Radiotherapie (bestraling) bij kanker in het oog
Radiotherapie voor het behandelen van een oogtumor is mogelijk via inwendige of uitwendige bestraling. Dit hangt af van de soort, de grootte en de positie van de oogtumor. Bij brachytherapie geven chirurgisch geïmplanteerde plaatjes radioactieve straling af. Protonentherapie is een pijnloze vorm van bestralingstherapie bij de behandeling van oogkanker die gebruikmaakt van protonen, geladen subatomaire deeltjes. Naburig gelegen weefsels blijven bij deze radiotherapievorm gezond. Voorts biedt radiochirurgie één enkele grote stralingsdosis in het oog. Voor deze behandelingen zijn vaak veel voorbereidingen vereist alvorens deze doorgaan bij de patiënt. De meest voorkomende bijwerking bij het bestralen van oogtumoren is het (gedeeltelijk) verlies van het gezichtsvermogen, al zijn tal van oogproblemen mogelijk. Enkele tips helpen bij het comfort en herstel van de ogen tijdens en na de bestralingsbehandeling.
Inwendige behandeling via bestraling: Brachytherapie in het oog
Brachytherapie is veelal inzetbaar bij
oogkanker die zich nog niet heeft verspreid naar de oogzenuw. Artsen gebruiken deze vaak bij kleine of middelgrote oogmelanomen, maar niet bij grote tumoren. De straling bereikt dan immers niet de gehele tumor. De patiënt krijgt hierbij eerst een kleine operatie onder
volledige narcose. De arts naait plaques (speciale plaatjes) naast de oogtumor. De plaatjes zijn bekleed met radioactief materiaal en blijven gewoonlijk één week zitten, afhankelijk van de grootte van de tumor. De plaatjes geven tijdens deze periode voortdurend een hoge stralingsdosis af die direct naar de tumor in het oog gaat. De plaatjes geven wel radioactieve straling af, waardoor de patiënt in het ziekenhuis moet verblijven. Bezoekers mogen hierdoor niet lang aanwezig blijven, en voor zwangere vrouwen en kinderen is een bezoekverbod geldig. De arts verwijdert na de behandeling de radioactieve plaatjes via een operatie die gewoonlijk minder dan één uur in beslag neemt. Het volledige effect van de straling op de tumor is tot slot pas zichtbaar na drie tot zes maanden.
Uitwendige behandeling van de tumor: Protonentherapie
Wat is protonentherapie?
Protonentherapie is een pijnloze vorm van bestraling die protonen in plaats van röntgenstralen gebruikt om
kanker te behandelen. Een proton is een positief geladen deeltje. Bij hoge energie vernietigen protonen kankercellen (tumoren). Artsen gebruiken protonentherapie alleen of in combinatie met standaard
bestralingstherapie, chirurgie,
chemotherapie en/of
immunotherapie.
Protonentherapie is net als standaard bestraling een vorm van uitwendige bestraling, in tegenstelling tot brachytherapie (inwendige bestraling). Het protonenapparaat is gekend als een synchrotron of een cyclotron. Nadat de protonen de gewenste plaats in het lichaam hebben bereikt, deponeren ze een specifieke stralingsdosis in de tumor. In tegenstelling tot bij de klassieke radiotherapie via röntgenstraling, komt de stralingsdosis enkel maar vrij in de tumor. Protonentherapie is met andere woorden onschadelijk voor de omgevende gezonde weefsels, wat resulteert in weinig tot geen bijwerkingen.
Indicatie behandeling met protonen: Niet uitgezaaide tumoren
Protonentherapie is nuttig voor het behandelen van tumoren die niet zijn
uitgezaaid en tumoren die gelegen zijn nabij belangrijke lichaamsdelen, zoals bij een oog, de
hersenen en het ruggenmerg. Protonentherapie wordt eveneens ingezet bij de behandeling van een tumor bij kinderen, omdat hierdoor de kans op schade aan de ontwikkeling van gezond weefsel vermindert. Kinderen krijgen protonentherapie voor tumoren in de hersenen, het ruggenmerg en de ogen.
Radiotherapie versus protonentherapie bij de behandeling van kanker in het oog
Klassieke radiotherapie is veelal niet inzetbaar bij de behandeling van een oogtumor, omdat de hoeveelheid straling die de patiënt nodig heeft, te veel is voor de rest van het oog. Een grote dosis radiotherapie betekent immers een verlies van het gezichtsvermogen in dat oog, zodat het resultaat niet beter is dan het verwijderen van het oog met een operatie. Radiotherapie leidt eveneens tot andere problemen, zoals een toename van de druk in het oog, wat in
medische termen gekend is als "
glaucoom". Dankzij protonentherapie, waarbij het gezonde omliggend weefsel niet in het gedrang komt, zijn oogtumoren zoals
retinoblastoom, een orbitaal
rhabdomyosarcoom en een
oogmelanoom wel te behandelen. Bij deze bestralingsvorm komen krachtige stralingsdoses enkel bij de tumor en niet bij het omliggende oogweefsel terecht. De behandeling is eveneens effectief om de tumorgroei tegen te gaan. Op deze manier is de patiënt in staat om zijn natuurlijke oog te behouden en is het verwijderen van een oog met een
kunstoog als gevolg, niet nodig.
