Audiometrie (gehooronderzoek): Soorten testen aan oor/oren
Een audiometrie is een onderzoek waarbij een audioloog kan vaststellen hoe goed een patiënt geluiden kan horen, zowel wat betreft luidheid (intensiteit) als toonhoogte (frequentie). Dit pijnloze gehooronderzoek wordt uitgevoerd om gehoorverlies op te sporen of om het gehoor van de patiënt te controleren. De duur van het onderzoek varieert. Een eerste gehoortest kan slechts vijf à tien minuten duren, terwijl een meer gedetailleerd gehooronderzoek tot één uur kan vergen. Er zijn verschillende soorten gehooronderzoeken, afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de specifieke klacht. Anno augustus 2024 zijn er geen significante complicaties verbonden aan deze procedure.
Gehoorvermogen
Een patiënt hoort geluid wanneer geluidsgolven de zenuwen van het binnenoor stimuleren. Deze geluidsgolven verplaatsen zich naar het binnenoor via de gehoorgang, het trommelvlies en de gehoorbeentjes van het middenoor (luchtgeleiding). Geluidsgolven kunnen ook via de botten rond en achter het oor (beengeleiding) worden geleid. Vanuit het binnenoor worden de signalen via de gehoorzenuw naar de
hersenen gestuurd, waar ze als geluid worden waargenomen.
Intensiteit van geluid
De intensiteit van geluid wordt gemeten in decibel (dB). Voorbeelden van geluiden met hun bijbehorende intensiteit zijn:
- Een fluistering: ongeveer 20 dB
- Luide muziek (zoals op concerten): ongeveer 80 tot 120 dB
- Een straalmotor: ongeveer 140 tot 180 dB
Geluiden van meer dan 85 dB kunnen na enkele uren al gehoorverlies veroorzaken. Zeer luide geluiden kunnen onmiddellijk pijn veroorzaken en in korte tijd gehoorverlies teweegbrengen.
Toon
De toonhoogte (frequentie) van geluid wordt gemeten in Hertz (Hz), wat het aantal trillingen per seconde aangeeft:
- Lage bastonen: ongeveer 50 tot 60 Hz
- Scherpe, hoge tonen: rond 10.000 Hz of hoger
Het normale bereik van het menselijk gehoor ligt tussen 20 en 20.000 Hz. Spraakgeluiden bevinden zich meestal tussen 500 en 3.000 Hz.
Vraaggesprek voor audiometrie
Alvorens de audioloog het gehooronderzoek uitvoert, verzamelt hij belangrijke informatie van de patiënt. Dit gebeurt door middel van een
vraaggesprek, waarin de patiënt zijn symptomen beschrijft. Hierbij kunnen klachten aan bod komen zoals
gehoorverlies in één of beide oren, het horen van een piepend geluid (
oorsuizen),
oorafscheiding,
duizeligheid, en moeite met het verstaan van gesprekken of televisie. Voor
kinderen met gehoorverlies zijn problemen met schoolprestaties, spraakontwikkeling en het niet reageren op geluiden belangrijke aanwijzingen.
Daarnaast vraagt de audioloog naar mogelijke oorzaken van gehoorverlies, zoals blootstelling aan lawaai (bijvoorbeeld op het werk),
oorinfecties, oorletsels, ooroperaties of een familiegeschiedenis van gehoorproblemen.
Eerste ooronderzoeken
Op basis van het vraaggesprek kan de audioloog besluiten om het buitenoor te onderzoeken op misvormingen of afwijkingen. Vervolgens voert hij een
otoscopie uit, een
inwendig kijkonderzoek waarbij de gehoorgang en het trommelvlies worden geïnspecteerd. Hiervoor wordt een otoscoop gebruikt, een handinstrument met een lampje en vergrootglas.
Doel van gehoortesten: Gehoorverlies opsporen
De oren zijn onderverdeeld in drie delen: het buitenoor, het middenoor en het binnenoor. Een audiometrie helpt bij het detecteren van gehoorverlies en kan onderscheid maken tussen perceptief gehoorverlies (schade aan de zenuw of het slakkenhuis) en geleidend gehoorverlies (schade aan het trommelvlies of de gehoorbeentjes).
