Carpaal tunnel syndroom: symptomen, oorzaak en behandeling
Het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) is een veel voorkomend probleem van de hand. Ofschoon het geen ernstige aandoening is, kan het veel ongemak en pijn veroorzaken en tot problemen leiden in de werksituatie. Ook kan het de nachtrust verstoren. Het carpaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door compressie van de nervus medianus ter hoogte van de pols. Bij grofweg een kwart van de mensen met CTS verdwijnen de klachten zonder behandeling binnen een jaar. Een operatie is bij het carpaal tunnel syndroom niet altijd nodig. Soms kunnen de klachten worden weggenomen met het Phystrac Tractieapparaat. Na slechts 12 tot 14 behandelingen is grofweg 80% van de patiënten met een milde vorm van CTS blijvend klachtenvrij. Er zijn geen bewezen maatregelen om het carpaal tunnel syndroom te voorkomen, maar je kunt de kracht die wordt uitgeoefend op je handen en polsen beperken door het nemen van een aantal voorzorgsmaatregelen.
Wat is het carpaal tunnel syndroom?
Een pols vol verrassingen
Sanne, een 38-jarige grafisch ontwerpster, merkte al weken dat haar handen ’s nachts tintelden en ze vaak wakker werd met een doof gevoel in haar vingers. Overdag ging het niet veel beter: het vasthouden van haar telefoon of muis veroorzaakte een scherpe pijn in haar pols die naar haar hand straalde. Ze dacht eerst dat het door overwerken kwam, maar toen ze een glas liet vallen omdat haar grip faalde, wist ze dat het ernstiger was. Haar huisarts stelde al snel de diagnose: carpaal tunnel syndroom. Na een polsspalk en een paar weken rust voelde ze eindelijk verbetering, en nu weet ze precies hoe ze haar pols kan beschermen tegen overbelasting.

Zenuwbeklemming van de nervus medianus oftewel het carpaal tunnel syndroom (CTS) /
Bron: Alexonline/Shutterstock.nlCarpaal tunnel
De carpaal tunnel ligt aan de palmzijde van de hand. In deze tunnel lopen negen verschillende pezen naar de vingers. De tunnel wordt bedekt met een sterke band — retinaculum flexorum — die de pezen op hun plaats houdt. Door deze tunnel
loopt ook de nervus medianus, de middelste armzenuw en één van de belangrijke zenuwen van de hand.
Het carpaal tunnel syndroom (CTS) doet zich voor wanneer de nervus medianus bekneld raakt in de carpale tunnel in de hand. Dat is ter plaatse van de pols. Bij geringe zwelling komt de nervus medianus al in de knel, waardoor deze niet meer goed werkt. Daardoor heeft iemand minder gevoel en kracht in zijn/haar hand(en). Niet alleen het veelvoudig en langdurig werken op de computer kan voor verhoogde druk in de carpale tunnel zorgen met als gevolg beknelling van de nervus medianus, maar vele andere activiteiten en aandoeningen die de grootte van de carpale tunnel in de hand doet afnemen, kan CTS veroorzaken. Typische klachten zijn doffe, diepe pijn in de hand en de vingers, en
tintelingen en een
doof gevoel. Krachtverlies van de handspieren kan ook voorkomen. De klachten kunnen aan één kant, maar ook bilateraal optreden.
CTS in vogelvlucht
Aspect | Beschrijving |
Definitie | Carpaal tunnel syndroom is een aandoening waarbij de nervus medianus in de pols wordt bekneld, wat leidt tot pijn, tintelingen en zwakte in de hand. |
Oorzaken | Drukverhoging in de carpale tunnel door zwelling van pezen, vochtophoping, botafwijkingen (zoals artrose of fracturen), bindweefselziekten of herhaalde belasting. |
Symptomen | Tintelingen en gevoelloosheid in de duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van de ringvinger; pijn in de pols en hand; zwakte in de duimspieren. |
Diagnose | Diagnose wordt gesteld met een lichamelijk onderzoek, provocatietests zoals de Phalen-test, en aanvullend onderzoek zoals een zenuwgeleidingstest (EMG) of beeldvorming. |
Behandeling | Niet-chirurgisch: spalken, ontstekingsremmende medicatie, fysiotherapie, en leefstijlaanpassingen. Chirurgisch: decompressie-operatie (carpaal tunnel release). |
Prognose | De meeste patiënten herstellen volledig na tijdige behandeling. Bij langdurige compressie kan blijvende schade ontstaan aan de nervus medianus. |
Preventie | Vermijden van herhaalde belasting van de pols, ergonomische werkplek aanpassen, regelmatig pauzeren tijdens repetitieve activiteiten, en gezond gewicht behouden. |
Epidemiologie
Carpaal tunnel syndroom (CTS) is een van de meest voorkomende zenuwaandoeningen ter wereld. Het ontstaat door compressie van de nervus medianus in de carpale tunnel, wat leidt tot symptomen zoals tintelingen, pijn en zwakte in de hand. Hoewel CTS wereldwijd voorkomt, zijn er duidelijke verschillen in prevalentie en risicofactoren, afhankelijk van geslacht, leeftijd, leefstijl, en geografische locatie. Hieronder volgt een uitgebreide blik op de epidemiologie van deze aandoening.

Meer vrouwen dan mannen hebben last van CTS /
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Geslachtsverschillen: vrouwen zijn kwetsbaarder
CTS treft vrouwen significant vaker dan mannen.
- Cijfers: Wereldwijd komt CTS naar schatting twee tot drie keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. In Europa is de prevalentie bij vrouwen ongeveer 3-5%, terwijl dit bij mannen rond de 1-2% ligt.
- Verklaringen: Dit verschil wordt deels toegeschreven aan anatomische verschillen, zoals een kleinere carpale tunnel bij vrouwen, hormonale veranderingen tijdens zwangerschap of menopauze, en een hogere incidentie van aandoeningen zoals reumatoïde artritis, die CTS kunnen veroorzaken.
Voorbeeld: Maria, een 45-jarige boekhouder, ontwikkelde CTS tijdens de overgang. Ze merkte dat haar symptomen toenamen naarmate ze meer uren aan haar bureau doorbracht. Na een brace en lichte aanpassingen op haar werkplek kon ze gelukkig haar klachten beheersen.
Leeftijd: een aandoening van volwassenen
CTS komt het meest voor bij volwassenen tussen de 30 en 60 jaar.
- Kinderen: CTS is uiterst zeldzaam bij kinderen en wordt meestal geassocieerd met aangeboren afwijkingen of genetische aandoeningen zoals mucopolysaccharidose.
- Ouderen: Bij oudere volwassenen kan de aandoening verergeren door degeneratieve veranderingen, zoals artrose in de pols, die extra druk op de carpale tunnel veroorzaken.
Klimaat en geografische verschillen
Het voorkomen van CTS varieert wereldwijd en kan beïnvloed worden door leefstijl en klimaatfactoren.
- Nederland en België: CTS komt relatief vaak voor in deze landen, vooral bij mensen met fysiek belastende beroepen. Naar schatting heeft 2-3% van de algemene bevolking in Nederland en België last van CTS-symptomen.
