Klaplong: symptomen, behandeling en herstel (pneumothorax)
Een klaplong ontstaat door een ophoping van lucht in de pleuraholte, dat is de ruimte die bestaat tussen de beide longbladen (pleurae). Als de negatieve druk wegvalt in deze ruimte, klapt de elastische long in elkaar waardoor deze geen zuurstof meer kan opnemen. De long kan geheel of gedeeltelijk inklappen. Een klaplong ontstaat plotseling, waarbij er ineens pijn aan één kant van de borstkas ontstaat. Er kunnen ook benauwdheidsklachten ontstaan als de klaplong geheel is. Daarnaast kan je last krijgen van een plotselinge scherpe pijn bij het ademen, snelle ademhaling en een verhoogde hartslag. In sommige gevallen kan een klaplong veroorzaakt worden door een scheur in de longweefsels, waardoor lucht ontsnapt naar de pleuraholte. De diagnose wordt gesteld op basis van medische beeldvorming, zoals röntgenfoto's of een CT-scan, om de omvang en locatie van de luchtophoping te beoordelen. Behandelingsopties variëren van observatie bij kleine klaplongen tot het plaatsen van een slangetje.
Wat is een klaplong?
Tijdens een ontspannen zondagochtend voelde Tim plotseling een scherpe, stekende pijn aan de rechterkant van zijn borstkas, alsof iemand een prik in zijn long had gegeven. De pijn werd alleen maar erger als hij probeerde diep adem te halen, en al snel merkte hij dat zelfs normale ademhaling lastig werd. Toen hij uiteindelijk naar de eerste hulp ging, kreeg hij de diagnose die hij nooit had verwacht: een spontane klaplong.
Longen
De medische benaming voor klaplong is
pneumothorax. Dit betekent letterlijk: lucht in de borstholte. Bij een klaplong zit er lucht tussen de long en de borstkaswand.
De beide longen zijn omgeven door een dubbel vlies:
- het borstvlies (het buitenste blad); en
- het longvlies (het binnenste blad).
Long is voor een deel of helemaal ingeklapt
De ruimte tussen de beide vliezen wordt de pleuraholte genoemd. Deze ruimte is luchtdicht afgesloten (vacuüm), maar bevat wel een dun laagje vocht, het pleuravocht. De druk in de pleuraholte is door de luchtdichte afsluiting negatief, waardoor de longen zich helemaal kunnen ontplooien en alle bewegingen van de borstkas en het
middenrif kunnen volgen. Wanneer er tussen het longvlies en het borstvlies lucht komt, spreekt men van een klaplong. Dit kan worden veroorzaakt doordat er een gaatje in het longvlies en/of het borstvlies is ontstaan. Hierdoor komt er lucht in de pleuraholte en wordt het vacuüm opgeheven. Een deel van de long of de hele long klapt dan in. Dit leidt tot pijn op de borst en
benauwdheid.
Epidemiologie van een klaplong
Een klaplong, of pneumothorax, ontstaat wanneer er lucht ontsnapt in de pleuraholte, de ruimte tussen de longen en borstwand, waardoor de long gedeeltelijk of volledig inklapt. Hoewel een klaplong op elke leeftijd kan optreden en beide geslachten treft, zijn bepaalde groepen en omgevingsfactoren meer risicovol. Hier volgt een uitgebreide blik op de epidemiologie van een klaplong, met specifieke aandacht voor geslacht, leeftijd, klimaat, genetica en geografische verschillen.
Geslachtsverschillen: mannen versus vrouwen
Een klaplong komt wereldwijd vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Mannen hebben, afhankelijk van de populatie, ongeveer een driemaal hogere kans op een spontane klaplong.
- Mannen: Bij mannen komt een klaplong voornamelijk voor in de vorm van een spontane pneumothorax, zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak. Het komt vaker voor bij jongere mannen tussen 20 en 30 jaar die lang en slank zijn, waarbij anatomische verschillen een rol spelen. In Nederland bijvoorbeeld, treft een spontane klaplong jaarlijks ongeveer 10 tot 20 op de 100.000 mannen, wat neerkomt op honderden gevallen per jaar.
