Ohtahara-syndroom: Epileptische aanvallen bij baby’s
Het Ohtahara-syndroom (infantiele epileptische encefalopathie) is een uiterst zeldzame progressieve hersenaandoening waarbij een patiënt epileptische aanvallen ervaart die reeds vroeg in het leven tot stand komen. Naast de hardnekkige aanvallen komen nog andere symptomen tot uiting, zoals een ernstige mentale handicap. De behandeling verloopt ondersteunend, al is af en toe een operatie mogelijk. Over het algemeen zijn de vooruitzichten slecht, omdat de meeste patiënten al voor hun tweede verjaardag komen te overlijden. Overlevende patiënten hebben meestal ernstige beperkingen. De aandoening is tot slot vernoemd naar de Japanse neuroloog Shunsuke Ohtahara (1930-2013), die de ziekte voor het eerst in de medische literatuur beschreef in 1976.
Epidemiologie
De incidentie van het Ohtahara-syndroom bedraagt naar schatting 1/100.000 geboorten in Japan en 1/50.000 geboorten in het Verenigd Koninkrijk. Sinds het beschrijven van de aandoening zijn anno september 2024 circa honderd patiënten gemeld, maar mogelijk zijn meer patiënten bekend. Sommige
baby’s die met deze aandoening ter wereld komen en vroeg overlijden, krijgen niet altijd de diagnose van het Ohtahara-syndroom. Jongens zijn veel vaker dan meisjes getroffen door de hersenaandoening.
Oorzaken
Er is anno september 2024 geen bekende oorzaak van het Ohtahara-syndroom.
Hersenafwijking
In de meeste gevallen is er sprake van ernstige
hersenatrofie (krimpen van hersenweefsel) van beide hersenhelften.
Genetische mutaties (veranderingen)
Enkele genen zijn verder in verband gebracht met het Ohtahara-syndroom. Mogelijk resulteert de ziekte uit mutaties (wijzigingen) in bepaalde genen zoals onder andere:
- ARHGEF9
- ARX
- BRAT1
- CDKL5
- KCNQ2
- PCDH19
- PLCB1
- PNKP
- SCN2A
- SCN8A
- SLC25A22
- SPTAN1
- ST3GAL3
- STXBP1
- TBC1D24
Mogelijk zijn ook nog meerdere mutaties in genen betrokken bij de totstandkoming van de hersenziekte.
Metabole oorzaken leiden soms ook tot de aandoening, zoals onder andere:
- carnitinepalmitoyltransferasedeficiëntie
- mitochondriale aandoeningen
- niet-ketotische hyperglyinemie
- pyridoxine / pyridoxal-5-fosfaataandoeningen
Risicofactoren
Er zijn geen specifieke risicofactoren bekend voor het Ohtahara-syndroom. De aandoening lijkt een genetische en metabole basis te hebben, en het risico kan verhoogd zijn bij families met een geschiedenis van genetische afwijkingen of metabole aandoeningen. Omdat de aandoening zo zeldzaam is, zijn de exacte risicofactoren moeilijk te identificeren. Het risico kan verhoogd zijn door het bestaan van genetische mutaties of metabole stoornissen die verband houden met de aandoening.
Symptomen
Epileptische aanvallen
Het Ohtahara-syndroom veroorzaakt reeds in de eerste drie levensmaanden
epileptische aanvallen wanneer een baby slaapt of wakker is. Meestal verschijnen de aanvallen zelfs al in de eerste tien dagen. De epileptische aanvallen doen zich meestal voor als tonische aanvallen (een gegeneraliseerde aanval waarbij de ledematen plotseling stijf worden). Andere soorten aanvallen die optreden, zijn onder andere partiële aanvallen, clusters van infantiele spasmen en sporadisch ook myoclonische aanvallen.
