Niet-alcoholische vette leverziekte: Ophoping vet in lever
De lever is een deel van het spijsverteringsstelsel dat nodig is om voedsel af te breken, energie op te slaan en afvalproducten (waaronder gifstoffen) uit het lichaam te verwijderen. Een niet-alcoholische vette leverziekte is een leveraandoening waarbij een overmatige opbouw van vet in de lever tot stand komt. Vaak is obesitas geassocieerd met de leverziekte, maar ook andere risicofactoren zijn bekend. In het begin treden weinig symptomen op, maar de ziekte evolueert mogelijk verder waardoor leverschade ontstaat. Het is belangrijk om een gezonde levensstijl te hanteren en de risicofactoren aan te pakken, zodat de lever zich weer (gedeeltelijk) kan herstellen. De vooruitzichten van een niet-alcoholische vette leverziekte zijn tot slot goed, maar bij een aantal patiënten ontstaat wel leverschade met bijbehorende symptomen.
Synoniemen van niet-alcoholische vette leverziekte
Synoniemen voor een niet-alcoholische vette leverziekte (NAFLD) zijn:
Epidemiologie van leveraandoening
Ongeveer 10 tot 46 procent van de bevolking heeft leververvetting maar geen
ontsteking in of schade aan de lever. Tussen 3 en 12 procent van de bevolking lijdt aan niet-alcoholische steatohepatitis. Een niet-alcoholische vette leverziekte (NAFLD) is de meest voorkomende oorzaak van leverziekte in westerse landen. NAFLD komt voorts vaker voor bij personen met een Spaanse, Indiaanse of Aziatische afkomst dan bij personen met een Europese of Afrikaanse achtergrond. De leveraandoening komt het meest voor bij patiënten van middelbare of oudere leeftijd, hoewel ook kinderen en jongeren aangetast zijn.
Aparte ziekte
Een vette lever komt ook tot uiting bij een aantal zwangere vrouwen, en
cirrose kan mogelijk voortkomen uit een aan alcohol gerelateerde leverziekte. Toch beschouwen artsen een niet-alcoholische vette leverziekte als een afzonderlijke diagnose. De behandeling is ook anders.
Oorzaken van ophoping van vet in de lever
Bij een niet-alcoholische vette leverziekte is er een overmatige hoeveelheid vet in de lever aanwezig. De lever maakt te veel vet aan of kan dit anders niet goed verwerken. De exacte oorzaak is onbekend, maar diverse risicofactoren dragen wel bij aan de niet-alcoholische vette lever.
Overgewicht vormt een risicofactor voor een niet-alcoholische vetleverziekte /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0)
Risicofactoren: Obesitas
Risicofactoren voor een niet-alcoholische vette leverziekte zijn:
De leveraandoening wordt door artsen beschouwd als de levercomponent van het metabool syndroom.
Insulineresistentie (cellen zijn ongevoelig voor insuline) komt bij iedereen voor. Daarnaast is de leverziekte gekoppeld aan een cardiovasculaire ziekte en een chronische
nierziekte.
Symptomen
Weinig of milde leverproblemen
De meeste patiënten zijn asymptomatisch in de vroege stadia van de ziekte. Soms is een vergroting van de lever (
hepatomegalie) aanwezig. Andere symptomen zijn
vermoeidheid,
spierzwakte, een gebrek aan energie, gewichtsverlies, een lage eetlust,
misselijkheid, ongemak en mogelijke zwelling in de bovenbuik.
Ernstigere leverproblemen
Voortdurende schade aan de lever leidt echter bij sommige patiënten tot niet-alcoholische steatohepatitis (NASH). Deze leverziekte ontwikkelt zich mogelijk tot cirrose of littekens en een slechtere leverfunctie.
Volgende symptomen komen voor bij cirrose of littekens of een slecht werkende lever:
Diagnose en onderzoeken
De meeste patiënten met eenvoudige leververvetting weten meestal niet dat ze hieraan lijden. De arts diagnosticeert dit vaak per toeval omdat hij de patiënt test op een andere aandoening. Een
bloedonderzoek onthult aanwijzingen voor de leveraandoening doordat de leverenzymwaarden verhoogd zijn.
De diagnose van leververvetting gebeurt meestal via
beeldvormende onderzoeken zoals een
echografie, een
CT-scan of een
MRI-scan.
Een leverbiopsie maakt de staging van de ziekte mogelijk, hetgeen inhoudt dat het stadium en de ernst van de leverziekte hiermee op te sporen zijn. Ook is een
biopsie soms vereist om andere leverproblemen uit te sluiten. De histologische veranderingen zijn vergelijkbaar met deze van leverschade veroorzaakt door alcohol. De histologische wijzigingen variëren van eenvoudige vetveranderingen tot vet en ontsteking (steatohepatitis, NASH) en
fibrose (littekenvorming in de lever).
Een
elastografie (stijfheid van de lever opmeten) is inzetbaar om de mate van fibrose te evalueren.
Een gezonde en gevarieerde voeding is belangrijk /
Bron: Jill111, Pixabay
Behandeling
Een specifieke behandeling voor een niet-alcoholische vetlever is niet voorhanden. Gewichtsverlies, een strikte controle van hypertensie, diabetes en lipideniveaus zijn belangrijke behandelingsopties voor een niet-alcoholische vette leverziekte. Het consumeren van een
gezonde en gevarieerde voeding met veel groenten en fruit, maar met weinig zout, suiker en verzadigde transvetten, is nodig om de ziekte te voorkomen of zelfs om te keren.
Patiënten met elke soort leveraandoening mogen geen of slechts beperkte hoeveelheden alcohol drinken. Thiazolidinedionen, medicijnen die de insulineresistentie verbeteren, zijn mogelijk inzetbaar. Hiermee is een histologische verbetering gedocumenteerd. Een
levertransplantatie is voorbehouden voor patiënten met cirrose in het laatste stadium.
Prognose
Een leververvetting veroorzaakt bij de meeste patiënten meestal geen ernstige problemen. De lever herstelt zich mogelijk (gedeeltelijk) door het hanteren van een gezondere levensstijl. Vooral bij kleine leverschade is het lichaam in staat om de leverproblemen zelf op te lossen. De leverziekte keert mogelijk wel terug, zelfs na een levertransplantatie. Regelmatige controle door de arts is geïndiceerd.
Complicaties van leververvetting
In 1% van de gevallen leidt de leveraandoening mogelijk tot levercirrose. Bij dit leverprobleem ontstaat onherstelbare leverschade doordat normaal leverweefsel vervangen is door littekenweefsel. De lever werkt hierdoor niet meer goed, wat leidt tot
leverfalen. Ook is de kans op een
hepatocellulair carcinoom (vorm van
leverkanker) hoger bij patiënten met een niet-alcoholische vetleverziekte. Voorts hebben patiënten met een niet-alcoholische vette leverziekte meer kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus en
hartaandoeningen.
Preventie
De preventie van een niet-alcoholische vette leverziekte richt zich vooral op het verminderen van de risicofactoren. Belangrijke maatregelen zijn:
- het behouden van een gezond gewicht door middel van dieet en lichaamsbeweging
- het beheersen van diabetes mellitus en hoge bloeddruk
- het verlagen van cholesterol- en triglycerideniveaus
- het vermijden van overmatige alcoholconsumptie
- het stoppen met roken
- regelmatige controle en follow-up door een arts, vooral bij risicogroepen
Door deze preventieve maatregelen kan de kans op het ontwikkelen van een niet-alcoholische vette leverziekte aanzienlijk worden verminderd en kan de gezondheid van de lever worden beschermd.
Lees verder