- Vrouwen: Bij vrouwen treedt een klaplong iets minder vaak op. Bij hen komt het vaak voor in specifieke contexten zoals bij bepaalde aandoeningen, bijvoorbeeld catameniale pneumothorax, een zeldzame vorm van klaplong die gerelateerd is aan de menstruatiecyclus en endometriose in de borstkas. Vrouwen hebben een lagere incidentie van spontane pneumothorax dan mannen, met 2-6 op de 100.000 per jaar in Nederland.
Leeftijd en prevalentie: kinderen versus volwassenen
Leeftijd speelt een aanzienlijke rol in het risico op een klaplong.
- Kinderen: Een klaplong bij kinderen komt relatief zelden voor en is meestal het gevolg van een trauma, zoals een val of een ongeval. In zeldzame gevallen kan een pneumothorax ook ontstaan door een aangeboren longafwijking, zoals cystische fibrose of aangeboren longcysten. Bij kinderen is de incidentie laag, met ongeveer 1 op de 100.000.
- Volwassenen: Bij volwassenen, vooral jongere volwassenen tussen 20 en 30 jaar, komt een klaplong vaker voor, vooral bij mensen met een lange, slanke lichaamsbouw. Onder volwassenen boven de 60 komt een secundaire klaplong vaker voor en wordt deze vaak geassocieerd met longziekten zoals COPD of longemfyseem. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 300 tot 500 volwassenen een spontane pneumothorax, waarvan een groot deel onder jongere mannen valt.
Klimaat en omgevingsfactoren
Klimaat en hoogte kunnen een invloed hebben op het optreden van een klaplong.
- Hoge hoogte: Mensen die zich op grote hoogte bevinden, zoals bergbeklimmers of piloten, lopen een hoger risico op een pneumothorax door de lagere luchtdruk op grotere hoogten. Deze verandering in druk kan leiden tot de vorming van blazen op de longen (blebs) die kunnen scheuren. Bergbeklimmers in de Alpen en Himalaya hebben een verhoogde kans op een spontane pneumothorax, met rapportages die wijzen op enkele gevallen per 1000 actieve klimmers.
- Diepzeeduiken en duikincidenten: Bij diepzeeduiken kan een plotselinge verandering in druk tijdens het opstijgen leiden tot overdruk in de longen, wat resulteert in een barotrauma en mogelijk een klaplong. Deze risicofactor is van belang in kustgebieden met een duikgemeenschap, zoals de Nederlandse en Belgische kust.
Genetische aanleg en familiale geschiedenis
Genetische factoren spelen een rol in het risico op een klaplong. Een familiegeschiedenis van klaplong vergroot het risico aanzienlijk.
- Genetische aandoeningen: Bepaalde genetische aandoeningen, zoals het Marfan-syndroom en het Ehlers-Danlos-syndroom, verhogen de kans op een klaplong. Marfan-syndroom, gekenmerkt door een lange, slanke lichaamsbouw en een zwakkere bindweefselstructuur, vergroot het risico op blazen op de longen (blebs) die kunnen scheuren en leiden tot een klaplong. Bij mensen met een genetische aanleg voor longblaasjes, zoals bij het Marfan-syndroom, komt een spontane pneumothorax tot wel 15% vaker voor dan in de algemene bevolking.
- Familiale spontane pneumothorax: Bij mensen met een directe familielid met een geschiedenis van spontane pneumothorax is de kans groter dat ze zelf ook een klaplong ontwikkelen, vaak door een erfelijke aanleg voor longblaasjes of verzwakte longweefsels.
Geografische verschillen: Nederland, Nederlandse Cariben, België en wereldwijd
Geografische locatie en omgevingsfactoren beïnvloeden de incidentie van een klaplong. Ook de beschikbaarheid van gezondheidszorg speelt een rol in hoe snel en effectief een klaplong wordt behandeld.
- Nederland en België: In Nederland en België komt een klaplong regelmatig voor, met een schatting van 15 op de 100.000 inwoners per jaar. Jongere mannen en ouderen met longproblemen vormen de grootste groepen. In landelijke gebieden waar minder specialistische zorg direct beschikbaar is, kan de behandeling van een klaplong complexer zijn.
