Hypochondrie (ziektevrees)
Hypochondrie is één van de 7 somatoforme stoornissen die door de DSM-IV worden onderscheiden. Kenmerkend voor hypochondrie is een onrealistische angst voor het hebben van een ernstige lichamelijke ziekte, ondanks het feit dat medisch onderzoek het tegendeel bewijst en geruststelling wordt geboden. In dit artikel wordt beschreven wat een somatoforme stoornis is, wat hypochondrie is en wat de eventuele behandeling is.
Indeling
Somatoforme stoornissen behoren tot de psychiatrische stoornissen. Somatoforme stoornissen hebben als kenmerk dat er sprake is van aanhoudende lichamelijke klachten of zorgen over lichamelijke klachten, die niet volledig verklaard kunnen worden door een lichamelijke aandoening of een andere psychiatrische stoornis. Dit is een groep stoornissen waarbij de medische kennis te kort schiet.
Onbegrepen klachten
Onbegrepen lichamelijke klachten komen zeer veel voor. Ongeveer 80% van de Nederlandse bevolking heeft minstens 1 onbegrepen lichamelijke klacht per week. Toch is er lang niet in al deze gevallen sprake van een somatoforme stoornis. Vaak gaan de klachten weer over zonder dat mensen zich daar bewust van zijn. Bij een kleine groep mensen blijven de onbegrepen klachten langer bestaan, hebben zij een negatieve invloed op het leven en het functioneren en leiden uiteindelijk tot een bezoek aan de huisarts. Na voldoende onderzoek leidt geruststelling bij een groot deel van deze groep mensen tot een afname van de zorgen. Bij een klein deel van deze groep mensen blijven de klachten en de zorgen hierover bestaan. Sommige mensen zoeken geruststelling en gaan bepaalde activiteiten (zoals sport) vermijden uit angst dat de klachten hierdoor verergeren. Als het leven van iemand negatief wordt beïnvloed door deze symptomen is er een aanwijzing dat er sprake is van een somatoforme stoornis.
Zeer belangrijk om te vermelden is dat er bij somatoforme stoornissen wel degelijk klachten zijn. Deze klachten zijn zelfs zo ernstig dat zij het leven en iemands functioneren sterk beïnvloeden. Hoewel er geen lichamelijke oorzaak en direct lichamelijk gevaar gevonden kunnen worden, moeten deze klachten zeer serieus worden genomen. De klachten kunnen namelijk een ernstig beperkende factor zijn in iemands leven.
Wat is hypochondrie?
Hypochondrie is een preoccupatie met of een overmatige angst voor het hebben van een ernstige lichamelijke ziekte, ondanks medisch onderzoek dat het tegendeel bewijst en geruststelling. De aandoening wordt daarom ook wel ziektevrees genoemd. Mensen zijn bang dat ze de ziekte hebben en raken hier met de tijd steeds meer van overtuigd. Mensen met hypochondrie bezoeken vaak een arts om geruststelling te zoeken. Deze geruststelling is dan een periode effectief, maar na verloop van tijd bezoeken zij toch weer een arts uit ongerustheid. Vaak controleren mensen met hypochondrie hun lichaam vanwege deze ongerustheid. Andere mensen met hypochondrie vermijden situaties die de angst uitlokken of verergeren, zoals bijvoorbeeld het kijken naar medische televisieprogramma's. Bij hypochondrie is er vaak een angst voor kanker. Hypochondrie komt voor bij 0,2-0,8% van de bevolking.
Onderscheid met andere angsten
Hypochondrie moet goed onderscheiden worden van de
specifieke fobie, hierbij is iemand namelijk angstig om een ziekte op te lopen. Bij hypochondrie is er sprake van angst (en veelal overtuiging) dat er een ziekte aanwezig is. Hypochondrie moet ook niet worden verward met een
paniekstoornis. De angsten bij hypochondrie hebben vaak betrekking op de toekomst. Mensen met hypochondrie denken minder vaak dat ze acute, catastrofale ziektes hebben, maar eerder ziektes met een chronisch beloop zoals kanker en AIDS.
Ontstaanswijze
Hier heerst nog steeds discussie over. In de voorgeschiedenis lijken ziektes tijdens de jeugd, ervaring met ziekte bij een gezinslid en een lage pijndrempel vaker voor te komen bij mensen die hypochondrie ontwikkelen.
Wanneer is er sprake van hypochondrie?
De DSM-IV is een handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen. Dit boek wordt wereldwijd als standaard in de psychiatrische diagnostiek gebruikt. De DSM-IV heeft de diagnostische criteria voor hypochondrie als volgt omschreven:
- A. Preoccupatie met de angst een ernstige ziekte te hebben op basis van een onjuiste interpretatie van lichamelijke symptomen.
- B. De preoccupatie blijft bestaan ondanks toepasselijke medische evaluatie en geruststelling.
- C. De preoccupatie uit criterium A heeft niet de vorm van een waan (zoals bij een waanstoornis van het somatische type) en blijft niet beperkt tot aangegeven zorgen over het uiterlijk (zoals bij morfodysforie).
- D. De preoccupatie veroorzaakt klinisch duidelijk lijden of problemen in de sociale omgang, op het werk of op andere belangrijke terreinen.
- E. De duur van de stoornis is minimaal zes maanden.
- F. De preoccupatie treedt niet uitsluitend op als onderdeel van de gegeneraliseerde angststoornis, obsessief-compulsieve stoornis, paniekstoornis, een depressieve episode, separatieangst of een andere somatoforme stoornis.
- Voordat de diagnose hypochondrie gesteld kan worden moet een lichamelijke oorzaak eerst correct worden uitgesloten.
Behandeling
Psycho-educatie (voorlichting over de aandoening) is de eerste stap. Hierbij wordt uitleg gegeven over de ontstaanswijze van de hyochondrie en de behandelopties worden besproken. Naast geruststelling wordt vaak psychotherapie toegepast.
Psychotherapie
Het meeste onderzoek op dit gebied is gedaan naar
cognitieve gedragstherapie (CGT), dit is de eerste keuze binnen de behandelingen. CGT richt zich op het denken en het daaruit voortkomende gedrag van de patiënt. Er wordt inzicht verkregen in de gedachten en het gedrag van de patiënt en in de sessies wordt aandacht besteed aan de onderliggende redenen voor dit gedrag. Aan de hand hiervan wordt gewerkt aan het doorbreken van het negatieve patroon.
Medicamenteuze behandeling
Er zijn goede resultaten behaald met
antidepressiva uit de categorie specifieke serotonine heropnameremmers (SSRI’s) en uit de categorie tricyclische antidepressiva (TCA’s).
Lees verder