Centrale sensitisatie: Gevoeliger voor pijnprikkels
Gewrichtspijn en spierpijn zijn enkele voorbeelden van bekende soorten pijn waar iedereen wel eens mee te maken heeft gehad. Bij sommige patiënten ebt pijn niet weg en is er geen duidelijke lichamelijke oorzaak (meer) aanwezig van de pijnklachten. Zij lijden mogelijk aan centrale sensitisatie. Bij deze neurologische aandoening ervaren patiënten echte, chronische pijn als gevolg van een probleem met de pijnprikkelverwerking in het centrale zenuwstelsel (ruggenmerg en de hersenen). Patiënten met centrale sensitisatie zijn gevoeliger voor pijnprikkels, en voelen bovendien sneller pijn door gewone aanraking en druk. Het autonoom zenuwstelsel, immuunsysteem en het stresshormoonsysteem spelen ook een rol bij centrale sensitisatie. Door de pijn is een patiënt vaker angstig, wat leidt tot een depressieve stemming en nog meer pijnklachten. Het doorbreken van deze vicieuze cirkel gebeurt door een combinatie van educatie van de patiënt, fysiotherapie en psychotherapie.
Pijnverwerking in centrale zenuwstelsel
De verwerking van pijnprikkels gebeurt in het centrale zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit zenuwbanen die in het ruggenmerg lopen en vervolgens naar het hoofd gaan. In het ruggenmerg is er een bepaalde plek die signalen naar het hoofd stuurt. In de hersenen worden deze signalen vervolgens weer verwerkt. De
hersenen besluiten of ze een alarm (dus pijn) gaan uitsturen of niet. Vervolgens worden weer signalen teruggestuurd naar het ruggenmerg en deze gaan dan weer verder naar het lichaam. Bij patiënten met centrale sensitisatie is de prikkelverwerking in zowel het ruggenmerg als in de hersenen verstoord.
Ruggenmerg
In het ruggenmerg, een soort schakelstation, geven boodschapperstoffen pijnprikkels door. Deze boodschapperstoffen gaan via bepaalde poortjes naar de hersenen. In het geval van centrale sensitisatie zijn er meer boodschapperstoffen dan normaal aanwezig, en zijn er ook veel meer poortjes aangemaakt. Het signaal vanuit het lichaam gaat hierdoor erg versterkt naar de hersenen.
Hersenen
De versterkte prikkels komen in de hersenen aan. De hersenen beslissen of er een pijnalarm komt of niet, en zenden vervolgens deze prikkels terug naar het lichaam. Bij patiënten met centrale sensitisatie gaan de prikkels ook net zo versterkt weer terug naar het lichaam.
De verwerking van prikkels in de hersenen gebeurt op verschillende niveaus namelijk op het gebied van de hersenstam, het limbisch systeem en het corticaal niveau.
- Hersenstam: Op de hersenstam hebben mensen geen invloed; dit is namelijk het reptiele brein.
- Limbisch systeem: Op het vlak van het limbisch systeem bevinden zich heel veel schakelstations waar een verwerking gebeurt van prikkels rond emoties, gevaar en angst. Het is gemakkelijker voor patiënten om hierop invloed uit te oefenen.
- Cortex: Op het niveau van de cortex (hersenschors) gebeurt tot slot ook prikkelverwerking. Dit is het denkende brein waar mensen heel bewust invloed op kunnen uitoefenen omdat hiermee de gedachtes en het gedrag bestuurd worden.
Autonoom zenuwstelsel en chronische pijn
Het autonoom zenuwstelsel speelt ook een belangrijke rol bij
chronische pijn. Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit het orthosympathisch zenuwstelsel wat zorgt voor fight and flight (vecht- en vluchtreactie) en het parasympatisch zenuwstelsel wat voor rust moet zorgen en de balans moet herstellen. Bij centrale sensitisatie bestaat er vaak een onevenwicht tussen het parasympathisch en het orthosympathisch zenuwstelsel.
Immuunsysteem en aanhoudende grieperige gevoelens
Als bepaalde ziekteverwekkers het lichaam willen binnendringen, maakt het immuunsysteem antistoffen aan om deze te bestrijden. Hierdoor gaat het lichaam vaak rust nemen, zodat het immuunsysteem dan de bacteriën en virussen kan bestrijden. Normaal gesproken verdwijnen deze klachten na verloop van tijd. Bij sommige patiënten houden deze symptomen echter aan. Het immuunsysteem is bij deze patiënten verstoord waardoor
vermoeidheid,
spierpijn enzovoort in stand blijven. Het immuunsysteem speelt een belangrijke rol bij chronische pijn. Door verstoring van de cytokinen en interleukines ontstaat sickness behaviour. Dit ‘griepgevoel’ leidt tot tal van klachten.
Stresshormoonsysteem en aanhoudende pijnklachten
De hormonen adrenaline en cortisol van het stresshormoonsysteem zijn eveneens betrokken bij centrale sensitisatie. Vaak is het cortisolgehalte verstoord bij de neurologische aandoening. Patiënten met
stress ervaren frequente lichamelijke klachten, zoals
spierstijfheid, een snellere darmwerking,
hartkloppingen, … die niet meer weggaan en ook tot centrale sensitisatie leiden. Stress is bijgevolg één van de factoren waardoor pijnklachten mogelijk blijven bestaan.
