Hydrocèle bij een baby: symptomen, oorzaak en behandeling
Een hydrocèle is een opeenhoping van waterige vloeistof rond één of beide testikels in het scrotum, de balzak. Het zorgt ervoor dat het scrotum of liesgebied opzwelt. Deze vochtophoping rond het balletje is een aangeboren hydrocèle; het is iets waarmee een baby wordt geboren. Het is een pijnloze zwelling die vaak gelijk blijft in grootte, tenzij het kanaaltje in het buikvlies nog open is waarlangs ongeveer één maand voor de geboorte de balletjes zijn ingedaald. Een hydrocèle kan ook vanwege meerdere oorzaken later in het leven optreden. Dit wordt een verworven hydrocèle genoemd. Een hydrocèle bij een baby kan eng lijken, maar het is meestal geen probleem. Vaak verdwijnt het voor het tweede levensjaar. Het gaat meestal vanzelf over, zonder behandeling. De oorzaak van een hydrocèle bij een baby is een niet geheel sluiten van de anatomische structuren in het lieskanaal.
Een hydrocèle bij een baby
Toen kleine Finn, een vrolijke baby van zes maanden, ineens een iets grotere balzak leek te hebben, maakten zijn ouders zich zorgen. Ze dachten eerst dat het misschien door een strakke luier kwam of dat hij zich ergens aan gestoten had. Maar de zwelling ging niet weg, en Finn leek er zelf totaal geen last van te hebben. Bij het consultatiebureau stelde de verpleegkundige hen gerust: het leek een hydrocèle te zijn, een onschuldige vochtophoping rondom een van de zaadballen. De arts legde uit dat dit bij baby’s vaak vanzelf weer verdwijnt, meestal binnen het eerste levensjaar. Voor Finn en zijn ouders was dat een opluchting, en met een gerust hart konden ze weer genieten van zijn stralende lachjes.
Een
hydrocèle of waterbreuk is een ophoping van vocht in de balzak. Wanneer de hydrocèle bij de geboorte aanwezig is, wordt deze een congenitale hydrocèle genoemd. Congenitaal betekent aangeboren. De symptomen zijn onder meer zwelling van het scrotum en de lies en een zwaar gevoel in de testikels. In het algemeen lost het vanzelf op, meestal vóór de eerste verjaardag van het kind. Zo nodig volgt er een operatieve ingreep. Er treden geen langdurige of ernstige complicaties op. De prognose is uitstekend.
Synoniemen
Een hydrocèle wordt ook wel waterbreuk genoemd. Een aangeboren hydrocèle staat ook bekend als congenitale hydrocèle.
Wie krijgt het?
Een aangeboren hydrocèle komt voor bij pasgeboren jongetjes. De aandoening wordt wereldwijd waargenomen.
Twee soorten hydrocèles
Er worden twee soorten hydrocèles onderscheiden.
Communicerende hydrocèle
Hierbij is er sprake van het niet goed sluiten van de processus vaginalis tijdens de ontwikkeling. Dit wordt een communicerende hydrocèle of hydrocèle communicans genoemd. De processus vaginalis is de onderste uitstulping van de peritoneumholte (de vrije buikholte), die sluit na het indalen van de
teelballen. In de meeste gevallen sluit de processus zich voor het eerste levensjaar en verdwijnt de hydrocèle. Bij een communicerende hydrocèle kan het vocht heen en weer stromen, en varieert bijgevolg de hoeveelheid vocht die erin zit voortdurend.
Niet-communicerende hydrocèle
Bij de niet-communicerende hydrocèle is er sprake van vochtophoping in de balzak, maar het kanaaltje is al wel gesloten. Hierbij blijft de hoeveelheid vocht in de balzak gelijk.
Oorzaak van hydrocèle bij een baby
Testikels of teelballen ontwikkelen zich normaal gesproken in de buik en dalen van die locatie af naar hun normale positie in het scrotum of balzak. De processus vaginalis sluit als gevolg van het normale indalingsproces van de balletjes. Dit kanaal sluit bij de meeste jongetjes rond de geboorte. Maar als dat niet het geval is, kan er via deze doorgang een kleine hoeveelheid vocht uit de buik naar het scrotum stromen. Dit resulteert in een hydrocèle.
