Lymfoom: Soorten en symptomen van kanker van lymfocyten
Een lymfoom is een vorm van kanker waarbij de lymfeklieren en het lymfestelsel aangetast zijn. De kanker treft de lymfocyten, een type witte bloedcellen. Deze cellen zijn belangrijk voor het bestrijden van een ziekte in het lichaam; ze zijn dus een essentieel onderdeel van het immuunsysteem. Dit type kanker begint in de witte bloedcellen of lymfocyten. De twee hoofdtypen zijn een Hodgkin- en non-Hodgkin-lymfoom. Omdat de kankercellen in de bloedbaan aanwezig zijn, zaait de kanker snel uit naar andere lichaamsdelen. Een aanhoudende zwelling van de lymfeklieren is kenmerkend voor een lymfoom. Meestal is dit type kanker goed te behandelen via diverse behandelingsmethoden.
Epidemiologie
Lymfeklierkanker verschijnt op elke mogelijke leeftijd, maar het is één van de meest voorkomende oorzaken van
kanker bij
kinderen en jongvolwassenen van 15 tot 24 jaar.
Soorten
De indeling van lymfatische kankers gebeurt volgens het type immuuncellen dat is aangetast. De twee hoofdtypen zijn een
Hodgkin-lymfoom en
non-Hodgkin-lymfoom. Beide hoofdtypen kennen nog diverse subtypes.
Non-Hodgkin-lymfoom
Een non-Hodgkin-lymfoom is de meest voorkomende kankervorm (90% van de gevallen) die zowel B- als T-cellen treft.
B-cellen produceren antilichamen (eiwitten die circuleren door het bloed en de lymfe en zich hechten aan infectieuze organismen en abnormale cellen). Antilichamen waarschuwen andere immuuncellen om deze indringers te herkennen en te vernietigen.
T-cellen kunnen direct ziekteverwekkers doden indien ze actief zijn. T-cellen spelen ook een rol bij de regulatie van het immuunsysteem zodat het immuunsysteem niet overmatig actief of te weinig actief wordt.
Na het afweren van een indringer ‘onthouden’ sommige B- en T-lymfocyten de indringer en gaan ze deze weer afweren als deze terugkeert. Bij een non-Hodgkin-lymfoom treden afwijkingen in de B- en T-cellen op.
Hodgkin-lymfoom
Bij een klassiek Hodgkin-lymfoom zijn specifieke cellen aanwezig met name ‘Reed-Sternberg-cellen’. Andere subtypen tasten verschillende soorten cellen aan.
Oorzaken van kanker in lymfocyten
Kanker ontstaat wanneer abnormale cellen ongecontroleerd groeien en zich gaan verspreiden in plaats van af te sterven. Bij lymfeklierkanker start de kanker in het lymfestelsel. Het lymfestelsel bestaat uit de lymfeklieren, de milt en de thymusklier. Het maakt deel uit van het immuunsysteem, dat helpt om ziekten en infecties te bestrijden. Als kankercellen zich in het lymfestelsel ontwikkelen, gebeurt snel een verspreiding (
metastasering) naar andere weefsels en organen. Uitzaaiingen in de lever (
levermetastasen), het beenmerg (beenmergmetastasen) en de longen (
longmetastasen) zijn het vaakst voorkomend. Bij een Hodgkin-lymfoom tast de kanker meestal de
lymfeklieren aan op volgorde, terwijl dit niet het geval is bij een non-Hodgkin-lymfoom waar soms klieren worden overgeslagen. De precieze oorzaak van lymfeklierkanker is niet bekend anno oktober 2020, maar diverse risicofactoren zijn gedocumenteerd.
Risicofactoren

Overgewicht is mogelijk gekoppeld aan de totstandkoming van een non-Hodgkin-lymfoom /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0)Non-Hodgkin-lymfoom
Enkele factoren verhogen de kans op een non-Hodgkin-lymfoom
- Auto-immuunziekte: Wanneer het immuunsysteem de eigen lichaamscellen aanvalt, is sprake van een auto-immuunaandoening. Voorbeelden zijn reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen) en coeliakie (maag- en darmproblemen door het eten van gluten).
