Medicatie: Bijwerkingen aan de mond en tanden
Alle medicijnen hebben een risico op bijwerkingen. Zo veroorzaken talloze medicijnen mogelijk problemen met de mond. Medicatie voor de behandeling van kanker, een hoge bloeddruk, ernstige pijn, een depressie, allergieën en een verkoudheid hebben mogelijk een negatief effect op het gebit. Daarom moet een (tand)arts steeds op de hoogte zijn van alle gebruikte medicijnen alsook vrij verkrijgbare producten, vitaminen en supplementen.
Abnormale bloedingen en medicijnen
Een verminderde bloedstolling is een bijwerking van
aspirine en anticoagulantia (
antistollingsmiddelen), zoals heparine of
Warfarine. Deze medicijnen helpen bij het voorkomen van een
beroerte (onvoldoende bloedtoevoer naar de
hersenen met mentale en lichamelijke symptomen) of een hartaandoening, maar ze veroorzaken mogelijk bloedingsproblemen tijdens kaakchirurgie of de behandeling van parodontale aandoeningen.
Droge mond (xerostomie) en geneesmiddelen
Honderden geneesmiddelen verminderen de hoeveelheid
speeksel in de mond, waardoor een vervelende
droge mond ontstaat (xerostomie). Wanneer de mond droog is, ontstaat sneller irritatie en een
ontsteking aan de weefsels in de mond. Dit leidt op zijn beurt vaker tot een infectie,
tandbederf en andere tandvleesaandoeningen. Sommige geneesmiddelen die een droge mond als bijwerking hebben, zijn onder andere:
Een droge mond is soms erg lastig, en daarom moet de arts de voordelen en risico’s tegen elkaar afwegen. Veel
water drinken of suikervrije kauwgom kauwen verhoogt de speekselproductie waardoor het mogelijk is om de symptomen te verlichten.

Een goede mondhygiëne is belangrijk om de kans op gezwollen tandvlees te verminderen /
Bron: Photo Mix, PixabayGezwollen tandvlees en medicatie
Ook veroorzaken sommige geneesmiddelen een opeenhoping van tandvleesweefsel (tandvleeshyperplasie). Bij tandvleeshyperplasie zwelt het tandvlees en groeit dit over de tanden. Tandvleeshyperplasie verhoogt het risico op
parodontitis (ontsteking en schade aan weefsel en bot die tanden ondersteunen).
Gezwollen tandvlees is tevens een ideale voedingsbodem voor bacteriën, die mogelijk omliggende tandstructuren beschadigen. De bijwerking komt vaker voor bij mannen. Ook wanneer een patiënt reeds kampt met tandplak, lijdt hij sneller aan tandvleeshyperplasie.
Medicijnen die zwelling van het tandvlees en overgroei mogelijk veroorzaken zijn:
- bloeddrukmedicatie zoals calciumantagonisten
- cyclosporine, een immunosuppressivum (medicijn dat het immuunsysteem onderdrukt) dat de arts inzet voor het voorkomen van afstoting van een transplantaat
- fenytoïne, een medicijn voor epilepsie
Een goede
mondhygiëne en frequentie bezoeken aan de tandarts verminderen de kansen op het ontwikkelen van deze aandoening.
Mondzweren en medicatiegebruik
Een
mondzweer verschijnt in de mond of op de tong. Zweren hebben een soort ‘krater’ (gat) in het midden. Dit gat is eigenlijk een breuk in het vochtige weefsel (slijmvlies) dat de mond bekleedt. Chemotherapiemedicijnen die
mucositis (mondslijmvliesontsteking) veroorzaken, veroorzaken soms
afteuze mondzweren. Andere medicijnen die zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van mondzweren zijn:
- aspirine
- fenytoïne
- goud dat wordt gebruikt voor de behandeling van reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen)
- penicilline
- streptomycine
- sulfonamiden

Rokers die chemotherapie krijgen, lijden sneller aan mucositis /
Bron: Geralt, PixabayMucositis (ontsteking van het mondslijmvlies)
Mucositis is een ontsteking van het slijmvlies langs de mond en het spijsverteringskanaal.
Chemotherapie veroorzaakt tal van bijwerkingen, waaronder mucositis. Bepaalde chemotherapeutica, waaronder methotrexaat en 5-fluorouracil, leiden tot een complex patroon van biologische veranderingen die de slijmvliescellen beschadigen. Patiënten die chemotherapeutica nemen en gekoppeld zijn aan één of meer van volgende risicofactoren, lijden sneller aan mucositis:
alcoholgebruik,
roken, een slechte tand- en mondhygiëne,
uitdroging,
diabetes mellitus (suikerziekte),
hiv of een
nierziekte. Mucositis veroorzaakt een pijnlijke zwelling van de mond en tong en leidt tot
bloedingen,
pijn en zweertjes in de mond. Door de aandoening heeft een patiënt het mogelijk lastig om te eten.
