die wordt overgedragen door de teek en gepaard gaat met vermoeidheid, rillingen, koorts, hoofdpijn, gezwollen lymfeklieren, spierpijn en gewrichtspijn.
Carpaal tunnel syndroom behandeling
Afwachtend beleid
Het beleid is dat bij zeer lichte klachten in eerste instantie wordt afgewacht. Uit onderzoek blijkt dat bij ongeveer een kwart van de mensen de klachten zonder behandeling binnen een jaar verdwijnen. Bij de helft van de mensen blijven de klachten onveranderd. Aanvullend kan gekozen worden voor:
- aanpassing van de activiteiten van de betreffende hand door het vermijden van grote krachtuitoefening en uitlokkende handelingen;
- het spalken van het polsgewricht;
- orale medicatie zoals NSAID's (geneesmiddelen die behalve pijnstillend, ook ontstekingsremmend werken);
- een lokale corticosteroïdinjectie (dit is een zeer sterk ontstekingsremmend middel dat de zwelling in de tunnel kan doen verminderen en een (vaak tijdelijke) afname van de klachten geeft.
Corticosteroïdinjectie
Omdat bij een corticosteroïdinjectie in veel gevallen de klachten na enkele maanden terugkeren, worden ze vaak ingezet in het overbruggen van een periode (tot aan de operatie).
Behandeling van eventuele onderliggende aandoening
Indien een onderliggende ziekte is vastgesteld, dan moet deze zo goed mogelijk behandeld worden. Zwangere vrouwen met klachten van een CTS, moeten weten dat de klachten meestal van tijdelijke duur zijn en spontaan verdwijnen na de zwangerschap.
Littekens van een operatie van het carpaal tunnel syndroom. Twee verschillende technieken zijn gebruikt. Het linker litteken is 6 weken oud, het rechter litteken is 2 weken oud. Een jaar later was de vrouwelijke patiënt volledig hersteld. /
Bron: HenrykGerlach, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Carpaal tunnel syndroom: operatie en herstel
Wanneer bovenvermelde conservatieve therapieën onvoldoende effect sorteren of als de klachten lang aanhouden, kan blijvende schade aan de nervus medianus optreden. Chirurgische behandeling biedt uitkomst. De operatie is erop gericht de druk op de zenuw weg te nemen door het retinaculum flexorum — de sterke band die de carpaal tunnel bedekt — te klieven. De effectiviteit van deze ingreep (ook op lange termijn) is duidelijk aangetoond. Afhankelijk van de ernst en de duur van de klachten vóór de ingreep, kan het soms enkele maanden duren voordat de kracht in de hand en pols weer op het oude niveau is. Handtherapie kan de revalidatie ten goede komen. Het gaat hierbij om een combinatie van fysiotherapie en ergotherapie, speciaal gericht op de revalidatie van je hand of arm.
Phystrac Tractieapparaat
Een operatie is niet altijd nodig. Vooral milde gevallen van het carpaal tunnel syndroom worden steeds vaker behandeld met het Phystrac Tractieapparaat. Sommige fysiotherapiepraktijken beschikken over zo'n apparaat. De Phystrac is een mechanisch werkend tractieapparaat dat via een band om de pols, tractie (trekkende kracht) aan de onderarm geeft. Je onderarm en elleboog worden met banden op de juiste plek gehouden. Via de band om de pols wordt tractie aan de
onderarm gegeven. Deze band is bevestigd aan een gewichtsmechanisme. Deze behandeling zorgt voor een gecontroleerde tractie van de onderarm en pols. Hierdoor vindt ontspanning plaats van de structuren, spieren en ligamenten die betrokken zijn bij het in stand houden van de klachten. Het carpaalligament geeft door de behandeling minder druk op de structuren in de carpaaltunnel. Dit vermindert aldus de inklemmming van de nervus medianus. In milde gevallen van CTS zijn tien tot twaalf behandelingen vaak voldoende om de klachten op te heffen. Bij ernstiger klachten zijn meer behandelingen nodig. Niet iedereen is na de behandeling (blijvend) klachtenvrij.
