Bevalling: soorten weeën
Als je zwanger bent weet je dat er een bevalling aan komt. Je krijgt een baby en je geluk kan niet op! Je begint al gauw harde buiken te krijgen en in de laatste weken moet je zorgen voor voldoende rust en ontspanning. Tijdens de bevalling zijn er verschillende soorten weeën. Alle soorten weeën hebben een belangrijke functie. En wat houden de verschillende soorten weeën in?
Inhoud
De baarmoeder
De baarmoeder ligt in de bekkenholte en wordt op zijn plaats gehouden door banden, ook wel ligamenten genoemd. De baarmoeder kun je zien als een ballon. De baarmoeder bestaat uit drie delen: het lichaam, de baarmoederhals en de baarmoedermond. Het lichaam bestaat uit spierweefsel en spiervezels. Deze zitten in de lengte en de breedte van de baarmoeder. De hals bestaat uit spierweefsel, steunweefsel en harde bindweefselkernen. De bindweefselkernen worden verscheurd wanneer een vrouw voor het eerst bevalt. De mond is de baarmoederopening. Deze is tijdens de zwangerschap gesloten.
Een harde buik
Zo rond de zesde tot de negende maand van de zwangerschap kunnen er harde buiken ontstaan. Een harde buik ontstaat doordat de lengtevezels van de baarmoeder samentrekken. Een harde buik voelt aan alsof er een harde bal in de buik zit. Je zal de baby hierdoor minder voelen. Een harde buik kan ontstaan door bewegingen van de baby, een volle blaas, de
groei van de baby, opstaan, snel lopen, bukken en tillen. Ook
spanning of
stress kan leiden tot een harde buik. Dit is een teken om het rustiger aan te gaan doen. De baby heeft er geen last van als de moeder een harde buik heeft.
Om een harde buik tegen te gaan is ontspanning en warmte de juiste methode. Een douche of warm bad kan een harde buik verlichten vanwege de warmte. Hierdoor ontspant de buik. Ook even liggen of een warme kruik kan uitkomst bieden.
Verschillende soorten weeën tijdens de bevalling
Een wee betekent ‘pijn’. Bij een wee spant de baarmoederspier zich aan en trekt samen. Dit voelt als een kramp in de onderbuik. Het is een kramp of pijngolf die je langzaam op voelt komen, die tot een piek loopt, en dan weer afzakt. Er zijn tijdens de bevalling verschillende soorten weeën.
Voorweeën
Voorweeën worden ook wel oefenweeën genoemd. Zo rond de vierde of vijfde maand van de zwangerschap is het mogelijk dat een vrouw de voorweeën al voelt. Dit zijn de eerste weeën en die hoeven niet pijnlijk te zijn. Deze voorweeën voelen als een menstruatiepijn. Ook kan het lijken op darmkramp. Bij deze eerste voorweeën worden de baarmoederspieren alvast getraind voor de bevalling. De buik voelt dan hard aan. Een harde buik is niet pijnlijk.
Indalingsweeën
Vanaf de dertigste week van de zwangerschap kan de baby gaan indalen. Dat houdt in dat het hoofdje van de baby wat meer tussen de bekkenbotten zakt. Sommige vrouwen voelen hier niets van, en sommige vrouwen voelen een stekende of krampende pijn in de onderbuik. Ook kan de vrouw een trekkende pijn in de liezen ervaren. Bij het indalen van de baby komt het hoofdje vast te zitten tussen de bekkenbotten waardoor het vaak niet meer kan draaien. De baby heeft nog wel de ruimte om met zijn lichaampje 180 graden te draaien van links naar rechts. Vanaf ongeveer de zesendertigste week van de zwangerschap kan de baby niet meer zo goed bewegen omdat de baby te groot is geworden om te draaien. De baby krijgt namelijk steeds minder ruimte.
Ontsluitingsweeën
De ontsluitingsweeën kunnen starten met weeën of met gebroken vliezen waarna de weeën zullen volgen. Het kan zijn dat de weeën direct volgen, maar het kan ook even duren. Bij het breken van de vliezen verlies je kleine beetjes vruchtwater. Wanneer je er aan ruikt en ruikt dat het zoet is, dan is het vruchtwater. De vliezen kunnen bij iedere fase van de bevalling breken. Het is dus niet vanzelfsprekend dat dit al vroeg gebeurt.