- Nederlandse overzeese gebiedsdelen: In gebieden zoals Aruba en Curaçao lijkt de prevalentie lager, mogelijk door een minder voorkomende blootstelling aan fysiek belastende beroepen en een warm klimaat, wat ontstekingsklachten kan verminderen.
- Wereldwijd: In industriële landen komt CTS vaker voor door de toename van beroepen waarbij herhaalde handbewegingen nodig zijn, zoals typen of werken met gereedschap. In ontwikkelingslanden is de prevalentie lager, maar neemt deze toe met de industrialisatie.
Leefstijl en beroepsfactoren: invloed op de pols
CTS wordt sterk geassocieerd met repetitieve polsbewegingen en langdurige belasting.
- Beroepsrisico’s: Mensen die veel typen, werken met gereedschap, of beroepen hebben waarbij krachtig grijpen vereist is, hebben een verhoogd risico. In Nederland komt CTS bijvoorbeeld vaak voor bij administratief medewerkers, koks, en monteurs.
- Leefstijl: Obesitas is een bekende risicofactor, omdat overgewicht de druk in de carpale tunnel verhoogt. Ook roken en een gebrek aan beweging kunnen bijdragen aan het ontstaan van CTS door een verminderde bloedcirculatie.
Genetische aanleg: een familieband in de pols
Ofschoon CTS grotendeels wordt veroorzaakt door leefstijl en omgevingsfactoren, speelt genetica ook een rol.
- Familiaire clustering: Onderzoek toont aan dat mensen met een familiegeschiedenis van CTS een hogere kans hebben om de aandoening te ontwikkelen.
- Genetische aandoeningen: Aangeboren afwijkingen zoals een smalle carpale tunnel of bindweefselstoornissen kunnen de kans op CTS vergroten.
- Specifieke genen: Variaties in genen die betrokken zijn bij bindweefselopbouw en ontstekingsregulatie worden in verband gebracht met een verhoogd risico op CTS.
Pathofysiologie en ontstaansmechanisme
Carpaal tunnel syndroom, kortweg CTS, is een aandoening die ontstaat door compressie van de nervus medianus, een belangrijke zenuw die door de carpale tunnel in de pols loopt. Hoewel het een veelvoorkomend probleem is, schuilt er een fascinerend en complex mechanisme achter de klachten die we associëren met CTS. Hier wordt het op een eenvoudige, maar uitgebreide manier uitgelegd.
De carpale tunnel: een smalle doorgang in de pols
De carpale tunnel is een nauwe doorgang gevormd door botten en ligamenten aan de binnenkant van de pols. Door deze tunnel lopen de nervus medianus en meerdere pezen die verantwoordelijk zijn voor het buigen van de vingers. De tunnel is van nature strak, met weinig ruimte voor extra druk of zwelling.
Wanneer deze beperkte ruimte nog verder wordt verkleind, bijvoorbeeld door zwelling of veranderingen in de structuur van de tunnel, ontstaat er druk op de nervus medianus. Dit is het startpunt van de pijn, tintelingen en zwakte die kenmerkend zijn voor CTS.
De nervus medianus is een cruciale zenuw die verantwoordelijk is voor het gevoel in de duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van de ringvinger. Daarnaast bestuurt deze zenuw ook een deel van de spieren aan de basis van de duim, die ons in staat stellen om dingen vast te pakken en precisiebewegingen uit te voeren.
Bij CTS raakt deze zenuw geïrriteerd of bekneld door verhoogde druk in de carpale tunnel. Deze druk belemmert de bloedtoevoer naar de zenuwvezels, wat leidt tot zenuwuitval. In de vroege stadia veroorzaakt dit vooral tintelingen en pijn, maar als de compressie aanhoudt, kan het leiden tot blijvende schade en spierzwakte.
Oorzaken van drukverhoging in de carpale tunnel
Er zijn verschillende factoren die de druk in de carpale tunnel kunnen verhogen:
- Zwelling van pezen (tendinitis): Herhaalde bewegingen, zoals typen of werken met gereedschap, kunnen leiden tot ontsteking van de pezen in de tunnel. Dit verhoogt de druk en knelt de zenuw af.
- Vloeistofophoping: Tijdens zwangerschap, menopauze of bij bepaalde aandoeningen zoals reumatoïde artritis, kan vochtophoping in het lichaam de tunnel vernauwen.
- Structurele veranderingen: Botbreuken of artrose in de pols kunnen de ruimte in de tunnel verkleinen.
- Bindweefselziekten: Aandoeningen zoals diabetes of hypothyreoïdie kunnen de structuur en functie van het bindweefsel beïnvloeden, waardoor de zenuw kwetsbaarder wordt.
De reactie van de zenuw: hoe irritatie klachten veroorzaakt
Wanneer de nervus medianus onder druk staat, kan deze niet goed functioneren. De zenuw reageert op de compressie met een reeks veranderingen:
- Verminderde signaaloverdracht: Door de beknelling raken de zenuwvezels beschadigd, waardoor de elektrische signalen die normaal gesproken de hand en vingers aansturen, verstoord raken.
- Ontstekingsreactie: De zenuw zwelt op als reactie op de druk, wat de klachten verder verergert.
- Chronische schade: Bij langdurige compressie kunnen de zenuwvezels onherstelbaar beschadigd raken, wat leidt tot blijvende gevoelloosheid of spierzwakte.
Waarom zijn de symptomen vaak ‘s nachts erger?
Veel mensen met CTS merken dat hun klachten, zoals tintelingen en pijn, ’s nachts verergeren. Dit heeft te maken met de positie van de pols tijdens het slapen. Vaak worden de polsen onbewust gebogen, wat de druk op de carpale tunnel verhoogt en de symptomen doet toenemen.
Progressie van de aandoening: van mild tot ernstig
In de vroege stadia van CTS zijn de symptomen meestal mild en komen ze sporadisch voor. Denk aan een tintelend gevoel in de vingers of een lichte pijn in de pols na een dag werken. Zonder behandeling kan CTS echter verergeren:
- Matige CTS: De symptomen worden frequenter en kunnen ‘s nachts optreden. Het vasthouden van een telefoon of koffiekopje kan pijnlijk worden.
- Ernstige CTS: Bij ernstige gevallen treedt blijvende schade op aan de zenuw. Dit kan leiden tot gevoelloosheid in de vingers en zwakte in de duimspieren, wat eenvoudige handelingen zoals schrijven of grijpen bemoeilijkt.
Symyptomen van het carpaal tunnel syndroom
De symptomen beginnen meestal geleidelijk en zijn over het algemeen vrij karakteristiek. De klachten kunnen variëren en in wisselende mate voorkomen en in beide handen optreden:
- Tintelingen of gevoelloosheid aan de binnenkant van de hand, die uitstraalt naar vooral de duim en wijsvinger, middelvinger of (een deel van de) ringvinger, maar niet de pink. Dit is het verzorgingsgebied van de nervus medianus. In een enkel geval heeft iemand een doof gevoel in alle vingers, inclusief de pink.
- Soms heeft iemand ook last van een uitstralende pijn vanuit de binnenzijde van de hand, via de elleboogregio, naar de bovenarm en de schouder. Vooral na veelvoudig en langdurig gebruik van de hand.
- ’s Nachts kunnen de klachten de slaap verstoren. De persoon kan er wakker van worden en schudt dan met zijn handen om de symptomen te verlichten.