Oorzaken en risicofactoren
Genetica
Genetische factoren maken het centraal zenuwstelsel soms sneller gevoelig om te reageren.

Een slechte slaap is geassocieerd met centrale sensitisatie /
Bron: Unsplash, PixabayLichamelijke aandoeningen
Sommige vormen van
musculoskeletale pijn zijn geassocieerd met centrale sensitisatie, zoals
whiplash-geassocieerde aandoeningen, chronische
lage rugpijn,
temporomandibulaire dysfunctie (
gezichtspijn en
kaakpijn),
reumatoïde artritis (ontsteking van gewrichten en organen) en
fibromyalgie (chronische aandoening met pijn en vermoeidheid). Voorts ervaren sommige patiënten een geschiedenis van een trauma, die de centrale sensitisatie ondersteunt. Een slechte slaap is een veelvoorkomend gevolg van het leven met chronische
pijn. Dit symptoom is ook geassocieerd met verhoogde gevoeligheid.
Hoofdpijn is tot slot een andere risicofactor voor centrale sensitisatie.
Psychische aandoeningen
Patiënten met hogere sensorische gevoeligheidsniveaus en hogere niveaus van psychologische factoren (vooral somatisatie = melden van veelvuldig lichamelijke klachten zonder dat er een overtuigende lichamelijke oorzaak aanwezig is) lopen een verhoogd risico op centrale sensitisatie. De reactie op stress of emotie veroorzaken mogelijk ook een meer intense pijnervaring en pijnbeleving. Angst of een
depressie maken de pijndrempels soms ook kleiner, waardoor de prikkelverwerking verstoord geraakt. Tot slot heeft de patiënt soms vermijdingspatronen, vooral gerelateerd aan activiteit en lichaamsbeweging, die zijn aangedreven door angst. Ook deze patronen dragen bij aan centrale sensitisatie.
Symptomen
Vicieuze cirkel
Bij centrale sensitisatie is eigenlijk sprake van een vicieuze cirkel. De patiënt heeft pijn. Hij is vervolgens bang, machteloos en/of gefrustreerd door de pijn en angstig om bepaalde activiteiten uit te voeren omdat deze de pijn mogelijk verergeren. Hierdoor is de patiënt meer depressief, hetgeen op zijn beurt leidt tot het sneller en gevoeliger reageren op pijnprikkels, waardoor de patiënt pijn blijft voelen.

Pijnstillers verbeteren de pijn niet maar antidepressiva of anti-epileptica zorgen wel voor een verbetering van de klachten /
Bron: Stevepb, PixabayTekenen
De patiënt ervaart constante / niet-aflatende pijn nadat een letsel genezen is. De pijn is onevenredig aan de aard en omvang van het letsel of de pathologie. De pijn is verder wijdverbreid en niet-anatomisch verdeeld. Ook reageert de pijn niet op
pijnstillers zoals
NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen). Wel verbetert de pijn door het nemen van anti-epileptica (bijv. Lyrica) /
antidepressiva (bijv. Amitriptyline). Voorts is er vaak een geschiedenis van mislukte behandelingen (medisch / chirurgisch / therapeutisch) aanwezig. De patiënt wil door de pijn vaak meer pijn vermijden of is bang om pijn te krijgen, waardoor hij te maken krijgt met vermijdingsgedrag. Vaak zijn ook negatieve emoties betrokken, zoals onzekerheid, een negatief zelfbeeld, machteloosheid, foute overtuigingen, een wijziging in het gezin / het werk / het sociaal leven en/of medische conflicten. Tot slot richten sommige patiënten zich te veel op de pijnlijke gebieden en/of denken ze hierover erg vaak na.
Behandeling van centrale sensitisatie
Zorg voor de geest
De patiënt informeren over centrale sensitisatie is van essentieel belang zodat hij begrijpt waar de pijn vandaan komt. De arts moet de patiënt duidelijke informatie bieden over deze pijnaandoening. Patiënten met centrale sensitisatie zijn verder gebaat met psychotherapie. Door deze gesprekken leren patiënten om invloed uit te oefenen op de prikkelverwerking in de hersenen, waardoor het lichaam de pijnprikkels niet meer als ‘alarm’ gaat opvatten maar de prikkels leert te dempen.
Zorg voor het lichaam
Verder is het belangrijk om het lichaam aan te pakken zodat de patiënt meer rust krijgt. Hierbij is een verwijzing naar een psychosomatisch fysiotherapeut nuttig. De patiënt leert hier ook meditatieoefeningen, mindfulness, andere ontspanningstechnieken en een middenrifademhaling (diafragmatische ademhaling). Dit soort ademhaling kalmeert het deel van het zenuwstelsel dat het nauwst verbonden is met de emoties. Verder moet de patiënt regelmatige lichaamsbeweging uitvoeren en buitenkomen om de angst voor het krijgen van meer pijn om te keren. Ook een regelmatig slaappatroon met voldoende nachtrust is aangewezen.
Lees verder