Voorbereiding behandeling via bestraling
De patiënt krijgt eerst een gesprek met een radiotherapeut die gespecialiseerd is in het behandelen van een
oogmelanoom met protonentherapie. Hij voert een grondig medisch onderzoek uit bij de patiënt en neemt de
medische geschiedenis door met de patiënt. De arts beschrijft aan de patiënt het verloop van protonentherapie, met inbegrip van de risico's en voordelen, en beantwoordt eventuele vragen. Vervolgens is
radiografisch onderzoek (röntgenfoto's) nodig. Ook ontwerpt een arts een speciaal immobilisatiemasker zodat de patiënt in dezelfde positie ligt tijdens de behandeling en zijn
gezicht beschermd is. Het aantal behandelingen is afhankelijk van het type en het stadium van de kanker. De arts levert veelal één tot vijf protonbehandelingen, waarbij hij vaak grotere dagelijkse stralingsdoses inzet.
Tijdens de bestralingsbehandeling
De behandeling zelf gebeurt meestal één keer per dag gedurende vier dagen, en kent telkens een tijdsduur van twee tot drie minuten. De behandeling gaat poliklinisch door, waarbij de patiënt na de behandeling weer naar huis mag. De patiënt ervaart hierbij geen
pijn. De patiënt zit tijdens de protonentherapie rechtop en draagt het immobilisatiemasker zodat hij in exact dezelfde positie blijft zitten. De patiënt richt tijdens de bestraling zijn oog op een klein rood licht, dat de oogbewegingen volgt.
Na de protonenbehandeling
De patiënt is in staat om na de behandeling zijn normale dagelijkse activiteiten te hervatten.
Uitwendige behandeling van de tumoren: Radiochirurgie
Soms krijgt de patiënt ook één enkele grote stralingsdosis, wat in medische termen gekend is als "stereotactische radiochirurgie". Het hoofd zit hierbij in een hoofdframe. Hiervoor is een
MRI-scan nodig om de tumor te lokaliseren.
Mogelijke bijwerkingen van bestraling
De belangrijkste bijwerking van bestralingstherapie aan het oog is schade aan delen van het oog. Dit kan leiden tot oogproblemen zoals
cataract,
netvliesloslating, glaucoom (verhoogde druk in het oog) of een bloeding in het oog. Deze resulteren in een gedeeltelijk of volledig verlies van het gezichtsvermogen. Het risico is afhankelijk van de grootte en de locatie van de tumor. Normaal gesproken loopt enkel het te bestralen oog risico op bijwerkingen. Andere bijwerkingen omvatten een verlies van
wimpers (dit is gekend als '
madarose') (die wel teruggroeien na de behandeling) en
vermoeidheid /
kankervermoeidheid.
Tips voor het herstel en comfort van de ogen
De patiënt wast de
oogleden met
milde zeep en lauw water en dept deze dan droog. Het is belangrijk om het getroffen oog niet bloot te stellen aan extreme temperaturen zoals bijvoorbeeld een warme douche, koudekompressen of warmtekompressen. Voorts wrijft of krabt de patiënt niet in het ooglid. Soms veroorzaakt de bestraling de ooglidontsteking
blefaritis. Deze behandelt hij met silvadine zalf.
Epidemiologie
Oogtumoren komen relatief zelden voor, maar als ze zich voordoen, kunnen ze ernstige gevolgen hebben voor het gezichtsvermogen. Melanoom van het oog is een van de meest voorkomende primaire oogtumoren bij volwassenen. Bij kinderen komen retinoblastomen voor, wat de meest voorkomende intraoculaire tumor bij kinderen is.
Oorzaken
De exacte oorzaken van oogtumoren zijn vaak onbekend, maar genetische factoren spelen een rol. Bij retinoblastoom wordt vaak een genetische mutatie aangetroffen die betrokken is bij de tumorvorming.
Risicofactoren
- Familiegeschiedenis: Er is een verhoogd risico als er een familiegeschiedenis van oogtumoren is.
- Genetische predispositie: Bepaalde genetische syndromen zoals het retinoblastoomsyndroom verhogen het risico.
- Huidtype: Mensen met een lichte huid hebben een hoger risico op het ontwikkelen van oogmelanoom.
Symptomen
Symptomen van oogtumoren kunnen variëren, maar vaak voorkomende zijn:
- Verlies van gezichtsvermogen: Veranderingen in het gezichtsvermogen of zichtproblemen.
- Oogpijn: Pijn in of rondom het oog.
- Oogirritatie: Rode of gezwollen ogen, soms met afscheiding.
- Veranderingen in de oogstructuur: Opmerkelijke veranderingen in de vorm of grootte van het oog.
Alarmsymptomen
- Plotseling verlies van gezichtsvermogen: Dit kan wijzen op een voortschrijdende tumor die druk op het oog uitoefent.
- Aanzienlijke oogpijn of ongemak: Dit kan duiden op een ernstige complicatie van de tumor.
- Zichtbare veranderingen in het oog: Zoals een opgezette of asymmetrische pupil.
Diagnose en onderzoeken
- Oogonderzoek: Grondig onderzoek door een oogarts om afwijkingen op te sporen.
- Oogschaling: Gebruik van specialiseerde apparatuur zoals een OCT (Optical Coherence Tomography).
- Beeldvorming: MRI- of CT-scans om de locatie en omvang van de tumor te bepalen.
- Biopsie: In sommige gevallen kan een biopsie nodig zijn om de aard van de tumor te bevestigen.
Behandeling
Behandelopties kunnen variëren op basis van het type en de grootte van de tumor en kunnen onder meer bestaan uit:
- Chirurgie: Verwijdering van de tumor of een deel van het oog.
- Radiotherapie: Zoals brachytherapie of protonentherapie zoals hierboven beschreven.
- Chemotherapie: Voor tumoren die zijn uitgezaaid of bij kinderen.
- Immunotherapie: Een opkomende behandelingsoptie voor sommige soorten oogtumoren.
Prognose
De prognose hangt sterk af van het type tumor, de grootte, de locatie, en of de tumor is uitgezaaid. Vroegtijdige detectie en behandeling verbeteren doorgaans de prognose.
Lees verder