- Ook kan iemand last krijgen van een prikkelend en pijnlijk gevoel in de vingers en in de hand. Hierbij voelt het alsof de hand opgezwollen is.
- Ook kan er krachtsverlies in de hand optreden (vooral in de duimspieren). Doordat het gevoel en de kracht zo sterk zijn afgenomen, kan iemand zomaar voorwerpen uit zijn hand laten vallen. Dit doet zich aanvankelijk vooral 's ochtends voor, maar later kan dit krachtsverlies de hele dag blijven bestaan. Bij ernstige klachten kan iemand sommige werkzaamheden niet meer goed uitvoeren.
Oorzaak van het carpaal tunnel syndroom
Als gevolg van een zwelling van de bekleding van de spierpezen van de hand kan drukverhoging ontstaan. Hierdoor kan de middelste handzenuw bekneld raken en een carpaal tunnel syndroom ontstaat. CTS treedt dus op als gevolg van compressie van de middelste zenuw (mediane zenuw) in de pols. De mediane zenuw loopt van de onderarm door een doorgang in de pols (carpale tunnel) naar je hand. Deze zenuw is verantwoordelijk voor het gevoel en de beweging in delen van de hand. In het algemeen kan alles wat de mediane zenuw in de carpale tunnel comprimeert of irriteert, leiden tot carpaal tunnel syndroom. Zo kan bijvoorbeeld een polsfractuur of
gebroken pols de carpale tunnel verkleinen en de zenuw irriteren, evenals zwelling en ontsteking ten gevolge van reumatoïde artritis. In veel gevallen kan geen oorzaak worden geïdentificeerd. Het kan zijn dat een combinatie van risicofactoren bijdraagt aan de ontwikkeling van de aandoening.
Risicofactoren
Veelvoorkomende factoren
CTS kan ontstaan bij
suikerziekte (diabetes mellitus),
hypothyreoïdie of
hyperthyreoïdie. Andere mogelijke risicofactoren zijn zwangerschap (vanwege vochtretentie ter plaatse van de carpale tunnel, vaak tijdelijk van aard),
overgewicht,
reumatoïde artritis (als gevolg van irritatie van de bekleding van de pezen) en vervormingen van de carpale tunnel. Een acuut carpale-tunnelsyndroom kan ook optreden ten gevolge van compressie door een hematoom. Een hematoom (bloeduitstorting) is een inwendige bloeding waarbij het bloed tussen de omliggende weefsels terecht komt.

Pijn in de pols door bepaalde werkzaamheden /
Bron: Istock.com/maska82Arbeidsgerelateerde risicofactoren
Er zijn voorts arbeidsgerelateerde risicofactoren die tot het ontstaan van het CTS kunnen leiden, zoals: veelvuldig herhalen van polsbewegingen, hoge krachtsuitoefening met de hand, hand-armtrilingen, ongunstige werkhouding (bijvoorbeeld doordat iemand zijn/haar hand veelvuldig en langdurig sterk naar voren of naar achteren gebogen houdt), enz.
Anatomische factoren
Een polsfractuur of ontwrichting die de ruimte binnen de carpale tunnel verandert kan externe druk op de zenuw creëren. Mensen met een kleinere carpale tunnel, hebben meer kans om het carpaal tunnel syndroom te ontwikkelen.
Sekse
Het carpaal tunnel syndroom komt over het algemeen meer voor bij vrouwen. Dit kan zijn omdat de carpale tunnel relatief bij vrouwen kleiner is dan bij mannen, en in dat geval is er ook minder ruimte voor fouten. Vrouwen met het carpaal tunnel syndroom hebben vaak ook kleinere carpale tunnels dan vrouwen die deze aandoening niet hebben.
Risicogroepen
Carpaal tunnel syndroom is niet alleen voor kantoortijgers met een toetsenbordverslaving. Het komt voor bij allerlei mensen, en sommige groepen hebben net wat meer pech. Laten we eens kijken wie een groter risico loopt op dit vervelende probleem en waarom.
Risicogroep | Omschrijving |
Kantoortijgers | Langdurig typen of muisgebruik belast de pols constant, wat kan leiden tot irritatie van de zenuwen in de carpaaltunnel. |
Handwerkhelden | Denk aan kappers, schilders of mensen die constant precisiewerk doen. Hun herhaalde bewegingen vergroten de druk op de pols. |
Vrouwen | Hormonen tijdens zwangerschap, menopauze en een gemiddeld smallere carpaaltunnel maken vrouwen gevoeliger voor CTS. |
Medische aandoeningen | Diabetes, reuma en schildklierproblemen kunnen zenuwdruk vergroten, waardoor de kans op CTS stijgt. |
Overbelaste sporters | Sporten zoals tennis, squash of gewichtheffen belasten de pols intensief en kunnen schade veroorzaken. |
Overgewicht | Extra lichaamsgewicht verhoogt de druk op de pols, wat bijdraagt aan een hoger risico op CTS. |
Genetische aanleg | Een familiegeschiedenis van CTS kan wijzen op erfelijke factoren, zoals een nauwe carpaaltunnel. |
Zwangerschap | Vochtophoping tijdens de zwangerschap kan de druk in de carpaaltunnel verhogen, wat tijdelijk CTS kan veroorzaken. |
Hobbyisten | Frequent breien, schilderen of gamen kan bij intensief gebruik van de pols leiden tot klachten. |
Onderzoek en diagnose
Anamnese en lichamelijk onderzoek
De arts stelt allerlei vragen over de klachten die je ervaart. Dit kan belangrijke aanwijzingen opleveren voor de diagnose. Stel dat je geen sensatie waarneemt in de pink, dan duidt dit op een andere oorzaak dan het carpaal tunnel syndroom. Een andere aanwijzing is het tijdstip waarop je last hebt van de symptomen. De gebruikelijke momenten waarop je last hebt van klachten als gevolg van het carpaal tunnel syndroom, zijn bijvoorbeeld wanneer je een telefoon of een krant vasthoudt, het stuurwiel vast hebt, of wakker wordt tijdens de nacht. De klachten kunnen immers de slaap verstoren. Daarna zal de arts lichamelijk onderzoek uitvoeren. Hij zal het gevoel in je vingers en de kracht van de spieren in je hand testen. Druk op de zenuw in de pols door de pols te buigen en dan op de zenuw te tikken of erop te drukken, kan bij veel mensen symptomen triggeren.
Aanvullend onderzoek
Een röntgenfoto van de pols kan andere problemen zoals artritis in de pols uitsluiten. Een elektromyografie meet de kleine elektrische ontladingen die worden geproduceerd in de spieren. Een elektromyografie (EMG) wordt uitgevoerd om de spier- en de zenuwfunctie te controleren. Deze test kan bepalen of spierschade is opgetreden en kan ook worden gebruikt om andere aandoeningen uit te sluiten. Een zenuwgeleidingstest kan ook worden uitgevoerd. Hierbij kijkt de arts naar de snelheid van de elektrische signalen die zich verplaatsen door middel van een zenuw. Deze test kan worden gedaan om zekerheid te krijgen omtrent de diagnose en andere aandoeningen uit te sluiten.
Differentiële diagnose
Er zijn een aantal aandoeningen die que klachten veel gelijkenis kunnen vertonen met het carpaal tunnel syndroom. De arts zal deze dus moeten uitsluiten via lichamelijke en beeldvormende onderzoek.