Soorten en procedure van audiometrie
Tijdens een gehooronderzoek kunnen verschillende testen worden uitgevoerd, afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de klachten.
Stemvorktest
Een stemvorktest helpt bij het bepalen van het type gehoorverlies. De stemvork wordt aangetikt en in de lucht gehouden naast elk oor om het gehoor via luchtgeleiding te testen. Vervolgens wordt de stemvork tegen het bot achter elk oor geplaatst om de beengeleiding te testen.
Toonaudiometrie (tonale audiometrie)
Bij volwassenen en oudere kinderen wordt vaak toonaudiometrie gebruikt. Deze test wordt uitgevoerd in een geluiddichte cabine, waar de patiënt een hoofdtelefoon draagt die is aangesloten op een audiometer. Dit apparaat zendt geluiden van verschillende volumes en toonhoogtes naar één oor tegelijk. De patiënt moet aangeven wanneer hij een geluid hoort, meestal door een hand op te steken. Soms wordt ook een botoscillator gebruikt, die trillingen rechtstreeks naar het binnenoor stuurt. Het minimale volume waarbij de patiënt elk geluid hoort, wordt grafisch weergegeven.
Spraakaudiometrie
Bij spraakaudiometrie draagt de patiënt een hoofdtelefoon en hoort hij eenvoudige woorden die op verschillende volumes worden uitgesproken. De patiënt moet deze woorden herhalen. Deze test helpt bij het beoordelen van het vermogen om spraak te verstaan.
Impedantie audiometrie (tympanometrie)
Bij tympanometrie brengt de audioloog een sonde in elk oor aan die de luchtdruk in het oor verandert en geluiden laat horen. Een
tympanometrie meet hoe het trommelvlies reageert op deze veranderingen. Dit onderzoek helpt bij het beoordelen van de functie van het middenoor en het opsporen van eventuele vloeistofophopingen.
Gedragsaudiometrie
Bij baby’s en peuters wordt de reactie op geluiden geobserveerd om hun gehoor te beoordelen.
Visuele versterking audiometrie
Bij kinderen wordt visuele versterking audiometrie toegepast, waarbij ze worden geleerd om naar een geluidsbron te kijken wanneer ze een geluid horen.
Geconditioneerd spelen audiometrie
Oudere kinderen kunnen deelnemen aan een speelse versie van de toonaudiometrie. Ze moeten een spel uitvoeren, zoals een blok in een emmer laten vallen, telkens wanneer ze een geluid horen.
Hersenstam auditieve respons
Bij pasgeborenen en jonge zuigelingen wordt de hersenstam auditieve respons (
BERA-test) gebruikt. Hierbij worden geluiden via een hoofdtelefoon naar elk oor gestuurd, terwijl elektro-encefalografie (
EEG) wordt gebruikt om de reacties van de auditieve cortex te meten.
Resultaten van het gehooronderzoek
De resultaten van de gehoortesten worden weergegeven op een audiogram, een grafiek die de zachtste geluiden toont die de patiënt kan horen. De audioloog bespreekt de resultaten met de patiënt en legt eventuele afwijkingen uit.
Dankzij audiometrie kunnen diverse aandoeningen en problemen met het gehoor worden opgespoord, zoals:
Nieuwe ontwikkelingen in audiometrie
Anno augustus 2024 zijn er diverse nieuwe technologieën en methoden ontwikkeld om gehoorverlies sneller en nauwkeuriger te diagnosticeren. Zo wordt er steeds meer gebruikgemaakt van digitale audiometrie, waarbij tests worden uitgevoerd met behulp van geavanceerde software en kunstmatige intelligentie. Deze technologieën maken het mogelijk om nauwkeurigere metingen te verrichten en sneller behandelingsopties te bepalen. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar genetische oorzaken van gehoorverlies, wat nieuwe perspectieven biedt voor preventie en behandeling.
Lees verder