Ook bij meisjes vormt zich de processus vaginalis en als deze zich niet volledig sluit, kan er een opening blijven bestaan. Hierdoor kan zich vocht ophopen, wat een cyste (hydrocèle) veroorzaakt in het lieskanaal.
Risicofactoren
Een congenitale hydrocèle is een aandoening die wordt waargenomen bij de geboorte. Er zijn een paar risicofactoren aan verbonden, waaronder:
- chirurgie
- vroeggeboorte en/of kinderen met een laag geboortegewicht
- het syndroom van Ehlers-Danlos (EDS) of fibrodysplasia elastica generalisata congenita, een aandoening die leidt tot een defecte collageenstructuur en -productie
Symptomen
De symptomen van een hydrocèle bij een baby zijn:
- zwelling van het scrotum en de lies
- de zwelling kan variëren (bij communicerende hydrocèle)
- de zwelling verandert niet qua omvang (bij een niet-communicerende hydrocèle)
- ongemakkelijk zware testikels
- meestal geen pijn
Wanneer bel je de dokter? Geen paniek, maar wel alert blijven!
Je herkent het vast wel: je ziet iets bij je baby en je denkt meteen, “Moet ik nu iets doen of kan ik het even aankijken?” Bij een hydrocèle is dat net zo. Meestal is het onschuldig, maar er zijn momenten waarop je toch echt even dat doktersnummer moet draaien.
Als de zwelling plotseling groter wordt, fel rood kleurt, of warm aanvoelt, is dat een duidelijke hint om meteen aan de bel te trekken. Dat kan namelijk wijzen op een infectie of een ander probleem. Ook als je baby ineens veel huilt, minder goed drinkt, of duidelijk ongemak toont, is het beter om een professional erbij te halen. En wat als de hydrocèle na het eerste levensjaar nog niet verdwenen is? Of erger, de zwelling lijkt eerder toe dan af te nemen? Ja, dan is een bezoek aan de dokter een must.
Voor ouders geldt vaak: beter een keer voor niets naar de huisarts dan je later afvragen of je iets gemist hebt. Een geruststellend gesprek met een arts kan een wereld van verschil maken – niet alleen voor je baby, maar ook voor je eigen gemoedsrust. Je instinct als ouder is goud waard, maar een arts kan dat extra laagje zekerheid bieden dat je nodig hebt. Zo weet je zeker dat je alles doet om je kleintje gezond en gelukkig te houden!

Arts onderzoekt baby /
Bron: Istock.com/Zdenka DarulaOnderzoek en diagnose
Een hydrocèle bij een baby kan worden gediagnosticeerd door een onderzoek van de teelballen, waarbij tevens de medische voorgeschiedenis van de pasgeborene in ogenschouw wordt genomen. Zo nodig kan een echografie van de balzak worden gemaakt.
Bloedonderzoek en/of
urinetests kan uitgevoerd worden om een infectie uit te sluiten.
Behandeling van een hydrocèle
Een hydrocèle klaart meestal vanzelf op voor het eerste levensjaar van het kind of anders voor zijn tweede levensjaar. Als de zwelling op tweejarige leeftijd nog steeds aanwezig is, of als de zwelling fluctueert en/of pijnlijk is, dan is een operatie vereist om de vloeistof te verwijderen. Via een sneetje in de lies maakt de chirurg de verbinding tussen de buikholte en het balzakje dicht, waardoor het vocht kan zich dan niet meer kan ophopen. Daarna wordt de wond gehecht en op de wond komt een pleister.
Prognose
In de meeste gevallen is een hydrocèle verdwenen voor het tweede levensjaar. De aandoening heeft een zeer goede prognose zonder complicaties op de lange termijn.
Complicaties
Een hydrocèle geeft normaal gesproken geen complicaties. Enkele mogelijke complicaties kunnen bestaan uit een ontsteking of het samengaan met een
liesbreuk.
Preventie
Er zijn geen maatregelen om te voorkomen dat je kindje een hydrocèle krijgt.
Lees verder