Wat is gezond eten?
Gezond eten kan erg lekker zijn. Een paar zaken waarop gelet moet worden, zijn de inname van verschillende soorten vetten en bepaalde E-nummers die aan voedsel worden toegevoegd.
Probeer zoveel mogelijk verse producten te eten. Zo goed als alle voorverpakte maaltijden zitten bomvol met E-nummers om de houdbaarheid te verlengen, het voedsel een mooi kleurtje te geven of bepaalde smaken te versterken. Ook zit er regelmatig transvet in voorverpakte maaltijden. Deze door mensen toegevoegde stoffen heeft je lichaam niet nodig. De regel voor gezond eten is eigenlijk dat hoe minder er aan bewerkt is, hoe gezonder het voor de mens is.
E-nummers
Een E nummer dat al jaren ter discussie staat is E621. Een smaakversterker, die negatieve effecten op onze hersenen zou kunnen hebben. E621 wordt toegevoegd aan heel veel levensmiddelen die dagelijks worden verkocht, zoals bijvoorbeeld veel kant en klaar maaltijden, soep en chips. Dit E-nummer wordt nog steeds dagelijks verwerkt in veel producten, maar nadat het negatief in meerdere nieuwsprogramma's ter sprake is gekomen, staat het E-nummer niet meer op de verpakking als E-nummer, maar onder de naam gistextract.
Een E-nummer waar ook al lange tijd de vraag over wordt gesteld of dit wel gezond is voor een mens, is E102. In meerdere landen zoals onder andere Noorwegen, Finland en Oostenrijk is E102 al verboden, maar in Nederland mag het nog steeds worden gebruikt. E102 wordt gebruikt als kleurstof en heeft voor de rest ook geen enkele toegevoegde waarde zoals bijvoorbeeld smaakverbetering of als conserveermiddel voor langere houdbaarheid. Volgens bepaalde onderzoekers is E102 een stof die in verband gebracht kan worden met hyperactiviteits-klachten bij kinderen. Ook zou het eczeem kunnen verergeren.
Bepaalde E-nummers staan ter discussie over hun wel of niet gezond zijn. De belangrijkste zijn aspartaam (E951), mononatriumglutamaat (E621), natriumnitriet (E250), acesulfaam-K (E950), propylgalaat (E310), buthylhydraoxyaniol (E320), natriumbenzoaat (E211) en synthetische kleurstoffen als azorubine (E122). De mening onder specialisten over de goed- of slechtheid van deze E-nummers is verdeeld.
Vetten
Vet is een belangrijke toevoer van energie voor het lichaam. De juiste verhouding van verschillende vetten die je binnenkrijgt is echter wel belangrijk. Verzadigd vet verhoogt het cholesterolgehalte en vergroot daarmee de kans op hart- en vaatziekten. Onverzadigd vet verlaagt het cholesterolgehalte. Door te veel vet, en vooral te veel verkeerd vet te eten, kunnen verschillende gezondheidsrisico’s ontstaan. Transvet is nog slechter dan verzadigd vet, het verhoogt het 'slechte' cholesterol nog sterker en verlaagt het 'goede' cholesterol. Jammer genoeg bevat eten echter altijd wel wat transvet. Transvet zit in producten zoals kaas, zuivel en vlees, koek, gebak en snacks. Eet niet te veel koek, gebak en snacks en hiermee beperk je voor jezelf de inname van transvet al een heel stuk. Let ook op de zogenaamde gezonde voorverpakte stoommaaltijden, maaltijdsalades of bepaalde vleesvervangers. Ook hierin zit helaas vaak transvet.
Goede vetten
- Onverzadigd vet (uiteraard in de juiste hoeveelheid)
- Omega-3 vetzuren uit vis.
- Linolzuur en alfa-linoleenzuur maakt het lichaam niet zelf aan. Deze vetzuren komen alleen in het lichaam via voedingsmiddelen. Saffloerolie heeft van alle planten het hoogste gehalte aan linolzuur (ca. 65–70%). Zonnebloemolie bevat afhankelijk van het zonnebloemenras tot 63%. Hennepolie bevat 50-70% en rijstolie 39%. Olijfolie bevat slechts 8% linolzuur. Linoleenzuur zit in plantaardige oliën waaronder rijstolie, walnoten en in mindere hoeveelheid in groene bladgroenten, vlees, vis en visolie.
Slechte Vetten
Eetpatroon
Probeer eens wat minder vlees en zuivel per week te nuttigen, maar zorg wel dat je voldoende kalk en ijzer binnenkrijgt. Schrap producten, zoals: roomboter, ijs, koffiemelk, slagroom en kookroom en houdt het bij bijvoorbeeld 1 glas melk per dag. Eet bijvoorbeeld meerdere soorten groente bij de avondmaaltijd bijvoorbeeld klaargemaakt in de wok, waarbij je de groente wat kleiner snijdt en dus maar een paar minuutjes hoeft te wokken. Eet méér volkoren graanproducten, peulvruchten, groenten, fruit, noten en plantaardige vleesvervangers. Beperk de inname van
suiker en zout. Drink wat vaker een glas kraanwater in plaats van heel de dag frisdrank.
Beweging
Naast een goed eetpatroon blijft het uiteraard van groot belang elke dag aan beweging te doen. Zo'n dertig a veertig minuten per dag je hart wat sneller laten kloppen is volgens studies genoeg. Dit kan al door een stevige wandeling of een serie
yoga-oefeningen en hoeft echt niet te betekenen dat je elke dag als een topsporter bezig moet zijn.
Lees verder