- Nederlandse Caribische eilanden: Op de Nederlandse Caribische eilanden, zoals Aruba en Curaçao, komt een klaplong relatief minder vaak voor, hoewel er gevallen zijn onder de duikgemeenschap vanwege drukverschillen bij duiken. Diepzeeduiken is hier een populaire activiteit en brengt risico’s met zich mee voor barotrauma, vooral bij minder ervaren duikers.
- Wereldwijd: Wereldwijd zijn klaplongincidenten vooral gerapporteerd in gebieden waar risicovolle activiteiten, zoals diepzeeduiken of bergbeklimmen, veel voorkomen. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, komt een klaplong jaarlijks voor bij ongeveer 20 op de 100.000 mannen en 7 op de 100.000 vrouwen. Aziatische mannen hebben een verhoogd risico, mogelijk door een genetische neiging tot een slanke, lange lichaamsbouw, vergelijkbaar met het Marfan-syndroom.
Oorzaken van een klaplong
Spontane en niet-spontane klaplong
Vaak is er geen duidelijke oorzaak voor het ontstaan van een klaplong. Dit wordt een spontake klaplong genoemd. Een spontane klaplong komt dikwijls door een scheurtje in een zwakke plek in de longblaasjes. Zo'n zwakke plek komt bijvoorbeeld door een ontsteking, een afwijking of een longziekte. Bij een spontane klaplong is alleen het longvlies kapot. De niet-spontane klaplong heeft een uitwendige oorzaak en daarbij zal het borstvlies, maar vaak ook het longvlies kapot zijn.
De niet-spontane klaplong kan weer worden onderverdeeld in:
- Traumatische pneumothorax: als gevolg van een ongeval kunnen zowel het longvlies als het borstvlies of beide vliezen doorboord zijn.
- Een iatrogene pneumothorax: een pneumothorax veroorzaakt door een medische ingreep.
De spontane klaplong kent de volgende onderverdeling:
- Primaire (of idiopathische) spontane pneumothorax: hierbij is de oorzaak zijn nog niet geheel duidelijk.
- Secundaire spontane pneumothorax: deze is een gevolg van een ziekte of een afwijking aan de weefsels, m.a.w. er is sprake van onderliggend longlijden.
Mogelijke oorzaken
Een klaplong, ook wel pneumothorax genoemd, kan verschillende oorzaken hebben en wordt doorgaans onderverdeeld in spontane en niet-spontane typen. Deze indeling helpt artsen om de oorzaak en behandeling van een klaplong beter te begrijpen en in te schatten.
Spontane klaplong
Een spontane klaplong ontstaat zonder directe oorzaak, maar kan voorkomen bij mensen met bepaalde anatomische en fysiologische kenmerken.
- Primaire spontane klaplong: Een primaire spontane klaplong treedt op zonder een duidelijke oorzaak of longziekte. Meestal komt deze voor bij jonge, lange, slanke mannen. Bij deze groep is het risico op spontane pneumothorax groter door de anatomie van de longen en borstkas, die vatbaarder zijn voor blaasjes (blebs) op de longen. Bij een plotselinge beweging of diepe ademhaling kunnen deze blebs barsten en een klaplong veroorzaken.
- Secundaire spontane klaplong: Een secundaire spontane klaplong is een complicatie van onderliggende longaandoeningen, zoals COPD, astma, of longfibrose. Mensen met deze aandoeningen hebben vaak zwakke plekken in het longweefsel, die vatbaar zijn voor scheuren. Bij een secundaire spontane klaplong ontstaat het risico door de combinatie van zwak longweefsel en verhoogde druk op de longen door bijvoorbeeld hoesten of inspanning.
Niet-spontane klaplong
Een niet-spontane klaplong wordt veroorzaakt door fysieke trauma’s of medische ingrepen.
- Traumatische klaplong: Dit type klaplong ontstaat door letsel aan de borstkas, zoals bij een messteek, schotwond, of gebroken ribben na een ongeval. Wanneer een gebroken rib door de longwand steekt, ontsnapt er lucht naar de pleuraholte, waardoor de long gedeeltelijk of volledig kan inklappen. Traumatische klaplong komt vaker voor bij mensen die deelnemen aan risicovolle sporten of bij verkeersongevallen.
