Audiometrie (gehooronderzoek): Soorten testen aan oor/oren
Een audiometrie is een onderzoek waarbij een audioloog kan bepalen hoe goed een patiënt geluiden kan horen. Dit gebeurt op basis van de luidheid (intensiteit) en de snelheid van de geluidsgolftrillingen (toon). De audioloog voert dit pijnloos gehooronderzoek uit om gehoorverlies op te sporen of het gehoor van de patiënt te controleren. De duur van de audiometrie varieert. Een eerste gehoortest duurt mogelijk slechts vijf à tien minuten. Een meer gedetailleerd gehooronderzoek duurt mogelijk tot één uur. Er zijn voorts verschillende soorten gehooronderzoeken, afhankelijk van de leeftijd van de patiënt. Er zijn tot slot geen grote complicaties verbonden aan deze procedure.
Gehoorvermogen
Een patiënt hoort geluid wanneer geluidsgolven de zenuwen van het binnenoor stimuleren. Het geluid reist dan langs zenuwbanen naar de
hersenen. Geluidsgolven verplaatsen zich naar het binnenoor via de gehoorgang, het trommelvlies en de botten van het middenoor (luchtgeleiding). Ze gaan ook door de botten rond en achter het oor (beengeleiding).
Intensiteit van geluid
De intensiteit van geluid wordt gemeten in decibel (dB):
- een fluistering: ongeveer 20 dB
- luide muziek (sommige concerten): ongeveer 80 tot 120 dB
- een straalmotor: ongeveer 140 tot 180 dB
Geluiden van meer dan 85 dB veroorzaken na een paar uur reeds gehoorverlies. Erg luide geluiden veroorzaken onmiddellijk pijn en in zeer korte tijd ontwikkelt zich dan reeds gehoorverlies.
Toon
De toon (snelheid van geluidsgolftrillingen) van geluid meet de arts in cycli per seconde (cps) of Hertz:
- lage bastonen: ongeveer 50 tot 60 Hz
- schelle, hoge tonen: rond 10.000 Hz of hoger
Het normale bereik van het menselijk gehoor bedraagt ongeveer 20 tot 20.000 Hz. Menselijke spraak is meestal 500 tot 3.000 Hz.
Vraaggesprek voor audiometrie
Alvorens de audioloog het gehooronderzoek laat doorgaan, heeft hij informatie nodig over de patiënt. Vooreerst is een duidelijk
vraaggesprek nodig waarbij de patiënt zijn symptomen vermeld, zoals de start van de symptomen,
gehoorverlies in één of beide oren, een piepend geluid horen (
oorsuizen), een
oorafscheiding,
duizeligheid en problemen met het begrijpen van informatie (televisie, gesprekspartner, groepsbijeenkomsten, …).
Kinderen met gehoorverlies melden vaak problemen om te volgen op school, taal- en spraakontwikkelingsproblemen en andere ontwikkelingsproblemen en foute of geen reacties geven op bekende en onverwachte vragen of geluiden. Daarnaast is het belangrijk om informatie te vergaren rond factoren die mogelijk leiden tot gehoorverlies, zoals andere aandoeningen, blootstelling aan veel lawaai (op het werk), een
oorinfectie, een oorletsel, een ooroperatie of een familiegeschiedenis van gehoorverlies.
Eerste ooronderzoeken
Op basis van het vraaggesprek, besluit de audioloog om het buitenoor op misvormingen te onderzoeken. Voorts voert hij een
otoscopie uit. Dankzij dit
inwendig kijkonderzoek van het oor is de arts in staat om de gehoorgang en het trommelvlies te visualiseren en onderzoeken. Hij gebruikt hiervoor een otoscoop, een in de hand gehouden instrument dat een lampje en vergrootglas bevat.
Doel van gehoortesten: Gehoorverlies opsporen
De oren hebben drie verschillende delen: het buitenoor, het middenoor en het binnenoor. Een audiometrie detecteert of een patiënt lijdt aan perceptief gehoorverlies (schade aan de zenuw of het slakkenhuis) of geleidend gehoorverlies (schade aan het trommelvlies of de kleine gehoorbeentjes).
Soorten en procedure van audiometrie
Tijdens een gehooronderzoek kan de audioloog verschillende testen uitvoeren.
Stemvorktest
Een gespecialiseerde stemvorktest helpt om het type gehoorverlies te bepalen. De stemvork wordt aangetikt en in de lucht gehouden aan elke kant van het hoofd zodat de arts het gehoorvermogen door luchtgeleiding kan testen. De stemvork wordt aangetikt en tegen het bot achter elk oor (mastoïdbot) geplaatst om de beengeleiding te testen.
Toonaudiometrie (tonale audiometrie)
Voor volwassenen en oudere kinderen zet de arts een toonaudiometrie in. Deze test vindt meestal plaats in een geluiddichte cabine. De patiënt zet een hoofdtelefoon op die is aangesloten op een audiometer. Dit apparaat verzendt geluiden van verschillende volumes en toonhoogtes tegelijk naar één oor. De patiënt moet reageren telkens wanneer hij een geluid hoort. Mogelijk moet de patiënt hiervoor een hand opsteken. De patiënt moet mogelijk ook een botoscillator dragen. Dit is een speciaal instrument dat achter elk oor wordt gedragen. Het apparaat stuurt geluiden als trillingen rechtstreeks naar het binnenoor. De patiënt moet opnieuw laten weten wanneer hij een geluid hoort. Het minimale volume dat nodig is om elke toon te horen, wordt grafisch weergegeven.
Spraakaudiometrie
De patiënt draagt een speciale hoofdtelefoon. Hij hoort eenvoudige gesproken woorden met twee lettergrepen op verschillende volumes. Woorden worden naar één oor tegelijk verzonden op verschillende volumeniveaus. De patiënt moet elk woord herhalen.
Impedantie audiometrie (tympanometrie)
De audioloog brengt in elk oor een sonde aan. Het apparaat verandert de luchtdruk in het oor en laat geluiden horen. Een
tympanometrie meet hoeveel het trommelvlies beweegt in reactie op de verandering van de luchtdruk en de geluiden. Dit bepaalt hoe goed het middenoor functioneert en ook of er vloeistof aanwezig is in het middenoor.
Gedragsaudiometrie
Baby’s en peuters worden in de gaten gehouden om te zien hoe ze op bepaalde geluiden reageren.
Visuele versterking audiometrie
Kinderen wordt geleerd om naar een geluidsbron te kijken.
Geconditioneerd spelen audiometrie
Oudere kinderen krijgen een leuke versie van de pure tone audiometry test. Geluiden met variërend volume en toonhoogte worden via een hoofdtelefoon tegelijkertijd naar één oor verzonden. Kinderen moeten iets met speelgoed doen telkens wanneer ze een geluid horen. Ze moeten dan bijvoorbeeld een blok in een emmer laten vallen.
Hersenstam auditieve respons
Bij pasgeborenen en jonge zuigelingen is het mogelijk om de hersenstam auditieve respons (
BERA-test) te testen. Hiervoor wordt een geluid via een hoofdtelefoon naar één oor tegelijk gestuurd. De respons wordt gemeten met behulp van
elektro-encefalografie (EEG) van de auditieve cortex.
Resultaten van het gehooronderzoek
De testresultaten verschijnen op een audiogram. Dit is een grafiek die de zachtste geluiden laat zien die een patiënt kan horen. De audioloog bespreekt de testresultaten samen met de patiënt.
De audioloog spoort dankzij een gehooronderzoek diverse mogelijke aandoeningen en oorproblemen op zoals onder andere:
Lees verder