- acuut compartimentsyndroom (een verstoring van de bloedtoevoer door zwelling binnen een 'compartiment');
- brachiale plexopathie (een neurologische aandoening in de brachiale plexus);
- cervicale spondylose (versleten nekwervels);
- diabetische neuropathie (zenuwbeschadiging door diabetes);
- epicondylitis lateralis (backhand-tenniselleboog of tennisarm is een pijnlijke chronische prikkelingstoestand in de arm);
- ischemische monomelische neuropathie (een zeldzame complicatie na het aanleggen van een arterioveneuze fistel ter plaatse van de elleboog);
- lepra;
- mononeuritis multiplex (een aandoening waarbij zowel motorische als sensibele zenuwen aangedaan zijn);
- myofasciaal pijnsyndroom (MPS, een chronische pijnconditie door pijnlijke knopen in een willekeurige spier);
- multiple sclerose (MS);
- neoplastische brachiale plexopathie;
- overbelastingsblessure;
- posttraumatische syringomyelie (neurologische aandoening waarbij het ruggenmerg wordt aangetast);
- thoraxapertuursyndroom (een groep stoornissen die allen pijn en tintelingen in de hand, hals, schouder en arm veroorzaken);
- traumatische brachiale plexopathie;
- tussenwervelschijfaandoening van de nek; en
- ziekte van Lyme, veroorzaakt door de Borrelia bacterie die wordt overgedragen door de teek en gepaard gaat met vermoeidheid, rillingen, koorts, hoofdpijn, gezwollen lymfeklieren, spierpijn en gewrichtspijn.
Behandeling van CTS
Afwachtend beleid
Het beleid is dat bij zeer lichte klachten in eerste instantie wordt afgewacht. Uit onderzoek blijkt dat bij ongeveer een kwart van de mensen de klachten zonder behandeling binnen een jaar verdwijnen. Bij de helft van de mensen blijven de klachten onveranderd. Aanvullend kan gekozen worden voor:
- aanpassing van de activiteiten van de betreffende hand door het vermijden van grote krachtuitoefening en uitlokkende handelingen;
- het spalken van het polsgewricht;
- orale medicatie zoals NSAID's (geneesmiddelen die behalve pijnstillend, ook ontstekingsremmend werken);
- een lokale corticosteroïdinjectie (dit is een zeer sterk ontstekingsremmend middel dat de zwelling in de tunnel kan doen verminderen en een (vaak tijdelijke) afname van de klachten geeft.
Corticosteroïdinjectie
Omdat bij een corticosteroïdinjectie in veel gevallen de klachten na enkele maanden terugkeren, worden ze vaak ingezet in het overbruggen van een periode (tot aan de operatie).
Hoe werkt zo'n injectie eigenlijk?
Een corticosteroïdinjectie klinkt misschien als iets ingewikkelds, maar het is in feite een prikje dat een krachtige ontstekingsremmer direct in de carpaaltunnel brengt. Het doel? De zwelling rondom de zenuw verminderen en de druk verlichten. Het kan de tintelingen en pijnklachten flink verminderen, soms zelfs helemaal tijdelijk laten verdwijnen.
De tijdelijke aard van de verlichting
Maar laten we eerlijk zijn: het effect is vaak niet blijvend. Veel mensen merken na een paar maanden dat de klachten weer terugkomen. Waarom? Omdat de injectie de oorzaak van CTS – de beknelling van de zenuw – niet oplost. Het is dus geen eindstation, maar eerder een tussenstop op weg naar een definitieve aanpak.
Wanneer is een injectie een goed idee?
Een corticosteroïdinjectie wordt vaak gebruikt als je in de wachtrij staat voor een operatie of als je wilt proberen of je met andere maatregelen (zoals een spalk of aanpassingen in je werk) voldoende baat hebt. Het is ook een handige test: als je goed reageert op de injectie, is de kans groot dat een operatie ook effectief zal zijn.
Voordelen én nadelen
Het fijne aan deze injectie is dat het snel werkt – je kunt binnen een paar dagen al verbetering voelen. Maar, zoals bij alles, zijn er ook kanttekeningen. Een injectie kan soms tijdelijk pijn veroorzaken en in zeldzame gevallen leiden tot een infectie. En ja, de terugkeer van klachten is iets om rekening mee te houden.
Behandeling van eventuele onderliggende aandoening
Indien een onderliggende ziekte is vastgesteld, dan moet deze zo goed mogelijk behandeld worden. Zwangere vrouwen met klachten van een CTS, moeten weten dat de klachten meestal van tijdelijke duur zijn en spontaan verdwijnen na de zwangerschap.

Littekens van een operatie van het carpaal tunnel syndroom. Twee verschillende technieken zijn gebruikt. Het linker litteken is 6 weken oud, het rechter litteken is 2 weken oud. Een jaar later was de vrouwelijke patiënt volledig hersteld. /
Bron: HenrykGerlach, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Carpaal tunnel syndroom: operatie en herstel
Wanneer bovenvermelde conservatieve therapieën onvoldoende effect sorteren of als de klachten lang aanhouden, kan blijvende schade aan de nervus medianus optreden. Chirurgische behandeling biedt uitkomst. De operatie is erop gericht de druk op de zenuw weg te nemen door het retinaculum flexorum — de sterke band die de carpaal tunnel bedekt — te klieven. De effectiviteit van deze ingreep (ook op lange termijn) is duidelijk aangetoond. Afhankelijk van de ernst en de duur van de klachten vóór de ingreep, kan het soms enkele maanden duren voordat de kracht in de hand en pols weer op het oude niveau is. Handtherapie kan de revalidatie ten goede komen. Het gaat hierbij om een combinatie van fysiotherapie en ergotherapie, speciaal gericht op de revalidatie van je hand of arm.
Phystrac Tractieapparaat
Een operatie is niet altijd nodig. Vooral milde gevallen van het carpaal tunnel syndroom worden steeds vaker behandeld met het Phystrac Tractieapparaat. Sommige fysiotherapiepraktijken beschikken over zo'n apparaat. De Phystrac is een mechanisch werkend tractieapparaat dat via een band om de pols, tractie (trekkende kracht) aan de onderarm geeft. Je onderarm en elleboog worden met banden op de juiste plek gehouden. Via de band om de pols wordt tractie aan de
onderarm gegeven. Deze band is bevestigd aan een gewichtsmechanisme. Deze behandeling zorgt voor een gecontroleerde tractie van de onderarm en pols. Hierdoor vindt ontspanning plaats van de structuren, spieren en ligamenten die betrokken zijn bij het in stand houden van de klachten. Het carpaalligament geeft door de behandeling minder druk op de structuren in de carpaaltunnel. Dit vermindert aldus de inklemmming van de nervus medianus. In milde gevallen van CTS zijn tien tot twaalf behandelingen vaak voldoende om de klachten op te heffen. Bij ernstiger klachten zijn meer behandelingen nodig. Niet iedereen is na de behandeling (blijvend) klachtenvrij.