Prognose en herstel
Bij zwangere vrouwen verbeteren de klachten vaak na de zwangerschap. Bij een corticosteroïdinjectie keren in veel gevallen de klachten na enkele maanden terug. Bij meer dan de helft van de mensen met het carpaal tunnel syndroom zal uiteindelijk een operatie nodig zijn. Bij een succesvolle operatie neemt het herstel vaak meerdere maanden in beslag. Een zeer klein percentage van de mensen krijgt opnieuw last van deze aandoening. Meestal treedt dit recidief pas enkele jaren na de eerste operatie op.
Complicaties
Normaal gesproken treden er geen complicaties op wanneer de aandoening adequaat wordt behandeld. Onbehandeld kan er op een gegeven ogenblik
zenuwschade ontstaan, hetgeen resulteert in blijvende zwakte, gevoelloosheid en tintelingen.
Preventie
Er zijn geen bewezen strategieën om het carpaal tunnel syndroom te voorkomen, maar je kunt de kracht die wordt uitgeoefend op je handen en polsen beperken door het nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen:
- Verminder je kracht en ontspan je greep. De meeste mensen gebruiken meer kracht dan nodig is om veel handmatige taken uit te voeren. Bij kassawerkzaamheden geldt dat je het beste zachtjes op de toetsen moet drukken. Bij langdurig schrijfwerk, kun je het beste een pen gebruiken waarbij je geen of weinig druk hoeft te zetten bij het schrijven.
- Neem regelmatig pauze. Geef je handen en polsen rust door voorzichtig te rekken en regelmatig te buigen. Wissel je werkzaamheden af indien mogelijk. Als je apparatuur gebruikt dat trilt gebruikt of waarbij je een grote hoeveelheid kracht moet uitoefenen, is het nemen van pauzes nog belangrijker.
- Let op je houding. Vermijd dat je je pols helemaal naar boven of naar beneden buigt. Een ontspannen middenpositie is het beste. Als je een toetsenbord gebruikt, houd het op ellebooghoogte of iets lager.
- Het verbeteren van je houding. Een onjuiste houding kan ertoe leiden dat je schouders naar voren hangen, waardoor de spieren van nek en schouder ingekort worden en ze de zenuwen in je nek comprimeren. Dit kan invloed hebben op je polsen, vingers en handen.
- Houd je handen warm. Je bent meer kans op het ontwikkelen van pijn in de hand en stijfheid als je werkt in een koude omgeving. Als je de temperatuur op het werk niet kan beheersen, trek dan vingerloze handschoenen aan die je handen en polsen warm houden.
Noot:
- J.A.H. Eekhof e.a. (red.): Kleine kwalen in de huisartsenpraktijk, vijfde geheel herziene druk, tweede oplage, Elsevier Gezondheidszorg, Amsterdam, 2010, p.640.
Lees verder
Reacties
Charlotte, 08-06-2017
Hallo
Ik ben bijna een jaar geleden geopereerd aan mijn rechterhand. Nu heb ik exact de zelfde symptomen als voor de operatie met koud weer en dus mijn handen koud zijn. Zodra ze weer warm zijn dan zijn de symptomen ook weer weg. Moet ik nu weer contact met me arts opnemen of is dit normaal?
Reactie infoteur, 10-07-2017
Het is verstandig om deze klachten met uw huisarts te bespreken. Een klein percentage van de mensen die last hebben van het carpaal tunnel syndroom krijgt namelijk opnieuw last van deze aandoening.
Yvonne, 17-12-2015
Hallo,
begin januari 2016 (vrijdag) wordt ik geopereerd aan mijn linker hand, een trigger vinger, trigger duim en carpaal tunnelsyndroom. Vandaag moest ik op pre consult komen bij de bedrijfsarts en nu moet ik van hem gelijk de maandag daarna weer volledig aan het werk en moet met het openbaar vervoer ruim 1 1/2 uur enkele reis. Ik vind het niet kunnen. Ik wil een aanvraag deskundigenoordeel door werknemer aanvragem. Wat vinden jullie?/
alvast bedankt
Reactie infoteur, 18-12-2015
Over de nabehandeling en herstel van een operatie aan een carpaal tunnel syndroom (CTS) schrijft het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk het volgende:
"Houd de eerste 7 dagen de hand hoog. (Hand op dezelfde hoogte als uw schouder) door de eigen kracht van uw schouder, de boven- en onderarm. U mag uw elleboog van de geopereerde arm met de gezonde hand ondersteunen."