- Iatrogene klaplong: Een iatrogene klaplong is het gevolg van medische procedures, zoals een operatie aan de borstkas, longbiopsie, of het plaatsen van een centrale lijn in de borst. Deze proceduregerelateerde klaplong kan optreden wanneer de longwand per ongeluk wordt beschadigd. Hoewel zeldzaam, is dit type klaplong meestal goed te behandelen zodra de luchtstroom in de pleuraholte wordt gestopt.
Risicofactoren
Risicofactoren voor een spontane klaplong zijn:
- Geslacht: in het algemeen lopen mannen meer kans op een klaplong dan vrouwen.
- Roken: het risico op een spontane klaplong is bij rokers groter dan bij niet-rokers.
- Jongemannen met een lange magere lichaamsbouw, hebben een verhoogd risico op een spontane klaplong.
- Mensen met een onderliggende longaandoening hebben meer kans op een spontane klaplong.
- Het reeds hebben gehad van een spontane klaplong vergroot de kans op een herhaling ervan.
- Mensen die forse drukverhogende momenten doormaken (bijvoorbeeld duikers), lopen meer risico op het krijgen van een spontane klaplong.
- Erfelijkheid: Genetische factoren lijken een rol te kunnen spelen bij de vatbaarheid voor een spontane klaplong. Als er gevallen van klaplongen in de familie zijn, kan het individuele risico erop toenemen.
- Lichamelijke activiteit: Intensieve fysieke activiteit, vooral die met plotselinge en krachtige bewegingen, verhoogt het risico op een spontane klaplong.
- Luchtweginfecties: Het hebben van een luchtweginfectie kan het risico op een spontane klaplong verhogen, omdat het de luchtdruk in de longen kan beïnvloeden.
- Verwondingen aan de borstkas: Trauma aan de borstkas, zoals een gebroken rib of een ander letsel, kan het risico op een klaplong vergroten.
Symptomen van een klaplong
De symptomen van een klaplong zijn:
- Pijn op de borst: plotselinge, stekende, scherpe pijn op de borst aan de kant van de aangetaste long. Deze pijn komt niet voor ter hoogte van het borstbeen en de pijn verergert niet bij in- en uitademen.
- Kortademigheid: mild of ernstig, afhankelijk van de mate waarin de long is ingeklapt en of er een longziekte aan de klaplong ten grondslag ligt.
Een
droge hoest kan ook voorkomen, maar
bloed ophoesten komt slechts zelden voor. Soms wordt er een borrelend gevoel in de borstkas waargenomen. Ook kan de patiënt last hebben van pijn in de nek, de schouder of de buik. Omdat het lichaam zich instelt op het ademen op de gezonde long, verbeteren de klachten vaak na enige tijd. Het kan zelfs voorkomen dat een patiënt het niet eens doorheeft dat hij een klaplong heeft opgelopen.
Arts onderzoekt patiënt met stethoscoop /
Bron: Monkey Business Images/ShutterstockOnderzoek en diagnose
Stel je voor: je bent lekker bezig met je dagelijkse bezigheden, tot er ineens een scherpe pijn in je borst schiet. Het ademen voelt als een onmogelijke taak en je hebt het idee dat je longen niet helemaal meewerken. Wat nu? Tijd om naar de huisarts of het ziekenhuis te gaan, want dit zou zomaar een klaplong kunnen zijn! Maar hoe stellen ze die diagnose eigenlijk?
Een gesprek met de arts
De arts begint met een uitgebreid vraaggesprek, want jouw verhaal is de eerste sleutel tot de juiste diagnose. “Wanneer begon de pijn?” en “Had je last van kortademigheid?” zijn typische vragen die je kunt verwachten. Ook vraagt de arts naar eventuele eerdere longproblemen, recente verwondingen of operaties, en zelfs je leefstijl. Rook je? Doe je aan duiken of bergbeklimmen? Dit soort details kunnen aanwijzingen geven over de mogelijke oorzaak van de klaplong. Neem het voorbeeld van Peter, een fanatieke mountainbiker die na een flinke valpartij moeite kreeg met ademhalen. Dankzij een goede beschrijving van zijn klachten en recente activiteit kon de arts al snel op het juiste spoor komen.