Praktische tips en zelfzorg bij CTS
Carpaal tunnel syndroom (CTS) is zo’n irritant probleem dat je pas echt begrijpt als je er zelf mee te maken krijgt. Die tintelende vingers, dat zeurende gevoel in je pols en dan dat onhandige geklungel als je iets vastpakt—niet bepaald iets waar je op zit te wachten. Het goede nieuws? Je kunt zelf heel wat doen om de klachten te verminderen of zelfs te voorkomen. Geen hocus pocus of vage adviezen, doch praktische aanpassingen die je dagelijks kunt toepassen.
Een slimme aanpak begint met bewustwording. Hoe gebruik je je handen eigenlijk de hele dag door? Veel mensen belasten hun polsen zonder het te beseffen—denk aan het constant typen op een laptop, langdurig swipen op je telefoon of stevig knijpen tijdens een klus. Kleine aanpassingen, zoals een ergonomische werkhouding of het dragen van een brace, kunnen al een wereld van verschil maken. En laten we eerlijk zijn: een beetje
zelfzorg kan nooit kwaad. Je handen verdienen het om goed behandeld te worden.
Daarnaast is preventie key. Geen extreme maatregelen, gewoon slimmer omgaan met je gewrichten. Wissel herhalende bewegingen af, neem pauzes en vermijd te veel druk op je polsen. Ook temperatuur speelt een rol—koude handen verergeren vaak de klachten. Dus misschien toch maar die handschoenen uit de kast halen? Kleine tweaks in je dagelijkse routine kunnen de impact van CTS flink beperken en ervoor zorgen dat je niet 's nachts wakker ligt van de pijn.
Maar laten we eerlijk zijn: soms is er meer nodig dan wat slimme aanpassingen. Blijven de klachten aanhouden of nemen ze toe? Dan is het geen kwestie van doorbijten, maar tijd om professionele hulp in te schakelen. Een bezoek aan de huisarts kan duidelijkheid geven en voorkomen dat CTS erger wordt. Hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans dat je zonder blijvende schade van die vervelende klachten afkomt. Dus wees lief voor je polsen en pak het op tijd aan!
Ergonomische werkhouding: de basis van gezonde polsen
Stel je voor: Linda, 38 jaar, werkt al tien jaar als grafisch ontwerper. Haar dagen bestaan uit urenlang klikken, slepen en typen. Tot een paar maanden geleden. Plots begon ze 's nachts wakker te worden met tintelende vingers en een dof, pijnlijk gevoel in haar pols. Overdag werd het er niet beter op. Haar muis voelde als een blok beton, haar toetsenbord als een martelwerktuig. Wat bleek? Carpaal tunnel syndroom. En het had allemaal te maken met haar werkhouding.
Veel mensen beseffen niet hoe belastend een verkeerde polspositie is. Een te hoge of te lage bureaustoel, een toetsenbord dat te ver weg ligt of een muis die je pols onnatuurlijk forceert—het zijn kleine dingen die op termijn flinke schade kunnen aanrichten. Wat helpt? Een paar simpele, maar cruciale aanpassingen. Zorg dat je ellebogen in een hoek van 90 graden staan, je polsen recht blijven en je handen niet de hele tijd geforceerd boven je toetsenbord zweven. Een polssteun kan soms helpen, maar let op dat je hier niet te hard op leunt. Kleine veranderingen, groot effect!
Polsbrace dragen: geef je gewrichten rust
Toen Linda eenmaal wist wat er aan de hand was, kreeg ze het advies om ‘s nachts een polsbrace te dragen. In eerste instantie dacht ze: "Wat een onding, ik ga echt niet slapen met zo’n ding om." Maar na een paar nachten merkte ze al verschil. De brace hield haar pols in een neutrale stand, waardoor de zenuw in haar carpale tunnel niet langer bekneld raakte. En nee, het voelde niet meteen alsof alles was opgelost, maar ze werd wél minder vaak wakker van de pijn.
Een polsbrace is vooral handig voor mensen die ‘s nachts hun polsen ongemerkt in onmogelijke hoeken vouwen. Maar ook overdag kan het nuttig zijn, vooral bij activiteiten die veel van je handen vragen, zoals typen of schilderen. Let wel op: een brace is een hulpmiddel, geen wondermiddel. Te lang dragen kan je spieren verzwakken, dus het draait om de juiste balans tussen ondersteuning en beweging.
Frequent pauzeren: kleine onderbrekingen, groot verschil
Iedereen kent wel die collega die zo opgaat in zijn werk dat hij pas na drie uur ontdekt dat zijn koffie koud is en zijn benen slapen. Maar als je last hebt van CTS, is dat geen optie. Lange periodes van herhaalde bewegingen verergeren de klachten. Daarom is het cruciaal om regelmatig te pauzeren. Niet een keer per uur even je handen losschudden en denken dat dat genoeg is, maar echt bewuste pauzes nemen.
Denk aan de 20-20-20 regel: elke 20 minuten, 20 seconden rust, en even 20 centimeter van je scherm af kijken. Klinkt simpel, maar het voorkomt dat je spieren en zenuwen overbelast raken. Even opstaan, een glas
water drinken of een paar keer je schouders draaien kan al veel doen. Je lichaam gaat je dankbaar zijn. En je polsen? Die vooral.
Hand- en polsoefeningen: soepel houden is de truc
Linda kreeg ook een reeks oefeningen mee om haar polsen sterker en soepeler te houden. Eerst voelde het wat onwennig, maar al snel merkte ze dat het hielp. Een simpele beweging, zoals je hand strekken en de vingers voorzichtig naar achteren duwen, kan al verlichting geven. Of draai kleine cirkels met je polsen, alsof je een denkbeeldige munt tussen duim en wijsvinger rolt.
Deze oefeningen bevorderen de doorbloeding en houden de spieren en pezen in beweging. Belangrijk hierbij is consistentie: niet pas beginnen als de pijn te erg wordt, maar het dagelijks inbouwen in je routine. Misschien tijdens het tandenpoetsen, of terwijl je wacht tot je koffie is doorgelopen. Hoe dan ook: een beetje liefde voor je polsen kan een wereld van verschil maken.
Vermijd overmatige belasting: je polsen zijn geen superhelden
Stel je voor: Mark, een 42-jarige klusser, was de koning van het multitasken. Overdag zat hij achter zijn laptop offertes te tikken, ‘s avonds pakte hij de boormachine om wat plinten vast te zetten, en in het weekend speelde hij fanatiek padel met vrienden. Alles leek prima—tot zijn handen begonnen te protesteren. Eerst een lichte tinteling, daarna een zeurende pijn, en voor hij het wist, voelde hij zijn duim amper nog. CTS in volle glorie.
Wat was het probleem? Overbelasting. Veel mensen beseffen niet dat hun handen en polsen net zo goed rust nodig hebben als de rest van hun lichaam. Onnodige spanning bij grijpen of knijpen kan de carpale tunnel flink onder druk zetten. Oplossing? Slim omgaan met kracht. Gebruik bijvoorbeeld gereedschap met een ergonomische grip, vermijd harde handgrepen en verdeel de belasting over beide handen. En als je merkt dat je constant kracht zet op je polsen (bijvoorbeeld door je telefoon de hele dag krampachtig vast te houden), kijk dan eens hoe je die spanning kunt verminderen. Kleine aanpassingen, groot verschil.
