De dood komt in fasen
Sterven betekent zich losmaken van het aardse. Naarmate de vitale lichaamsfuncties het geleidelijk laten afweten, wordt men suffer en vernauwt het bewustzijn, althans in de meeste gevallen. Voor velen is dat wellicht een zegen, die de natuur heeft ingebouwd. Het houdt immers in dat men het stervensmoment niet bewust meemaakt omdat men, in de volksmond gezegd, al 'kopje onder' is. Over die aanname zijn de meningen echter verdeeld, ook in de wetenschap. Volgens velen is bang zijn voor de dood een irreële vrees. De 'ontmoeting met de dood' vindt immers niet bij volle bewustzijn plaats. Afscheid nemen van het leven, van familie en vrienden, kan des te moeilijker zijn. De dood komt dan ook in fasen.
Inhoud
Het stervensproces is vaak een strijdperk
Het stervensproces is een zeer persoonlijke aangelegenheid. Voor velen komt de
dood als een 'oude vriend'. Vaak zijn deze mensen op leeftijd, gebrekkig, hebben ze de kleinkinderen zien opgroeien en ervaren nu alleen maar vrede met het komende afscheid. Ze zijn slechts bang voor de eventuele
pijn, maar daar kan de dokter iets aan doen. Talloze mensen staan vol in het leven voordat ze hun
doodvonnis in welke vorm dan ook te horen krijgen. Ze zijn jong, hebben misschien kinderen, zijn net een nieuwe relatie begonnen, zitten nog vol ambities. Voor hen is het levenseinde doorgaans een niet te bevatten schok. Een mentale mokerslag die heftige fysieke en mentale afweermechanismen oproept omdat hun leven mogelijk tot voor kort nog overliep van beloftes.
Bron: Wild0ne, Pixabay Wanhoop en aanvaarding
Zij bevinden zich in een strijdperk vol ontkenningen, angstgevoelens en intense hoop. Een strijdperk waar ze wanhopig, vastberaden en soms tegen beter weten in slag leveren met de feiten. Ze vechten met andere woorden tot het bittere einde. Tot er sprake is van een zekere aanvaarding, berusting, geholpen door de natuur (en vaak medicijnen) die het bewustzijn doorgaans doet vernauwen en wegkwijnen naarmate de
vitale lichaamsfuncties verslechteren.
De vijf fasen van het stervensproces
Bij stervensfasen denken velen meteen aan de Amerikaanse psychiater
Elisabeth Kübler-Ross (1926-2004). Samen met haar mede-onderzoekers heeft ze honderden gesprekken gevoerd met stervenden en mensen die in de periode te horen kregen dat ze niet lang meer te leven hadden. Een van haar meest bekende boeken is het in het Nederlands vertaalde werk
Lessen voor levenden.
Fysieke en mentale verzwakking
Hoe persoonlijk het stervensproces ook is bij mensen die op de meest uiteenlopende manieren in het leven staan, er valt altijd wel – hoe vaag ook – een rode draad te ontwaren in de vorm van fasen die voorafgaan aan het
fysieke sterven. Dit
mentale strijdperk kan zoals gezegd individueel sterk verschillen, ook kan de ene stervensfase minder prominent op de voorgrond staan dan de andere, of ogenschijnlijk zelfs worden overgeslagen. Karakteristiek is uiteindelijk de 'neerdalende vrede en rust', waarschijnlijk mede doordat de lichaamsfuncties het steeds meer laten afweten en er dus sprake is van een geleidelijke fysieke en mentale verzwakking.
1. Ontkenning, afzondering
'Dat kan niet waar zijn!' De feiten worden ontkend, zoals een mogelijke verwisseling van de laboratoriumuitslagen, de dokter had ongetwijfeld het verkeerde medisch dossier voor zich, ik heb dit 'gedroomd'. Ontkenning betekent in deze fase ook zelfbescherming. Men creëert voor zichzelf een periode om alles op een rijtje te zetten, om tot zichzelf te komen. Zichzelf afschermen door over 'de kwaal' te spreken en niet over een fatale ziekte hoort daar eveneens bij. Ten onrechte wordt dat dikwijls 'gebrek aan ziekte-inzicht' genoemd. Afhankelijk van de intensiteit van deze bedreiging (als het zwaard van Damocles) kan de ontkenningsfase en de mentale afzondering lang duren.