Het lichamelijk onderzoek: luisteren, voelen, kloppen
Daarna volgt een lichamelijk onderzoek. De arts pakt de stethoscoop erbij en gaat luisteren naar je longen. Bij een klaplong klinkt er vaak minder
ademgeruis aan de kant waar de long is ingeklapt. Vervolgens wordt er op de borstwand geklopt: een klaplong kan namelijk een 'hol' geluid veroorzaken doordat er lucht in de borstholte zit. De arts kan ook voelen of er sprake is van een ‘subcutaan emfyseem’, een krakend gevoel onder de huid dat kan ontstaan door lucht die uit de long is ontsnapt.
De foto’s zeggen alles: röntgenfoto of CT-scan
Als de arts vermoedt dat je een klaplong hebt, is het tijd voor beeldvorming. Een röntgenfoto van de borstkas is de meest gangbare manier om te kijken of er daadwerkelijk sprake is van een klaplong. Op de röntgenfoto is duidelijk te zien of de long is ingeklapt en hoeveel lucht er in de borstholte zit. Het is als het ware een foto van je borstkas die onthult of je long netjes op zijn plek zit, of dat er iets mis is.
In sommige gevallen, bijvoorbeeld als de röntgenfoto onduidelijk is of als de arts meer details nodig heeft, wordt er een CT-scan gemaakt. Dit is een geavanceerdere scan die gedetailleerdere beelden van de borstkas kan geven. Neem het voorbeeld van Marijke, die een kleine klaplong had. De röntgenfoto gaf niet genoeg informatie, maar dankzij de CT-scan kon de arts precies zien wat er aan de hand was en wat voor behandeling nodig was.
Bloedonderzoek en saturatiemeting
De arts kan ook bloedonderzoek doen om te kijken naar je zuurstof- en kooldioxidegehalte. Een klaplong kan de zuurstofopname in het lichaam verstoren, wat op zijn beurt voor duizeligheid, vermoeidheid en zelfs flauwvallen kan zorgen. Een saturatiemeter – dat knijpertje dat op je vinger gaat – meet de zuurstofverzadiging in je bloed. Dit geeft de arts direct inzicht in hoe goed je longen op dat moment functioneren. Is je zuurstofgehalte te laag? Dan kan er sneller actie ondernomen worden om je ademhaling te ondersteunen.
Verduidelijking van de ernst: hoeveel is de long ingeklapt?
Eenmaal de diagnose 'klaplong' gesteld, wil de arts ook weten hoe groot de klaplong is. Is er sprake van een kleine inkapping of is de long volledig ingestort? Dit bepaalt de volgende stappen in je behandeling. Soms is rust voldoende, terwijl in andere gevallen een operatie nodig kan zijn. De precieze aanpak hangt af van de beelden en de ernst van je klachten.
Met al deze informatie kan de arts een plan van aanpak maken. Het klinkt als een uitgebreide speurtocht, en dat is het eigenlijk ook. Van luisteren naar je verhaal tot het maken van scans: het draait allemaal om het vinden van de juiste oplossing, zodat jij weer vrij en voluit kunt ademen!
Behandeling van een klaplong
Afwachtend beleid
De behandeling is afhankelijk van de ernst van de klaplong. Bij een gedeeltelijk klaplong wordt meestal afgewacht, aangezien in veel gevallen spontaan herstel optreedt. Spontane genezing vindt vaak binnen een aantal dagen plaats: als het lek is genezen, zal de lucht geleidelijk door het lichaam worden geabsorbeerd, waarbij de long zich weer ontplooit.
Slangetje in de borstholte en plakken van de long
Wanneer spontaan herstel uitblijft of als de klaplong totaal is, wordt de lucht uit de borstholte afgezogen door het aanbrengen van een slangetje in de borstholte waar een pompje aan is verbonden. Als het gat in de long spontaan is genezen, kan het slangetje verwijderd worden. Wanneer dit niet het gewenste resultaat oplevert zal vaak gekozen worden voor het plakken van de long (pleurodese). Hierbij wordt een stofje in de borstkas ingespoten die een steriele ontstekingsreactie veroorzaakt, als gevolg waarvan het longvlies met de borstwand verkleefd en de long nooit meer kan inklappen.