- Borstimplantaten: Soms veroorzaken borstimplantaten een lymfoom in het borstweefsel.
- Chemicaliën en straling: Kernenergie en sommige chemicaliën die mensen in de landbouw gebruiken, verhogen het risico op een non-Hodgkin-lymfoom.
- Etniciteit en locatie: In ontwikkelde landen komt een non-Hodgkin-lymfoom vaker tot uiting.
- Geslacht: Sommige typen van een non-Hodgkin-lymfoom komen vaker voor bij vrouwen, terwijl andere typen vaker mannen aantasten.
- Immuundeficiëntie: Een patiënt met een zwak immuunsysteem loopt meer risico, bijvoorbeeld een patiënt met hiv / aids, medicatiegebruik na een orgaantransplantatie, …
- Infectie: Bepaalde virale en bacteriële infecties wijzigen lymfocyten, zoals het Epstein-Barr-virus dat klierkoorts veroorzaakt, waardoor de kans op het krijgen van dit type kanker stijgt. Ook een Helicobacter pylori-infectie (veroorzaakt vaak maagproblemen) verhoogt het risico op een non-Hodgkin-lymfoom.
- Leeftijd: De meeste lymfomen komen voor bij zestigplussers, maar sommige typen tasten sneller kinderen en jongvolwassenen aan.
- Lichaamsgewicht en voeding: Obesitas is verhoogt het risico op lymfomen.
Hodgkin-lymfoom
Volgende risicofactoren zijn bekend voor een Hodgkin-lymfoom:
- Klierkoorts: Klierkoorts (virale infectie met keelpijn) verhoogt het risico op een Hodgkin-lymfoom.
- Familie: Als een broer of zus de kankervorm heeft, dan stijgt het risico. De kans op het krijgen van een Hodgkin-lymfoom is zeer hoog als de broer of zus een identieke tweeling is.
- Geslacht: Een Hodgkin-lymfoom treft vaker mannen dan vrouwen.
- Hiv: Hiv verzwakt het immuunsysteem waardoor een lymfoom sneller tot stand komt.
- Leeftijd: Patiënten tussen twintig en dertig jaar en 55-plussers hebben een hoger risico.
- Locatie: Een Hodgkin-lymfoom komt het meest voor in de VS, Canada en Noord-Europa. Het is het minst gebruikelijk in Azië.
- Welvaart: Patiënten met een hogere sociaaleconomische status, lopen een groter risico op een Hodgkin-lymfoom.
Symptomen
De symptomenreeks van een lymfoom is vergelijkbaar met andere ziekten zoals een
verkoudheid en andere virale infecties, maar de symptomen houden wel langer aan dan verwacht. Sommige patiënten hebben geen klachten. Andere patiënten bemerken een pijnloze
zwelling van de lymfeklieren. Deze klieren zijn vaak gezwollen in de nek, de liezen, de buik of de
oksels.
Pijn treedt op wanneer de vergrote lymfeklieren drukken op organen, botten en andere structuren. Soms verwarren patiënten dit type pijn met
rugpijn.
Andere symptomen van beide typen lymfoom zijn:
Bijkomende symptomen die op non-Hodgkin-lymfoom wijzen, zijn onder andere: een aanhoudende
hoest,
kortademigheid en pijn of zwelling van de buik. Pijn, zwakte,
verlamming of een gevoelsstoornis treedt op wanneer een vergrote lymfeknoop tegen de wervelkolomzenuwen of het ruggenmerg drukt.
De verspreiding van een lymfoom gebeurt soms snel via de lymfeklieren naar andere lichaamsdelen via het lymfestelsel. Des te meer de kankercellen zich verspreid hebben in andere weefsels, des te moeilijker het lichaam het heeft om infecties te bestrijden.