Na de operatie kunt u ten minste een week uw hand niet normaal gebruiken. Dit kan interfereren met uw werkzaamheden.
Ik ben onvoldoende bekend met een deskundigenoordeel als een re-integratietraject stilligt of stil dreigt te vallen. Deze vraag kunt u het beste voorleggen aan de vakbond.
Sonja, 22-09-2015
December 2007 ben ik geholpen aan linkerpols (ben links), boekhoudkundige baan kwijtgeraakt tijdens herstel en rechts zou toen ook al aan de beurt zijn vlgns de arts. Slaap al 7 jr met brace, nu steekt de pijn zelfs door de brace heen! Ik wil wel opereren en er moet iets gebeuren, maar bang weer mn baan te verliezen. Doe thuiszorg en na hoelang zou ik dat op kunnen pakken?
Reactie infoteur, 13-10-2015
Vragen met betrekking tot uw herstel, kunt u het beste voorleggen aan de behandeld arts.
In zijn algemeenheid het volgende. Bij elke operatie kunnen complicaties optreden, zoals nabloeding, een veranderd gevoel rond het litteken of wondinfectie. Deze complicaties komen zelden voor en kunnen vrijwel altijd goed behandeld worden. Zeer zelden komt het voor dat tijdens de ingreep de zenuw beschadigd wordt.
In principe mag u de hand na twee weken weer normaal gebruiken. Of dat ook voor uw werk geldt, bespreekt u met de arts tijdens het consult na de operatie. Lees hier verder: http://goo.gl/oV6TrC
Linda, 11-03-2015
Ik ben eind januari geopereerd, doch blijft er zwelling waar de snede gemaakt is, wat kan het zijn?
Reactie infoteur, 29-03-2015
Nan een ingreep zijn complicaties zeer zeldzaam. Een heel enkele keer treedt er een nabloeding of een ontsteking op. Na de operatie kan de hand zwellen, maar dit is niet te voorspellen. Om het opzwellen van de hand te voorkomen is het belangrijk dat u de hand niet laat hangen. Ook moet u uw vingers zo snel mogelijk weer gewoon bewegen. Mocht de zwelling aanhouden, dan is het raadzaam contact op te nemen met de huisarts.
Rinus, 12-10-2014
Ik ben in 2012 voor de eerste keer aan cts in mijn linkerhand geholpen. De ingreep van 8 mm was een heel klein sneetje. Mijn zenuwpijn bleef. Sinds april 2014 naast de zenuwpijn flinke pijn in mijn pols. Lastig als je zoals ik een rolstoelgebruiker ben. Op 6 oktober 2014 wederom geopereerd, nu in het UZA in Antwerpen. De neurochirurg is een uur bezig geweest. Nu 5 dagen later nog wondpijn die met de dag minder wordt. Wel is de zenuwpijn van duim naar de pols en in de binnenzijde van de onderarm heftig. Bij iedere lichte aanraking gieren de tintelingen in de onderarm. Hoelang kan dit nog duren of gaat dit nooit meer over? Als rolstoeler heb ik beide handen nodig, ook voor het handbiken. Ik hou nu volledige rust, hoelang moet ik rust met die arm nemen of mag ik de arm helemaal niet gebruiken zolang de tintelingen er zijn. Met vriendelijke groet.
Reactie infoteur, 10-11-2014
Een folder van chirurgenoperatie.nl vermeldt het volgende: "Het is verstandig dat u de eerste dag(en) de arm in een draagdoek houdt. Het drukverband dat na de operatie is aangelegd kan na één dag worden verwijderd. Ook kunt u al snel beginnen met oefeningen van de vingers. In het begin gaat dit wat moeizaam maar na enkele dagen gaat dat al veel beter. Mochten uw vingers de dag van de operatie of de dag erna blauw en koud worden of krijgt u veel meer pijn, dan dient u zo snel mogelijk contact op te nemen met de Spoed Opname/Eerste Hulp afdeling van het ziekenhuis." (Bron: http://alturl.com/jxcbb) Bij verdere vragen kunt u zich het beste wenden tot uw behandelend arts of huisarts.
