Cataract (staar): Types van vertroebeling van ooglens
Cataract, ook bekend als staar, is een oogaandoening waarbij de lens in het oog vertroebelt door ophoping van eiwitten. Deze vertroebeling leidt tot verminderd gezichtsvermogen en kan, indien onbehandeld, zelfs tot verlies van gezichtsvermogen leiden. Er zijn drie primaire typen cataract, afhankelijk van de locatie van de lensvertroebeling: nucleair (in de lenskern), corticaal (in de buitenste laag van de lens) en posterieur subcapsulair (achterzijde van de lens). Cataract ontstaat vaak door veroudering, hoewel andere risicofactoren, zoals overmatig alcoholgebruik en slechte voeding, ook een rol kunnen spelen. Naast een wazig gezichtsvermogen kunnen er problemen ontstaan bij het lezen en het nachtzicht. Een staaroperatie is een effectieve behandeling voor deze progressieve oogaandoening.
Overmatig alcoholgebruik vormt een risicofactor voor staar /
Bron: Jarmoluk, PixabayOorzaken van een vertroebelde lens in het oog
De lens in het oog functioneert als een cameralens en richt het licht op het netvlies, wat essentieel is voor helder zicht, zowel van dichtbij als van veraf. De lens bestaat voornamelijk uit water en eiwit, waarbij het eiwit op een specifieke manier gerangschikt is om de lens helder en doorzichtig te houden. Naarmate mensen ouder worden, klonteren eiwitten samen, waardoor een deel van de lens troebel wordt en cataract ontstaat. Dit proces verloopt geleidelijk, waarbij de troebeling zich steeds verder uitbreidt en het zicht steeds meer belemmerd wordt.
Anno augustus 2024 is de exacte reden waarom de lens verandert met de leeftijd nog niet volledig begrepen, maar veroudering blijft de belangrijkste factor bij het ontstaan van cataract.
Risicofactoren
Naast veroudering zijn er verschillende risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van cataract kunnen verhogen:
Types van staar
Nucleaire cataract
Nucleaire cataract (nucleaire sclerotische cataract) komt het vaakst voor en is meestal een teken van ouderdomsstaar (
leeftijdsgebonden cataract). Bij deze vorm verhardt de centrale zone van de lens (lenskern) en krijgt deze een groen-bruine kleur. Na verloop van tijd breidt deze verharding zich uit naar de andere lagen van de lens. Interessant is dat de vertroebeling van de lens in de vroege stadia tijdelijk kan leiden tot verbetering van het dichtbijzicht, maar dit effect is niet duurzaam. Nucleaire cataract vordert langzaam, vaak over meerdere jaren, voordat het zicht aanzienlijk wordt aangetast.
Corticale cataract
Corticale cataract ontstaat in de buitenste laag van de lens (de cortex), waarbij de lens een grijze, bewolkte kleur krijgt. Dit type cataract wordt gekenmerkt door de vorming van kloven of spleten die zich van de buitenrand naar het midden van de lens uitstrekken, vergelijkbaar met de spaken van een wiel. Na verloop van tijd breidt de vertroebeling zich uit van de rand naar het centrum van de lens. Dit kan leiden tot problemen zoals wazig zicht, schittering en verminderd contrast. Patiënten met diabetes mellitus lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van corticale cataract.
Posterieure subcapsulaire cataract
Bij deze vorm van cataract ontstaat een kleine vertroebeling aan de achterkant (posterieur) van de lens, onder de lenscapsule. Dit type staat bekend als 'subcapsulair' en tast vaak het leesvermogen aan, en veroorzaakt halo-effecten en schittering rond lichten. Patiënten die
corticosteroïden gebruiken, lijden aan diabetes mellitus (
suikerziekte), extreme
bijziendheid, of
retinitis pigmentosa hebben een verhoogd risico op deze vorm van cataract. Posterieure subcapsulaire cataract ontwikkelt zich vaak snel, met symptomen die binnen enkele maanden merkbaar kunnen zijn.
