PTH-bloedonderzoek: Bloedtest van parathyroïd hormoon
Een PTH-bloedonderzoek meet het niveau van parathyroïd hormoon (PTH) in het bloed. PTH is een eiwithormoon dat wordt afgegeven door de bijschildklier. Wanneer de calciumspiegels in het bloed te laag zijn, geven de bijschildklieren PTH vrij om de calciumgehaltes weer op een normaal bereik te brengen. Wanneer het calciumniveau stijgt, stoppen de klieren met het vrijgeven van PTH. Het meten van PTH in het bloed verklaart mogelijk de oorzaak voor abnormale calciumniveaus in het bloed. Dit bloedonderzoek is veilig en brengt erg weinig risico’s met zich mee.
Functie van parathyroïd hormoon
De vier kleine bijschildklieren bevinden zich in de nek, in de buurt van of aan de achterkant van de schildklier. De schildklier bevindt zich in de nek, net boven de plaats waar de sleutelbeenderen in het midden samenkomen. PTH wordt vrijgegeven door de bijschildklieren. PTH is nodig voor het controleren van de
calcium-, fosfor- en vitamine D-spiegels in het bloed. Het is bovendien belangrijk voor het reguleren van botgroei.
Indicatie van PTH-bloedonderzoek
Een PTH-
bloedtest biedt de arts informatie over abnormale calciumwaarden. Het is namelijk mogelijk om dankzij dit
bloedonderzoek te achterhalen dat deze abnormale waarden veroorzaakt zijn door de bijschildklieren. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat het PTH-niveau geschikt is voor het calciumniveau, dan is er een andere oorzaak van hoge of lage calciumwaarden. De arts beveelt deze bloedtest aan als de patiënt symptomen van
hypercalciëmie (te veel calcium in het bloed) of
hypocalciëmie (te weinig calcium in het bloed) vertoont.
Hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte in bloed)
De symptomen van hypercalciëmie omvatten:

Neerslachtigheid treedt op bij hypocalciëmie /
Bron: Geralt, PixabayHypocalciëmie (verlaagd calciumgehalte in bloed)
De belangrijkste symptomen van hypocalciëmie zijn:
Andere indicaties
De arts bestelt mogelijk ook het PTH-bloedonderzoek om:
- chronische aandoeningen zoals een nierziekte te bewaken
- de oorzaak te bepalen van lage fosforwaarden in het bloed (hypofosfatemie)
- de werking van de bijschildklier te controleren
- onderscheid te maken tussen bijschildkliergerelateerde en niet-bijschildkliergerelateerde aandoeningen
- te bepalen waarom ernstige osteoporose (verlies van botmassa met risico op botbreuken) niet reageert op de behandeling
- toezicht te houden op de effectiviteit van de behandeling bij bijschildklieraandoeningen
Afnemen van bloedstaaltje
De arts heeft een bloedstaaltje nodig zodat een laboratorium de PTH-niveaus kan testen. De arts geeft de patiënt voor de bloedafname mee of hij een tijdje op voorhand moet stoppen met het nemen van bepaalde medicijnen of supplementen, alsook of hij de dag van de bloedafname zelf moet vasten of stoppen met drinken. De arts geeft een prikje in een ader. Dit voelt een beetje prikkend, stekend of
pijnlijk aan, maar dit ebt snel weg. Verder is het voor de arts soms lastig om het bloed af te nemen omwille van de grootte van de aders en slagaders. Af en toe moet de arts dan ook meermaals prikken om geschikte aders te vinden. Verder ontstaan af en toe nog complicaties door de bloedafname, al komen deze zelden tot stand, zoals grote bloedingen,
flauwvallen of
duizeligheid,
blauwe plekken / een
hematoom (bloed hoopt zich op onder de huid) en een infectie (een klein risico wanneer de huid gebroken is).
Resultaten van bloedtest
Normale resultaten
Normale waarden zijn 2-7 pmol/l (picomol per liter). Het normale bereik varieert tussen verschillende laboratoria. Sommige laboratoria gebruiken verschillende metingen of testen verschillende exemplaren.
Abnormale resultaten
Te hoog PTH-gehalte
Een hoger dan normaal niveau verschijnt bij volgende mogelijke aandoeningen of medische problemen:
- aandoeningen die het fosfaat- of fosforgehalte in het bloed verhogen, zoals een chronische nierziekte
- een gebrek aan calcium (hypocalciëmie), wat mogelijk te wijten is aan het onvoldoende eten van calcium, het niet opnemen van calcium in de darm (malabsorptie) of het verliezen van te veel calcium in de urine
- een letsel aan de wervelkolom
- een vitamine D-tekort, wat tot stand komt door blootstelling aan onvoldoende zonlicht of door problemen met het absorberen, afbreken en gebruiken van vitamine D in het lichaam
- een zwangerschap of het geven van borstvoeding (soms)
- een zwelling in de bijschildklieren (primaire hyperparathyreoïdie)
- het falen van het lichaam om te reageren op PTH (pseudohypoparathyroïdisme)
- tumoren in de bijschildklier, zoals bijschildklieradenomen
Te laag PTH-gehalte
Een lager dan normaal niveau kan optreden met:
De arts zet de PTH-bloedtest ook nog in voor het opsporen van:
- multiple endocriene neoplasie (MEN) I
- multiple endocriene neoplasie (MEN) II
Lees verder