Nooit meer kiespijn!
Velen zijn in hun sas met hun dubbele prothese en willen niet anders meer. ‘Nooit meer kiespijn!’ roepen ze. De kunstgebitten van tegenwoordig zien er bovendien heel naturel uit en zijn niet van echt te onderscheiden, in tegenstelling tot vroeger. En men hoeft niet elk jaar naar de tandarts. Geen nare toestanden meer in steriele kamers. Weinigen weten dat het kunstgebit al duizenden jaren oud is. De Egyptenaren van weleer hadden al kunsttanden. Van ‘vakmanschap is meesterschap’ kon men in die tijd echter nog niet spreken.
Inhoud
Het kunstgebit – een eeuwenoude uitvinding
Het eerste gipsbakje voor het maken van een kunstgebit stamt uit 1756. Daarin moest de trotse aspirant-gebitsbezitter bijten voor een afdruk. Een revolutionair idee, dat wel. Maar het bleef een klapperend gedoe in de mond. Het was niettemin een grote vooruitgang met wat er in vervlogen tijden zoal bedacht werd. Overigens beweren boze tongen dat de eerste Amerikaanse president
George Washington (1732-1799) dankzij die ongenadige, gedecideerde trek op zijn gezicht telkens wist te voorkomen dat zijn kunstgebit op een onbewaakt ogenblik uit zijn mond viel.
Silicone
In onze hightech-samenleving is het gipsbakje van toen natuurlijk allang verleden tijd. De tandtechnicus maakt een
gebitsprothese volgens een nauwgezet stappenplan, waaronder de eerste afdruk, ook wel anatomische afdruk genoemd, en uiteindelijk een definitief afdruksel van elastomeer of silicone. En met de beetplaat bepaalt de technicus de stand van de kaken ten opzichte van elkaar. Wie een
kunstgebit heeft, weet wat er allemaal bij komt kijken.
Echte tanden waren vroeger vaak oorlogsbuit
In het
Egypte van weleer werden al
kunsttanden gebruikt, getuige het soort ‘artefacten’ dat in graven van vijfduizend jaar oud werd aangetroffen. In de middeleeuwen werden kunsttanden gemaakt van bot en zelfs van hout, bevestigd tussen de andere tanden met behulp van zijden draadjes. In veel kronieken is beschreven dat men zelfs opgerolde lapjes stof gebruikte. Zo zou koningin Elisabeth de Eerste de gaten in haar gebit met stof hebben opgevuld. Later werden echte tanden gebruikt. Op het slagveld waren toen zelfs de gewonde soldaten niet meer veilig voor de tandrovers, hoewel deze dieven zich meestal beperkten tot de gesneuvelden en de
galgenvelden. Maar ja, als de vraag groot was, namen ze drastische maatregelen.
Bron: Rgerber, Pixabay Krap bij kas
Bovendien waren er altijd mensen die zo krap bij kas zaten dat ze hun eigen tanden verkochten. Tegenwoordig hebben in Nederland ongeveer drie miljoen mensen een volledige of gedeeltelijke gebitsprothese. Het
bovengebit ligt in feite los in de
mond en zuigt zich mede dankzij het
speeksel vast aan het gehemelte.
Klikprothese
De meeste klachten ontstaan door een slechte hechting van het
ondergebit. In steeds meer gevallen, bijvoorbeeld als op latere leeftijd de kaken slinken, worden de hechtproblemen ondervangen met de drukknop-technologie (klikprothese), die echter nogal kostbaar is.
Vakmanschap is meesterschap
De huidige gebitstechnologie is ongeëvenaard. De pogingen van de
Etrusken in het Italië van 1000 v. C. getuigden in dat opzicht van ontluikend vakmanschap, hoewel het uiteindelijk niet over hield. Stukjes ivoor of bot werden geslepen tot ze er als echte tanden uitzagen, compleet met een brugwerk van gouddraad. In de daaropvolgende periode was het opnieuw kommer en kwel wat betreft de gebitstechnologie. Met als treurig dieptepunt de hierboven genoemde praktijken in de middeleeuwen.
Een kunstgebit – het is wennen
Wie in het huidige, 'softe' tijdsgewricht voor het eerst een gebit krijgt, zal niettemin een bijna Spartaanse
gewenningsperiode moeten doorstaan. Daar valt niet aan te ontkomen. Een periode die wel drie maanden kan duren. De persoon in kwestie moet immers opnieuw leren eten en praten met die vreemd aanvoelende kunstharsdingen in de mond. Vooral eten is in het begin moeilijk, en dat is natuurlijk slecht voor de
spijsvertering. Uiteindelijk komt alles goed – of niet – en voelt het gebit min of meer lichaamseigen aan.
Van rubber tot kunsthars
De huidige gebitsprothesen zijn gemaakt van kunsthars. Toen de Amerikaanse bandenfabrikant Charles Goodyear in 1844 gevulkaniseerd rubber wist te fabriceren, had dat positieve gevolgen voor de vervaardiging van gebitten. Later kwamen allerlei
plastics op de markt die voor dat doel geschikt waren.
Populair
Een kunstgebit werd in de negentiende eeuw zelfs populair. Iedereen wilde er een hebben, hoewel dat wat sterk uitgedrukt is. Ook al had men gezonde tanden, voor wie wat te besteden had was het heel verleidelijk om toch een kunstgebit aan te schaffen. Nooit meer kiespijn. En op de lange termijn bespaarde men bovendien op de
tandartskosten. Ook in die tijd was dat veel mensen een lieve duit waard.
Lees verder