Non-Hodgkin lymfoom: Kanker in lymfocyten van immuunsysteem
Een non-Hodgkin lymfoom is kanker die start in lymfocyten, bepaalde cellen die deel uitmaken van het immuunsysteem van het lichaam. Bepaalde aandoeningen, infecties en omgevingsfactoren zijn geassocieerd met het ontwikkelen van de kanker, al is de echte oorzaak onbekend. Pijnloze, gezwollen lymfeklieren, buikpijn en nachtelijk zweten zijn enkele veel voorkomende symptomen van dit type kanker. De behandeling van een non-Hodgkin lymfoom hangt onder andere af van het type en bestaat veelal uit chemotherapie en/of radiotherapie. De vooruitzichten van een non-Hogdkin lymfoom zijn tot slot variabel en gaan van een volledige genezing tot een snelle dood.
Epidemiologie kanker van het lymfesysteem
De incidentie van deze tumoren bedraagt ongeveer 15 / 100.000 per jaar in de ontwikkelde landen. De ziekte komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Veelal zijn ouderen getroffen want de incidentie neemt toe met de leeftijd. De tumor kent echter diverse vormen en sommigen daarvan tasten eveneens kinderen aan. Een non-Hodgkin-lymfoom komt tot slot vaker voor dan een
Hodgkin-lymfoom.
B- en T-lymfocyten
Het is voor de arts belangrijk om te weten of de tumor zich bevindt in de B-lymfocyten of T-lymfocyten, wat helpt bij het bepalen van de behandelingsopties.
B-lymfocyten
B-lymfocyten (B-cellen) beschermen het lichaam tegen ziektekiemen (bacteriën of virussen) door het aanmaken van antistoffen (eiwitten). De antilichamen hechten zich aan de bacteriën markeren deze voor vernietiging door andere cellen van het immuunsysteem. Antilichamen hechten zich eveneens aan bepaalde bloedeiwitten die bacteriën doden. De meeste niet-Hodgkin ]
lymfomen ontstaan uit B-cellen.
T-lymfocyten
T-lymfocyten (T-cellen) bestaan in verschillende typen, elk met een speciale functie. Sommige T-cellen zijn meteen in staat om cellen die geïnfecteerd zijn met virussen, schimmels of bepaalde soorten bacteriën te vernietigen. T-cellen kunnen ook stoffen vrijlaten die zich hechten aan andere typen witte bloedcellen. Deze typen witte bloedcellen vernietigen vervolgens de geïnfecteerde cellen. Sommige soorten T-cellen spelen een rol in zowel het versterken als het vertragen van de activiteit van andere cellen van het immuunsysteem.
Oorzaken: Omgevingsfactoren, aandoeningen en infecties
De oorzaak van een non-Hodgkin lymfoom is onbekend. Hierbij ontwikkelt zich in het lymfeweefsel een kwaadaardige tumor. Lymfeweefsel bevindt zich in de lymfeknopen, de milt en andere organen van het immuunsysteem. Hierin bevinden zich witte bloedcellen die infecties helpen voorkomen. De meeste lymfomen (70%) ontwikkelen zich in de B-lymfocyt (of B-cel), een soort witte bloedcellen. De andere tumoren ontwikkelen zich in de T-lymfocyten. Vermoedelijk spelen diverse omgevingsfactoren een rol bij de totstandkoming van de tumor. Ook zijn een aantal aandoeningen en infecties gekoppeld met de ontwikkeling van een non-Hodgkin lymfoom.
Omgevingsfactoren
Epidemiologische studies hebben een verband aangetoond tussen de landbouw en het ontstaan van een non-Hodgkin lymfoom, wat een gevolg is van de blootstelling aan pesticiden. Bovendien zijn ook organische oplosmiddelen en haarkleurmiddelen gebruikt vóór 1980 betrokken bij de totstandkoming van deze vorm van
kanker. Voorts zijn zestigplussers vaker getroffen door een non-Hodgkin lymfoom; de totstandkoming van de kanker neemt namelijk toe met de leeftijd.
Aandoeningen
Lymfomen komen vaak voor bij een aantal patiënten met een aangeboren of verworven
verzwakt immuunsysteem, bijvoorbeeld als gevolg van een orgaantransplantatie. Vaak ontstaan de kwaadaardige tumoren in het eerste jaar na transplantatie. Bij enkele
auto-immuunziekten is eveneens een verhoogd risico op non-Hodgkin lymfoom gerapporteerd, toegeschreven aan verstoringen in het immuunsysteem. Enkele voorbeelden hiervan zijn het
syndroom van Sjögren (aandoening aan ogen, mond en keel) en het extranodale marginale zone lymfoom. Een aantal familiale kankersyndromen zijn tot slot geassocieerd met het non-Hodgkin lymfoom.