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek en lichamelijk onderzoek
Bij aanhoudende symptomen van een verkoudheid of andere virale infecties, en blijvende gezwollen lymfeklieren, is medisch advies nodig. De arts stelt vragen over de persoonlijke en familiale
medische geschiedenis van de patiënt en probeert andere aandoeningen uit te sluiten. De arts voert daarna een lichamelijk onderzoek uit, waarbij hij de buik en de kin, de nek, de lies en de oksels inspecteert op zoek naar zwellingen. De arts kijkt verder naar tekenen van een infectie in de buurt van de lymfeklieren, omdat dit de meeste gevallen van een zwelling verklaart. De overlapping van symptomen leidt mogelijk wel tot een verkeerde diagnose.

Een bloedonderzoek is nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Diagnostisch onderzoek
Verder voert de arts andere onderzoeken uit om een lymfoom te bevestigen. Een
bloedonderzoek is nodig om het aantal bepaalde cellen, de waarden van andere stoffen of tekenen van een infectie in het bloed op te sporen. Verder heeft de arts een
biopt (weefselmonster) nodig van het lymfeweefsel wat hij laat onderzoeken in het laboratorium. De chirurg verwijdert een hele lymfe of een deel hiervan. Soms gebruikt hij een naald om een weefselmonster te nemen. Mogelijk is een beenmergbiopsie noodzakelijk. Naast de biopsie zet de arts nog
beeldvormende onderzoeken in om het kankerstadium te bevestigen. Dankzij de resultaten weet de arts namelijk of de kanker zich reeds verspreid heeft naar andere lichaamsdelen. Voorbeelden van deze beeldvormende onderzoeken zijn:

Diverse medicamenteuze- en andere behandelingen zijn mogelijk bij een lymfoom /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van kanker dat immuunsysteem treft
De behandeling van een lymfoom is afhankelijk van het type lymfoom en het kankerstadium. Bij een langzaam groeiend lymfoom is een afwachtend beleid voldoende waarbij de arts we op regelmatige tijdstippen de patiënt opvolgt. Wanneer een
kankerbehandeling vereist is, zijn er diverse opties mogelijk:
- Antilichaamtherapie: De arts injecteert synthetische antilichamen in de bloedbaan die dan de kanker kunnen bestrijden.
- Biologische therapie: Biologische therapie is een medicamenteuze behandeling die het immuunsysteem stimuleert om de kankercellen aan te vallen door levende micro-organismen in het lichaam in te brengen.
- Chemotherapie: De arts zet een agressieve medicamenteuze behandeling in om kankercellen te doden. Bijwerkingen van chemotherapie zijn mogelijk.
- Chirurgie: Chirurgie is inzetbaar om de milt te verwijderen (splenectomie) of andere organen te verwijderen bij uitzaaiingen. Ook gebruikt de arts chirurgie voor het verkrijgen van een biopt (weefselmonster).
- Radio-immunotherapie: Bij deze therapie komen hoogvermogen radioactieve doses rechtstreeks in de kankerachtige B-cellen en T-cellen terecht om deze te vernietigen.
- Radiotherapie: De arts gebruikt radiotherapie om kleinere kankergebieden te behandelen.
- Stamceltransplantatie: Het herstellen van beschadigd beenmerg is mogelijk met een stamceltransplantatie.
- Steroïden: De arts injecteert steroïden om een lymfoom te behandelen.
Prognose van non-Hodgkin- en Hodgkin-lymfoom
Een vroege diagnose biedt een goede kans op een succesvolle behandeling. De vijfjaarsoverleving van patiënten met een non-Hodgkin-lymfoom stadium I (kanker zit nog in het oorspronkelijke gebied) bedraagt ongeveer 70% terwijl dit na tien jaar 60% is. Bij een Hodgkin-lymfoom stadium I is de vijfjaarsoverleving 90%. Bij patiënten met stadium IV is de vijfjaarsoverleving van een Hodgkin-lymfoom 65%. De overlevingscijfers zijn echter schattingen. De vooruitzichten hangen af van verschillende factoren, waaronder het type lymfoom en de agressiviteit van de ziekte.
Lees verder