In het begin van de bevalling hoeft dit niet pijnlijk te zijn, maar hoe sneller de weeën komen, hoe pijnlijker de weeën worden. Een wee duurt zo’n zestig tot negentig seconden. Beginnende weeën komen om de vier à vijf minuten. Op het moment dat een vrouw beginnende weeën heeft, is de bevalling echt begonnen. Op een gegeven moment zullen de weeën om de drie à vier minuten komen. De verloskundige zal op een gegeven moment gaan kijken hoeveel centimeter ontsluiting een vrouw heeft. Dit heet toucheren. Tijdens ontsluitingsweeën kun je te maken krijgen met buikweeën, rugweeën, beenweeën en/of een weeënstorm.
Buikweeën
Buikweeën zijn de meest voorkomende weeën tijdens een bevalling. Bij buikweeën voelen de weeën als kramp in de buik. Door te ontspannen met een warme kruik, een warm bad of warme douche kunnen deze buikweeën zo goed mogelijk worden opgevangen. Ook ademhalingsoefeningen die bij zwangerschapsyoga of zwangerschapsgym zijn geleerd kunnen toegepast worden.
Rugweeën
Bij rugweeën straalt de pijn van de weeën door naar de onderrug. Warmte kan net als bij buikweeën ook helpen bij rugweeën. Ook een massage net boven het stuitje of een tegendruk kunnen goed helpen. Je dient hierbij een goede houding te zoeken en laat je partner goed hard drukken in je rug. Bij rugweeën kun je beter rond gaan lopen, gaan staan of op handen en knieën gaan zitten.
Beenweeën
Beenweeën zijn heel nare weeën omdat je deze minder goed kan opvangen dan andere weeën. Je kunt je partner vragen of hij je bovenbenen stevig zou willen masseren om de pijn wat te verlichten. Ook warmte kan een verlichting zijn. Beenweeën kunnen op meerdere plaatsen doorstralen in de benen. De pijn begint vanuit de buik en straalt door naar de benen. Het voelt als een soort spierpijn in de bovenbenen.
Weeënstorm
Bij een weeënstorm komen de weeën zes of meerdere keren in tien minuten voor. Bij gewone ontsluitingsweeën heb je een aantal minuten pauze per wee om bij te komen. Een voordeel bij een weeënstorm is dat volledige ontsluiting in korte tijd geklaard is. Een weeënstorm ontstaat vaak wanneer de bevalling ingeleid wordt. De weeën worden dan kunstmatig op gang gebracht. De oorzaak van een weeënstorm bij een inleiding is dat het lichaam in de war raakt omdat het ineens veel prikkels krijgt. Om een weeënstorm goed op te kunnen vangen kan er voor gekozen worden om in bad te bevallen. Het warme water laat je ontspannen en zorgt er ook voor dat je minder druk in je lichaam voelt.
Persweeën
Indien de ontsluiting in een vergevorderd stadium is, krijgt een vrouw persdrang. Het hoofdje van de baby drukt hierbij op het onderste deel van de darmen. Persdrang voelt aan als een hevige drang om te poepen. Bij minder dan tien cm ontsluiting mag er nog niet worden toegegeven aan de persdrang. Indien dit wel wordt gedaan kan de ontsluiting nog langer duren omdat de baarmoedermond dan opzwelt. Als de verloskundige het sein geeft om te persen duurt het niet lang meer. Tussen de persweeën door zijn er pauzes om even op energie te komen. Het persen neemt ongeveer een half uur of meer in beslag om de baby ter wereld te brengen.
Nageboorteweeën
De nageboorteweeën dienen als laatste weeën om de placenta er na de geboorte van de baby nog uit moet. Het is mogelijk dat de gynaecoloog of de verloskundige op de buik drukt om de placenta naar buiten te laten komen. Ook een injectie om de baarmoeder samen te laten trekken is mogelijk. Nadat de placenta uit de baarmoeder is gehaald wordt deze onderzocht. Het kan zijn dat er stukjes weefsel zijn achtergebleven in de baarmoeder wat voor nabloedingen zou kunnen zorgen. Ook zien ze aan de placenta of de baby wellicht tekortkomingen heeft gehad in de laatste weken van de zwangerschap.
Naweeën
De eerste week als de baby is geboren kunnen er naweeën volgen. Dit gebeurt wanneer de baarmoeder telkens een stukje kleiner wordt en de bloedvaatjes in de baarmoeder worden dichtgeknepen. Ook kleine bloedrestjes worden afgescheiden. Bij borstvoeding komt er een hormoon vrij die er ook voor zorgt dat de baarmoeder krachtig samentrekt. Dit gebeurt wanneer de baby begint te zuigen. Op dat moment zijn de naweeën het hevigst. De baarmoeder zal in oorspronkelijke vorm terugkeren. Het zijn geen fijne weeën, maar het enige wat je kan doen is ze over je heen laten komen.
Lees verder