Theunis, 27-05-2014
Wanneer mag ik na een operatie van carpaal tunnel schrijven, typen, mes gebruiken, …
Reactie infoteur, 10-08-2014
Het is verstandig dat u de eerste dag(en) de arm in een draagdoek houdt. Het drukverband dat na de operatie is aangelegd kan na één dag worden verwijderd. Ook kunt u al snel beginnen met oefeningen van de vingers. In het begin gaat dit wat moeizaam maar na enkele dagen gaat dat al veel beter. Lees hier verder: http://alturl.com/jxcbb
A. Gevers, 30-03-2013
Ik ben 26 maart geopereerd aan een carpaal tunnel syndroom.
Naast de bijbehorende pijn heb ik nog steeds een dove duim en middelvinger.
Is dit van voorbijgaande aard of blijvend? Deze vraag stel ik omdat ik 16 jaar geleden ook aan dezelfde hand ben geopereerd en die reactie niet had.
Ik ben benieuwd naar de reactie.
B.v.d. Anneke Gevers
Reactie infoteur, 01-04-2013
De klachten, die u tevoren had, zijn na de operatie vaak meteen verdwenen, toch kan soms het dove gevoel nog een tijdje aanhouden. Lees hier verder: http://alturl.com/jxcbb
Ray, 04-03-2013
Mijn pijn loopt van de een naar de andere hand dus nu pijn aan de linker hand en morgen is het de rechterhand. Vaak als ik slaap komt de klacht vaak naar boven, prikken of opgezwollen gevoel, is ibuprofen de goede medicijn of is er iets wat beter werkt. Met vriendelijke groet Ray.
Reactie infoteur, 04-03-2013
Paracetamol is volgens de NHG-standaard eerste keus, omdat dit middel een breed veiligheidsprofiel heeft.
Ruud van Beelen, 08-02-2013
Ik ben jaar geleden behandeld aan beide handen, ik had veel last met het motorrijden, en soms met het slapen, Het probleem met het motorrijden is opgelost, maar met het slapen had ik af en toe nog last. Nu merk ik dat ik na het sporten (pull up en pull down) oefeningen waar ik kracht in mijn handen zet, 's nachts veel last van mijn handen heb (meer dan daarvoor), is dit normaal, mag ik dit blijven doen? Gaat dit weg? of is dit een goed oefening?
Ik hoor graag van u.
Reactie infoteur, 08-02-2013
U doet er verstandig aan uw handen niet te overbelasten. U kunt het beste aan een (sport)fysiotherapeut vragen hoe u hier het beste mee om kan gaan.
Louka van 't Padje, 01-11-2012
Wat zijn de gevolgen van het doorsnijden van de dwarse polband. Hij is er immers toch niet voor niets? Waar zijn de kijkoperaties voor deze operatie mogelijk?
Reactie infoteur, 18-11-2012
De ervaring heeft geleerd dat operatieve behandeling van het CTS in meer dan 90% van de gevallen succesvol is. Het effect van de operatie en de snelheid van herstel wisselen per patiënt en zijn mede afhankelijk van de ernst en duur van de beknelling van de zenuw voor de operatie. In de meeste ziekenhuizen worden dergelijke operaties uitgevoerd.
Ery Bolster, 13-06-2012
Ik ben 4 weken geleden geopereerd. Heb bijna nergens last van. Wanneer mag ik weer volledig op de computer werken, breien en langdurig schrijven (meer dan een uur)? Ik ben bang dat ik iets beschadig omdat het zo goed gaat en ik ook veel andere verhalen hoor.
Reactie infoteur, 16-06-2012
Deze vraag kunt u het beste voorleggen aan uw behandelend arts of huisarts.
Mies van Rosmalen, 19-01-2012
Vraag;14dagen na operatie:problemen met schrijven pen vasthouden, tintelingen in vooral de middelvinger, straalt door hele binnenarm tot in de oksel, waar ik voorheen nooit last van had.Operatie was carpaal tunnelsyndroom.
Reactie infoteur, 19-01-2012
Ik raad u aan om contact op te nemen met uw huisarts.