Debridement: Verwijdering van dood weefsel uit wonde
Een debridement is een medische procedure waarbij de arts dood, beschadigd of geïnfecteerd weefsel verwijdert. Een schone wonde is namelijk nodig om de genezing van het resterende gezonde weefsel te bevorderen. Dit is mogelijk met behulp van diverse technieken, zoals een autolytische, biologische, chemische, chirurgische of mechanische verwijdering van het weefsel. De arts houdt bij de keuze van een debridement rekening met de specifieke wondpresentatie. Hij houdt hierbij rekening met factoren zoals andere aanwezige medische problemen, andere opties met een lager risico en het comfort en de wensen van de patiënt. De uitkomst van chronische wonden hangt af van de oorzaak. De meeste chronische wonden sluiten pas na diverse weken, maanden of zelfs jaren.
Epidemiologie
Debridement wordt vaak toegepast bij patiënten met chronische wonden die niet op andere behandelingen reageren. Chronische wonden zijn wonden die langer dan 12 weken aanhouden en vaak ontstaan bij patiënten met onderliggende aandoeningen zoals diabetes mellitus, vasculaire aandoeningen of langdurige immobilisatie. De frequentie van de toepassing van debridement is relatief hoog in ziekenhuizen en klinieken die gespecialiseerd zijn in wondzorg. Er zijn weinig exacte cijfers over de prevalentie, maar het is bekend dat de behoefte aan deze procedure toeneemt met de veroudering van de bevolking en de stijging van diabetesgerelateerde complicaties.
Oorzaken
Debridement wordt vaak ingezet bij wonden die zijn veroorzaakt door:
- trauma
- chirurgische ingrepen
- infecties
- brandwonden
- decubitusulcera
- tumoren
- infecties van de huid of het weke deel (bijvoorbeeld necrotiserende fasciitis)
Indicatie voor debridement
De arts gebruikt een debridement om dood en besmet materiaal uit de wonde te verwijderen zodat de wonde sneller herstelt. De arts zet de procedure meestal in om:
- een nette wondrand te creëren om littekens te verminderen
- een weefselmonster te krijgen voor testen en diagnose
- te helpen bij de genezing van zeer ernstige brandwonden of decubitus (doorligwonden)
- weefsel te verwijderen dat is besmet door bacteriën, vreemd weefsel, dode cellen of korstvorming
Risicofactoren
De risicofactoren voor het uitvoeren van een debridement omvatten:
- chronische ziekten zoals diabetes mellitus
- slechte wondgenezing
- immuunsysteemstoornissen
- langdurige bedrust of immobilisatie
- slecht voedingspatroon
- rokers
- personen met een verminderde bloedcirculatie
Symptomen
Patiënten die baat hebben bij een debridement kunnen de volgende symptomen vertonen:
- pijn of ongemak rond de wond
- roodheid en zwelling
- afscheiding van ongezond weefsel
- ongeneeslijke of langzaam genezende wonden
- afwezigheid van verbetering ondanks behandeling
- infectietekenen zoals koorts, pus of een slechte geur
Voor het verwijderen van ongezond weefsel
De arts voert eerst een lichamelijk onderzoek uit. Verder bekijkt en meet hij de wonde. Indien de patiënt onder volledige narcose moet zijn voor het debridement, moet hij nuchter naar het ziekenhuis komen. Voor bepaalde soorten debridement moet de patiënt vooraf reeds
pijnstilling nemen; de arts informeert de patiënt hierover. De patiënt mag dan niets eten of drinken na middernacht de nacht voordat de procedure doorgaat. Verder moet de patiënt een rit naar het ziekenhuis en ook achteraf naar huis regelen.
Duurtijd van verwijdering dood weefsel
De duur van de behandeling hangt af van het type debridement. Een chirurgisch debridement is de snelste methode. Een niet-chirurgisch debridement duurt twee à zes weken of langer.
Soorten debridement
Er zijn enkele soorten debridement die de arts vaak combineert.
Autolytisch debridement
Deze vorm van een debridement maakt gebruik van verbanden die wondvocht vasthouden. Hiermee wordt het natuurlijke vermogen van het lichaam ondersteund om de wonde te reinigen. Dit type verband zet de arts vaak in om decubitus (
doorligwonden) te behandelen. Dit proces kost meer tijd dan andere methoden. Bij een
wondinfectie of een snelle behandeling zet een arts geen autolytisch debridement in. Dit type debridement is een goede behandeling als het lichaam krachtigere behandelingen niet kan verdragen.
Biologisch debridement
Patiënten die een biologisch debridement krijgen, worden behandeld met levende organismen. De arts zet bijvoorbeeld steriele larven (maden) van de
Lucilia sericata-soort in om aanzienlijke hoeveelheden dood weefsel te verwijderen. Wanneer het ongezond weefsel zwart en droog is, is een
madenbehandeling niet bruikbaar.
