Erfelijke hemochromatose: Aandoening met ophoping van ijzer
Erfelijke hemochromatose is een erfelijke ziekte waarbij een overmatige ijzerafzetting in verschillende organen plaatsvindt. Deze aandoening, die tot stand komt door een genetische verandering, veroorzaakt tal van mogelijke symptomen. Buikpijn, minder energie en gewrichtspijn zijn enkele tekenen van de aandoening. De klachten ontwikkelen zich pas later in het leven omdat het ijzer zich ophoopt in het lichaam. Een aderlating is de beste behandelingsmethode voor erfelijke hemochromatose. De prognose voor patiënten met deze ziekte is redelijk goed al blijven sommige symptomen wel aanwezig, ook na de behandeling. Patiënten met deze ziekte hebben tot slot een verhoogd risico op een bepaald type leverkanker.
Epidemiologie van erfelijke hemochromatose
Eén op de 8 tot 12 mensen is drager van
hemochromatose, maar aangezien beide ouders drager moeten zijn en vervolgens het gen voor hemochromatose aan hun kind moeten doorgeven, is het risico op hemochromatose bij de meeste kinderen laag. Mannen vertonen vaker symptomen dan vrouwen. De verminderde incidentie bij vrouwen is wellicht te wijten aan het fysiologisch bloedverlies en een kleinere inname van
ijzer door de voeding. De meeste patiënten krijgen tot slot pas tekenen in het vierde of vijfde decennium.
Oorzaken van ijzerafzetting in organen
De meest voorkomende vorm van erfelijke hemochromatose is het gevolg van een mutatie (wijziging) in een het HFE-gen, wat zich op de korte arm van chromosoom 6 bevindt. Erfelijke hemochromatose wordt overgedragen door een autosomaal recessief gen. Het HFE-gen-eiwit werkt in wisselwerking met de transferrinereceptor 1, die een bemiddelaar is voor de intestinale ijzerabsorptie. Het ijzer wordt door de slijmvliescellen op een verkeerde manier opgenomen. Het overtollig ijzer wordt geleidelijk opgenomen door de
lever, het
hart, het
pancreas en andere organen en weefsels over een lange periode. Wellicht veroorzaakt het ijzer zelf
leverfibrose (littekens in lever door herhaalde verwonding).
Risicofactoren
Risicofactoren voor erfelijke hemochromatose omvatten genetische predispositie, waarbij een familiegeschiedenis van de aandoening een belangrijk risico is. Het komt vaker voor bij mensen van Europese afkomst en kan worden beïnvloed door geslacht, aangezien mannen vaak ernstiger symptomen ervaren dan vrouwen.
Symptomen
Het verloop van de ziekte is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder het geslacht, de ijzerinname via de voeding, de aanwezigheid van geassocieerde hepatotoxinen (stoffen die de lever schaden, vooral alcohol) en de genotypen. Meestal komen de tekenen pas veel later in het leven tot uiting omdat het extra ijzer zich ophoopt in het lichaam. De symptomen zijn verschillend voor elke patiënt en ook de ernst hiervan is variabel.
Botten
Sommige patiënten ontwikkelen
osteoporose (verlies van botmassa) of
osteopenie (botverzwakking: verminderde botdichtheid), wat sneller leidt tot
botfracturen.
Een accumulatie van ijzer in het pancreas verstoort de insulineproductie en veroorzaakt
diabetes mellitus (suikerziekte).
Gewrichten
Gewrichtspijn en
artritis (gewrichtsontsteking) zijn mogelijke tekenen van erfelijke hemochromatose. Calciumpyrofosfaat (calciumkristallen) wordt asymmetrisch afgezet in zowel grote als kleine gewrichten (chondrocalcinosis) wat leidt tot een artropathie (ziekte aan de gewrichten). De exacte relatie tussen chondrocalcinose en ijzerafzetting is niet bekend anno oktober 2020. De gewrichten van de
handen zijn het vaakst getroffen.
Hart
Hartcomplicaties zoals cardiomyopathie (
hartspieraandoening),
hartfalen en
hartritmestoornissen komen vaak voor, vooral bij jongere patiënten. Een opeenhoping van ijzer in het hart leidt tot een
vergroting van het hart (cardiomegalie) en interfereert met het normale elektrische geleidingssysteem van het hartritme. In ernstige gevallen ontwikkelt een patiënt hartfalen. Zelden is een hartziekte het eerste teken van hemochromatose.
Huid
Een ophoping van ijzer in de huid, samen met ophoping van het pigment melanine, maakt de huid donkerder en geeft en patiënt een gebruind uiterlijk (grijze of bronzen huidverkleuring).
Infecties
Hemochromatose verhoogt het risico op infecties met specifieke soorten bacteriën. Een ophoping van ijzer in immuuncellen verstoort hun vermogen om bepaalde bacteriën te bestrijden en bepaalde bacteriën groeien goed in een ijzerrijke omgeving.
