Hyperparathyroïdie: Overactieve bijschildklier
Hyperparathyroïdie (hyperparathyreoïdie, parathyreotoxicose) is een aandoening waarbij de bijschildklieren teveel parathyroïdhormoon (PTH) produceren. Dit gebeurt meestal doordat zich te weinig calcium in het bloed bevindt of door een goedaardig gezwel van de bijschildklier. Door de overactieve bijschildklier ontstaat een verhoogd calciumgehalte in het bloed. Vermoeidheid zwakte, botproblemen en meer plassen zijn enkele symptomen van een overmatig actieve bijschildklier. Niet altijd is een behandeling nodig, maar soms zijn enkele zelfzorgmaatregelen in combinatie met medicatie of een operatie nodig voor het afremmen van de overactieve bijschildklier(en).
Oorzaken hyperparathyroïdie
In de hals bevinden zich vier kleine bijschildklieren, direct naast de schildklier. De bijschildklieren regelen het calciumgebruik in het lichaam door de productie van bijschildklierhormoon (PTH). PTH reguleert het
calcium, het fosfor en vitamine D in het bloed en bot.
Oorzaken in de bijschildklier
Een klein
adenoom (meestal goedaardige klierweefselgezwel) in één van de bijschildklieren is vaak de boosdoener van hyperparathyroïdie. Wanneer één of beide bijschildklieren te groot zijn, veroorzaakt dit eveneens een teveel van PTH. In zeldzame gevallen is de ziekte het gevolg van
bijschildklierkanker.
Oorzaken buiten de schildklier
Medische aandoeningen die een laag calciumgehalte in het bloed (
hypocalciëmie) of verhoogd fosfaat (
hyperfosfatemie) veroorzaken, resulteren ook in hyperparathyroïdie. Dit gebeurt onder andere bij volgende aandoeningen:
- aandoeningen waardoor het lichaam het moeilijk heeft om fosfaat uit het lichaam te verwijderen
- nierfalen
- onvoldoende calcium in de voeding: Als het calciumgehalte te laag is, reageert het lichaam hierop door nog meer PTH aan te maken, wat leidt tot overactieve bijschildklieren. Hierdoor stijgt het calcium in het bloed.
- problemen met het absorberen van voedingsstoffen uit voedsel (malabsorptie)
- te veel calciumuitscheiding in de urine (hypercalciurie)
- tekort aan vitamine D (komt voor bij kinderen die onvoldoende gevarieerd eten en bij ouderen die onvoldoende zonlicht krijgen op de huid)
Risicofactoren overmatig actieve bijschildklier
De ziekte komt het meest voor bij zestigplussers, maar ook zijn soms jongvolwassenen getroffen. Hyperparathyroïdie is zeer ongebruikelijk bij kinderen. Vrouwen zijn vaker getroffen door een overactieve bijschildklier dan mannen. Ook
radiotherapie aan het hoofd- en de nekgebied verhoogt het risico op de aandoening.
Vormen overactieve bijschildklier(en)
Primair
Bij de primaire vorm gebeurt een overmatige productie van PTH, wat soms asymptomatisch verloopt voor de patiënt. Primaire hyperparathyroïdie is de derde meest voorkomende
endocriene aandoening. Deze is het vaakst te zien bij postmenopauzale vrouwen.
Secundair
Secundaire hyperparathyroïdie verloopt met een verhoogde afscheiding van PTH in reactie op een laag calciumgehalte, veroorzaakt door aandoeningen aan de nieren (meest voorkomend), de lever of de darmen.
Tertiair
Van tertiaire hyperparathyroïdie is sprake wanneer een autonome afscheiding van PTH gebeurt, meestal als gevolg van een chronische
nierziekte. Zelfs na correctie van hypocalciëmie, zijn de klieren autonoom hetgeen resulteert in hypercalciëmie. Dit houdt zelfs mogelijk aan na een niertransplantatie.
Symptomen door verhoogd calcium in het bloed
De arts diagnosticeert hyperparathyroïdie vaak voordat symptomen optreden. De symptomen zijn meestal te wijten aan schade aan organen als gevolg van een hoog calciumniveau in het bloed (
hypercalciëmie) of door het verlies van calcium uit de botten. Soms zijn de symptomen erg mild en lijken ze geen verband te houden met de bijschildklierfunctie, maar bij andere patiënten zijn de symptomen dan weer ernstig. De meeste symptomen treden geleidelijk op.
Mogelijke symptomen omvatten
Diagnose en onderzoeken
De arts voert een
bloedonderzoek en
urineonderzoek uit om tekenen van een overactieve bijschildklier te identificeren. Daarnaast maakt hij een
röntgenfoto van de botten en voert hij een
botdichtheidsmeting uit om botverlies,
breuken of
osteomalacie (verweking van de botten) op te sporen. Tot slot is radiografisch onderzoek,
echografie of een
CT-scan van de nieren of urinewegen inzetbaar wat dan een verstopping of kalkafzettingen van de nieren onthult.
Behandeling
Bij een mild verhoogd calciumgehalte zonder symptomen is een medische behandeling niet altijd nodig, maar een opvolging door een arts is wel noodzakelijk. Een mogelijke behandeling bestaat uit:
- een operatie om de overactieve klieren te verwijderen (meestal voor patiënten jonger dan vijftig jaar of waarbij een zeer hoog calciumgehalte ontstaat)
- het drinken van meer vloeistoffen om de vorming van nierstenen te voorkomen
- het nemen van oestrogeen voor vrouwen die de menopauze doorlopen hebben
- het uitvoeren van meer fysieke activiteiten
- het zeker niet nemen van Thiazidediureticum, een soort plaspil
Is hyperparathyroïdie het gevolg van een te laag vitamine D-gehalte, dan schrijft de arts deze vitamine D-supplementen voor.
Als hyperparathyroïdie het gevolg is van nierfalen, dan bestaat de behandeling uit extra calcium (
calciumsupplementen) en vitamine D, het vermijden van fosfaat in de voeding, het geneesmiddel cinacalcet (Sensipar), nierdialyse of een niertransplantatie of bijschildklierchirurgie, als de productie van bijschildklierhormonen erg hoog staat.
Prognose
De vooruitzichten afhankelijk van de oorzaak van hyperparathyroïdie.
Complicaties van teveel PTH
Lange termijn problemen die optreden bij ongecontroleerde hyperparathyroïdie zijn onder meer:
Bijschildklierchirurgie leidt soms tot
hypoparathyreoïdie (te traag werkende bijschildklier(en)) en beschadiging van de zenuwen die de stembanden besturen.
Tot slot treedt soms
hypermagnesiëmie (verhoogd magnesiumgehalte in het bloed) op en dit dan vooral bij primaire hyperparathyroïdie.