Gramnegatieve bacterien: Oorzaak van bacteriële infecties
Gramnegatieve bacteriën zijn een specifiek type bacteriën met unieke eigenschappen. Ze zijn zoals de meeste bacteriën in staat om infecties in het hele lichaam te veroorzaken. Veel voorkomende infectieplaatsen zijn de longen, de urinewegen, de bloedbaan, het zenuwstelsel, de zachte weefsels en chirurgische wonden. Vaak treedt een infectie veroorzaakt door een gramnegatieve bacterie op in een instelling rond gezondheidszorg, zoals een ziekenhuis. Veel gramnegatieve bacteriën reageren niet meer op standaard antibiotica (antibioticaresistentie) waardoor de behandeling moeilijker verloopt. Dankzij enkele tips is het tot slot mogelijk om het risico op het oplopen van een gramnegatieve bacteriële infecties zo veel mogelijk te verlagen.
Wat is een gramnegatieve bacterie?
In de jaren 1800 ontwikkelde de Deense arts Hans Christian Gram (1853–1938) de gramkleuring. Dit is een methode voor het classificeren van verschillende soorten bacteriën. Hiervoor gebruikt de onderzoeker een chemisch proces dat bestaat uit anilinekleurstof, daarna met joodkaliumoplossing en ten slotte ontkleuring met alcohol van 96%. Vervolgens bekijkt hij door een microscoop wat het effect hiervan is op de beschermende celwand van de bacterie. De meeste bacteriën worden ingedeeld in twee groepen namelijk grampositief of gramnegatief. Grampositieve bacteriën behouden na de gramkleuring een paars gekleurde vlek, terwijl gramnegatieve bacteriën roze of rood lijken omdat de kleuring verloren gaat.
Veel voorkomende gramnegatieve bacteriën
Gramnegatieve bacteriën kunnen veel soorten infecties veroorzaken en worden op verschillende manieren naar de mens verspreid. Veel voorkomende gramnegatieve bacteriën en de infecties die ze veroorzaken, zijn onder meer:
- Acinetobacter: primaire bacteriëmie en sepsis (vaak bij gewonde soldaten)
- Bartonella henselae: kattenkrabziekte (huidletsels en gezwollen lymfeklieren)
- Bordetella pertussis: kinkhoest (hoesten en ademnood)
- Brucella: brucellose (griepachtige symptomen)
- Campylobacter: Campylobacter-infectie (hoofdzakelijk infecties van het spijsverteringskanaal met buikkrampen, koorts en diarree)
- Chlamydia trachomatis: chlamydia (symptomen aan genitaliën)
- Enterobacteriaceae: infecties van de urinewegen, de longen en de bloedbaan en voedselvergiftiging (zoals carbapenem-resistente Enterobacteriaceae, die zeer resistent zijn tegen antibiotica)
- Escherichia coli (E. coli): voedselvergiftiging, urineweginfecties, gastro-enteritis (buikgriep) en neonatale meningitis
- Francisella tularensis: tularemie (infectie door besmette wilde dieren)
- Haemophilus: meningitis, longontsteking, epiglottitis (levensbedreigende ontsteking van het strotklepje) en andere luchtweginfecties
- Klebsiella: infecties aan luchtwegen, urinewegen, lever, binnenoor, hersenvliezen (meninges) en evt. sepsis (bloedbaan)
- Legionella pneumophila: veteranenziekte, een ernstige longontsteking (legionellose)
- Mobiluncus: anaeroob gramnegatieve staafvormige bacterie die veel wordt aangetroffen in de vaginale flora bij bacteriële vaginose (stinkende afscheiding uit vagina)
- Moraxella: meningitis, dacryocystitis (traanzakontsteking van het oog) e.a.
- Neisseria gonorrhoeae: gonorroe, een seksueel overdraagbare aandoening
- Proteus: groep van gramnegatieve rottingsbacteriën, die in de darm voorkomen en onder bepaalde omstandigheden pathogeen kunnen worden zoals bij cystitis (blaasontsteking), pyelitis (nierbekkenontsteking), abcessen, otitis media (middenoorontsteking) e.a.
- Pseudomonas: long- en urineweginfecties
- Salmonella: salmonellose, gastro-enteritis, voedselvergiftiging, paratyfus A, B en C en typhus abdominalis
- Serratia: enteritis (darmslijmvliesontsteking), urineweginfecties (soms) en longinfecties (soms)
- Shigella: shigellose (diarree)
- Vibrio cholerae: cholera (braken en diarree)
- Yersinia pestis: de pest (wordt op mensen overgedragen door de beet van een geïnfecteerd insect of door een geïnfecteerd dier te hanteren)
Oorzaken van bacteriële infectie
Onbalans van bacteriën
In het hele lichaam bevinden zich bacteriën, ook op de huid en in de darmen. Wanneer de bacteriën in balans zijn, functioneert het lichaam goed. Wanneer een onbalans van de bacteriën ontstaat of wanneer bacteriën terechtkomen in gebieden waar geen bacteriën zijn, ontstaat mogelijk een bacteriële infectie. Een infectie komt tot stand wanneer grote hoeveelheden bacteriën aanwezig zijn, de bacteriën agressief zijn of het immuunsysteem verzwakt is.