Andere tekenen
Naast epileptische aanvallen vertonen kinderen met het Ohtahara-syndroom ernstige mentale en fysieke beperkingen. Hoewel de geboortegeschiedenis en de hoofdgrootte van baby's normaal is, komen sommige baby’s met
microcefalie (te klein hoofd) ter wereld. Bij bepaalde genetische varianten komen extra tekenen tot stand, zoals dyskinetische bewegingen en een atypisch uiterlijk van het
Rett-syndroom, zoals bijvoorbeeld
ataxie (coördinatieproblemen), diplegie,
dystonie (bewegingsstoornis), hemiplegie, spierstijfheid,
tetraplegie (
verlamming van vier ledematen en romp), tonische aanvallen,
spasmen en
verwijde pupillen.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen van het Ohtahara-syndroom zijn onder andere:
- plotselinge en ernstige epileptische aanvallen
- snelle achteruitgang in motorische en cognitieve functies
- verlies van controle over de lichaamsbewegingen
- ernstige spierspanning en -stijfheid
- ongewone bewegingen of spiersamentrekkingen
- verlies van ontwikkelingsmijlpalen
Diagnose en onderzoeken
Baby's vertonen meestal ernstige ontwikkelingsproblemen. Een abnormaal
neurologisch onderzoek levert afwijkende resultaten op, zelfs voordat de aanvallen beginnen. De diagnose van het Ohtahara-syndroom is gebaseerd op de klinische presentatie en op de resultaten van een
elektro-encefalografie (hersenfilmpje). Hierop zijn typische patronen op basis van het tijdstip van de aanvang te zien.
Behandeling
De arts zet anticonvulsiva (
medicijnen tegen aanvallen) en
glucocorticoïde steroïden in om de aanvallen onder controle te krijgen, maar hun effectiviteit is beperkt. De meeste therapieën zijn ondersteunend en richten zich op het aanpakken van de symptomen en het verbeteren van het dagelijks leven. Wanneer focale hersenletsels aanwezig zijn, voert de arts soms een operatie (neurochirurgie) uit. Verder verminderen de abnormale spierspanning en de
maag- of
longproblemen mogelijk door het volgen van een ketogeen dieet.
Prognose
De motorische en cognitieve problemen verergeren naarmate de aanvallen toenemen. Veel kinderen komen voor het derde levensjaar te overlijden als gevolg van het Ohtahara-syndroom. Gezinsleden van zuigelingen met het Ohtahara-syndroom krijgen overleg met een palliatief zorgteam, omdat de symptomen verergeren of anders ernstige tekenen tot stand kunnen komen.
De helft van de getroffen patiënten sterft voor tweejarige leeftijd. Patiënten komen vaak te overlijden als gevolg van een overbelasting door de epileptische activiteit, een
longontsteking of andere complicaties door motorische handicaps. Overlevende patiënten hebben fysieke en cognitieve beperkingen, waardoor ze afhankelijk zijn van hun verzorger voor ondersteuning. Ze kampen daarnaast met overmatige
vermoeidheid, voedingsproblemen, borstinfecties en een vertraagde ontwikkeling. Veel overlevende patiënten met het Ohtahara-syndroom evolueren uiteindelijk naar andere epileptische stoornissen, zoals het West-syndroom en het
Lennox-Gastaut syndroom. De vooruitzichten op een herstel van het Ohtahara-syndroom na neurochirurgie zijn soms wel gunstig, waarbij patiënten zelfs een ‘inhaalslag’ ervaren in hun ontwikkeling.
Complicaties
Complicaties van het Ohtahara-syndroom zijn ernstig en divers. Deze omvatten onder andere:
- verergering van epileptische aanvallen
- vertraagde ontwikkeling van motorische vaardigheden en cognitieve functies
- longontsteking
- voedingsproblemen door slikstoornissen
- risico op evolutie naar andere epilepsiesyndromen, zoals West- of Lennox-Gastaut syndroom
Preventie
Er is geen bekende manier om het Ohtahara-syndroom te voorkomen. Gezien het genetische en metabole karakter van de aandoening, is genetisch advies echter van belang voor families met een verhoogd risico. Regelmatige medische opvolging en vroegtijdige behandeling kunnen mogelijk de symptomen beheersen en de kwaliteit van leven verbeteren.
Lees verder