Smaakveranderingen
Een
smaakstoornis (dysgeusie) ontstaat soms door het nemen van medicatie. Sommige medicijnen veranderen de smaak van voedsel of ze veroorzaken een
metaalachtige,
zoute of
bittere smaak in de mond. Smaakveranderingen komen vooral veel voor bij ouderen die meerdere medicijnen gebruiken. Meestal zijn de smaakveranderingen tijdelijk van aard en verdwijnen ze wanneer de patiënt stopt met het innemen van het geneesmiddel. Chemotherapie (medicatie voor de behandeling van
kanker) zijn een veelvoorkomende oorzaak van smaakveranderingen.
Veel andere geneesmiddelen zijn gekoppeld aan smaakveranderingen:
- antibiotica
- anti-epileptica
- antihistaminica
- antipsychotica
- antischimmelmiddelen
- astmamedicijnen
- bisfosfonaten (medicatie bij botaandoeningen)
- bloeddrukmedicijnen
- bloedverdunners
- carbamazepine
- chloorfeniraminemaleaat
- cholesterolverlagende medicijnen
- corticosteroïden (gebruikt om ontstekingen te behandelen)
- diabetesmedicijnen
- diuretica
- fenytoïne
- geneesmiddelen tegen bloedarmoede door ijzertekort
- geneesmiddelen voor de ziekte van Parkinson
- glaucoommedicijnen (glaucoom is een oogziekte met een verhoogde oogdruk waardoor mogelijk schade ontstaat aan de oogzenuw waardoor de patiënt het gezichtsvermogen verliest)
- hartmedicijnen
- jicht medicijnen (ziekte met pijn en zwelling aan grote teen en andere gewrichten)
- reumatoïde artritis behandelingen
- schildkliermedicatie
- spierverslappers
- stimulerende geneesmiddelen (zoals amfetamine)
- stoppen met roken producten
- transplantatie-afstotingsmedicijnen
- tuberculosemedicijnen tuberculose is een bacteriële infectie met longproblemen)
Schimmelinfectie mondspruw
Bepaalde inhalatiemedicijnen voor de behandeling van
astma (chronische ontsteking van de luchtwegen in de longen) veroorzaken sneller een schimmelinfectie in de mond die in
medische termen bekend staat als ‘orale (
candidiasis' (
mondspruw). Na het inhaleren van een inhalator is het aangewezen om de mond met water te stoppen. Hierdoor komt mondspruw minder snel tot stand.
Tandbederf
Het langdurig gebruik van gezoete medicijnen resulteert in tandbederf. Suiker is een toegevoegd ingrediënt in veel soorten geneesmiddelen, zoals
vitaminen, hoestdruppels,
antacida (soort
maagzuurremmers) en medicijnen op basis van siroop. Na het gebruik van deze medicatie is het van belang om de mond goed te spoelen. Daarnaast is het nuttig om bij de arts of apotheker te informeren of er suikervrije alternatieven beschikbaar zijn.
Tandverkleuring
Het gebruik van
tetracycline-antibiotica tijdens de zwangerschap en tijdens het geven van
borstvoeding, leidt tot bruingekleurde
tanden bij kinderen. Wanneer een patiënt tetracycline neemt, bezinkt een deel van het geneesmiddel in het
calcium dat het lichaam gebruikt om tanden te bouwen. Tetracycline veroorzaakt geen tandverkleuring als de patiënt deze medicatie inneemt nadat alle tanden zijn gevormd. Het veroorzaakt alleen een verandering in de tandkleur als de patiënt het medicijn neemt voordat de primaire of secundaire tanden ontstaan. De arts schrijft tetracycline en aanverwante antibiotica niet voor tijdens de zwangerschap of bij jonge kinderen (jonger dan acht jaar) van wie de tanden nog in ontwikkeling zijn. Andere medicijnen veroorzaken mogelijk ook vlekken op de tanden of tandverkleuringen. Fluoride is aanwezig in sommige kauwbare vitaminen,
tandpasta en mondwater. Wanneer een patiënt een
overmatige dosis van fluoride inneemt, leidt dit tot
witte strepen op het tandglazuur of een witachtige bruine verkleuring op de tanden. In ernstige gevallen leidt overtollig fluoride (fluorosis) tot permanent bruin gekleurde tanden.
Lees verder