Leverfibrose: Littekens in lever door herhaalde verwonding
Leverfibrose is de vorming van een abnormaal grote hoeveelheid littekenweefsel in de lever. Dit komt meestal voor wanneer de lever probeert beschadigde cellen te repareren en te vervangen na een verwonding. Dit is bijvoorbeeld veroorzaakt door een chronische leverziekte zoals hepatitis. In de loop van de tijd leidt dit proces tot levercirrose en andere mogelijke complicaties. Af en toe ontstaat leverfibrose ook bij de geboorte. De littekens in de lever veroorzaken geen symptomen maar wanneer sprake is van levercirrose, kampt de patiënt wel met tekenen. De arts behandelt het onderliggend probleem dat leidt tot leverfibrose en soms is hij dan in staat om de leverziekte om te keren. In andere gevallen ontstaat permanente schade en ontwikkelt zich cirrose, hetgeen mogelijk leidt tot complicaties.
Oorzaken: Meestal door herhaalde verwonding aan lever
Verworven
Fibrose ontwikkelt zich wanneer de lever herhaaldelijk of continu wordt beschadigd. Als de blessure herhaald of continu is (zoals bij chronische
hepatitis), proberen de levercellen de schade te herstellen, maar de pogingen resulteren in littekenweefsel. Fibrose ontwikkelt zich sneller als het wordt veroorzaakt door een verstopping in de galkanalen. Het littekenweefsel vervangt de levercellen. Dit littekenweefsel remt de bloedtoevoer naar en in de lever, waardoor de bloedtoevoer naar de levercellen wordt beperkt. Zonder voldoende bloed sterven deze cellen en vormt zich nog meer littekenweefsel.
Aangeboren
Patiënten met congenitale leverfibrose hebben bij de geboorte afwijkende stroken bindweefsel die zich uitstrekken door het leverweefsel. Deze zeldzame leveraandoening is vaak autosomaal recessief overgeërfd, maar komt soms ook sporadisch tot stand. Het komt meestal voor in de kindertijd met
hepatosplenomegalie (vergroting van milt en lever). Portale hypertensie komt vaak voor. De symptomen presenteren zich mogelijk pas later in het leven en dan plakt de arts mogelijk een verkeerde diagnose op de ziekte, namelijk cirrose in plaats van congenitale leverfibrose. Deze ziekte is vaak geassocieerd met een
polycystische nierziekte (aanwezigheid van veel
cysten in de
nieren)
Risicofactoren van leverfibrose
In de meeste gevallen is leverfibrose het resultaat van een chronische
leverziekte zoals: virale hepatitis (leverontsteking),
overmatig alcoholgebruik, een
leververvetting of een
niet-alcoholische vetlever.
Symptomen
Het begin van leverfibrose is meestal sluipend. Fibrose van de lever veroorzaakt geen symptomen. Wel komen symptomen tot uiting door de ziekte die leidt tot leverfibrose. Ernstige littekens leiden mogelijk tot
levercirrose, die ook
symptomen tot stand brengt zoals onder andere
een jeukende huid,
een verlies van spiermassa,
een verminderde eetlust,
geelzucht,
gewichtsverlies en
vermoeidheid. Bij de meerderheid van de patiënten treedt de progressie naar cirrose op na een interval van vijftien à twintig jaar. Leverfibrose ontwikkelt zich wel snel tot cirrose in verschillende klinische omgevingen, waaronder bij herhaalde episodes van ernstige acute alcoholische hepatitis, subfulminante hepatitis en fibroserende
cholestase (galstuwing door vernauwing van galwegen) bij patiënten met een
virale hepatitis C-herinfectie na een
levertransplantatie
Diagnose en onderzoeken
Een
bloedonderzoek is nodig om de leverfunctie te beoordelen. Een
leverbiopsie (stukje weefsel van de lever wegnemen en microscopisch laten beoordelen) is soms nodig voor de beoordeling van leverfibrose. Een histologisch onderzoek is nuttig bij het identificeren van de onderliggende oorzaak van leverziekte en het beoordelen van de ontstekingsremmende graad en het stadium van fibrose. Leverfibrose is ook op te sporen met behulp van
beeldvormende onderzoeken zoals een
echografie,
CT-scan en een
MRI-scan.
Behandeling van littekenweefsel in lever
Er is geen standaardbehandeling voor leverfibrose anno oktober 2020. De arts behandelt de onderliggende oorzaak van de littekenvorming in de lever. Omdat een
ontsteking voorafgaat aan en de progressie van leverfibrose, schrijft de arts soms ontstekingsremmende geneesmiddelen voor.
Corticosteroïden (krachtige ontstekingsremmers die het immuunsysteem onderdrukken) zijn echter alleen geïndiceerd voor de behandeling van leverfibrose bij patiënten met auto-immune hepatitis en acute alcoholische hepatitis. Bij patiënten met congenitale leverfibrose maakt de arts een verbinding tussen de leverader en poortader. Dit zorgt voor een snellere afvoer van bloed, waardoor minder druk ontstaat in de poortader en ook minder druk wordt uitgeoefend op mogelijke slokdarmspataderen.
Prognose van littekens in lever
Genezing soms mogelijk
Bij patiënten met leverfibrose ontstaat som een spontane genezing na een succesvolle behandeling van de onderliggende ziekte. Deze waarneming is beschreven bij patiënten met:
- auto-immune hepatitis (leverontsteking veroorzaakt door het eigen lichaam)
- chronische hepatitis C, B en D
- congenitale leverfibrose
- door alcohol geïnduceerde leverbeschadiging
- een niet-alcoholische vetlever
- hemochromatose (aandoening met ijzeropstapeling in het lichaam wat resulteert in orgaanschade)
- ijzer- en koperoverbelasting
- secundaire biliaire cirrose
Het duurt soms jaren voordat een significante omkeer van de symptomen is bereikt. De tijd is afhankelijk van de onderliggende oorzaak van de leveraandoening en de ernst hiervan.
Mogelijk permanente schade
Na maanden of jaren van herhaalde of voortdurende schade wordt fibrose echter permanent. Het littekenweefsel veroorzaakt mogelijk banden door de lever, waardoor de interne structuur van de lever wordt vernietigd. De lever kan zichzelf niet meer herstellen en functioneert niet meer goed. Dergelijke ernstige littekens staan bekend als cirrose.
Complicaties: Levercirrose
Geavanceerde leverfibrose resulteert in levercirrose,
leverfalen en portale hypertensie. Voor patiënten met
levercirrose en klinische complicaties is een levertransplantatie de enige genezende benadering. Een transplantatie verbetert zowel de overlevingskansen als de kwaliteit van leven. Bij patiënten met cirrose veroorzaakt door een virale hepatitis C-infectie komt leverfibrose echter na een transplantatie weer voor. Bij deze patiënten ontwikkelt zich agressieve chronische hepatitis hetgeen meestal resulteert in cirrose.
Lees verder