Infecties
Diverse infecties zijn gelinkt met deze vorm van
beenmergkanker zoals:
- Het Epstein-Barr virus: Het DNA van dit virus (dat ook klierkoorts veroorzaakt) bevindt zich in 10%-30% van de tumoren en is sterk geassocieerd met een Burkitt-lymfoom (snelgroeiende kanker in lymfocyten met gezwollen lymfeklieren) ten zuiden van de Sahara van Afrika, maar deze komen voor in slechts ongeveer 20% van de sporadische gevallen in de Westerse wereld.
- Het humane T-cel lymfotrofisch virus dat heerst in Japan, Afrika, Zuid-Amerika en het Caribisch gebied is een belangrijke risicofactor voor volwassenen T-cel lymfoom / leukemie.
- Het herpesvirus 8 is geassocieerd met het primaire effusie lymfoom en de ziekte van Castleman.
- Verder komen bij patiënten met een hiv-infectie vaker lymfomen voor, en dan vooral een primaire hersentumorlymfoom, een immunoblastisch diffuus grootcellig B-cellymfoom en een Burkitt-lymfoom.
- Helicobacter pylori is een oorzakelijke factor bij een gastrisch MALT-lymfoom.
Symptomen: Gezwollen lymfeklieren en algemene klachten
De symptomen van een non-Hodgkin lymfoom zijn afhankelijk van het aangetaste lichaamsdeel en de ontwikkelingssnelheid van de tumor.
De meeste patiënten hebben een pijnloze, oppervlakkige zwelling van de
lymfeklieren in de hals,
oksels, liezen of andere lichaamsgebieden, gekend als perifere lymfopathie. Enkele veel voorkomende algemene symptomen omvatten
koorts en
rillingen die komen en gaan,
nachtzweten, zweten, jeuk en
gewichtsverlies. Heeft de kanker de thymus (zwezerik: klier die bij kinderen vóór de luchtpijp achter het borstbeen ligt, later kleiner wordt en op de leeftijd van geslachtsrijpheid vrijwel geheel is verdwenen) of de lymfeklieren in de borst aangetast, dan ontstaat een druk op de luchtpijp hetgeen resulteert in hoesten of
kortademigheid.
Buikpijn of een opgezwollen gevoel leidt tot een
verlies van eetlust,
constipatie,
misselijkheid en
braken.
Hoofdpijn,
concentratieproblemen,
persoonlijkheidsveranderingen of
epileptische aanvallen zijn tekenen van de aanwezigheid van de tumor in de
hersenen.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Een lichamelijk onderzoek onthult de gezwollen lymfeklieren. Hierdoor zijn mogelijk eveneens de
voeten gezwollen. Meerdere onderzoeken zijn echter nodig om de diagnose van een non-Hodgkin lymfoom te bevestigen.
Diagnostisch onderzoek
Een volledig
bloedonderzoek is nodig waarbij de arts de eiwitten, de leverfunctie, de nierfunctie, en het urinezuur controleert. De arts bemerkt af en toe tekenen van
pancytopenie (verlaagd aantal van alle bloedcellen) in het bloed. Daarnaast krijgt de patiënt diverse beeldvormende onderzoeken zoals een
röntgenfoto en een
CT-scan van de borst, de buik en het bekken. Verder is een
beenmergpunctie en een
lymfeklierbiopsie altijd nodig om het type kanker te bepalen. Een PET- en galliumscan helpen bij de enscenering (bepalen van het kankerstadium).
Differentiële diagnose
Klierkoorts en een Hodgkin-lymfoom vormen de differentiële diagnoses voor een non-Hodgkin-lymfoom. De arts voert met andere woorden onderzoeken uit om deze ziekten uit te sluiten.
Behandeling ziekte via radiotherapie en/of chemotherapie
De behandeling van een non-Hodgkin lymfoom is afhankelijk van:
- de leeftijd en de algehele gezondheid
- het kankerstadium
- het soort non-Hodgkin lymfoom
- symptomen, zoals gewichtsverlies, koorts en nachtelijk zweten
De patiënt krijgt
chemotherapie en/of
radiotherapie, al is het mogelijk dat de patiënt niet direct een behandeling krijgt. In sommige gevallen is radio-
immunotherapie nuttig. Hierbij brengt de arts via een injectie een radioactieve stof in die zich bindt aan een antilichaam dat de kankercellen aanvalt
Wanneer de patiënt niet reageert op de chemotherapie of wanneer een non-Hodgkin lymfoom terugkeert, krijgt hij hoge doses chemotherapie, gevolgd door een autologe
stamceltransplantatie (met eigen stamcellen).
Soms zijn
bloedtransfusies of bloedplaatjestransfusies nodig.
Prognose van tumor die immuunsysteem aantast
Dankzij chemotherapie zijn vele soorten hooggradige lymfomen te genezen. Als de kanker echter niet reageert op chemotherapie, veroorzaakt de ziekte een snelle dood. De vijfjaarsoverleving van patiënten met een non-Hodgkin lymfoom bedraagt ongeveer 63%.
Complicaties non-Hodgkin lymfoom
Volgende complicaties komen voor bij een non-Hodgkin lymfoom:
Lees verder