Otoscopie: Inwendig gehooronderzoek van het oor of de oren
De arts voert een gehooronderzoek uit met behulp van een otoscoop, een inwendig kijkinstrument voorzien van een vergrootglas. Met een otoscopie kan de arts mogelijke problemen in de gehoorgang, het trommelvlies en het middenoor identificeren. Dit onderzoek helpt bij het opsporen van aandoeningen zoals infecties, oorprop (overtallig oorsmeer) of vreemde voorwerpen. De procedure is snel, vrijwel pijnloos, niet-invasief en relatief veilig. Op basis van de resultaten kan de arts onmiddellijk een geschikte behandeling aanbevelen of uitvoeren.
Synoniemen otoscopie
Een otoscopie staat ook bekend onder de volgende synoniemen:
- inwendig gehooronderzoek
- inwendig ooronderzoek
Indicaties voor het onderzoek van de gehoorgang, het trommelvlies en het middenoor
Een patiënt met een of meer van de volgende symptomen dient een arts te raadplegen voor een
gehooronderzoek:
De arts gebruikt otoscopie om diverse ooraandoeningen te diagnosticeren en kan de resultaten gebruiken om de effectiviteit van een lopende behandeling te beoordelen. Dit onderzoek kan ook helpen bij het opsporen van een
cholesteatoom (choleseatoma), een chronische middenoorontsteking die ontstaat door ingroei van huidcellen uit de uitwendige gehoorgang naar het middenoor. Daarnaast is otoscopie nuttig bij het beoordelen van een
hoofdwonde, een
gescheurd of geperforeerd trommelvlies, en bij een chronische buitenoorontsteking.
Tegenindicaties voor het onderzoek
Het onderzoek kan niet doorgaan als
oorsmeer, vuil, of een object zoals een boon of een korrel het trommelvlies blokkeren. In dergelijke gevallen reinigt de arts eerst de gehoorgang voordat hij verder gaat met het onderzoek. Bovendien kan een huilend kind moeilijk te onderzoeken zijn omdat het trommelvlies dan mogelijk een rode kleur heeft, wat verwarring kan veroorzaken met een mogelijke oorontsteking. Ook patiënten die om psychische of fysieke redenen niet stil kunnen blijven zitten, kunnen soms niet onderzocht worden.
Voorbereidingen voor het onderzoek van het oor of de oren
De patiënt hoeft geen speciale voorbereidingen te treffen voor het onderzoek. Een algemeen advies is om ervoor te zorgen dat de oren vrij zijn van overtollig oorsmeer, indien mogelijk.
Tijdens de otoscopie
De arts dimt eerst de lichten in de onderzoekskamer om de zichtbaarheid te verbeteren. De positie van de patiënt hangt af van zijn of haar leeftijd en toestand:
Baby's en jonge kinderen: Liggen op hun rug met het hoofd naar één kant gedraaid of tegen de borst van een volwassene.
Oudere kinderen en volwassenen: Zitten rechtop en kantelen het hoofd naar de kant van het te onderzoeken oor.
De arts trekt het oor voorzichtig omhoog, naar achteren of naar voren om de gehoorgang recht te krijgen. Vervolgens plaatst hij het puntige uiteinde (speculum) van de otoscoop in het oor. Een lichtstraal schijnt door de otoscoop in de gehoorgang, en de arts beweegt de otoscoop voorzichtig in verschillende richtingen om de binnenzijde van het oor en het trommelvlies te inspecteren. Indien de gehoorgang verstopt is met overtollig oorsmeer (
oorprop), zal de arts dit eerst verwijderen. In sommige gevallen wordt een binoculaire microscoop gebruikt door een oorspecialist voor een gedetailleerder zicht.
