De geneeskracht van zomereik

Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.

Inhoud:
- Naamgeving Zomereik
- De eik in de antieke tijd
- Eekschiller, een oud beroep
- Rembert Dodoens en de eik
- Traditioneel medicinaal gebruik van de eik
- Werkzame stoffen zomereik
- De uitwendige geneestoepassingen van eik
- Eettips eikels
- Consulteer de fytotherapeut
Naamgeving Zomereik
De botanische naam voor deze boom is Quercus Robur. Quercus is een samenvoeging van de Keltische woorden ´Quer´ en cuez´. Quer betekent ´mooi´ en Cuez betekent ´boom´. Robur is een Latijns woord en beduidt ´eikenhout´. Het Nederlands kent diverse volksnamen voor de zomereik. Deze namen zijn allemaal aan elkaar verwant; het zijn voornamelijk streekvarianten. De volksnamen zijn: Eik, Aaikeboom, Aik, Akerboom, Akerich, Akerneutjesboom, Eec, Eejk, Eeke, Eekeboom, Eekelaar, Eekelboom, Eekeleer, Eekelere, Eekenboom, Eic, Eike, Eikeboum, Eikeboumelaar, Eikeleboom, Eikenboom, Ekenboom, Ekkelbem, Ekkelboom, Eycke, Eyckenboom, Heyke, Heike, Iekenboom, Iikenbeam, Moereeke, Oik, Vaareeke, Varfeeke, Variëke en Varweeke.De eik in de antieke tijd
De Eik was bij de Germanen een heilige boom en gewijd aan de god Donar, waaraan we de naam donderdag hebben ontleend. In het oude Griekenland was oppergod Zeus gewijd aan de eik. De antieke Romeinen gebruikten bladeren van de zomereik als onderscheiding voor een speciale verdienste van een burger. Bij boerderijen werd dikwijls een eik geplant omdat deze boom het huis behoedt voor bliksem; het is een bliksemafleider. Zo beschermde Donar (donder) de mens tegen de bliksem. De oude Grieken en Romeinen waren reeds op de hoogte van de astringerende of samentrekkende werking van eikenschors. Ze gebruikte het tegen buikloop en bloedspuwen. Tot ver in de Middeleeuwen was Europa grotendeels bedekt met eikenwouden maar ongecontroleerde houtkap hebben deze oerbossen verzwolgen; iets wat de westerse samenleving nu in sneltreinvaart met de tropische bossen in Indonesië en Brazillië doet.
Eekschiller, een oud beroep
Vroeger was eekschiller een beroep. Van mei tot half juni werden stammen van de eikenboom afgezaagd en vervolgens met een bijltje van de schil ontdaan. In deze periode gaat het schillen makkelijker en zitten er meer voedingsstoffen in de schil. De bast werd bijeen gebonden en gedroogd om vervolgens in de eekschuur in kleine stukjes te worden gehakt. In een speciale eekmolen werd de bast tot poeder vermalen. Met de ekenschil kon meer gebeuren dan alleen het als medicinaal middel gebruiken; er werd leer mee gelooid; er zit immers looizuur in.Rembert Dodoens en de eik
Rembert Dodoens, de baanbrekende kruidenwetenschapper uit de 16e eeuw gebruikte eikenblad, -schors en -schillen bij bloedspuwen, bloed in de stoelgang en bloed in de urine. Fijngesneden eikebladeren werden op bloedende wonden gelegd. Schors of eekschilpoeder werd ingenomen om diarree tegen te gaan. De eikel zag Dodoens als vochtafdrijvend middel en hij gebruikte eveneens de looistofrijke eikengallen.Traditioneel medicinaal gebruik van de eik
Eikelcacao of eikelkoffie is niet enkel een koffiesurrogaat maar heeft genezende eigenschappen. Het werd in de volksgeneeskunde gebruikt tegen kinderbuikloop, bloedarmoede, Engelse ziekte, huidaandoeningen en nog meer. De Noord-Amerikaanse Indianen gebruikten de eik net zoals de Europeanen als bron van medicinale toepassingen. De Indianen zetten het vooral in bij diarree, wonden en aambeien. Het komt dikwijls voor dat Indianen en Europeanen dezelfde geneeskrachtige werkingen zien in medicijnen van plantaardige oorsprong.Werkzame stoffen zomereik
De bast wordt voornamelijk gebruikt om medicijnen van te maken. In mindere mate worden het blad en de eikel gebruikt. Looistoffen zijn de belangrijkste werkzame stoffen in eik. Looistoffen op basis van eik wordt quercitannine genoemd. In de eik zitten gallotanninen, pyrogallol, flobatannine, catechine, oligomere procyaniden en ellagitannine. Verdre bevat de eik de anthocyaniden leucocyanidine en leucodelphinidine, de bioflavonoïde quercetine, saponinen, vezels, betasitosterol, calciumoxalaat, magnesium, mangaan, kalium, koolhydraten en vetten.De uitwendige geneestoepassingen van eik
Uitwendige toepassingen zijn de meest gebruikte toepassingen voor eik. Er zitten zoveel looistoffen in dat orale inname tot overmatige prikkeling van de slijmvliezen kan leiden. Daarom wordt in dit artikel het inwendig gebruik van natuurgeneesmiddelen op basis van eik niet benoemd. In de fytotherapie is men van het gebruik van natuurmedicijnen op eikenschors alleen afgestapt; het wordt slechts in mengsels gebruikt. De looistoffen in de eik zorgen voor een samentrekkend, bloedstelpend en licht antiseptisch effect. Daarbij is het een anti-exsudatief middel, wat inhoudt dat het de afscheiding van vocht tegengaat. Eik remt overmatige transpiratie, is ontstekingswerend en remt de ontwikkeling van virussen. Naast looistoffen zijn voor de antivirale werking leucodelphinidine en quercetine actief. Deze medicinale eigenschappen worden in de fytotherapie aangewend om eik als geneesmiddel in te zitten bij de volgende indicaties:
- Mondslijmvliesontsteking, aften, mondzweertjes,
- Tongontsteking, Tandvleesontsteking, bloedend tandvlees,
- Keelpijn, amandelontsteking.
Baden, voetbaden, wassen:
- Zweetvoeten,
- Overmatige okseltranspiratie.
Compressen, zitbaden:
- Aambeien, anale kloven,
- Endeldarmontsteking, anale fistels,
- Ontstekingen in de anale en genitale streek.
Omslagen:
- Dermatitis of huidontstekingen, huiduitslag met jeuk,
- Nat eczeem,
- Aderspatzweren, zweren,
- Doorligwonden.
Strooien, baden:
- Lichte verwondingen,
- Bloedende en natte wonden,
- Winterhanden en -voeten,
- Winterkloven.
Vaginale spoelingen, zitbaden:
- Vaginitis of vaginale infectie,
- Leucorhee of witte vloed,
- Menorrhagie of overmatige menstruele bloedingen.
Omslagen, oogbad met gefilterd afkooksel:
- Oogbindvliesontsteking,
- Ooglidrandontsteking.