Zuurstoftoediening
Bij sommige patiënten met een gedeeltelijke klaplong kan zuurstoftoediening nuttig zijn. Door extra zuurstof toe te dienen, kan het lichaam sneller de lucht die in de borstholte lekt absorberen. Dit versnelt het herstelproces en vermindert de kans op complicaties. Denk bijvoorbeeld aan mensen die al last hebben van longproblemen, zoals COPD, of aan rokers die een lagere longcapaciteit hebben.
Vacuümflessen voor snellere afzuiging
Naast het slangetje dat in de borstholte wordt aangebracht, kan soms ook een vacuümfles worden gebruikt. Deze flessen creëren een constante negatieve druk, die de lucht uit de borstholte sneller afzuigt. Dit kan vooral nuttig zijn bij patiënten met een hardnekkige klaplong, waarbij het gebruik van een gewoon slangetje niet snel genoeg effect heeft.
Operatieve ingreep: video-geassisteerde thoracoscopie (VATS)
Wanneer er sprake is van een terugkerende of ernstige klaplong, kan een operatie noodzakelijk zijn. Een van de meest gebruikte technieken is de video-geassisteerde thoracoscopie (VATS). Hierbij maakt de chirurg kleine sneetjes in de borstwand en gebruikt een camera om het probleemgebied te bekijken. Met behulp van speciale instrumenten wordt het lek gedicht en kan eventueel een stukje van het beschadigde longweefsel worden verwijderd. Deze ingreep vermindert het risico op toekomstige klaplongen.
Leefstijl en nazorg
Het voorkomen van een nieuwe klaplong is minstens zo belangrijk als de behandeling. In de nazorg van een klaplong wordt daarom veel aandacht besteed aan adviezen rondom leefstijl. Rookstop is een cruciaal onderdeel, omdat roken de kans op een nieuwe klaplong aanzienlijk vergroot. Ook wordt vaak geadviseerd om intensieve fysieke activiteiten, zoals zwaar tillen, duiken of vliegen, tijdelijk te vermijden om de longen de tijd te geven volledig te herstellen.
Hersteloefeningen en ademhalingstechnieken
Fysiotherapie kan ook deel uitmaken van het herstelproces, vooral voor mensen die na een klaplong moeite hebben om diep adem te halen. Een fysiotherapeut kan ademhalingsoefeningen geven om de longfunctie te verbeteren en de ademhalingsspieren te versterken. Deze oefeningen helpen de longen opnieuw volledig te ontplooien en verminderen het risico op ademhalingsproblemen.
Monitoring en vervolgafspraken
Zelfs na herstel is het belangrijk dat patiënten regelmatig gecontroleerd worden, vooral als er sprake was van een terugkerende klaplong. De arts zal vaak een nieuwe röntgenfoto laten maken om te zien of de long volledig is ontplooid. Bij klachten zoals kortademigheid of pijn in de borst is het cruciaal om snel weer contact op te nemen met de arts, aangezien dit kan wijzen op een nieuwe klaplong of complicaties.
Prognose
De prognose van een traumatische klaplong is uitstekend als er geen andere levensbedreigende verwondingen aanwezig zijn. In geval van een spontane klaplong hangt de prognose af van de onderliggende oorzaak en behandelmethode. De prognose voor iatrogene klaplong wordt als goed beschouwd.[1]
Tot 50 procent van de patiënten met een klaplong krijgt op enig moment in zijn of haar leven weer een klaplong.
Herstel en directe nazorg
Bij een ongecompliceerde klaplong – zoals een primaire spontane pneumothorax zonder onderliggende longaandoening – kan het herstel snel zijn. Bij dit type klaplong geneest het longweefsel vaak binnen enkele weken, vooral als het ingeklapte deel klein is en niet operatief behandeld hoefde te worden. Patiënten moeten tijdens deze periode rust nemen en intensieve fysieke activiteiten vermijden om het herstel niet te verstoren. Rookgedrag en blootstelling aan luchtverontreiniging kunnen het herstel bemoeilijken, dus wordt vaak geadviseerd om deze risicofactoren te minimaliseren.