Symptomen
Cataract kan verschillende symptomen veroorzaken, waaronder:
- dubbelzien (meestal meerdere schaduwbeelden zien met één of beide ogen)
- de behoefte aan een nieuwe bril omdat de patiënt tijdelijk beter ziet (bij nucleaire cataract); dit effect is tijdelijk en verdwijnt naarmate de vertroebeling toeneemt
- verminderd gezichtsvermogen
- verminderd kleurzicht (vooral merkbaar wanneer één oog al is behandeld voor cataract)
- verminderd nachtzicht (minder licht bereikt het oog en er is minder contrast)
- wazig gezichtsvermogen (verminderde gezichtsscherpte, troebel zicht voor zowel dichtbij als veraf)
- problemen met verblinding / strooilicht
Diagnose en onderzoeken
Bij de diagnose van cataract voert een oogarts een grondig
oogonderzoek uit. Dit omvat het testen van het gezichtsvermogen en de
gezichtsscherpte, evenals het meten van de oogdruk (
tonometrie). De oogarts zal ook een microscopisch onderzoek van het oog uitvoeren (
funduscopie) om te bevestigen dat cataract de oorzaak is van de symptomen en niet een andere
oogziekte.
Een ooggezonde voeding consumeren is belangrijk /
Bron: Jill111, PixabayBehandeling van cataract
De standaardbehandeling voor cataract is een operatie waarbij de troebele lens wordt verwijderd en vervangen door een kunstlens. Deze ingreep wordt meestal uitgevoerd als de cataract het dagelijks leven van de patiënt aanzienlijk beïnvloedt.
Prognose
De prognose voor patiënten met cataract is over het algemeen goed, vooral na een staaroperatie. De meeste patiënten ervaren significante verbeteringen in hun gezichtsvermogen na het verwijderen van de troebele lens en het plaatsen van een kunstlens. De herstelperiode na de operatie is meestal kort en patiënten kunnen vaak hun normale activiteiten snel hervatten. Het succes van de operatie hangt af van verschillende factoren, zoals de ernst van de cataract en de algehele gezondheid van het oog. In veel gevallen kunnen patiënten na de operatie volledig hersteld zien zonder verdere problemen.
Complicaties
Hoewel de staaroperatie doorgaans veilig en effectief is, kunnen er enkele complicaties optreden:
- Infectie - Na de operatie kan er een risico op infectie zijn, hoewel dit zeldzaam is. Het is belangrijk om de postoperatieve zorginstructies van de oogarts nauwkeurig op te volgen om infecties te voorkomen.
- Ontsteking - Ontsteking van het oog kan optreden na de operatie. Dit wordt meestal beheerd met voorgeschreven ontstekingsremmende medicijnen.
- Netvliesafwijkingen - In zeldzame gevallen kan er een probleem optreden met het netvlies na de operatie, zoals een netvliesloslating.
- Kunstlensproblemen - Problemen met de geplaatste kunstlens, zoals een slechte positionering of verplaatsing, kunnen het gezichtsvermogen beïnvloeden en mogelijk aanvullende ingrepen vereisen.
- Wazig / mistig zicht als gevolg van secundaire cataract - Soms kan een secundaire cataract (ook wel 'secundaire lenskapsel verdikking' genoemd) zich ontwikkelen, waarbij de capsule achter de kunstlens troebel wordt. Dit kan worden behandeld met een eenvoudige laserbehandeling om de troebelheid te verhelpen.
- Visusvermindering - Hoewel zeldzaam, kunnen sommige patiënten na de operatie een vermindering van het gezichtsvermogen ervaren, mogelijk door andere bestaande oogproblemen of complicaties.
- Het is belangrijk om regelmatige follow-up afspraken te maken met de oogarts om eventuele complicaties vroegtijdig te herkennen en te behandelen.
Preventie van vertroebeling van de ooglens
- Enkele maatregelen kunnen helpen om cataract te voorkomen:
Lees verder