Lever
De lever is één van de belangrijkste organen waar ijzer wordt opgeslagen. Een ophoping van ijzer in de lever resulteert in een abnormale leverfunctie, een
vergrote lever (hepatomegalie), leverfibrose (littekens) en
cirrose (uitgebreide littekenvorming in de lever). Ongeveer 75 procent van de patiënten met symptomen op het moment van diagnose heeft een
abnormale leverfunctie.
Cirrose veroorzaakt mogelijk een aantal complicaties en leidt uiteindelijk tot leverfalen of een overlijden. Patiënten met cirrose lopen ook een verhoogd risico op het ontwikkelen van
leverkanker. Een leverziekte is vaak erger bij patiënten met erfelijke hemochromatose die ook chronische
hepatitis hebben (zoals hepatitis B of C) of die
overtollige alcohol gebruiken.
Schildklier
Door het opgehoopte ijzer in de schildklier ontstaat hypothyreoïdie (
verminderde schildklierfunctie).
Voortplanting
De accumulatie van ijzer in de hypofyse verstoort de controle over geslachtshormonen door de hypofyse. Bij mannen leidt schade aan de hypofyse tot impotentie en/of een verlies van libido (geslachtsdrift). Bij vrouwen leidt schade door de hypofyse tot een
gestopte menstruatie (amenorroe) of een
onregelmatig menstruatie.
Vermoeidheid is één van de mogelijke tekenen van erfelijke hemochromatose /
Bron: Concord90, PixabayAndere symptomen
Andere mogelijke tekenen van erfelijke hemochromatose zijn:
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van erfelijke hemochromatose omvatten vermoeidheid, gewrichtspijn, abdominale pijn, en symptomen van leverziekte zoals geelzucht. Overmatige ijzerophoping kan ook leiden tot diabetes (ijzerdiaabetes) en hartproblemen.
Diagnose en onderzoeken
Bij symptomatische patiënten is het totale ijzergehalte in het lichaam 20-40 g, vergeleken met 3-4 g bij een gezonde persoon. Het ijzergehalte is vooral verhoogd in de lever en het pancreas (alvleesklier) (50 - 100 keer normaal) maar is ook verhoogd in andere organen (bijvoorbeeld de endocriene klieren, het hart en de huid). In gevorderde gevallen vertoont de lever een uitgebreide ijzerafzetting en fibrose. Een uitgebreid
bloedonderzoek is nodig. Als het ijzeronderzoek abnormaal is, besluit de arts om genetische testen uit te voeren. Een
leverbiopsie is niet vereist voor de diagnose, maar is nuttig om de mate van weefselschade vast te stellen, het ijzer in de weefsels te beoordelen en de ijzerconcentratie in de lever te meten.
Behandeling van ophoping van ijzer in lichaam
Een
aderlating (venesectie, flebotomie) verlengt de levensduur en dringt de weefselschade terug. Bij alle patiënten moet het overtollige ijzer zo snel mogelijk worden verwijderd. De arts voert circa één keer per week een aderlating uit waarbij hij telkens 500 ml verwijdert. Bij de zeldzame patiënt die geen venasectie kan verdragen, bijvoorbeeld door ernstige hartaandoeningen of anemie (
bloedarmoede) is chelatietherapie succesvol bij het verwijderen van ijzer. Tot slot moet de arts in alle gevallen van erfelijke hemochromatose alle eerstegraads familieleden controleren om een vroege en asymptomatische ziekte op te sporen.
Prognose van ijzeroverbelasting
De prognose voor erfelijke hemochromatose is meestal goed met tijdige diagnose en behandeling. Het verminderen van de ijzerophoping door regelmatig aderlaten kan helpen om de voortgang van de aandoening te beheersen en complicaties te voorkomen. Onbehandeld kan de aandoening leiden tot ernstige orgaanschade en verminderde levenskwaliteit.
Complicaties van aangeboren aandoening
Dertig procent van de patiënten met cirrose ontwikkelt een primair
hepatocellulair carcinoom (vorm van leverkanker). Deze vorm van
kanker aan de lever is slechts zeer zelden beschreven bij niet-cirrosepatiënten bij wie de overtollige ijzervoorraden zijn verwijderd. Een vroegtijdige diagnose is van vitaal belang. Het risico op het ontwikkelen van een primair hepatocellulair carcinoom blijft ook na de aderlating bestaan als cirrose aanwezig is.
Preventie
Preventie van erfelijke hemochromatose richt zich voornamelijk op vroege opsporing bij risicofactoren en familieleden van getroffen personen. Genetische screening en monitoring kunnen helpen bij het identificeren van de aandoening in een vroeg stadium, wat tijdige behandeling en beheer mogelijk maakt.
Lees verder