Overdracht
Veel voorkomende manieren waarop bacteriën zich naar kwetsbare lichaamsdelen verplaatsen, zijn onder meer:
- contact met een patiënt die is of werd blootgesteld aan gramnegatieve bacteriën
- het gebruik van medische hulpmiddelen die in het lichaam terechtkomen, zoals een intraveneuze (via een ader) katheters of urinekatheters
- open wonden
Risicofactoren
Factoren die het risico op een infectie met een gramnegatieve bacterie een verhogen, zijn onder meer:
- dialyse voor een nierziekte, waaronder het regelmatig gebruik van intraveneuze lijnen of katheters
- een recente operatie
- een verzwakt immuunsysteem
- een ziekenhuisopname (ziekenhuisinfectie): des te langer het ziekenhuisverblijf, des te hoger het risico op een infectie met een gramnegatieve bacterie.
- het gebruik van een urinekatheter
- het gebruik van mechanische ventilator
- oorlogswonden
Symptomen
De symptomen van een gramnegatieve bacteriële infectie zijn afhankelijk van de locatie van de infectie.
Koorts is een veel voorkomend teken van een infectie.
Diagnose en onderzoeken
De patiënt moet de symptomen en
medische geschiedenis doorgeven aan de arts. Vervolgens voert hij een lichamelijk onderzoek uit bij de patiënt. De arts vermoedt reeds dat de patiënt lijdt aan een bacteriële infectie op basis van de symptomen. De arts neemt mogelijk een vloeistofmonster uit het verdachte gebied en laat dit vervolgens in een laboratorium onderzoeken om het specifieke type bacterie te identificeren dat de infectie veroorzaakt.
Volgende onderzoeken zijn mogelijk nodig:

Antibiotica behandelen bacteriële infecties veroorzaakt door gramnegatieve bacteriën /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling met antibiotica
De arts zet eerst antibiotica in die effectief zijn tegen een breed scala aan infecties (breedspectrumantibiotica) zoals
bètalactamantibiotica gevolgd door carbapenems. Het specifieke type antibioticum wijzigt mogelijk als de infectie niet reageert op het eerste antibioticum. Het kost ook tijd om de resultaten van een bacterietest te krijgen, omdat de bacteriën in het laboratorium moeten groeien. Gramnegatieve bacteriecellen worden beschermd door sterke wanden. Deze wanden maken het voor veel antibiotica moeilijk om de bacteriën te bestrijden. Gramnegatieve bacteriën hebben mogelijk ook andere afweermiddelen tegen antibiotica, zoals:
- extended spectrum betalactamase (ESBL): Dit is een chemische stof die bacteriën produceren en die voorkomen dat bepaalde antibiotica goed werken
- genetisch materiaal verkregen van andere bacteriën om hen te helpen weerstand te bieden aan antibiotica
Omdat gramnegatieve bacteriën antibiotica kunnen leren weerstaan, werken de huidige veelgebruikte antibiotica mogelijk niet. Sommige van deze infecties reageren soms op oudere soorten antibiotica die de arts tegenwoordig zelden inzet. De bacteriën zijn wellicht niet blootgesteld aan deze oudere antibiotica, dus er is weinig kans dat er
antibioticaresistentie is ontstaan. Oudere antibiotica zijn doorgaans wel giftiger (toxischer) dan de huidige medicijnen waardoor mogelijk meer ernstige bijwerkingen tot stand komen.
Prognose
Onbehandeld leiden gramnegatieve bacteriën vaak tot ernstige gezondheidscomplicaties waardoor patiënten komen te overlijden.

Een goede handhygiëne is noodzakelijk /
Bron: Gentle07, PixabayPreventie van infecties door gramnegatieve bacteriën
De verspreiding van gramnegatieve bacteriën vindt meestal plaats tijdens hand-tot-hand contact in een medische zorgomgeving. Tijdens een ziekenhuisopname neemt het personeel stappen om de kans op infecties te verminderen, zoals:
- de handen herhaaldelijk wassen (goede handhygiëne)
- handschoenen dragen (indien nodig)
- incisies (chirurgische insnijdingen) of wonden bedekt houden
- medische apparatuur zoals katheters of ventilatoren beschermen en het gebruik of de gebruiksduur beperken
Stappen die de kansen op infecties tijdens een ziekenhuisverblijf verminderen, zijn onder meer:
- antibiotica gebruiken wanneer dit medisch noodzakelijk is en de antibiotica correct gebruiken om de kans op antibioticaresistente te verlagen. Professionele zorgverleners nemen het best zorgvuldige beslissingen voordat ze antibiotica aanbevelen. Patiënten kunnen hun arts ook vragen waarom antibiotica aanbevolen zijn voor specifieke infecties.
- niet toestaan dat anderen de incisies of medische apparatuur aan het lichaam aanraken
- vaak de handen wassen en bezoekers en zorgverleners hetzelfde laten doen
- vragen waarom en hoe lang de invasieve apparatuur nodig is, zoals katheters of intubatie
Voor de meeste ziekenhuisinfecties veroorzaakt door gramnegatieve bacteriën zijn anno december 2019 geen vaccins beschikbaar.
Lees verder