Zorg voor een goede muis en toetsenbord: je werkplek is de sleutel
Laten we eerlijk zijn: wie zit er echt te wachten op een pols die halverwege de dag voelt alsof hij in de fik staat? Sarah, een freelance tekstschrijver, wel. Nou ja, niet bewust natuurlijk. Maar na jaren van werken met een goedkope laptopmuis en een plat toetsenbord begon haar hand steeds vaker op te spelen. Ze probeerde alles: stressballetjes, massages, zelfs
kurkuma-thee tegen ontstekingen. Niets hielp. Tot ze overstapte op een ergonomische muis en een mechanisch toetsenbord met een lichte aanslag. Binnen twee weken merkte ze verbetering.
Je polsen zijn niet gemaakt om constant een onnatuurlijke hoek te maken. Een verkeerde muis of toetsenbord kan de druk op je carpale tunnel flink verhogen. Een verticale muis of een ergonomisch gevormd toetsenbord kan veel doen. Let ook op hoe je je polsen plaatst—een neutrale, ontspannen houding is key. En werk je veel met een laptop? Overweeg dan een extern toetsenbord en muis om je handen te sparen.
Gebruik een zachte ondergrond: geen harde randjes meer
Hier komt een verrassende boosdoener: het harde bureau waar je onbewust je polsen op laat rusten. Klinkt onschuldig, toch? Maar als je hand continu op een scherpe rand of een hard oppervlak ligt, krijgt de carpale tunnel het flink te verduren. Dit was exact wat Tom, een accountant, ondervond. Zijn rechterpols lag altijd half op de rand van zijn bureau terwijl hij typte. Hij dacht er niet bij na—totdat hij op een dag zijn koffie niet meer kon optillen zonder pijnscheut.
De oplossing is simpel: gebruik een zachte ondergrond. Een polssteun kan helpen, maar let op dat je er niet constant op leunt, want dat kan de doorbloeding juist belemmeren. Werk je veel met een laptop? Een laptopstandaard met een extern toetsenbord zorgt ervoor dat je polsen niet continu tegen het bureau aan drukken. Comfortabel én beter voor je gewrichten.
Houd je handen warm: koude vingers, stijve pezen
Kou en carpaal tunnel syndroom gaan samen als regen en een lekke paraplu—een slechte combinatie. Dat ontdekte Anna, een grafisch ontwerper met een thuiskantoor. In de winter merkte ze dat haar polsklachten ineens verergerden. Eerst dacht ze dat het toeval was, maar na wat speurwerk kwam ze erachter dat kou de doorbloeding vermindert, waardoor spieren en pezen stijver worden. En stijve pezen? Die zorgen voor meer druk op de carpale tunnel.
Oplossing: houd je handen lekker warm. Draag vingerloze handschoenen tijdens het typen, gebruik een verwarmde muismat of zorg gewoon voor een behaaglijke werkplek. En als je snel last hebt van koude vingers? Een kop warme
sinaasappel-thee vasthouden kan ook wonderen doen. Soms zit het ‘m in de kleine dingen.
Verminder trillingen: je polsen zijn geen schokdempers
Jan, een gepassioneerde doe-het-zelver, was altijd te vinden in zijn schuurtje, waar hij alles maakte wat je maar kon bedenken. Van meubels tot vogelhuisjes, hij draaide er zijn hand niet voor om. Tot die hand opeens begon te protesteren. Tintelingen, pijnscheuten en een steeds zwakkere grip. De boosdoener? Al die trillende gereedschappen die hij zonder nadenken urenlang vasthield.
Veel mensen onderschatten wat trillingen met je polsen doen. Of het nu een drilboor, een elektrische schroevendraaier of zelfs een mountainbike is, langdurige blootstelling aan trillingen verergert CTS. De oplossing? Slimmer werken. Gebruik anti-trillingshandschoenen, neem vaker pauzes en wissel handelingen af. En soms is het gewoon tijd om over te stappen op gereedschap met een betere grip en minder heftige trillingen. Want laten we eerlijk zijn: je wilt niet dat je hand eruitziet alsof je non-stop een jackhammer vasthoudt.
Vermijd langdurige geforceerde polshoudingen: geef ze wat liefde
Carla, een fanatieke hobbykok, bracht avonden door in haar keuken, hakken, snijden, deeg kneden. Heerlijk ontspannend—tot haar polsen begonnen te protesteren. Ze merkte dat ze vaak haar hand in onnatuurlijke hoeken draaide tijdens het koken, vooral bij het snijden van harde groenten of het kneden van brooddeeg. Eerst negeerde ze het, maar toen ze een pan bijna liet vallen door een tintelende hand, wist ze: dit gaat niet goed.
We denken er vaak niet bij na, maar polsen krijgen het zwaar te verduren bij alledaagse activiteiten. Lange tijd in een verkeerde houding werken—of dat nou in de keuken, achter een bureau of met een smartphone is—zet extra druk op de zenuwen in je pols. De truc? Wissel posities af en probeer je polsen zo veel mogelijk in een neutrale houding te houden. Gebruik keukengereedschap met ergonomische handvatten, plaats je toetsenbord op de juiste hoogte en laat dat eindeloze scrollen in bed achterwege. Je polsen zullen je dankbaar zijn.
Let op zwelling en ontstekingen: je lichaam geeft signalen
Wouter, een fervent tennisser, dacht altijd dat een beetje pijn erbij hoorde. Pijntjes kwamen en gingen, maar deze keer leek het anders. Zijn hand voelde strakker aan, alsof er een elastiekje omheen zat. En zijn pols? Die werd dikker en stijver met de dag.
CTS en ontstekingen gaan vaak hand in hand. Zwelling kan de carpale tunnel nog verder vernauwen, waardoor de zenuw nog meer in de knel komt. Let dus op signalen: roodheid, warmte, zwelling of een kloppend gevoel zijn duidelijke waarschuwingen. Koelen kan helpen, net als ontstekingsremmende voeding, zoals
gember of
kurkuma. En als de zwelling niet wegtrekt? Tijd om een arts in te schakelen. Liever op tijd handelen dan wachten tot je hand een opgeblazen ballon wordt.

Tijdig je huisarts raadplegen bij CTS /
Bron: Michaeljung/Shutterstock.com Raadpleeg tijdig de huisarts: beter te vroeg dan te laat
Veel mensen schuiven medische hulp voor zich uit, want ja, "het gaat vast vanzelf over". Maar CTS is geen verkoudheid die je kunt uitzitten. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans op blijvende schade. Neem Lisa, een jonge grafisch ontwerper die haar klachten maandenlang negeerde. Pas toen haar duim gevoelloos werd, zat ze bij de huisarts. De schade? Een langdurig revalidatietraject en een operatie die misschien voorkomen had kunnen worden.
Een huisarts kan met simpele tests vaststellen hoe ernstig je CTS is en welke behandelingen nodig zijn. Soms is een brace en rust voldoende, soms zijn injecties of zelfs een operatie nodig. Hoe eerder je erbij bent, hoe groter de kans op herstel zonder permanente zenuwschade. Dus voel je dat je klachten erger worden of niet verdwijnen? Maak die afspraak. Je polsen zijn het waard.