Als de patiënt last heeft van een oorontsteking, kan er enige
pijn optreden. De arts zal het onderzoek onmiddellijk stoppen als de pijn verergert. Soms is de otoscoop uitgerust met een plastic bol en een knopje waarmee een klein zuchtje lucht in de gehoorgang kan worden geblazen. Deze pneumatische otoscoop helpt bij het beoordelen van de beweging van het trommelvlies. Beperkte beweging van het trommelvlies kan wijzen op de aanwezigheid van vocht in het middenoor (
otitis media met effusie) en kan een probleem met de buis van Eustachius aangeven.
Na het onderzoek met de otoscoop
Na afloop van het onderzoek deelt de arts onmiddellijk de resultaten met de patiënt. Op basis van deze resultaten kan een behandeling worden aanbevolen of gestart. Hoewel otoscopie een waardevol diagnostisch hulpmiddel is, kunnen sommige oorproblemen niet volledig worden gedetecteerd met alleen dit onderzoek. Vaak zijn aanvullende oor- en gehooronderzoeken nodig, zoals een
tympanometrie of een evenwichtsonderzoek.
Resultaten van het onderzoek van de gehoorgang
Normale resultaten
De gehoorgang varieert in grootte, vorm en kleur tussen patiënten. Normaal gezien heeft de gehoorgang een huidskleur en kunnen er kleine haartjes aanwezig zijn. Er kan geelbruine oorsmeer aanwezig zijn. Het trommelvlies heeft een lichtgrijze of glanzend parelwitte kleur, en het licht weerkaatst normaal op het oppervlak van het trommelvlies.
Abnormale resultaten
Kleine kinderen zijn vaak gevoelig voor
oorinfecties. Een doffe of afwezige lichtreflex van het trommelvlies kan wijzen op een middenoorinfectie of vocht in het middenoor. Bij een infectie kan het trommelvlies rood en uitpuilend zijn. Een amberkleurige vloeistof of luchtbellen achter het trommelvlies zijn vaak tekenen van vocht in het middenoor. Bij een buitenoorontsteking kan de patiënt pijn ervaren wanneer de arts aan de oorschelp trekt of deze beweegt. De gehoorgang kan rood en gezwollen zijn en gevuld met geelgroene pus.
Risico's van inwendig gehooronderzoek
Een risico van het onderzoek is dat een infectie van het ene oor naar het andere kan worden verspreid als de otoscoop niet goed wordt gereinigd. Er kan ook lichte irritatie optreden doordat het puntige uiteinde van de otoscoop het slijmvlies van de gehoorgang raakt. Dit kan worden voorkomen door de otoscoop langzaam en voorzichtig in de gehoorgang te plaatsen en te bewegen.
Nazorg en vervolgonderzoeken
Na een otoscopie kan het nodig zijn om vervolgonderzoeken te plannen, afhankelijk van de bevindingen. De arts kan aanbevelen om een vervolgafspraak te maken voor verdere evaluatie of behandeling. Ook kunnen aanvullende tests zoals een auditief hersenstamrespons (ABR) of gehoorscreening worden voorgesteld om een vollediger beeld te krijgen van de gehoorstatus en eventuele verdere problemen op te sporen.
Preventie van ooraandoeningen
Hoewel niet alle ooraandoeningen volledig te voorkomen zijn, kunnen de volgende maatregelen bijdragen aan het behoud van een goede oorgezondheid:
- Regelmatige controle: Laat je oren regelmatig controleren door een zorgverlener, vooral als je symptomen zoals pijn, afscheiding of gehoorverlies ervaart.
- Goede hygiëne: Houd de oren schoon, maar vermijd het gebruik van wattenstaafjes of andere voorwerpen die het oorsmeer verder kunnen duwen. Reinig de oren voorzichtig met een zachte doek aan de buitenkant.
- Bescherming: Bescherm je oren tegen extreme temperaturen en hard geluid. Draag oordopjes in lawaaierige omgevingen en gebruik gehoorbescherming bij het zwemmen of duiken.
- Gezonde levensstijl: Een gezonde levensstijl, inclusief een evenwichtig voedingspatroon en voldoende hydratatie, kan bijdragen aan de algemene gezondheid van de oren en het voorkomen van infecties.
Lees verder