Behandeld met drainage of operatie
Voor grotere of herhaalde klaplongen kan een meer intensieve behandeling nodig zijn, zoals het plaatsen van een thoraxdrain of een chirurgische ingreep. In deze gevallen kan de herstelperiode enkele weken tot maanden duren, afhankelijk van hoe snel het longweefsel zich herstelt. Bij een operatieve ingreep, zoals een VATS-procedure (video-assisted thoracoscopic surgery), waarbij de blebs worden verwijderd of de longwand wordt versterkt, is de kans op herhaling kleiner, maar kan er wel enige tijd pijn en ongemak optreden rond de littekens. Toch is de prognose meestal gunstig, en de meeste patiënten keren uiteindelijk terug naar hun normale activiteiten.
Risico op herhaling: een lange termijn uitdaging
Een belangrijke factor in de prognose is het risico op herhaling, vooral bij mensen die een spontane klaplong hebben gehad. Bij een primaire spontane pneumothorax is de kans op een tweede klaplong binnen het eerste jaar ongeveer 20-30%, en dit risico stijgt bij elke herhaling. Mensen die lijden aan een secundaire klaplong door longaandoeningen zoals COPD of longfibrose hebben een nog hoger herhalingsrisico, wat kan oplopen tot 50%. Artsen kunnen preventieve maatregelen aanraden, zoals een operatie of pleurodese (waarbij de pleuraholte wordt gesloten), om het risico op terugkerende klaplongen te verminderen.
Langetermijneffecten: ademhaling en kwaliteit van leven
Bij de meeste mensen verbetert de ademhaling na herstel aanzienlijk, maar sommige patiënten kunnen blijvende klachten ervaren, vooral als de klaplong te maken had met onderliggende longziekten. Bij chronische aandoeningen kan een klaplong bijdragen aan een verminderd longvolume en kortademigheid, wat dagelijkse activiteiten moeilijker kan maken. Bij gezonde patiënten is de kans op blijvende ademhalingsklachten veel kleiner, maar het kan helpen om na herstel voorzichtig te zijn met activiteiten zoals diepzeeduiken of bergbeklimmen, die de longen extra belasten.
Een positieve vooruitblik met de juiste zorg
Met de juiste behandeling en aandacht voor risicofactoren is de prognose van een klaplong doorgaans goed. Het is mogelijk om een volledig herstel te bereiken, en veel mensen keren terug naar hun normale leven zonder blijvende beperkingen. Voor patiënten met een verhoogd herhalingsrisico of onderliggende longaandoeningen is zorgvuldige monitoring en soms preventieve behandeling nodig om de longen gezond te houden en de kans op toekomstige klaplongen te verkleinen. Met zorg en oplettendheid kunnen de meeste mensen na een klaplong een goede kwaliteit van leven behouden en hun favoriete activiteiten blijven doen.
Complicaties
Een klaplong – het klinkt al vervelend genoeg. Maar helaas kan het, afhankelijk van de ernst en oorzaak, soms voor nog wat meer problemen zorgen. Laten we eens een kijkje nemen naar de mogelijke complicaties die om de hoek kunnen komen kijken en wat dit voor je herstel betekent.
Het lek blijft open: de hardnekkige klaplong
In een ideale wereld sluit de opening in de long vanzelf en trekt de lucht zich weer terug naar waar hij hoort. Maar soms blijft de lucht uit de long ontsnappen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de opening in de long niet vanzelf sluit, waardoor er continu lucht lekt in de borstholte. Hierdoor kan de long niet volledig herstellen en blijf je symptomen ervaren zoals benauwdheid en pijn.
- Neem het geval van Erik: na een val kreeg hij een klaplong, en hoewel hij dacht dat het snel beter zou gaan, bleef hij last houden van kortademigheid omdat het lek simpelweg niet wilde stoppen. In zulke gevallen kan een arts overwegen om chirurgisch in te grijpen en de opening te dichten.