Bron: Coombesy, Pixabay 2. Strijd, woede en afgunst
De harde feiten dwingen uiteindelijk om de ontkenningsfase te laten varen. Er breekt een fase aan die in het teken staat van strijd, woede, afgunst, het zoeken naar zondebokken en naar 'artsen die wél iets in hun mars hebben en mij kunnen genezen'. In klinische situaties is de bedbel maar al te vaak een oorlogstrompet. Woede over de eigen situatie kan omslaan in zelfverwijt en vice versa. Het kan een periode van schreeuwen, huilen en eisen zijn.
3. Onderhandelen, smeken, schuldgevoelens
Ondanks de hevige gevechten blaast de vijand (de
ziekte) niet de aftocht. Hoog tijd dus om te onderhandelen, een soort wapenstilstand. Er worden voorwaarden verbonden aan de dood, die de patiënt nu als mogelijk onoverkomelijk ervaart. Maar hij heeft nog een paar achterdeurtjes. Katholieke mensen zullen misschien naar Lourdes willen, voor steun en... je weet maar nooit (afstel). Men 'vraagt' respijt, uitstel, omdat bijvoorbeeld een van de dochters hoogzwanger (kleinkinderen nog willen zien) is. Of uitstel tot na de kerst, ofwel nog één keer allemaal samen zijn, alsof er net als voorheen eigenlijk niets aan de hand is. Gedane beloftes passeren de revue, schuldgevoelens worden doorgesproken. Doorgaans staat het laatste stadium van de onderhandelingsfase in het teken van uitstel en niet van afstel.
4. Depressiviteit
De ziekte is niet meer te stuiten. De patiënt is zich ervan bewust dat hij verzwakt, vermagert, steeds vermoeider wordt. De depressiviteit kan regressief of progressief van aard zijn. In het eerste geval kan de depressie het gevolg zijn van gebeurtenissen uit het verleden. Progressieve depressiviteit legt de basis voor de aanvaarding van de dood. Het geeft ruimte voor het uitspreken van de zorgen die ze hebben als de omgeving hem of haar niet voortdurend probeert 'op te monteren'.
5. Berusting en aanvaarding
De strijd is gestreden. Het is een periode van rust, berusting (negatieve houding) en aanvaarding (positieve houding). Ook voor de familie is deze fase minder zwaar. Bij de patiënt blijft de hoop op een gunstige wending aanwezig; het is de hang naar het leven die tot het laatst toe in meer of mindere mate instinctief gehandhaafd blijft. Door fysieke verzwakking en mentale rust, die mogelijk mede het gevolg kan zijn van deze algehele fysieke malaise waarbij ook de
bloedcirculatie langzaam verslechtert, zal de patiënt vaak indommelen en suffer worden. Problemen en conflicten ontstaan in deze fase alleen als de instinctieve hoop op overleven op botte wijze wordt weggenomen door de omgeving, of als de omgeving zich vastklampt aan de zieke en zelf nog niet tot aanvaarding is gekomen.
Bron: Printeboek, Pixabay Als de fysieke dood zich aankondigt
Uiteindelijk, in de laatste stervensfase, duiden bepaalde fysieke en mentale verschijnselen erop dat de dood aanstaande is. De
pols wordt zwakker, de
ademhaling onregelmatiger. Er treedt een algehele verslapping op van de willekeurige en onwillekeurige
spieren, waarbij de
bloedcirculatie verslechtert en de dood zich aftekent op het gezicht (
facies Hippocratica), gevolgd door
cyanose,
circulatievlekken en het verdwijnen van de
lichaamswarmte (koude handen, neus en voeten).
Vernauwd bewustzijn
In deze fase is het bewustzijn zo sterk vernauwd dat het moment van sterven niet bewust wordt meegemaakt. Deze hypothese houdt in dat het bewustzijn gekoppeld is aan de fysiologische levensprocessen. Daarover zijn de meningen in religieus maar inmiddels ook – zeer opmerkelijk – in
wetenschappelijk opzicht echter sterk verdeeld.
Lees verder