Prognose en herstel
Bij zwangere vrouwen verbeteren de klachten vaak na de zwangerschap. Bij een corticosteroïdinjectie keren in veel gevallen de klachten na enkele maanden terug. Bij meer dan de helft van de mensen met het carpaal tunnel syndroom zal uiteindelijk een operatie nodig zijn. Bij een succesvolle operatie neemt het herstel vaak meerdere maanden in beslag. Een zeer klein percentage van de mensen krijgt opnieuw last van deze aandoening. Meestal treedt dit recidief pas enkele jaren na de eerste operatie op.
Complicaties
Carpaal tunnel syndroom lijkt in eerste instantie misschien onschuldig – een tintelende hand, een slapende duim, en af en toe wat pijn. Maar als je er te lang mee rondloopt zonder actie te ondernemen, kan het helaas een stuk ingewikkelder worden. Dus, wat zijn de mogelijke complicaties? En vooral: hoe voorkom je ze?
Van ongemak naar echte problemen
Als CTS te lang onbehandeld blijft, kan de druk op de middelste zenuw (nervus medianus) in je pols leiden tot blijvende schade. Dat betekent dat die vervelende tintelingen niet meer zomaar verdwijnen en je zelfs kracht in je hand kunt verliezen. Dingen vastpakken – een koffiemok, je telefoon, een tandenborstel – kunnen dan ineens lastige uitdagingen worden.
Slapende spieren
Een van de ernstigere gevolgen van CTS is spierzwakte of zelfs atrofie (spierverlies) in je duimmuis. Denk aan situaties waarin iemand, zoals je buurvrouw Marjan, merkt dat haar hand eruitziet alsof ze "nooit meer een potje armpje heeft gedrukt." Dit gebeurt omdat de zenuw die je duimmuis aanstuurt, constant onder druk staat. Als dat niet wordt verholpen, kan het herstel behoorlijk lastig worden.
Chronische pijn
Pijn kan zich uitbreiden naar je hele hand en zelfs naar je arm. Het wordt een zeurend, constant gevoel dat je ervan weerhoudt normaal te functioneren. Heb je ooit iemand horen zeggen: "Mijn pols leeft z’n eigen leven?" Dat kan zomaar een referentie zijn naar onbehandelde CTS.
Beperkte functie: van typkunstenaar naar kluns
Ooit geprobeerd je knoop dicht te maken met een hand die niet mee wil werken? Precies. CTS kan fijne motoriek verstoren, waardoor simpele dagelijkse handelingen een uitdaging worden. Een vriend van mij, laten we hem Peter noemen, moest leren omgaan met een polsbrace tijdens het koken. Niet ideaal.
Wat kun je doen om complicaties te voorkomen?
De sleutel? Wacht niet te lang. Zodra je merkt dat je hand vaker tintelt of zwakker aanvoelt, is het tijd om actie te ondernemen. Een nachtspalk kan helpen om je pols rust te geven, net als simpele polsoefeningen om de spanning te verminderen. En als het erger wordt, zijn er genoeg opties, van ontstekingsremmers tot een kleine operatie.
Blijf scherp op je signalen
CTS hoeft geen drama te worden als je er op tijd bij bent. Maar laat je het te lang sluimeren, dan kan het je dagelijkse leven flink in de weg gaan zitten. Dus, voel je die tintelingen of merk je dat je grip verliest? Tijd om naar een specialist te gaan. Zoals het oude gezegde luidt: "Een gewaarschuwd mens telt voor twee." En dat geldt zeker voor je polsen.

Zenuw.
nerf = zenuw, epinèvre=epineurium, périnèvre = perineurium, endonèvre = endoneurium, fascicule = bundel,
vasseaux sanquins = bloedvaten /
Bron: Dailly Anthony, Wikimedia Commons (CC BY-3.0)Zenuwschade bij CTS
Bij carpaal tunnel syndroom (CTS) kan
zenuwschade optreden als je de klachten te lang laat sluimeren. Dat klinkt misschien wat zwaar, maar het is belangrijk om te weten wat dit inhoudt en hoe je het kunt voorkomen.
Wat gebeurt er bij zenuwschade?
De nervus medianus – de grote zenuw die door je pols loopt – raakt bekneld in de carpaaltunnel. Als de druk op deze zenuw te lang aanhoudt, kunnen de signalen die hij naar je hand en vingers stuurt verzwakken of zelfs stoppen. Gevolg? Tintelingen worden chronisch, spierkracht neemt af, en je kunt zelfs gevoel in je vingers verliezen.
Blijvende gevolgen
Langdurige zenuwschade kan leiden tot blijvend krachtverlies, vooral in de duimmuis. Denk aan moeite met simpele dingen zoals een koffiekop vasthouden of een pot openmaken. In ernstige gevallen kan spieratrofie optreden – de duimmuis krimpt letterlijk omdat de zenuw niet meer goed werkt. Dat herstel is, zacht gezegd, niet eenvoudig.
Kun je zenuwschade herstellen?
Het goede nieuws is dat zenuwen zich kunnen herstellen, maar dit gaat traag en is niet altijd volledig. Als de schade niet te ernstig is, kan een behandeling zoals een operatie om de druk van de zenuw te halen vaak helpen. Maar hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat de schade blijvend is.
Preventie
Er zijn geen bewezen strategieën om het carpaal tunnel syndroom te voorkomen, maar je kunt de kracht die wordt uitgeoefend op je handen en polsen beperken door het nemen van de volgende voorzorgsmaatregelen:
- Verminder je kracht en ontspan je greep. De meeste mensen gebruiken meer kracht dan nodig is om veel handmatige taken uit te voeren. Bij kassawerkzaamheden geldt dat je het beste zachtjes op de toetsen moet drukken. Bij langdurig schrijfwerk, kun je het beste een pen gebruiken waarbij je geen of weinig druk hoeft te zetten bij het schrijven.
- Neem regelmatig pauze. Geef je handen en polsen rust door voorzichtig te rekken en regelmatig te buigen. Wissel je werkzaamheden af indien mogelijk. Als je apparatuur gebruikt dat trilt gebruikt of waarbij je een grote hoeveelheid kracht moet uitoefenen, is het nemen van pauzes nog belangrijker.
- Let op je houding. Vermijd dat je je pols helemaal naar boven of naar beneden buigt. Een ontspannen middenpositie is het beste. Als je een toetsenbord gebruikt, houd het op ellebooghoogte of iets lager.
- Het verbeteren van je houding. Een onjuiste houding kan ertoe leiden dat je schouders naar voren hangen, waardoor de spieren van nek en schouder ingekort worden en ze de zenuwen in je nek comprimeren. Dit kan invloed hebben op je polsen, vingers en handen.
- Houd je handen warm. Je bent meer kans op het ontwikkelen van pijn in de hand en stijfheid als je werkt in een koude omgeving. Als je de temperatuur op het werk niet kan beheersen, trek dan vingerloze handschoenen aan die je handen en polsen warm houden.
Misvattingen over carpaal tunnel syndroom: fabels, feiten en frappante waarheden
Carpaal tunnel syndroom (CTS) is zo’n aandoening waar iedereen wel ‘iets’ over gehoord heeft, maar als je de verhalen naast elkaar legt, krijg je een mix van halve waarheden, complete onzin en een snufje angstzaaierij. Tijd om de mythes door te prikken!