Chemisch debridement (enzymatisch debridement)
De arts brengt een medicijn op de wonde aan. Vervolgens bedekt hij de wonde met een verband. De enzymen in het
medicijn zorgen ervoor dat het dode weefsel in de wonde oplost. Soms zijn wel meerdere behandelingen per dag vereist voor het verkrijgen van de meest effectieve resultaten. Aangezien een chemisch debridement vaak
pijn veroorzaakt, mag de patiënt vooraf reeds pijnstilling nemen.
Chirurgisch debridement
De arts voert een chirurgisch debridement uit met behulp van scalpels, pincetten, scharen en andere instrumenten. De arts gebruikt deze methode bij een grote wonde, diepe weefselschade of erg pijnlijke wonde. Daarnaast is een chirurgisch debridement noodzakelijk wanneer de arts de wonde moet verwijderen. Voorbeelden waarbij een chirurgisch debridement inzetbaar is, zijn
chemische brandwonden of
gangreen van Fournier (weefselversterf van en rond geslachtsorganen). De arts reinigt en desinfecteert de huid rond de wonde. De arts sondeert de wonde met een metalen instrument om de diepte te bepalen en eventuele vreemde materie te lokaliseren. De arts snijdt vervolgens dood weefsel weg. Hij spoelt de wonde om vrij weefsel te verwijderen. Soms zijn de grenzen van het probleemweefsel niet duidelijk gedefinieerd. Bij het uitsnijden van een tumor bevinden zich bijvoorbeeld mogelijk micrometastasen (kleine
uitzaaiingen) langs de tumorranden die dermate klein zijn dat de arts deze niet kan detecteren. Indien de arts deze echter niet verwijdert, kan dit mogelijk een terugval veroorzaken. In dergelijke omstandigheden opteert de arts om een deel van het omliggende gezonde weefsel te verwijderen, zodat de tumor volledig verwijderd wordt.
Mechanisch debridement
Een mechanisch debridement omvat verschillende methoden om dood of geïnfecteerd weefsel te verwijderen. De arts gebruikt een soort bubbelbad, een spuit en een katheter, of natte tot droge verbanden. De verbandmethode houdt in dat de arts eerst een nat verband op de wonde aanbrengt. Terwijl dit verband droogt, absorbeert het wondmateriaal. Het verband wordt vervolgens opnieuw vochtig gemaakt en verwijderd. Een deel van het weefsel komt dan los. Vaak gaat de verbandwissel gepaard met pijn en daarom neemt de patiënt pijnstillers voor de procedure.
Onmiddellijk na de procedure
De arts stuurt monsters van het verwijderde weefsel voor onderzoek naar een laboratorium. Wanneer de resultaten bekend zijn, bespreekt hij deze met de patiënt.
Verdoving en pijn bij en na procedure
Dankzij
lokale verdoving is het mogelijk om het gewonde gebied te verdoven. Bij een chirurgisch debridement is
algemene anesthesie nodig; de patiënt slaapt dan tijdens de procedure en heeft dan geen pijn. Vaak heeft de patiënt pijn tijdens het herstelproces. Hij mag hiervoor pijnstillers nemen.
Zorg na de ingreep/behandeling
Het genezingsproces van een behandelde wonde duurt soms enkele weken. Speciale wondzorg is nodig. Wanneer dit lastig of te complex is voor de patiënt, is verpleging noodzakelijk. De wonde en verbanden moeten steeds schoon en droog blijven.
Prognose
De prognose na een debridement hangt af van verschillende factoren zoals de ernst van de wond, de algehele gezondheid van de patiënt en de effectiviteit van de gebruikte debridementtechniek. Over het algemeen kunnen patiënten met een goede wondzorg en een passende behandeling een aanzienlijke verbetering verwachten. Chronische wonden kunnen echter langdurige genezing vereisen.
Roken verhoogt het risico op complicaties door een debridement /
Bron: Geralt, PixabayComplicaties van behandeling van wonde
Zelden ontstaan complicaties als gevolg van het verwijderen van dood weefsel, maar alle procedures brengen mogelijke risico’s met zich mee zoals pijn, bloedingen, een infectie, een
trage wondgenezing en de verwijdering van gezond weefsel bij een mechanisch debridement.
Factoren die het risico op complicaties verhogen, omvatten:
Preventie
Preventie van complicaties bij patiënten die een debridement ondergaan kan worden bevorderd door:
- het optimaliseren van de algehele gezondheid en voeding van de patiënt
- het vermijden van risicofactoren zoals roken en slechte wondzorg
- regelmatige controle van wonden door een zorgverlener
- het volgen van aanbevelingen voor wondverzorging en het gebruik van voorgeschreven medicijnen
Lees verder