Terugkerende klaplong: het boemerangeffect
Heb je net de eerste klaplong achter de rug en adem je weer vrijuit? Helaas bestaat het risico dat het probleem terugkomt. Terugkerende klaplongen, ook wel 'recidieven' genoemd, zijn geen zeldzaamheid. Soms gebeurt dit omdat de onderliggende oorzaak, zoals een aangeboren zwakte in het longweefsel, nog steeds aanwezig is. Of het kan simpelweg komen doordat de klaplong niet volledig is hersteld.
- Stel je voor: een paar weken na je herstel krijg je opnieuw last van scherpe pijn en kortademigheid. Je dacht dat je er vanaf was, maar daar is het weer. Dit is waarom artsen vaak extra waakzaam zijn bij mensen die al eerder een klaplong hebben gehad.
Chronische benauwdheid: longcapaciteit onder druk
In sommige gevallen kan een klaplong leiden tot langdurige of chronische benauwdheid. Dit gebeurt wanneer het longweefsel beschadigd raakt of wanneer de long niet volledig kan herstellen naar zijn oorspronkelijke vorm. Dit kan je dagelijkse leven flink beïnvloeden; traplopen of een stukje wandelen kan ineens een hele opgave worden.
- Neem bijvoorbeeld Janine, die na haar klaplong merkte dat ze sneller buiten adem raakte dan voorheen. Ze moest haar leven aanpassen, rustiger aan doen en meer pauzes nemen.
Lucht tussen de weefsels: subcutaan emfyseem
Soms blijft de lucht niet netjes op de plek waar hij hoort. Bij een klaplong kan lucht zich onder de huid verzamelen, met als resultaat een zogenaamd 'subcutaan emfyseem'. Dit uit zich in een gek, krakend gevoel onder de huid – alsof je op piepschuim drukt. Dit kan zowel op de borst als in de nek optreden. Hoewel het vaak onschuldig is, kan het een vervelend en verontrustend gevoel zijn. Als de lucht zich echter blijft ophopen, kan het ook voor druk zorgen en mogelijk tot verdere ademhalingsproblemen leiden.
Ontsteking of infectie: longontsteking op de loer
Een andere mogelijke complicatie is het ontwikkelen van een infectie, zoals een
longontsteking. Als de lucht in de borstholte zich ophoopt en druk uitoefent op de long, wordt het voor het lichaam moeilijker om slijm en bacteriën af te voeren. Hierdoor kunnen ontstekingen ontstaan. Koorts, hoesten, en een aanhoudende pijn in de borst kunnen dan tekenen zijn dat er iets meer aan de hand is dan alleen de klaplong zelf.
Harde operatie-ingrepen: de long moet soms worden ‘geplakt’
In hardnekkige gevallen kan een operatie noodzakelijk zijn om de luchtlekkage te stoppen. Dit kan inhouden dat de chirurg de long 'plakt' aan de borstwand om het opnieuw inklappen te voorkomen. Hoewel dit de klaplong oplost, brengt een operatie altijd risico's met zich mee, zoals infecties of littekenweefsel dat de beweeglijkheid van de long kan verminderen.
Verminderde levenskwaliteit: alles vraagt meer energie
De meeste mensen herstellen gelukkig volledig na een klaplong, maar voor anderen kan de ervaring een blijvend effect hebben op hun levenskwaliteit. Activiteiten die voorheen vanzelfsprekend waren, kunnen nu vermoeiend zijn. De angst voor een nieuwe klaplong kan ook psychisch een last vormen. Je lichaam heeft een klap gekregen, letterlijk en figuurlijk, en dat kan doorwerken in hoe je je voelt en functioneert.
Stoppen met roken /
Bron: Dmytro Zinkevych/Shutterstock.comPreventie
Neem de volgende preventieve maatregelen in acht:
- Stop met roken
- Vermijd of beperk activiteiten met drastische veranderingen in de luchtdruk, zoals duiken en vliegen.
- Houd je aan de aanwijzingen van de huisarts of behandelend arts en slik trouw je medicatie in geval van een longziekte.
Noten:
- Maritato KC, Colon JA, Kergosien DH. Pneumothorax. Compend Contin Educ Vet. 2009 May;31(5):232-42; quiz 242. PMID: 19517417.
Lees verder