CTS krijg je alleen als je de hele dag op een toetsenbord ramt
Oh ja, en stratenmakers, kappers en vrachtwagenchauffeurs lopen nul risico zeker? CTS is helemaal niet exclusief voor mensen die veel typen. Het kan door allerlei dingen komen: herhaalde bewegingen, hormonale schommelingen, genetische aanleg en zelfs bepaalde ziekten. Dus ja, als je een kantoorbaan hebt en 8 uur per dag typt, kán dat bijdragen, maar het is niet alsof je vingers automatisch een CTS-abonnement krijgen zodra je te vaak op ‘CTRL+Z’ drukt.
Met een brace slaap je nooit meer met je handen dubbelgevouwen als een tortilla
Klinkt als een droom, hè? Je doet een brace om en poef, je polsen blijven keurig recht liggen terwijl jij ongestoord ligt te snurken. De realiteit? Een brace helpt om je pols in een neutrale positie te houden, maar als jij een olympisch kampioen nachtdraaien bent, is de kans groot dat je ‘m half slapend weer uittrekt. Ook werkt een brace vooral symptoomverlichtend—het lost het onderliggende probleem niet op. Dus nee, het is geen magische CTS-stopper. Maar hé, het helpt wél om die tintelende vingers in toom te houden.
CTS betekent dat je straks geen pen meer kunt vasthouden
Tuurlijk, overdrijven is ook een vak. CTS kan zeker invloed hebben op je grip, vooral als je het negeert en het erger wordt. Maar de meeste mensen blijven prima functioneren—al voelt het af en toe alsof je een spookhand hebt die niet altijd even goed meewerkt. Als je er op tijd bij bent (en niet koppig denkt ‘ah joh, gaat wel over’), zijn er zat behandelingen die erger voorkomen. Dus nee, je hoeft je testament nog niet in spraakopdrachten te dicteren.
CTS gaat vanzelf over als je gewoon even ‘rustig aan doet’
Aha, de klassieke ‘laten we het negeren en hopen dat het verdwijnt’-strategie. Werkt fantastisch bij verloren sokken, niet bij CTS. Tuurlijk, in sommige gevallen worden de klachten minder als je de pols minder belast, maar als er eenmaal sprake is van een flinke beknelling, lost dat zichzelf niet altijd op. Soms heb je fysiotherapie nodig, of zelfs een operatie als het écht de verkeerde kant op gaat. Dus als je denkt ‘ach, ik wacht het wel af’—doe dat niet te lang. Je zenuwen zullen je dankbaar zijn.
Alleen oude mensen krijgen CTS
Jaja, alsof CTS een exclusieve 50+ club is waar je pas lid van wordt als je grijze haren begint te tellen. Onzin. CTS kan op elke leeftijd voorkomen, zelfs bij jonge mensen die veel met hun handen werken of een medische aanleg hebben. Zwangerschap, hormonale veranderingen en zelfs diabetes kunnen CTS-triggeren, en laat die nou niet exclusief voor pensionado’s zijn. Dus nee, je hoeft geen seniorenkorting te hebben om last te krijgen van een tintelende pols.
Kraken en strekken helpt om de zenuw ‘los’ te maken
Oh ja, lekker knakken en rekken alsof je een geblokkeerde ruggengraat loswrikt bij de fysio. Helaas, CTS zit niet in de categorie ‘even goed strekken en het floept vanzelf goed’. Het probleem zit hem in de druk op de nervus medianus, niet in een ‘vastzittende’ pols. Overmatig rekken kan zelfs averechts werken en de irritatie vergroten. Dus als je elke vijf minuten je pols heen en weer klapt in de hoop op een ‘instant fix’… slecht nieuws. Je zenuwen lachen je uit.
CTS-operaties zijn supereng en mislukken vaak
Geloof het of niet: de meeste CTS-operaties zijn saai (voor de chirurg dan, jij ligt er zelf misschien wat minder relaxed bij). Het is een van de meest uitgevoerde ingrepen en heeft een hoog slagingspercentage. Natuurlijk, geen enkele operatie is een 100% garantie op succes, maar de horrorverhalen over ‘verlamde handen’ en ‘nooit meer iets kunnen tillen’ zijn pure bangmakerij. De meeste mensen merken na een paar weken al verbetering, en binnen een paar maanden zijn ze gewoon weer up and running.
CTS komt alleen voor bij mensen die te veel gamen
Nou, daar gaan we weer met de stereotypes. Alsof alleen fanatieke gamers hun handen belasten. Tuurlijk, langdurig gamen kan CTS-klachten verergeren, maar dat geldt net zo goed voor timmerlieden, muzikanten, schoonmakers en tandartsen. Eigenlijk voor iedereen die veel repeterende bewegingen maakt. Dus nee, CTS is niet exclusief voor nachtelijke Call of Duty-marathons met energiedrank in de aanslag. Iedereen die z’n handen intensief gebruikt, loopt risico—gamer of niet.
CTS krijg je alleen in je dominante hand
Oh ja, want je andere hand is natuurlijk een decoratiestuk zonder functie? Nope. CTS kan in beide handen voorkomen, en vaak ook tegelijk. Je dominante hand loopt misschien iets meer risico als je die intensiever gebruikt, maar je niet-dominante hand is echt geen heilige pols zonder zenuwproblemen. Veel mensen merken juist dat de klachten eerst in één hand beginnen en daarna doorsijpelen naar de andere. Dus nee, je linkerhand (of rechter, als je linkshandig bent) is niet immuun.
CTS betekent dat je vingers altijd tintelen
Ah, was het maar zo simpel. CTS is de koning van de wisselende symptomen. Soms tintelen je vingers, soms voel je een soort elektrische schok, en soms lijken ze gewoon half verdoofd. Het kan erger zijn in de ochtend, ‘s nachts of juist na een lange dag werken. En dan hebben we nog de ‘spookklachten’: pijn die uitstraalt naar je arm of schouder, terwijl het probleem toch echt in je pols zit. CTS is geen ‘one-size-fits-all’ aandoening, en de symptomen kunnen je op de gekste momenten verrassen.
Als je CTS hebt, moet je stoppen met werken
Nou, pak de verhuisdozen maar in, tijd voor je pensioen! Of toch niet? De meeste mensen met CTS kunnen gewoon blijven werken—mits ze de juiste aanpassingen maken. Denk aan:
- Regelmatig pauzes nemen (ja, écht even die handen rust gunnen)
- Een ergonomische muis en toetsenbord gebruiken
- Polssteun bij het typen
- Rek- en versterkende oefeningen doen
- Soms zelfs een spalk of brace dragen tijdens werkuren
En mocht het écht te erg worden, dan zijn er behandelingen die je polsen weer op het juiste pad helpen. Kortom: CTS betekent niet dat je je loopbaan meteen moet afbreken.
Een simpele massage kan CTS genezen
Oh, was het maar zo makkelijk. Even een paar knedende bewegingen en floep, die beknelde zenuw springt weer vrolijk op z’n plek? Helaas. Een massage kan helpen om de spieren rond je pols te ontspannen, maar de daadwerkelijke druk op de zenuw blijft gewoon bestaan. Denk er maar zo over: als je een tuinslang hebt waar een baksteen op ligt, helpt het niet om alleen de slang een beetje los te schudden—je moet die baksteen weghalen. Dus nee, een fijne massage kan de boel misschien wat verlichten, maar CTS ‘wegwrijven’ zit er niet in.
Lees verder